• No results found

Van Spelregels tot Spiegeljongen: Floortje Zwigtman als Young Adult-schrijver

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Spelregels tot Spiegeljongen: Floortje Zwigtman als Young Adult-schrijver"

Copied!
71
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van Spelregels tot Spiegeljongen:

Floortje Zwigtman als Young Adult-schrijver

Gerlin de Lange

(2)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Hoofdstuk 1: Inleiding... 3 1.1 Vraagstelling ... 5 1.2 Onderzoeksmethode ... 5 1.3 Corpus ... 7 Hoofdstuk 2: Adolescentenliteratuur... 9

2.1 Geschiedenis van de adolescentenliteratuur ... 9

2.2 De literaire adolescentenroman ... 12

2.3 De marketing van adolescentenliteratuur ... 16

Hoofdstuk 3: Het oeuvre van Floortje Zwigtman... 19

3.1 De weg naar volwassenheid ... 19

3.2 Identiteitsontwikkeling ... 21

3.3 Eigen keuzes maken ... 23

3.4 Veiligheid en binding tegenover eigen keuze en risico ... 24

3.5 Liefde en seksualiteit ... 26

3.6 Het leven als waagstuk ... 27

3.7 Identificatie met de hoofdpersoon ... 28

3.8 De literaire vorm ... 30

3.9 Tot slot ... 33

Hoofdstuk 4: Positionering door de uitgeverij en de boekhandel ... 35

4.1 De Fontein ... 35

4.2 Omslagen ... 36

4.3 NUR-code ... 45

4.4 Plaats in de boekhandel en bibliotheek ... 48

Hoofdstuk 5: Receptieonderzoek ... 50

5.1 Literaire kritiek ... 50

5.2 De inhoud van de recensies ... 51

5.3 Literaire prijzen ... 56

Conclusie... 59

Bibliografie ... 64

(3)

Voorwoord

Deze masterscriptie is geschreven ter afsluiting van de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur met als specialisatierichting Moderne Letterkunde.

Omdat ik tijdens mijn studie een voorliefde voor jeugdliteratuur, en vooral Young Adult-literatuur, heb ontwikkeld, was het voor mij al snel duidelijk dat ik een onderzoeksthema uit die richting zou kiezen. Na de opstartperiode die wat moeizaam verliep, heb ik veel plezier beleefd aan dit onderzoek, omdat ik me kon bezighouden met de boeken van een van mijn favoriete auteurs: Floortje Zwigtman. Hoewel ik verwacht had dat ik haar boeken na dit onderzoek even niet meer zou willen zien, kan ik niet wachten om opnieuw te beginnen met lezen in de Groene bloem-trilogie.

(4)

Hoofdstuk 1: Inleiding

Ik ben er zo een. Een exemplaar van de nieuwe en nu reeds bedreigde soort ‘Nederlandse Young Adult-schrijver’. Misschien vraagt men zich af waarom een jonge schrijfster ervoor kiest het zichzelf zo moeilijk te maken. Want met wat een problemen word je niet allemaal geconfronteerd…1

Met deze uitspraak begon Floortje Zwigtman in december 2009 een lezing over haar ervaringen met Young Adult-literatuur. Die lezing verscheen recentelijk in de vorm van een column in het tijdschrift Literatuur zonder leeftijd. Zwigtman schrijft daarin over haar drijfveren voor het schrijven van Young Adult-literatuur, over de voordelen en de problemen die zich voordoen bij het schrijven voor jongvolwassenen. Dit artikel vormde een mooie link tussen twee onderwerpen die mij interesseren, namelijk Floortje Zwigtman en adolescentenliteratuur, en het gaf de aanleiding om het oeuvre van Floortje Zwigtman te onderzoeken. In het artikel noemt ze zichzelf een schrijver van adolescentenliteratuur, maar tegelijkertijd zet ze zich af tegen dat stempel. De belangrijkste reden die Zwigtman heeft doen besluiten om te kiezen voor adolescentenliteratuur, is de vrijheid die ze heeft in het kiezen van onderwerpen en genres. Nadat ze alle voordelen van het schrijven voor die doelgroep uit de doeken heeft gedaan, uit Zwigtman haar ongenoegen over de hokjesgeest die volgens haar heerst binnen het literaire veld. Onder bibliothecarissen en boekhandelaren bestaat sterk de behoefte aan een indeling van boeken in leeftijdscategorieën. Voor elk boek moet een plaats in de kast gevonden worden. Literatuur zonder leeftijd, zoals Zwigtman adolescentenliteratuur noemt, heeft wat die indeling betreft een moeilijke positie, omdat die literatuur een breed lezerspubliek heeft. De inhoud spreekt zowel jongeren als volwassenen aan en dat is problematisch:

Want voor wie schrijf je nou precies, wil de boekhandelaar weten. Op wat voor plank moet ik jouw boek kwijt? Tussen de kinderboeken? Daar waar geen puber zich vertonen durft? Of tussen de literatuur voor mijn volwassen klanten, die zich misschien zullen afvragen: wat doet dat kinderboek hier?2

1

Floortje Zwigtman, “Een keuze voor vrijheid. Waarom ik Young Adult-literatuur schrijf,” Literatuur zonder leeftijd 24, no. 83 (najaar 2010): 30.

2

(5)

Volgens Floortje Zwigtman is de kast met adolescentenliteratuur voornamelijk ontstaan, doordat boekhandelaren een plank nodig hadden voor de boeken die geen vast publiek hebben, maar die door zowel jongeren als volwassenen gelezen worden. Een speciale afdeling voor adolescentenliteratuur lijkt wel de oplossing voor het indelingsprobleem, getuige het succes van de Young Adult-afdeling in de boekhandel Barnes & Nobles in de Verenigde Staten. Zwigtman heeft het indelingsprobleem zelf ondervonden toen boekhandelaren moeite bleken te hebben om haar boeken een plaats te geven. Sinds kort is de afdeling met adolescentenliteratuur ook in de grotere Nederlandse boekhandels te vinden en staan haar boeken steeds vaker in die kast.

Zwigtman schrijft in haar artikel dat de nieuwe indeling vooral gemaakt is vanuit verkooptechnisch oogpunt. Door alles zorgvuldig te categoriseren op soort, wordt het de consument zo eenvoudig mogelijk gemaakt om snel een boek te vinden. Volgens Zwigtman ontstaat hierdoor het gevaar dat er binnen de kinder- en jeugdliteratuur een versmalling van de definitie optreedt. Om genres binnen de jeugdliteratuur te definiëren worden vragen aan de orde gesteld, zoals “waaraan moet een succesvol meidenboek voldoen?”, “welk boek mag het predicaat Young Adult dragen en welke niet?” en “moet de plaats van handeling een middelbare school in Almere zijn? Of mag het ook een ‘galaxy far, far away’ zijn?”.3 Dergelijke vragen leggen de schrijver restricties op bij het schrijven van een roman, maar ze zorgen er ook voor dat de marketingkansen van een boek zo groot mogelijk zijn. Zwigtman vindt het zoeken naar een definitie geen zinvolle bezigheid, omdat een boek “een complex universum [is], dat niet in een paar zinnen beschreven kan worden, maar gelezen moet worden”.4

De dubbelzinnige positie van Floortje Zwigtman ten opzichte van adolescentenliteratuur is niet het enige probleem. Hoewel adolescentenliteratuur, en met name de Engelse term Young Adult-literatuur, de laatste tijd veel gehoorde begrippen zijn, heerst er nog veel onduidelijkheid over de precieze invulling ervan. In een artikel in het NRC Handelsblad in 2009 werd gesteld dat iedereen er zijn eigen definitie op na houdt.5 De één vindt het een marketingtruc van uitgevers, de ander noemt het slechts een leeftijdsaanduiding, en weer een ander ziet in het verschijnsel het ontstaan van een nieuw literair genre.6

3

Floortje Zwigtman, “Een keuze voor vrijheid. Waarom ik Young Adult-literatuur schrijf,”: 32. 4

Ibid., 33. 5

Freek Staps, “De volgende stap na Harry Potter,” NRC Handelsblad, 7 mei, 2009, Boeken. 6

Joke Linders, “Literatuur is wezensvreemd aan doelgroepen. Het bestaan, bestaansrecht en bestaande literatuur voor adolescenten,” Literatuur zonder leeftijd 14, no. 53 (najaar 2000): 334.

(6)

1.1 Vraagstelling

Dit onderzoek combineert de twee aanleidingen uit het bovenstaande: de problematiek rond het begrip adolescentenliteratuur en de plaats die Zwigtmans oeuvre inneemt binnen dat genre. Het onderzoek is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel is gericht op de boeken zelf en het tweede deel op de manier waarop literaire instituties (de uitgeverij, de boekhandel, de bibliotheek, de literaire kritiek en jury’s van literaire prijzen) met de boeken omgaan. Voor dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd:

1. Hoe past het oeuvre van Floortje Zwigtman qua vorm en thematiek binnen de adolescentenliteratuur?

2. Hoe worden de boeken gepositioneerd door de uitgeverij?

3. Welke plaats krijgen de boeken in de boekhandel en de bibliotheek?

4. Hoe worden de boeken ontvangen door de literaire kritiek en door jury’s van literaire prijzen?

Aangezien Zwigtmans boeken steeds vaker in kasten met Young Adult-literatuur geplaatst worden, wilde ik ten eerste weten hoe haar oeuvre wat betreft thematiek en vorm binnen de adolescentenliteratuur past. Met de overige onderzoeksvragen heb ik onderzocht hoe literaire instituties met de boeken omgaan. Ik ben eerst nagegaan hoe de boeken door de uitgeverij gepositioneerd zijn en welke plaats de boeken krijgen in boekhandels en bibliotheken en vervolgens heb ik onderzocht hoe ze ontvangen werden door de literaire kritiek en de jury’s van literaire prijzen. Omdat adolescentenliteratuur ook veel volwassen lezers heeft, was ik benieuwd of de literaire instituties daar rekening mee houden, of dat ze de boeken behandelen als ‘gewone’ jeugdboeken. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verschaffen in het genre adolescentenliteratuur en in het oeuvre van Floortje Zwigtman.

De eerste onderzoeksvraag wordt behandeld in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zijn de tweede en derde onderzoeksvraag uitgewerkt en in hoofdstuk 5 de vierde.

1.2 Onderzoeksmethode

(7)

heen heeft het begrip adolescentenliteratuur verschillende invullingen gekregen, waardoor onduidelijkheid is ontstaan over de definitie ervan. In het hoofdstuk over adolescentenliteratuur zal daarom ook aandacht besteed worden aan de onduidelijkheid rond de definitie. In dat hoofdstuk wordt ook een paragraaf gewijd aan de thematiek en de vorm van de literaire adolescentenroman, die als handvat zal dienen bij de bespreking van het oeuvre van Floortje Zwigtman in hoofdstuk 3. Voor de beschrijving van de geschiedenis en de thematiek van de adolescentenroman zullen met name de boeken Over grenzen van Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Grensverkeer van Peter van den Hoven en Uitgelezen jeugdliteratuur van Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs als uitgangspunt dienen. Als aanvulling daarop worden verschillende artikelen uit Literatuur zonder leeftijd gebruikt.

Aan de hand van het hoofdstuk over adolescentenliteratuur zal de thematiek in het oeuvre van Floortje Zwigtman besproken worden. De thema’s uit adolescentenromans die in de secundaire literatuur genoemd worden, zullen vergeleken worden met de thematiek in de verschillende boeken van Zwigtman. Vervolgens zal er een paragraaf gewijd worden aan de identificatie met de hoofdpersoon, die belangrijk is voor de lezer van adolescentenromans, omdat die de problemen van de hoofdpersoon vaak kan herkennen. In het laatste deel van het hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre de boeken qua vorm binnen het genre van de literaire adolescentenroman passen.

(8)

over de positionering gaat over de boekhandel en de bibliotheek. Daar zal besproken worden in welke kasten de romans van Zwigtman geplaatst zijn in verschillende boekhandels en bibliotheken. Daaruit zal blijken of zij de NUR-codes van de romans als leidraad gebruiken bij het categoriseren en of de boeken een plaats hebben gekregen in de kast met Young Adult-literatuur, indien die aanwezig is.

Na het hoofdstuk over de uitgeverij en de boekhandel volgt een receptieonderzoek. Het eerste onderdeel daarvan bestaat uit een analyse van de recensies over de boeken, waarbij de nadruk ligt op het lezerspubliek. Eerst wordt nagegaan of de boeken als jeugdboek of als volwassenenboek besproken worden en door welke recensent de recensie geschreven is. Van iedere recensent wordt ook nagegaan of die alleen jeugdliteratuur recenseert of ook volwassenenliteratuur. Vervolgens wordt onderzocht of de recensenten een indicatie geven van de leeftijd van de lezers, waarvoor de boeken geschikt geacht worden. Het is mogelijk dat de boeken worden aangeraden aan, of juist afgeraden voor bepaalde leeftijdsgroepen. De argumenten op basis waarvan die afwegingen gemaakt worden, zullen ook ter sprake komen. Het tweede onderdeel van het receptieonderzoek is gericht op de (jeugd)literaire prijzen die twee van Floortje Zwigtmans boeken hebben ontvangen. De juryrapporten zullen bestudeerd worden om te onderzoeken op basis waarvan het boek de prijs heeft gewonnen. De focus ligt hier weer op eventuele aanwijzingen over het lezerspubliek.

1.3 Corpus

Het oeuvre van Floortje Zwigtman bestaat momenteel uit dertien boeken. In 2001 debuteerde ze met Spelregels: Het verhaal van een middeleeuws huwelijk. Daarna verschenen achtereenvolgens: Wolfsroedel (2002), Schijnbewegingen (2005), Tegenspel (2007), Kersenbloed (2007), Haat kwadraat (2007), Mispunt! (2007) De gifzuster (2008), Merels grote varkensvakantie (2008), Drakenklauw en bloemensla (2009), Leeuwenmoed (2009), Spiegeljongen (2010) en Kijk naar jezelf! (2010).7

Voor het corpus is een selectie van de boeken gemaakt. Het oeuvre bestaat uit een combinatie van jeugdboeken en AVI-boeken. De AVI-boeken zijn nagenoeg allemaal uitgegeven door uitgeverij Zwijsen in de serie Leesleeuw, een boekenabonnement voor leerlingen van de basisschool. De AVI-boeken zijn in dit geval niet relevant, aangezien dit onderzoek zich richt op

7

(9)

boeken voor oudere kinderen of adolescenten. Het corpus is samengesteld uit alle titels uit het oeuvre die geen AVI-boeken zijn. Het gaat dus om de volgende titels: Spelregels: Het verhaal van een middeleeuws huwelijk (2001), Wolfsroedel (2002), Schijnbewegingen (2005), Tegenspel (2007), Kersenbloed (2007), en Spiegeljongen (2010).

(10)

Hoofdstuk 2: Adolescentenliteratuur

Wat is adolescentenliteratuur precies? Het is moeilijk om een concreet antwoord op die vraag te geven. Er worden verschillende invullingen aan het begrip gegeven. Bovendien worden er allerlei verschillende termen voor het verschijnsel gebruikt: adolescentenliteratuur, literaire adolescentenroman, Young Adult-literatuur. Om de betekenis van die termen te duiden, zal eerst in het kort de geschiedenis van de adolescentenliteratuur en de literaire adolescentenroman geschetst worden. In de paragraaf over de literaire adolescentenroman zal eerst de thematiek besproken worden en vervolgens de literaire vorm van de romans. Dat gedeelte zal in het volgende hoofdstuk als achtergrond dienen bij de bespreking van de thematiek in en de literaire vorm van het oeuvre van Floortje Zwigtman. De laatste paragraaf is gewijd aan de marketing van adolescentenliteratuur, die er onder andere voor gezorgd heeft dat er de afgelopen tijd veel aandacht voor adolescentenromans was.

2.1 Geschiedenis van de adolescentenliteratuur

De adolescentie wordt sinds het eind van de negentiende eeuw als aparte levensfase onderscheiden. Die ontwikkeling is voornamelijk het gevolg van sociaal-economische omstandigheden: door de industrialisatie was het noodzakelijk dat jongeren langer naar school gingen en in dezelfde periode werd de leerplicht ingevoerd. Deelname aan het maatschappelijke leven werd daarmee uitgesteld. Er ontstond een periode die tussen de kindertijd en de volwassenheid in stond, een soort uitgestelde volwassenheid. Als invulling voor het begrip adolescentie gebruiken Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks in het boek Over grenzen een definitie van Meyer Spacks: “Adolescence designates the time of life when the individual has developed full sexual capacity but has not yet assumed a full adult role in society.”8

De adolescentie is de periode van geestelijke en lichamelijke rijping. Er vinden veel lichamelijke, psychische en sociale veranderingen plaats. De adolescentie wordt ook wel gezien als de fase waarin veel geëxperimenteerd wordt. Als gevolg van deze veranderingen is de vraag naar zijn identiteit belangrijk voor de adolescent. Op basis van deze omschrijving van de adolescentie wordt adolescentenliteratuur door Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks

8

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen. De adolescentenliteratuur in het

(11)

gedefinieerd als “boeken die de innerlijke groei naar volwassenheid thematiseren, in wisselwerking met de hem of haar omringende werkelijkheid”.9

De term adolescentenroman dateert uit het eind van de negentiende eeuw, toen de adolescentie als aparte levensfase werd gezien. Vóór de onderscheiding van de adolescentie werden ook al boeken over die levensfase geschreven, maar die werden toen met andere begrippen aangeduid. Binnen de jeugdliteratuur en de volwassenenliteratuur zijn ook verschillende begrippen in gebruik, omdat die twee literaturen sinds de tweede helft van de achttiende eeuw gescheiden functioneren.10 Bij de beschrijving van de adolescentenliteratuur voor jongeren en voor volwassenen, merken Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks zo veel mogelijk dwarsverbanden op tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur, omdat ze vinden dat de vergelijking van de beide vormen van literatuur interessante perspectieven kan bieden.

Soorten romans in de volwassenenliteratuur die “net als de adolescentenroman de innerlijke en geleidelijke groei van een personage in wisselwerking met zijn omgeving” thematiseren, zijn de ontwikkelingsroman, de Bildungsroman, de Desillusionsroman en de initiatieroman.11 Enkele andere voorbeelden zijn de schelmenroman, de robinsonade en bratpack.12

Binnen de jeugdliteratuur worden de meisjesroman, de bakvisroman, de jeugdroman, de jongerenroman en het probleemboek als de voorlopers van de adolescentenroman gezien. De afgelopen jaren zijn enkele termen die tot het begrippenapparaat van de volwassenenliteratuur behoorden, ook gangbaar geworden binnen de jeugdliteratuur. In de jeugdliteratuur worden dus, naast de eigen terminologie, ook termen gebruikt die aanvankelijk alleen in de volwassenenliteratuur voorkwamen. Dat geldt met name voor de initiatieroman en de adolescentenroman, maar ook voor de ontwikkelingsroman en de Bildungsroman.13

Een belangrijk verschil tussen adolescentenromans voor jongeren en voor volwassen is de sekse van de hoofdpersoon. Tot de jaren zestig hadden adolescentenromans voor volwassenen meestal een mannelijke hoofdpersoon, terwijl adolescentenromans voor jongeren sinds het ontstaan juist door meisjes gedomineerd werden. Dat mannen in adolescentenromans voor

9

(12)

volwassenen meestal de hoofdrol hadden, is volgens Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks het gevolg van de maatschappelijke rolverdeling in die tijd. Vrouwen bevonden zich meestal in huiselijke omgeving, terwijl mannen vaker de deur uit gingen.14 De nadrukkelijke aanwezigheid van vrouwelijke hoofdpersonen in de jeugdliteratuur wordt verklaard door de opvoedingsfunctie, die aan jeugdliteratuur, en meisjesboeken in het bijzonder, wordt toegekend. De boeken werden geschreven met de intentie om meisjes een voorbeeld te geven van hoe ze zich behoorden te gedragen.15 In de jaren zestig gingen vrouwelijke adolescenten een grotere rol spelen in de romans voor volwassenen, waarschijnlijk als gevolg van de minder strikte rolverdeling tussen man en vrouw. In de eerste plaats waren het voornamelijk vrouwelijke auteurs die de vrouwelijke adolescentie in de literatuur vormgaven. Die ontwikkeling is tegengesteld aan die in de jeugdliteratuur, want daar ontstond in de jaren zeventig juist aandacht voor puberende jongens.16

In de jeugdliteratuur ging de intrede van de mannelijke adolescent gepaard met een verandering op inhoudelijk gebied. Onderwerpen die tot dat moment alleen voorkwamen in literatuur voor volwassenen, werden ook bespreekbaar in de jeugdliteratuur. Volgens Dahrendorf zijn de twee gebieden waar de inhoudelijke veranderingen het meest ingrijpend waren, die van erotiek en seksualiteit en die van de plaats van het individu in de veranderende maatschappij.17 De boeken die dergelijke thema’s verbeelden, worden probleemboeken genoemd. Peter van den Hoven stelt dat de boeken over het algemeen binnen het realistische genre geplaatst kunnen worden:

de werkelijkheid buiten het boek wordt, weliswaar in verdichte vorm, zo realistisch mogelijk uitgebeeld, met de nadruk op een of vaak meerdere problemen en conflicten waarvoor de jonge hoofdpersoon komt te staan.18

Gezien de grote hoeveelheid conflicten, die niet in verhouding staat tot de werkelijkheid, spreekt Van den Hoven ook wel van “hyper- of felrealistische boeken”.19 In probleemboeken staat het

14

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 26. 15

Ibid., 38. 16

Ibid., 32. 17

M. Dahrendorf geciteerd bij: Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 45. 18

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman.” In: Grensverkeer.

(13)

bespreken van taboes en thema’s voorop en hebben een goed verhaal en geloofwaardige personages een lagere prioriteit. Op literair gebied zijn de boeken dan ook niet vernieuwend te noemen.20

Kritiek op de probleemboeken liet niet lang op zich wachten. Het belangrijkste punt van kritiek was dat de boeken maar één interpretatie toelaten, omdat de boodschap van de auteur er vaak te dik bovenop ligt. Ondanks de bezwaren is het belangrijkste doel van de probleemboekenauteurs, het doorbreken van taboes, wel behaald. De jaren zeventig worden nu beschouwd als de periode van pedagogische emancipatie van de jeugdliteratuur.21

2.2 De literaire adolescentenroman

In reactie op de hyperrealistische boeken uit de jaren zeventig begonnen enkele auteurs boeken te schrijven, waarbij in de eerste plaats aandacht was voor het schrijven van een goed verhaal als artistieke prestatie. Peter van den Hoven omschrijft de boeken die door deze ontwikkeling zijn ontstaan. Volgens hem gaat het om boeken, die:

de personages en de lezer niet sparen, omdat ook het leven dat niet doet en die de verbeelding – in een realistische vorm of niet – van op feiten betrokken waarheid, weten te verbinden met esthetische kwaliteit en deze niet uitsluiten. Verbeelding, waarheid en esthetiek, dat zijn in dit verband de sleutelwoorden.22

In plaats van de nadruk sterk op de handeling te leggen, zoals dat bij probleemboeken gebeurde, wordt meer impliciet verslag gedaan van de gebeurtenissen.

Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks wijzen Aidan Chambers aan als de meest interessante auteur in de ontwikkeling van de literaire adolescentenroman. Daarnaast worden ook Miep Diekmann, Robert Cormier en Peter Pohl genoemd als verkenners van het gebied van de literaire adolescentenroman. Met hun romans hebben zij een begin gemaakt aan wat andere auteurs in de jaren negentig hebben ontwikkeld tot een ‘volwassen’ genre.23 In deze paragraaf zal

19

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 39. 20

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 45. 21

Ibid., 46. 22

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 50-51. 23

(14)

eerst de belangrijkste thematiek van adolescentenromans besproken worden en vervolgens de literaire vorm ervan.

Eén eigenschap die in alle geraadpleegde literatuur wordt beschreven, is dat de hoofdpersoon van de adolescentenroman zich in het grensgebied tussen jeugd en volwassenheid bevindt. Voor de lezer is het van belang dat hij zich kan identificeren met de hoofdpersoon en de problemen herkent, waarmee die te kampen heeft.

De thematiek van adolescentenromans wordt door Bea Ros getypeerd als “de groeipijnen van de opgroeiende adolescent”.24 De romans thematiseren de weg naar volwassenheid, die jongeren doormaken. Zoals gezegd, vinden er tijdens de adolescentie veel veranderingen plaats op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. Bij veel jongeren leidt dat ertoe dat ze zich bezighouden met de vraag naar hun eigen identiteit. De ontwikkelingen die zich in de periode van de adolescentie voordoen, staan centraal in de adolescentenroman.

In de boeken worden zowel innerlijke problemen als conflicten met de omgeving aan de orde gesteld. In verband met die thematiek wijzen Joosen en Vloeberghs op het volgende:

De behoefte aan veiligheid en binding met anderen enerzijds en het verlangen naar individuele keuze en risico anderzijds [staan] in een voortdurende wrijving naast en tegenover elkaar […]. Afwisselend haalt de ene behoefte het van de andere.25

Vaak staan de innerlijke problemen dus in verband met conflicten met de omgeving, omdat de hoofdpersoon op het ene moment behoefte heeft aan de steun van een ander, terwijl hij op een ander moment juist vindt dat hij zijn eigen keuzes moet maken.

Een belangrijk thema dat te maken heeft met volwassenwording, is het maken van eigen keuzes. Adolescenten zijn op een leeftijd dat de keuzes die ze maken, hun leven voor een belangrijk deel zullen bepalen. Ze moeten beslissen wie ze willen zijn, hoe ze hun leven willen indelen en met wie ze het willen delen.26 Andere thema’s uit de adolescentenliteratuur, die te maken hebben met de volwassenwording, zijn bijvoorbeeld: loskomen van de ouders, als

24

Bea Ros, “Young Adult: genre of leeftijdscategorie?”: 14. 25

Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs, Uitgelezen jeugdliteratuur (Leuven: Lannoo Campus, 2008), 136. 26

(15)

volwassene in het leven staan, vriendschap, liefde en (homo)seksualiteit.27 Weten waar je vandaan komt, is voor veel personages uit adolescentenromans een belangrijke kwestie. Daartegenover staat de drang om los te komen van de eigen (culturele) achtergrond. Deze thema’s hebben te maken met de vraag naar de eigen identiteit van de adolescent, die in deze levensfase belangrijk is.28 In veel adolescentenromans wordt het leven door het open einde van de roman voorgesteld “als waagstuk, zonder garanties, maar met volop kansen” die gegrepen kunnen worden.29

De overgang van de ene levensfase naar de andere wordt in romans vaak voorgesteld als een ontwikkeling die schoksgewijs plaatsvindt en samengaat met sterk wisselende emoties en een onzekere toekomst. Sleutelervaringen (zoals verliefdheid of confrontatie met de dood) zorgen ervoor dat belangrijke inzichten, invloedrijken beslissingen en ingrijpende acties worden voortgebracht. De weg van de ene naar de andere levensfase wordt vaak verbeeld door een echte reis of een innerlijke queeste.30

In de adolescentenliteratuur worden dezelfde problemen en conflicten gethematiseerd als in probleemboeken, maar taboedoorbreking is nu niet meer het doel. De thema’s worden op een meer natuurlijke manier in het verhaal vervlochten. Dat wil zeggen dat de thema’s niet meer omwille van taboedoorbreking in het verhaal voorkomen, maar dat ze op literaire wijze door middel van taal en beelden in het verhaal verweven worden. Typische ‘probleemboekthema’s’ die ook aan de orde komen in literaire adolescentenromans zijn bijvoorbeeld aanranding, zelfmoord, abortus en echtscheiding. Sinds de jaren zeventig is er een grotere openheid rond andere dan heteroseksuele relaties.31

Anders dan in probleemboeken, is er in de literaire adolescentenroman aandacht voor de vraag naar de aard van literatuur. Aidan Chambers was een van de eerste auteurs die zich daarmee bezighield. In zijn romans stelde hij bijvoorbeeld de fictionaliteit ervan aan de kaak. Na hem volgden enkele andere auteurs die schreven over de relatie tussen literatuur en werkelijkheid.32

27

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 48, 56, 58. 28

Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs, Uitgelezen jeugdliteratuur, 141. 29

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 55. 30

Ibid., 51, 54. 31

Ibid., 40.

Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs, Uitgelezen jeugdliteratuur, 141. Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 48. 32

(16)

Van Lierop-Debrauwer en Bastiaansen-Harks citeren Brüggeman, die de literaire adolescentenromans een “artistieke verwerking van de adolescentie” noemt.33 In de jeugdromans uit de jaren zeventig werd sterk de nadruk gelegd op de problemen en de maatschappelijk verantwoorde oplossing ervan. Daarbij was nauwelijks sprake van psychologische uitdieping van de personages. De literaire adolescentenroman bevat dezelfde problemen en conflicten, maar legt daarbij de nadruk op het tonen van de manier waarop individuele personages ermee omgaan, zonder dat daarbij een oordeel geveld wordt. Peter van den Hoven schrijft dat de “taal-realiteit belangrijker is dan de sociale realiteit” waar de inhoud naar verwijst. Het gaat erom dat de ontwikkeling van de personages via de taal duidelijk wordt en van invloed is op de lezer.34Dat houdt in dat er geen kant en klare antwoorden worden gegeven op moeilijke vragen of problemen, maar dat de lezer zelf aan het denken gezet wordt door het gebruik van literaire middelen als structuur, perspectief en beelden.35

De personages van de literaire adolescentenroman zijn geen modellen, zoals Van den Hoven de personages uit probleemboeken noemde. Ze worden gekenmerkt door hun “existentiële individualiteit” in de manier waarop hun omgang met problemen beschreven wordt.36 In veel adolescentenromans wordt een personaal vertelperspectief gebruikt, dat ervoor zorgt dat de lezer meer inzicht krijgt in de gedachten van het personage. Op die manier wordt er minder expliciet uitgelegd en wordt er meer aan het eigen interpretatievermogen van de lezer overgelaten.37

Anders dan bij de probleemboeken, besteden auteurs van adolescentenromans veel aandacht aan de literaire vorm van de roman. De moderne romancompositie en -technieken uit romans voor volwassenen, worden ook in adolescentenromans gebruikt. Veel auteurs experimenteren met die romantechnieken door middel van “perspectiefwisselingen, collageopbouw en montagestructuur, dagboek- en reportagevormen, psychologische of meer documentaire beschrijvingen, mono- en dialoogtechnieken, allerlei stilistische varianten, of meer in het algemeen de verhouding tussen fictie en non-fictie”.38Bovendien wordt de verhaallijn soms onderbroken door flashbacks en flashforwards en worden er literaire vergelijkingen en

33

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 47. 34

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 52. 35

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 48-49. Joke Linders, “Literatuur is wezensvreemd aan doelgroepen,” 334.

36

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 51. 37

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 46. 38

(17)

metaforen gebruikt.39 Romans krijgen soms een metafictioneel karakter door intertekstuele verwijzingen.40 De functie van die verwijzingen kan verschillen. Een verwijzing doet een beroep op kennis en selecteert daardoor een publiek: het publiek dat over die kennis beschikt of moeite wil doen om erover te beschikken.41

Van den Hoven stelt dat boeken waarin het perspectief bij een kind of jongere ligt, door zowel jongeren als volwassenen gelezen kunnen worden, wanneer het taalgebruik dat toelaat. Van verschillende romans over adolescenten vraagt hij zich af waarom de ene is uitgegeven als jeugdroman en de andere als roman voor volwassenen. Volgens hem zijn daar geen inhoudelijke of literaire argumenten voor te geven, maar gaat het eerder om de enigszins toevallige achtergronden van het uitgeversbeleid en de bekendheid van een auteur bij een bepaald publiek.42

2.3 De marketing van adolescentenliteratuur

Adolescentenliteratuur heeft niet alleen een ‘literaire kant’. De titel van het artikel “Young Adult: genre of leeftijdscategorie?” van Bea Ros zegt in dat opzicht genoeg. Om tot een antwoord op die vraag te komen, kijkt Ros naar de manier waarop het begrip gebruikt wordt in het literaire veld. Er wordt uiteengezet dat de term Young Adult-literatuur afkomstig is uit de Verenigde Staten, maar dat die in Nederland inmiddels ook veel gebruikt wordt, met name door uitgeverijen, bibliotheken en boekhandelaren.

Een belangrijke reden waarom die instituties de term gebruiken, is dat de boeken voor jongeren vindbaar moeten zijn. Herkenbaarheid is daarbij van groot belang en door het veelvuldige gebruik van de term Young Adult-literatuur wordt die herkenbaarheid bereikt. In 2009 werd de Young Adult-kast geïntroduceerd door de uitgever van Lemniscaat, omdat de doelgroep de boeken sneller kan vinden wanneer ze bij elkaar geplaatst worden. Een andere manier waarop boeken herkenbaar worden gemaakt, is door ze uit te geven in series. Voorbeelden daarvan zijn de series In Between en Made in the USA die werden uitgegeven door Lemniscaat. Young Adult-literatuur wordt dus veel gebruikt als leeftijdsaanduiding en marketinginstrument.43

39

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 52. Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs, Uitgelezen jeugdliteratuur, 132.

40

Helma van Lierop-Debrauwer en Neel Bastiaansen-Harks, Over grenzen, 47. 41

Erica van Boven en Gillis Dorleijn, Literair Mechaniek (Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2003), 76. 42

Peter van den Hoven, “Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman,” 51. 43

(18)

In haar artikel “Literatuur is wezensvreemd aan doelgroepen” gebruikt Joke Linders een definitie van adolescentenliteratuur van John Verhallen, die schrijft dat adolescentenromans boeken zijn “óver adolescenten waarin de problemen van het volwassen worden een belangrijk thema zijn”.44 Volgens Linders is die definitie erg ruim, omdat “Bordewijk net zo makkelijk als Diet Kramer, Simon Vestdijk, Anne Provoost, Jan Simoen en Carry Slee” binnen die definitie past. Linders vindt dat juist die commerciële kant van adolescentenliteratuur ervoor heeft gezorgd dat het genre de afgelopen tijd meer aandacht heeft gekregen:

De recente aandacht voor adolescentenliteratuur, cross-overboeken, grensliteratuur lijkt dan ook eerder ingegeven door de noodzaak van uitgevers hun markt te definiëren en de economische mogelijkheden van de doelgroep uit te buiten.45

Volgens Ros rouleren er twee verschillende typen lijsten met titels die in Young Adult-kasten geplaatst worden. Aan de ene kant zijn er de lijsten met literaire adolescentenromans, die in de vorige paragraaf al uitgebreid besproken zijn, en aan de andere kant staan de lezersgerichte lijsten. De inhoud van die lezersgerichte lijsten bestaat uit een gevarieerd aanbod van realistische jeugdboeken, chicklit, fantasy, thrillers en volwassenenboeken die herkenbaar zijn voor jongeren. Volgens Ros ligt de nadruk bij deze lijsten op marketing en leesbevordering. Het begrip Young Adult is in deze context vooral een leeftijdscategorie: de inhoud van de kast wordt bepaald door wat jongeren aanspreekt.46

Volgens Ros verwezen de termen cross-overroman en adolescentenroman eerst vooral naar een literair genre, maar is de betekenis inmiddels uitgebreid tot “alles wat jongeren (waarschijnlijk) ‘leuk’ vinden om te lezen”.47 In haar artikel vraagt Ros zich af of Young Adult een leeftijdscategorie of een genre is en het antwoord op die vraag is volgens haar dat het beide is. Het stempel ‘Young Adult’ is niet per definitie een aanduiding van kwaliteit, maar er moet telkens gekeken worden of de literaire betekenis bedoeld wordt, of de lezersgerichte.48

44

Joke Linders, “Literatuur is wezensvreemd aan doelgroepen,” 333-334. 45

Ibid., 334. 46

Bea Ros, “Young Adult: genre of leeftijdscategorie?” 12-13. 47

Ibid., 16. 48

(19)

De term adolescentenliteratuur bestaat dus al zo lang als de adolescentie als levensfase wordt onderscheiden. Romans over adolescenten werden echter lang voor die tijd ook al geschreven, zij het onder een andere naam. De recente aandacht voor het genre heeft twee kanten: een literaire en een marketingtechnische. De literaire kant is tot stand gekomen doordat auteurs van jeugdliteraire adolescentenromans een ‘volwassen’ genre hebben gemaakt en de marketing heeft ervoor gezorgd dat jongeren op een eenvoudige manier in aanraking komen met herkenbare boeken, die ze graag lezen.

(20)

Hoofdstuk 3: Het oeuvre van Floortje Zwigtman

In dit hoofdstuk worden drie aspecten van het oeuvre van Floortje Zwigtman besproken: de thematiek, de identificatie met de hoofdpersoon en de vorm. In het eerste gedeelte worden de thema’s uit adolescentenliteratuur, die in het vorige hoofdstuk genoemd zijn, beschreven. Per paragraaf is één thema uitgewerkt, waarbij uitgelegd wordt op welke manier dat thema in elk van de boeken voorkomt. Vervolgens wordt er een paragraaf gewijd aan een aspect dat belangrijk is voor de lezer van adolescentenliteratuur, namelijk de identificatie met de hoofdpersoon. Dat is belangrijk, omdat veel jongeren de problemen van de hoofdpersonen herkennen. Aangezien het oeuvre van Zwigtman bestaat uit historische romans is het interessant om na te gaan op welke manier jongeren van nu zich in de hoofdpersoon kunnen inleven. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de literaire vorm van de romans, waarbij uiteengezet wordt welke romancomposities en -technieken Zwigtman heeft ingezet bij het schrijven van haar romans.

3.1 De weg naar volwassenheid

In het vorige hoofdstuk is gebleken dat het belangrijkste thema van adolescentenliteratuur de volwassenwording is. Adolescentenromans gaan over de problemen die zich voordoen bij het opgroeien tot volwassene. De aanwezigheid van die thematiek is de belangrijkste reden dat een roman tot adolescentenliteratuur wordt bestempeld en de zes romans uit het corpus bevatten die thematiek allemaal.

In Spelregels worden twee middeleeuwse tieners aan elkaar uitgehuwelijkt. Direct na hun huwelijk, dat praktisch de eerste kennismaking is, gaan de twee samenwonen en worden ze dus gedwongen om op jonge leeftijd al volwassen te worden. Door een dubbel ik-perspectief – de hoofdstukken worden afwisselend vanuit de jongen en het meisje verteld – worden de innerlijke problemen van beide personages beschreven. Op die manier wordt duidelijk dat ze het allebei moeilijk hebben met de aanpassing aan hun nieuwe, volwassen leven en hun nieuwe levenspartner, die ze nauwelijks kennen.

(21)

Adrian erachter komt dat hij op mannen valt. In die tijd werd homoseksualiteit niet geaccepteerd, dus aanvankelijk heeft hij zelf ook moeite het te aanvaarden. De drie romans volgen Adrian op zijn zoektocht naar geluk, dat hij vooral in de liefde zoekt. Deze zoektocht kent hoogtepunten, maar vooral ook dieptepunten.

Kersenbloed gaat over de jeugd van een van de personages uit Een groene bloem, Vincent Farley. In Een groene bloem krijgt Vincent een relatie met Adrian. Kersenbloed vertelt over de jeugd van Vincent, die op dertienjarige leeftijd door zijn ouders naar een kostschool gestuurd wordt. Hij en zijn medeleerlingen zijn op zichzelf aangewezen met hun angsten, onzekerheid en frustraties. De jongens op de kostschool raken verward door hun ontluikende seksuele gevoelens, met als gevolg dat er verschillende homoseksuele relaties ontstaan tussen de leerlingen. De docenten van de school merken dat er iets aan de hand is, maar in plaats van ze gerust te stellen, maken ze de jongens bang door ze te vertellen hoe verderfelijk homoseksualiteit is. De roman laat zien hoe een situatie volledig uit de hand kan lopen, wanneer jongeren in hun groei tot volwassene niet bij een volwassen persoon terecht kunnen met bijvoorbeeld vragen of onzekerheden.

In Wolfsroedel is volwassenwording een minder nadrukkelijk aanwezig thema, maar op de achtergrond speelt het wel een rol. Het boek speelt zich af in het middeleeuwse Wallachije, waar tegenwoordig Roemenië ligt. De drie vrienden Ion, Vulpe en Alexandru besluiten hun ouderlijk huis te verlaten om zich aan te sluiten bij een roversbende, die geleid wordt door de broer van Vulpe. Het thema volwassenwording krijgt vorm in de manier waarop zij als groep jongeren op een klein eiland leven. Door hun zelfstandige manier van leven lijken de jongens al volwassen, maar tegelijkertijd worden ze bij hun keuzes geleid door een kinderlijke nieuwsgierigheid en denken ze niet na over de gevolgen van hun daden en keuzes op de langere termijn. Een voorbeeld daarvan is een overval, die de bende pleegt op een groep handelsreizigers. De jongens vallen de reizigers als bezetenen aan en doden enkelen van hen. Wanneer de roes van de aanval en het gevecht voorbij is, zien ze pas wat voor bloedbad ze aangericht hebben. Hun eerste neiging is erom te lachen, maar ze voelen zich niet meer op hun gemak. Ze nemen slechts de buit mee en laten de handelsreizigers dood of zwaargewond achter.

(22)

loskomen ervan een thema van de roman te noemen. De hoofdpersonen van die romans zijn vanaf het begin van het verhaal al erg zelfstandig.

In Kersenbloed is het loskomen van ouders het meest nadrukkelijk aanwezig als thema. Vincent Farley, de hoofdpersoon van de roman, is door zijn ouders naar een prestigieuze kostschool gestuurd en door alle gebeurtenissen op school mist hij soms hun beschermende aanwezigheid. Hij heeft het er moeilijk mee dat de ouderlijke steun in één keer is weggevallen toen hij naar de kostschool ging.

De jonggehuwde Marjorie en Allard gaan in Spelregels meteen na hun huwelijk samenwonen in het landhuis van de familie van Allard. Marjorie en haar familie moeten meerdere dagen reizen om het huis te bereiken. Na het zeven dagen durende huwelijksfeest vertrekt de familie van Marjorie tot haar grote verdriet, omdat ze beseft dat alles vanaf dat moment anders zal zijn. De eerste tijd heeft ze moeite met de zelfstandigheid en heeft ze heimwee naar haar ouders. Allards ouders daarentegen blijven zich met hen bemoeien en hebben hoge verwachtingen van hen. Allards oudere broer is overleden aan de pest en Allard heeft nu alleen nog zussen. Om het landgoed in de handen van Allards familie te houden, zullen Marjorie en hij een zoon moeten krijgen. Allards moeder kan haar woede nauwelijks verbergen wanneer Marjorie binnen een paar weken nog niet zwanger is en Allards vader begint een bezorgd gesprek met zijn zoon wanneer dat een paar maanden later nog steeds niet het geval is.

3.2 Identiteitsontwikkeling

(23)

In Spelregels bestaat de sleutelervaring van de twee personages uit de uithuwelijking aan elkaar. Bij de ontwikkeling tot volwassene moeten ze zich al op jonge leeftijd schikken in hun rol als echtgenoot, terwijl ze elkaar nauwelijks kennen. Een sleutelgebeurtenis die de ontwikkeling van de relatie tussen de twee voor lange tijd bepaalt, is het moment dat Allard Marjorie begint te slaan. Voor hem is het een manier om zijn onderdrukte angsten en frustraties kwijt te raken, maar zij heeft geen idee wat ze hem misdaan heeft. Vanaf die tijd groeien ze uit elkaar in plaats van naar elkaar toe.

Aangezien Wolfsroedel wordt verteld vanuit het perspectief van Ion, is zijn identiteitsontwikkeling het duidelijkst aanwezig in de roman. De belangrijkste ervaringen die bepalend zijn voor de psychologische ontwikkeling zijn de toetreding tot de roversbende en de eerste moord die gepleegd wordt. Bij de toetreding tot de bende is met name het ontgroeningsritueel dat de drie vrienden moeten doorstaan van belang. Na het drinken van een speciaal goedje verliezen ze de controle over zichzelf: ze worden zeer agressief en gaan geheel op in een aanval op een stapel rieten poppen. De agressie die Ion op dat moment voelt, is nieuw voor hem, hij kende die kant van zichzelf tot op dat moment niet. De andere sleutelgebeurtenis, de eerste moord die gepleegd wordt, roept vooral bij Ion en Alexandru de vraag op of ze er wel goed aan doen om bij de roversbende te blijven. De bendeleden wenden voor dat de bende goed doet, omdat ze enkel overvallen plegen om arme dorpelingen van voedsel te voorzien. Ion vraagt zich af in hoeverre het nog goede daden zijn wanneer er doden vallen. Het onderscheid tussen goed en kwaad wordt voor hem steeds onduidelijker en hij weet niet meer welke weg het veiligst is. Aan het eind van de roman wordt duidelijk dat Ion zijn hele leven ongelukkig is geweest door de gebeurtenissen in de roversbende, dus die hele periode vormde een sleutelervaring voor de rest van zijn leven.

(24)

geestelijk wil houden. Wanneer Harold voorzichtig seks in hun relatie probeert te brengen, voelt Vincent zich verraden. In Een groene bloem wordt Vincent Farley eveneens als personage opgevoerd en daarin blijkt dat deze gebeurtenis hem zijn leven lang zal blijven achtervolgen.

3.3 Eigen keuzes maken

Voor adolescenten is het maken van keuzes belangrijk en daarom wordt dat thema in veel adolescentenromans verwerkt. Dat is ook het geval in de boeken van Zwigtman. In Wolfsroedel is het thema keuzes maken duidelijk aanwezig, want de roman gaat over de keuze tussen goed en kwaad. Vulpe is jaloers op zijn broer Lupu, omdat die volgens hem te veel eer krijgt voor het leiden van de roversbende. Hij is het oneens met zijn aanpak. Uiteindelijk leidt de ruzie tussen de broers ertoe dat de bende in tweeën gesplitst wordt. Lupu is voor een gematigde aanpak, waarbij zo min mogelijk slachtoffers vallen, terwijl Vulpe geweld niet schuwt. Ion en Alexandru willen liever geen geweld gebruiken en komen voor het blok te staan: kiezen ze voor hun vriend, die geweld gebruikt, of verraden ze hem door de kant van zijn broer te kiezen? De keuze voor het laatste kan ertoe leiden dat hun eigen leven in gevaar komt. Ze blijven lange tijd voor hun vriendschap kiezen, omdat Vulpe zo dominant is dat ze de bende niet durven te verlaten, getuige de volgende passage, waarin Ion de ik-persoon is:

Ik had op dat moment willen roepen: Maar ik ook, Vulpe! Laten we weggaan, terug naar het dorp. Daar zijn geen wolven en geen wapens en geen valse herders. Daar zijn we gewoon weer Vulpe en Alex en Ion. Boerenjongens, geen roofdieren.

Maar ik hield mijn mond. Ik wilde niet toegeven wat Vulpe hier opgebiecht had. Ik zou niet kunnen leven met de zekerheid dat ik slecht was.

Lange tijd zaten we bij elkaar, onwennig of we vreemden waren in plaats van vrienden die elkaar al jaren kenden.

Uiteindelijk was het Alexandru die de stilte doorbrak: “Wat zou je doen als ik zou zeggen dat ik uit de roedel stap, Vulpe?”

“Niemand stapt uit de roedel,” zei hij enkel en dat was genoeg. Alexandru bleef.

En ik ook.49

49

(25)

Ion en Alexandru hebben het gevoel dat ze geen keuze hebben. Ze hebben voor de bende gekozen en zijn verplicht bij die keuze te blijven, omdat ze bang zijn dat ze anders zelf het slachtoffer worden.

Keuzes zijn ook een belangrijk thema in de Groene bloem-trilogie. Zoals gezegd, komt Adrian erachter dat hij op mannen valt. Omdat homoseksualiteit in die tijd niet geaccepteerd werd, kozen veel mensen ervoor om hun gevoelens te onderdrukken. Adrian kiest echter voor zichzelf en wil zijn gevoelens niet verbergen. Hij kiest daarmee geen eenvoudige weg. Adrian maakt ook regelmatig verkeerde keuzes, doordat hij vrij impulsief is. Wanneer zijn vriend Vincent Farley hun relatie beëindigt, is hij zo sterk uit op wraak dat hij de verkeerde mensen uitkiest om in vertrouwen te nemen. Uiteindelijk gaat hij daar zelf bijna aan onderdoor. Adrian is bereid heel ver te gaan om in zijn onderhoud te voorzien en maakt daardoor extreme keuzes. Wanneer hij financieel aan de grond zit en de keuze heeft tussen honger lijden, bedelen of prostitutie, gaat hij voor dat laatste. Hij gaat werken in een bordeel met jongenshoeren en verkoopt zijn lichaam voor zolang het nodig is.

In Kersenbloed komt keuzes maken aanvankelijk niet zo sterk naar voren, maar het slot van de roman maakt het toch tot een belangrijk thema. Zoals hierboven al beschreven werd, voelde Vincent zich door Harold verraden. Voor hem zal de vriendschap zal hierdoor nooit meer hetzelfde zijn. Vincent komt voor een dilemma te staan: zal hij Harold verraden, zijn enige vriend, aan de schoolleiding, of vergeeft hij hem? Hij kiest er uiteindelijk voor om Harold te verraden voor zijn homoseksuele handelingen, zodat die van school gestuurd wordt.

In Spelregels is niet het maken van keuzes een thema, maar juist het niet hebben van een keuze. De twee hoofdpersonen zijn door hun ouders voor elkaar uitgekozen om met elkaar te trouwen en hebben daar zelf geen invloed op. De roman gaat erover hoe je leeft met een voor jou gemaakte keuze, die zo belangrijk is dat die je leven bepaalt.

3.4 Veiligheid en binding tegenover eigen keuze en risico

(26)

en vraagt hij zich af bij wie hij nog terecht kan. Naast de behoefte aan geborgenheid bij anderen is het maken van eigen keuzes en het nemen van risico’s belangrijk voor Adrian. Keuze en risico zijn bij hem eigenlijk automatisch met elkaar verbonden, omdat hij vaak in gevaar komt door zijn neiging extreme keuzes te maken.

In Wolfsroedel ligt de verhouding tussen veiligheid en binding tegenover eigen keuze en risico ingewikkeld. Door zich bij de bende aan te sluiten, kiezen de drie vrienden voor risico. Lid zijn van de bende blijkt een gevaarlijke positie te zijn vanwege het vele geweld, maar tegelijk biedt de groep een soort veiligheid. Ze verblijven met zijn allen op een eiland, waarover geruchten de ronde doen dat het er spookt. Wanneer Ion Alexandru op een gegeven moment kwijt is, is hij blij dat hij bij de groep kan blijven om maar niet alleen te hoeven zijn:

Hoewel ik het niet wilde toegeven, was ik blij mijn broeders weer te zien. Ik had ontdekt dat ik voor alleenzijn banger was dan voor wat ook. Ik verlangde ernaar hun lawaaierige stemmen weer te horen die al mijn angsten en twijfels moesten overstemmen.50

Ondanks het feit dat Ion ernstig twijfelt aan zijn verblijf bij de roversbende, kiest hij er liever voor om bij de groep aangesloten te blijven dan dat hij zich alleen moet redden.

Spelregels gaat over de gedwongen binding met anderen. Marjorie en Allard zijn aan elkaar uitgehuwelijkt en zouden zich aan elkaar verbonden moeten voelen, maar dat is (nog) niet het geval. De twee huwelijkspartners hebben wel behoefte aan veiligheid en binding met anderen, maar doordat ze niet met elkaar communiceren, begrijpen ze elkaar steeds verkeerd en wordt de afstand tussen de twee steeds groter. Doordat ze geen verbondenheid met elkaar voelen, zoeken ze die binding in vriendschappen met anderen.

In Kersenbloed is veiligheid en binding een belangrijk thema, omdat veel jongens op de kostschool waar Vincent Farley op zit, daar behoefte aan hebben. Dat is een mogelijke verklaring van het feit dat er verschillende verhoudingen ontstaan tussen de jongens. Vincent vindt vooral geborgenheid bij zijn beste vriend Harold, die begrijpt dat hij zich op de kostschool niet altijd op zijn plek voelt. Het hebben van een eigen keuze en het nemen van risico komt alleen in de roman voor in de vorm van de keuze die Vincent maakt om Harold te verraden. Vincent neemt niet

50

(27)

graag risico en schikt zich het liefst in wat andere mensen verwachten. Veiligheid gaat bij hem boven alles.

3.5 Liefde en seksualiteit

Of het nu gaat om een eerste liefde, een langdurige relatie of het verliezen van een geliefde: liefde is een veel voorkomend thema in adolescentenromans. In het oeuvre van Zwigtman speelt dat thema vooral een belangrijke rol in de trilogie Een groene bloem. Liefde is de belangrijkste drijfveer van Adrian Mayfield en zijn liefdesleven vormt de rode draad door de drie romans heen. In de harde, volwassen wereld zoekt Adrian naar zijn geluk in ware liefde. Zoals hierboven al vermeld werd, ontdekt Adrian zijn homoseksualiteit in het eerste deel van de trilogie. De titel Schijnbewegingen slaat op de moeite die hij aanvankelijk heeft om dat te accepteren. Na allerlei omzwervingen krijgt Adrian aan het eind van Schijnbewegingen een relatie met Vincent Farley. Tegenspel beschrijft de eerste maanden van hun prille relatie, die steeds moeizamer verloopt, omdat Vincent erg terughoudend is. Adrian is bang om weer alleen te moeten leven en probeert zijn relatie te redden. Uiteindelijk beëindigt Vincent echter toch hun relatie, omdat hij erachter komt dat Adrian een verleden heeft als hoer. Hiermee verliest Adrian zijn eerste liefde. Spiegeljongen gaat over de woede die Adrian voelt wanneer het uit is. Hij wil niets liever dan wraak nemen op Vincent, dus probeert hij het huwelijk tussen Vincent en zijn nieuwe liefde, een keurig meisje van zijn eigen stand, te dwarsbomen. Uiteindelijk wordt hij zelf opnieuw verliefd, maar hij is dan zo bang geworden dat hij er aanvankelijk niet aan durft toe te geven. Uiteindelijk zwicht hij voor de jongen en in een epiloog wordt duidelijk dat Adrian zijn ware liefde heeft gevonden.

Naast liefde speelt ook seksualiteit in Een groene bloem een belangrijke rol. De romans bevatten vrij expliciete seksscènes tussen mannen. Dat heeft niet altijd met liefde te maken, want Adrian heeft bijvoorbeeld ook seks met onbekende mannen tijdens de periode dat hij werkt als jongenshoer. Tijdens zijn relatie met Vincent is seks problematisch, doordat Vincent zeer terughoudend is. Hij ziet liefde meer als iets geestelijks en niet als iets lichamelijks.

(28)

Harold berust ook op liefde, maar Vincent is zo bang voor de reactie van andere mensen en voor de reputatie van zijn familie, dat hij er niet aan durft toe te geven. Het seksuele aspect van de band tussen Vincent en Harold kwam in het bovenstaande al naar voren. Harold wil verder gaan dan Vincent en schaadt daarmee het vertrouwen zo diep dat Vincent zijn vriend verraadt. Dit voorval blijft Vincent achtervolgen in zijn relatie met Adrian in de Groene bloem-trilogie.

In Spelregels is liefde een thema door de afwezigheid ervan. In het verlengde van het thema liefde ligt het thema uithuwelijking. Doordat Marjorie en Allard aan elkaar uitgehuwelijkt zijn, worden ze geacht het met elkaar uit te houden, of beter, van elkaar te gaan houden. Er is echter eerder sprake van haat dan van liefde. Door alle gebeurtenissen – dreigende oorlog en pest – groeien de twee uiteindelijk naar elkaar toe en ontstaat er een soort wederzijds respect:

Tussen Allard en mij was aarzelend iets ontstaan wat op vriendschap leek. We waren niet verliefd op elkaar, maar raakten steeds meer op elkaars gezelschap gesteld. We vonden het nu minder moeilijk met elkaar te praten.51

3.6 Het leven als waagstuk

In het vorige hoofdstuk bleek dat veel adolescentenromans het leven voorstellen als waagstuk, zonder garanties, maar vol kansen. Door het gebruik van een open einde wordt dat thema in veel adolescentenromans verwerkt. Op Wolfsroedel na, bevatten alle boeken uit het corpus dit thema.

In de Groene bloem-trilogie is dat thema het duidelijkst aanwezig, want alle drie de romans hebben een open einde. Schijnbewegingen en Tegenspel eindigen met beloftes, waarvan tot het verschijnen van de vervolgroman niet duidelijk is of die nageleefd zullen worden. Schijnbewegingen eindigt met beloftes tussen Adrian en Vincent, die aan het begin van hun relatie staan, en Tegenspel eindigt met een belofte van Adrian die zich voorneemt wraak te nemen op Vincent, die hun relatie heeft beëindigd. De verhaallijn van Spiegeljongen eindigt op het moment dat Adrian aan zichzelf toegeeft dat hij verliefd is geworden op iemand anders. Daarna volgt een epiloog die een brief van Vincent aan zijn echtgenote bevat, waaruit blijkt dat Adrian gelukkig is geworden met die nieuwe liefde. Door middel van deze brief wil Vincent afscheid nemen van zijn vrouw, omdat hij besloten heeft om voor zichzelf en voor vrijheid te kiezen door een reis te maken.

51

(29)

Aan het einde van de roman Spelregels realiseren Allard en Marjorie zich dat ze naar elkaar toe gegroeid zijn en dat ze hun eigen ‘spelregels’ aan het ontwikkelen zijn voor een leven als echtgenoten. Door de problemen die ze samen overwonnen hebben, blijkt dat ze ook kunnen samenwerken en dat een leven met elkaar niet alleen negatieve kanten heeft. De roman eindigt met het besef dat ze als man en vrouw misschien nog niet aan elkaar gewend zijn, maar dat ze inmiddels als een soort broer en zus met elkaar kunnen omgaan.

In Kersenbloed wordt getoond hoe iemand moeite heeft met het aangrijpen van kansen en het nemen van risico. Het leven is misschien een waagstuk, maar Vincent durft er niet aan toe te geven. Aan het eind van de roman neemt hij een risico door zijn vriend te verraden, die vervolgens van school gestuurd wordt, zodat Vincent geen vrienden meer over heeft op de kostschool. Hij ziet geen rooskleurige toekomst op school tegemoet, maar kijkt uit naar de periode die daarna zal volgen.

3.7 Identificatie met de hoofdpersoon

Een belangrijk aspect van adolescentenromans is dat de lezer zich kan herkennen in de problemen waarmee de hoofdpersonen te kampen hebben. Veel adolescentenromans spelen zich in de moderne tijd af en door de moderne thema’s kan de lezer zich goed met de hoofdpersoon identificeren. Het kenmerkende aan het oeuvre van Zwigtman is dat zij de thematiek kleur geeft door de romans in het verleden te laten afspelen. Haar oeuvre wordt gevormd door problematiek uit heel andere tijdperken, zoals homoseksualiteit in de Victoriaanse tijd, of uithuwelijking in de middeleeuwen. Het historische aspect van de romans kan ervoor zorgen dat de identificatie met de hoofdpersoon voor de lezer moeilijker is dan bij een roman met moderne thema’s, omdat de lezer zich de situatie van die tijd moeilijk kan inbeelden.

(30)

ontgroeit Adrian zijn eigen stand, maar toch is hij ook niet echt een van hen. Hoewel de standenmaatschappij voor veel jongeren niet herkenbaar is, is het waarschijnlijk voor de meeste van hen niet moeilijk zich erin in te leven. Adrian wil namelijk graag ergens bij horen en die wens is voor veel jongeren wel herkenbaar.

Identificatie met de hoofdpersonen van de roman Spelregels is moeilijker dan bij de Groene bloem-trilogie, omdat uithuwelijking bij westerse jongeren niet meer aan de orde is en vrouwen in de middeleeuwen een heel andere positie hadden in de maatschappij. Het vertelperspectief zorgt er echter voor dat identificatie met de hoofdpersonen eenvoudiger wordt. Doordat de lezer de gedachten van beide personages kan lezen, kan hij hun gedrag beter begrijpen. Bovendien gedraagt Marjorie zich opvallend geëmancipeerd voor die tijd, omdat ze niet enkel binnenshuis wil blijven en bijvoorbeeld ook wil leren jagen. Haar relatief moderne houding maakt identificatie voor de moderne lezer eenvoudiger.

In Wolfsroedel bemoeilijkt de historische setting van het verhaal de identificatie met de hoofdpersoon, omdat een soortgelijke roversbende tegenwoordig niet meer zou bestaan. Toch is er op een andere manier identificatie met de hoofdpersoon mogelijk voor de lezer. In de roman worden twee verhaallijnen met elkaar verweven: de ene speelt in de middeleeuwen en de andere in de negentiende eeuw. Tussen de fictieve verhaallijn over de roversbendes van Vulpe en Lupu in de negentiende eeuw speelt namelijk een deels op waarheid gebaseerde verhaallijn over een middeleeuwse oorlog op de Balkan tussen christenen en (islamitische) Osmanen. De gebeurtenissen rondom de beide roversbendes worden afgewisseld met hoofdstukken over die oorlog tussen christenen en Osmanen. Hiermee wordt duidelijk dat de gewelddadige aanvallen van de fictieve roversbendes ook in de werkelijkheid op een vergelijkbare manier hebben plaatsgevonden. Deze roman laat zien dat geweld van alle tijden is. Dat blijkt al uit het motto, een fragment uit het Bijbelboek Prediker:

Hetgeen er geweest is, hetzelfde zal er zijn. Hetgeen er gedaan is, hetzelfde zal er gedaan worden. Is er enig ding waarvan men zou kunnen zeggen, zie het is nieuw? Het is er altijd geweest, in de eeuwen die voor ons geweest zijn.52

52

(31)

De roman laat ook zien hoe normale, jonge mensen zelfs in staat zijn gruwelijke daden te begaan. Doordat de roman geweld neerzet als iets van alle tijden en alle mensen, kan de lezer aan het denken gezet worden over zijn eigen handelen en op die manier ontstaat toch een soort identificatie met de hoofdpersonen.

In Kersenbloed is identificatie met de hoofdpersoon het moeilijkst. Belangrijke thema’s uit de roman, zoals homoseksualiteit, angst en bijgeloof, krijgen vorm in een verhaal dat zich afspeelt op een kostschool. Kinderen worden tegenwoordig niet meer naar kostscholen gestuurd, dus dat bemoeilijkt de identificatie met de hoofdpersoon. Bovendien heerst er op de kostschool een gespannen sfeer en veel leerlingen worden bang gemaakt door verhalen van een leraar. Hoewel de onduidelijkheid over wat er precies aan de hand is, zorgt voor spanning, kan identificatie met de hoofdpersoon erdoor bemoeilijkt worden. Voor de lezer is het onduidelijk waar Vincent precies bang voor is en identificatie met die angstige gevoelens is daardoor moeilijk.

3.8 De literaire vorm

De literaire vorm van adolescentenromans verschilt meestal weinig van die van literaire romans voor volwassenen. In beide genres wordt gebruik gemaakt van de moderne romancompositie en -technieken en er wordt geëxperimenteerd met vorm en stijl. Zwigtman experimenteert in haar oeuvre voornamelijk met vertelperspectief en compositie.

Qua compositie is Wolfsroedel de meest experimentele roman, want het verhaal wordt gepresenteerd in de vorm van een raamvertelling. Dat houdt in dat een omvattend raam- of kaderverhaal de omlijsting vormt voor één of enkele andere verhalen.53 Het kaderverhaal gaat over Vilcu Brebu, die de belevenissen van zijn vader Ion Brebu opschrijft. Vilcu is dus de verteller van het kaderverhaal en het eerste en laatste hoofdstuk van de roman zijn vanuit zijn perspectief geschreven. In de hoofdstukken daartussen wordt de verhaallijn over Ion en de roversbendes afgewisseld met die over de oorlog tussen christenen en Osmanen. Het verhaal over de roversbende wordt verteld vanuit het perspectief van Ion en het verhaal over de oorlog wordt van twee kanten beschreven, namelijk door prins Vlad Tepes en prins Radu cel Frumos. De twee prinsen zijn broers, maar ook vijanden van elkaar en speelden een belangrijke rol in de oorlog. Voor al die personages wordt een ik-perspectief gebruikt. De personages wisselen elkaar per hoofdstuk af, maar daarop is één uitzondering. Ongeveer op de helft van het boek wordt binnen

53

(32)

een hoofdstuk meermaals gewisseld van perspectief tussen Ion en prins Radu. De passages die vanuit prins Radu zijn geschreven, zijn cursief gedrukt, zodat het verschil tussen de twee duidelijk is. De functie van de perspectiefwisselingen is te laten zien dat de twee belangrijkste overvallen uit de roman – de grootste overval die de bende Vulpe pleegt en overval van de Osmanen op Wallachije – parallel aan elkaar lopen. Uit dit hoofdstuk blijkt hoe de geschiedenis zich na al die jaren op vergelijkbare wijze herhaalt.

In Spelregels is op een vergelijkbare manier gebruik gemaakt van vertelperspectief, want de hoofdstukken worden afwisselend verteld vanuit het perspectief van Marjorie en Allard. Voor beide personages wordt een ik-perspectief gebruikt, waardoor de gedachten van de twee personages bij de lezer bekend zijn. Daardoor wordt een soort spanning gecreëerd, omdat de lezer meer weet dan de personages. Een andere literaire techniek die Zwigtman toepast, is het maken van verwijzingen naar de titel van de roman. Wanneer Marjorie enkele dagen bij Allard woont, realiseert ze zich bijvoorbeeld dat ze “dat spel van man en vrouw nog niet [wilde] spelen”. 54 Een ander voorbeeld is de gedachte van Marjorie wanneer Allard haar voor het eerst geslagen heeft: “Slaag hoorde bij dat vreemde spel van man en vrouw waarvan ik de regels maar niet kon begrijpen”.55 Spelregels begint in medias res, namelijk op de dag dat Allard en Marjorie met elkaar trouwen. In de loop van het verhaal worden gebeurtenissen van voor hun huwelijk, zoals de pestepidemie en de dood van Allards broer, via flashbacks beschreven.

In de trilogie Een groene boem experimenteert Zwigtman met de verhouding tussen fictie en non-fictie. In de drie romans worden namelijk verschillende historische figuren als personage opgevoerd naast fictieve personages. Om het Londen van het fin de siècle en de historische figuren zo waarheidsgetrouw mogelijk te kunnen weergeven, heeft Zwigtman drie jaar lang onderzoek gedaan naar die periode, onder andere in Londen en Parijs. In iedere roman wordt aan het eind een lijst van personages gegeven, waarbij aangegeven is of het een historisch of fictief personage betreft. Een van de manieren waarop in deze trilogie spanning wordt opgebouwd, is dat ieder hoofdstuk voorafgegaan wordt door een reeks woorden die het verloop van het hoofdstuk in het kort weergeven. Hoofdstuk XIV van Schijnbewegingen begint bijvoorbeeld met: “Een mooie morgen om zelfmoord te plegen – Wijze raad (van Trops!) – Ik blijk een strafblad te hebben – De Grote Liefde – Op straat gezet worden door een vriend, een hele troost!” De functie

54

Floortje Zwigtman, Spelregels, 29. 55

(33)

van die reeksen woorden is de lezer nieuwsgierig te maken naar het komende hoofdstuk. Een ander belangrijk onderdeel van de Groene bloem-trilogie is intertekstualiteit. In het groepje kunstenaars waarmee Adrian omgaat, wordt veel gelezen en door hun invloed ontwikkelt Adrian ook een interesse in literatuur. De drie romans staan vol met namen van schrijvers, boektitels en fragmenten uit romans of gedichten. Een interessant voorbeeld van intertekstualiteit in combinatie met een historische gebeurtenis is het toneelstuk The Importance of Being Earnest van Oscar Wilde. Dat stuk ging in 1985 in première in het St. James’s Theatre en in de roman bezoekt Adrian die première met zijn familie.

Kersenbloed begint met een proloog die de afloop van het verhaal omschrijft, waarna de gebeurtenissen chronologisch vanaf het begin gepresenteerd worden in korte hoofdstukken. In vergelijking met de andere romans heeft Kersenbloed de meest eenvoudige opbouw. De spanning wordt in deze roman vooral opgewekt door de geheimzinnige verschijningen van de natuurgod Pan, doordat op een gegeven moment niet meer duidelijk is wat echt is en wat niet. De roman heeft een personaal perspectief: de gebeurtenissen worden verteld vanuit Vincent en de lezer beschikt dus over dezelfde informatie als hij. Aangezien Vincent niet meer weet of hij in Pan moet geloven of niet en of de geheimzinnige gebeurtenissen echt zijn, weet de lezer dat ook niet.

(34)

wandelingen in het bos, nachtelijke bezoekjes aan elkaar en geheimzinnige geluiden behoren tot de gebruikte beelden. Soms zijn de beelden misleidend, omdat ze vanuit het perspectief van Vincent worden omschreven, die zelf ook niet weet wat er aan de hand is. Wat hij voor bloed aanziet, blijkt bijvoorbeeld later wijn en kersen te zijn. In de Groene bloem-trilogie volgen de gebeurtenissen elkaar in rap tempo op en in die romans worden beelden gepresenteerd in poëtische taal. Door het gebruik van metaforen en beeldspraak wordt de couleur locale van het Victoriaanse Londen opgewekt:

Sommige Londense ochtenden ruiken naar schoon wasgoed. Dan lijkt het of de wind van zee waait, de straten schoon zijn en de klerken fluitend naar hun werk gaan.56

Een ander voorbeeld is deze, waar Londen en het weer ook met elkaar verbonden worden:

Achter de warreling van sneeuwvlokken vormden de gevels een massieve wand, hoog als de muur van een gevangenis. De gasvlammen van de straatlantaarns voerden in hun glazen bollen een wilde dans op. Door de straten woei een rusteloze stormwind die niet alleen sneeuw, maar ook kranten en afval deed opwaaien, buitelend tot hoog in de lucht, alsof de wind Londen wilde schoonvegen.57

3.9 Tot slot

In de eerste paragrafen van dit hoofdstuk is gebleken dat het oeuvre van Floortje Zwigtman de belangrijkste thema’s uit de adolescentenliteratuur bevat. De verhaallijnen van Spelregels, Schijnbewegingen, Tegenspel, Kersenbloed en Spiegeljongen worden in sterke mate bepaald door thema’s die met de volwassenwording te maken hebben, zoals identiteitsontwikkeling en de behoefte aan veiligheid en binding met anderen, tegenover het maken van eigen keuzes en het nemen van risico. De aanwezigheid van die thematiek maakt dat ze tot de adolescentenliteratuur gerekend kunnen worden. Het is mogelijk dat sommige thema’s uit de romans onbesproken zijn gebleven, zoals vriendschap, geloof en bijgeloof. Aangezien dat geen thema’s zijn die specifiek bij adolescentenliteratuur horen, maar bij literatuur in het algemeen, is het in het kader van dit onderzoek niet nodig die uitgebreid te bespreken.

56

Floortje Zwigtman, Schijnbewegingen (Baarn: De Fontein, 2007), 167. 57

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The fourth study (Chapter 5) therefore focused on changes in both women’s parenting self-efficacy and mood symptoms from 32 weeks of pregnancy until 3 months

Evangelie volgens Matteüs Evangelie volgens Marcus Evangelie volgens Lucas Evangelie volgens Johannes Handelingen van de Apostelen Brief aan de Romeinen Eerste brief aan de

‘Uit respect voor onze opdrachtgever communice- ren wij over het Dakpark alleen met de gemeente Rotterdam en niet met de media.’ Insiders mel- den dat de gemeente en de Koninklijke

Op 6 maart 2020 voert de toezichthouder op verzoek van de gemeente Tilburg een nader onderzoek uit met betrekking tot de overtreding vastgesteld tijdens de jaarlijks inspectie van 20

Haar moeder is een halfjaar geleden overleden en haar vader verwerkt zijn verdriet door zich volledig op zijn baan te storten. Hij heeft dan ook besloten dat Freya beter af is op

De voorgestelde werkvorm biedt mogelijkheden om de leesvaardigheid van leerlingen in zowel fictielezen als in technisch lezen te vergroten, zonder leerlingen van de litera- tuur

Deze achtergronden kunnen mogelijk ver- klaren waarom sommige jongeren moeite hebben met de stap van jeugdliteratuur naar volwassenenliteratuur: de ontwikkelingsfase waarin ze

Ze zijn allemaal nauw verbonden met haar turbulente jeugd en met de diverse ‘Laura’s’ die een impact op haar leven hebben gehad. Alex is helemaal niet zo blij om van huis weg te