• No results found

Hoofdstuk 3: Het oeuvre van Floortje Zwigtman

3.8 De literaire vorm

De literaire vorm van adolescentenromans verschilt meestal weinig van die van literaire romans voor volwassenen. In beide genres wordt gebruik gemaakt van de moderne romancompositie en -technieken en er wordt geëxperimenteerd met vorm en stijl. Zwigtman experimenteert in haar oeuvre voornamelijk met vertelperspectief en compositie.

Qua compositie is Wolfsroedel de meest experimentele roman, want het verhaal wordt gepresenteerd in de vorm van een raamvertelling. Dat houdt in dat een omvattend raam- of kaderverhaal de omlijsting vormt voor één of enkele andere verhalen.53 Het kaderverhaal gaat over Vilcu Brebu, die de belevenissen van zijn vader Ion Brebu opschrijft. Vilcu is dus de verteller van het kaderverhaal en het eerste en laatste hoofdstuk van de roman zijn vanuit zijn perspectief geschreven. In de hoofdstukken daartussen wordt de verhaallijn over Ion en de roversbendes afgewisseld met die over de oorlog tussen christenen en Osmanen. Het verhaal over de roversbende wordt verteld vanuit het perspectief van Ion en het verhaal over de oorlog wordt van twee kanten beschreven, namelijk door prins Vlad Tepes en prins Radu cel Frumos. De twee prinsen zijn broers, maar ook vijanden van elkaar en speelden een belangrijke rol in de oorlog. Voor al die personages wordt een ik-perspectief gebruikt. De personages wisselen elkaar per hoofdstuk af, maar daarop is één uitzondering. Ongeveer op de helft van het boek wordt binnen

53

een hoofdstuk meermaals gewisseld van perspectief tussen Ion en prins Radu. De passages die vanuit prins Radu zijn geschreven, zijn cursief gedrukt, zodat het verschil tussen de twee duidelijk is. De functie van de perspectiefwisselingen is te laten zien dat de twee belangrijkste overvallen uit de roman – de grootste overval die de bende Vulpe pleegt en overval van de Osmanen op Wallachije – parallel aan elkaar lopen. Uit dit hoofdstuk blijkt hoe de geschiedenis zich na al die jaren op vergelijkbare wijze herhaalt.

In Spelregels is op een vergelijkbare manier gebruik gemaakt van vertelperspectief, want de hoofdstukken worden afwisselend verteld vanuit het perspectief van Marjorie en Allard. Voor beide personages wordt een ik-perspectief gebruikt, waardoor de gedachten van de twee personages bij de lezer bekend zijn. Daardoor wordt een soort spanning gecreëerd, omdat de lezer meer weet dan de personages. Een andere literaire techniek die Zwigtman toepast, is het maken van verwijzingen naar de titel van de roman. Wanneer Marjorie enkele dagen bij Allard woont, realiseert ze zich bijvoorbeeld dat ze “dat spel van man en vrouw nog niet [wilde] spelen”. 54 Een ander voorbeeld is de gedachte van Marjorie wanneer Allard haar voor het eerst geslagen heeft: “Slaag hoorde bij dat vreemde spel van man en vrouw waarvan ik de regels maar niet kon begrijpen”.55 Spelregels begint in medias res, namelijk op de dag dat Allard en Marjorie met elkaar trouwen. In de loop van het verhaal worden gebeurtenissen van voor hun huwelijk, zoals de pestepidemie en de dood van Allards broer, via flashbacks beschreven.

In de trilogie Een groene boem experimenteert Zwigtman met de verhouding tussen fictie en non-fictie. In de drie romans worden namelijk verschillende historische figuren als personage opgevoerd naast fictieve personages. Om het Londen van het fin de siècle en de historische figuren zo waarheidsgetrouw mogelijk te kunnen weergeven, heeft Zwigtman drie jaar lang onderzoek gedaan naar die periode, onder andere in Londen en Parijs. In iedere roman wordt aan het eind een lijst van personages gegeven, waarbij aangegeven is of het een historisch of fictief personage betreft. Een van de manieren waarop in deze trilogie spanning wordt opgebouwd, is dat ieder hoofdstuk voorafgegaan wordt door een reeks woorden die het verloop van het hoofdstuk in het kort weergeven. Hoofdstuk XIV van Schijnbewegingen begint bijvoorbeeld met: “Een mooie morgen om zelfmoord te plegen – Wijze raad (van Trops!) – Ik blijk een strafblad te hebben – De Grote Liefde – Op straat gezet worden door een vriend, een hele troost!” De functie

54

Floortje Zwigtman, Spelregels, 29. 55

van die reeksen woorden is de lezer nieuwsgierig te maken naar het komende hoofdstuk. Een ander belangrijk onderdeel van de Groene bloem-trilogie is intertekstualiteit. In het groepje kunstenaars waarmee Adrian omgaat, wordt veel gelezen en door hun invloed ontwikkelt Adrian ook een interesse in literatuur. De drie romans staan vol met namen van schrijvers, boektitels en fragmenten uit romans of gedichten. Een interessant voorbeeld van intertekstualiteit in combinatie met een historische gebeurtenis is het toneelstuk The Importance of Being Earnest van Oscar Wilde. Dat stuk ging in 1985 in première in het St. James’s Theatre en in de roman bezoekt Adrian die première met zijn familie.

Kersenbloed begint met een proloog die de afloop van het verhaal omschrijft, waarna de gebeurtenissen chronologisch vanaf het begin gepresenteerd worden in korte hoofdstukken. In vergelijking met de andere romans heeft Kersenbloed de meest eenvoudige opbouw. De spanning wordt in deze roman vooral opgewekt door de geheimzinnige verschijningen van de natuurgod Pan, doordat op een gegeven moment niet meer duidelijk is wat echt is en wat niet. De roman heeft een personaal perspectief: de gebeurtenissen worden verteld vanuit Vincent en de lezer beschikt dus over dezelfde informatie als hij. Aangezien Vincent niet meer weet of hij in Pan moet geloven of niet en of de geheimzinnige gebeurtenissen echt zijn, weet de lezer dat ook niet.

Een eigenschap van adolescentenromans die in het vorige hoofdstuk ook genoemd werd, is dat de taal-realiteit belangrijker is dan de sociale realiteit. Dat houdt in dat de roman geen kant en klare antwoorden geeft, maar dat de ontwikkeling van de personages via taal aan de lezer wordt getoond. De auteur zet literaire middelen als structuur, perspectief en beelden in om de lezer zelf aan het denken te zetten. In haar oeuvre maakt Zwigtman van die techniek gebruik. Het gebruikte vertelperspectief in Spelregels geeft beide personages een stem. Doordat Marjorie en Allard allebei hun visie op gebeurtenissen geven, krijgt de lezer geen eenzijdig beeld op hun situatie, maar leert hen allebei kennen. Allard is dus niet alleen een man die zijn vrouw slaat om onbekende redenen, maar hij worstelt met zijn eigen problemen, zoals het gemis van zijn broer en de hoge verwachtingen van zijn vader. In Wolfsroedel wordt de compositie ingezet om de lezer te laten zien dat geweld van alle tijden is en dat normale mensen in staat zijn om vreselijke dingen te doen. De auteur geeft geen visie op de gebeurtenissen, maar beschrijft alles tot in detail en de lezer kijkt toe hoe de jongens steeds verder wegzakken in een spiraal van geweld, waaruit ze misschien wel willen, maar niet kunnen ontsnappen. In Kersenbloed worden de homoseksuele handelingen niet letterlijk benoemd, maar door middel van beelden gepresenteerd. Stiekeme

wandelingen in het bos, nachtelijke bezoekjes aan elkaar en geheimzinnige geluiden behoren tot de gebruikte beelden. Soms zijn de beelden misleidend, omdat ze vanuit het perspectief van Vincent worden omschreven, die zelf ook niet weet wat er aan de hand is. Wat hij voor bloed aanziet, blijkt bijvoorbeeld later wijn en kersen te zijn. In de Groene bloem-trilogie volgen de gebeurtenissen elkaar in rap tempo op en in die romans worden beelden gepresenteerd in poëtische taal. Door het gebruik van metaforen en beeldspraak wordt de couleur locale van het Victoriaanse Londen opgewekt:

Sommige Londense ochtenden ruiken naar schoon wasgoed. Dan lijkt het of de wind van zee waait, de straten schoon zijn en de klerken fluitend naar hun werk gaan.56

Een ander voorbeeld is deze, waar Londen en het weer ook met elkaar verbonden worden:

Achter de warreling van sneeuwvlokken vormden de gevels een massieve wand, hoog als de muur van een gevangenis. De gasvlammen van de straatlantaarns voerden in hun glazen bollen een wilde dans op. Door de straten woei een rusteloze stormwind die niet alleen sneeuw, maar ook kranten en afval deed opwaaien, buitelend tot hoog in de lucht, alsof de wind Londen wilde schoonvegen.57