4e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in het faillissement van:
BOUWBEDRIJF ROZENKAMP B.V.
gevestigd te 8112 BA Nieuw-Heeten, aan de Beukvenne 3 Faillissementsnummer: F 2009/8
Uitspraak faillissement: 6 januari 2009 Rechter-commissaris: mr J.H. Bosch
Curator: mr S.J. de Vries te Zwolle Datum verslag: 22 oktober 2009
In dit verslag zijn de onderdelen niet meer opgenomen, waarvan in eerdere verslagen is vermeld dat de werkzaamheden in dat kader als afgerond kunnen worden aangemerkt.
Voor die onderdelen wordt verwezen naar de eerdere verslagen.
Voorzover de tekst bij de nog wel opgenomen onderdelen afwijkt van de tekst in het voorgaande verslag, is deze tekst vetgedrukt en cursief opgenomen.
V. debiteuren
5.1 omvang debiteuren
Volgens een debiteurenlijst van 12 oktober 2008 zou er per die datum in totaal te vorderen zijn een bedrag ad € 167.952,58.
Hiervan wordt een groot deel betwist, omdat de werkzaamheden eind oktober 2008 zijn stopgezet.
Door Kroese Wevers zijn namens Holding Rozenkamp BV te Nieuw-Heeten eind oktober 2008 de debiteuren aanschreven op grond van een pandrecht. Op basis hiervan is door Kroese Wevers voor datum faillissement € 12.770,35 geïncasseerd. Nadat afspraken zijn gemaakt met de curator over het verdere innen van de vorderingen, in afwachting van de uitkomst van een discussie over het al dan niet verpand zijn van de betreffende vorderingen, is nog een bedrag geïncasseerd ad € 11.367,59.
Uit dit bedrag zijn de door Kroese Wevers verrichte werkzaamheden (€ 3.234,30) betaald en vervolgens resteert een opbrengst van € 8.133,29. Laatstgenoemd bedrag staat op de
derdenrekening van De Vries & Doornbos advocaten geparkeerd in afwachting van de uitkomst van de discussie over het pandrecht.
5.2 inschatting incasso
Tot en met deze verslagperiode zijn geen verdere bedragen van debiteuren geïncasseerd en naar de huidige stand van zaken lijkt dit ook niet haalbaar zonder dat procedures
aanhangig worden gemaakt.
5.3 opbrengst
Tot dusver is door debiteuren € 24.137,94 betaald. Hiervan staat nog € 8.133,29 op de derdenrekening van De Vries & Doornbos advocaten geparkeerd, terwijl het resterende bedrag is voldaan aan Holding Rozenkamp c.q. is aangewend voor de betaling van de kosten van Kroese Wevers.
Wat de aanspraken op de gerealiseerde opbrengst betreft, is in deze verslagperiode met toestemming van de rechter-commissaris een schikking getroffen met de financier die een pandrecht claimt. Op basis hiervan is voornoemd op de derdenrekening geparkeeerd bedrag overgeboekt op de faillissementsrekening, waartegenover de curator afstand heeft gedaan van verdere mogelijke aanspraken. Voor de faillissementsboedel zijn daarmee geen verdere opbrengsten uit de debiteuren te verwachten.
5.4 boedelbijdrage
De curator heeft zich niet bezig gehouden met de incasso, zodat ook geen aanspraak kan worden gemaakt op een boedelbijdrage.
Nu met de financier overeenstemming is bereikt over de verdeling van de opbrengst van de debiteuren zijn de werkzaamheden in dit kader afgerond. Dit onderdeel zal in latere
verslagen dan ook niet meer terugkomen.
VI. Bank/financiers 6.1 Vordering van de bank
Er werden bankrekeningen aangehouden bij de Postbank, de Fortis Bank, de ABN AMRO Bank en Rabobank Salland. De curator heeft de banken verzocht de creditsaldi over te boeken op de faillissementsrekening. Er is geen sprake van financieringen zijdens de bank.
Feitelijk heeft Holding Rozenkamp BV als financier opgetreden. Aan IC Nederland Vastgoed is een geldlening verstrekt van € 1,1 miljoen en een tweede geldlening van € 565.684.
6.2 Lease: n.v.t.
6.3 Beschrijving zekerheden
Als zekerheid voor de tweede geldlening van Holding Rozenkamp is alle bedrijfsinventaris en voorraad van Bouwbedrijf Rozenkamp verpand, terwijl voor deze geldlening tevens een recht van tweede hypotheek op het bedrijfspand is verleend. Tenslotte zijn voor deze tweede geldlening bij notariële akte d.d. 19 december 2007 de vorderingen verpand.
Voor de eerste geldlening is een eerste recht van hypotheek op het bedrijfspand verleend.
6.4 Afwikkeling separatistenpositie
Met Holding Rozenkamp is overeenstemming bereikt over onderhandse verkoop van de inventaris/voorraad op de wijze als hiervoor onder 3.7 – 3.9 beschreven. De activa zijn verkocht aan Holding Rozenkamp voor € 115.000,= waarvan € 3.500,= daadwerkelijk aan de boedel is betaald.
Wat de bodemzaken betreft, heeft de Belastingdienst de opbrengst van de vóór faillissement plaatsgevonden hebbende onderhandse verkoop ad € 25.000,= op de boedelrekening
overgeboekt.
Thans resteert de discussie over de rechtsgeldigheid van het pandrecht op de debiteuren. De vorderingen zijn verpand bij notariële akte d.d. 19 december 2007. Nadien zijn geen
pandaktes opgemaakt, maar wel heeft Kroese Wevers in ieder geval tweemaal een debiteurenlijst laten registreren terwijl gesteld wordt dat zulks met Flietstra zou zijn
besproken. De curator is van oordeel dat daarmee evenwel de vorderingen die zijn ontstaan ná 19 december 2007 uit nadien gesloten overeenkomsten niet zijn verpand.
Namens Holding Rozenkamp is hierop gereageerd met de stelling dat de pandakte het
mogelijk maakt dat ook op andere wijze dan via pandlijsten tot verpanding wordt overgegaan en dat de registratie van de van failliet ontvangen debiteurenlijsten als zodanig kan worden aangemerkt.
In deze vierde verslagperiode is door de curator met Holding Rozenkamp een schikking getroffen inhoudende dat aan de curator van de tot dusver gerealiseerde netto-opbrengst op debiteuren aan de boedel € 8.133,29 wordt betaald, waartegenover de boedel afstand doet van eventuele verdere rechten en het pandrecht alsnog erkent. Voornoemd bedrag is in deze verslagperiode bijgeschreven op de faillissementsrekening.
6.5 Bedongen boedelbijdragen
In verband met de verkoop van activa is een boedelbijdrage betaald van € 2.500,=. Terzake de debiteuren wordt geen aanspraak gemaakt op een boedelbijdrage omdat door de curator geen werkzaamheden worden verricht.
Met de schikking die in deze verslagperiode tot stand gekomen terzake de debiteuren, zijn daarmee alle activa uitgewonnen waarop een eventueel zekerheidsrecht geldt. De
werkzaamheden in dit kader zijn hiermee dan ook afgewikkeld en dit onderdeel zal in latere verslagen dan ook niet meer terug komen.
VIII. Administratie
8.1 toestand administratie
Door de Belastingdienst was bij gefailleerde reeds een boekonderzoek ingesteld. Dit
onderzoek richtte zich niet alleen op de gefailleerde vennootschap, maar op gelieerde (rechts-) personen. Vanaf de datum waarop de onderneming is overgenomen is volgens de
Belastingdienst geen sprake van een volledige administratie en de belastingdienst heeft rechtstreeks bij de bestuurder om inzage in de ontbrekende gegevens gevraagd.
De curator heeft geen eigen onderzoek in de administratie ingesteld.
De curator heeft wel aan de bestuurder meegedeeld in lijn met het oordeel van de
Belastingdienst te moeten constateren dat geen sprake is van een volledige administratie en heeft aangegeven dit oordeel alleen al te moeten trekken op basis van het feit dat de rekening- courantverhoudingen tussen de diverse vennootschappen niet te traceren valt. De bestuurder heeft vervolgens getallen genoemd zonder deze te documenteren.
Door de curator is aangifte tegen de bestuurder, J. Flietstra, gedaan van vermoedelijke faillissementsfraude. Inmiddels is het faillissement van de bestuurder zelf uitgesproken door de rechtbank Almelo op 1 juli 2009 met aanstelling van mr N. Hijmans te Almelo tot curator.
Verdere maatregelen of stappen zullen thans door de curator op dit punt, gezien het te verwachten gebrek aan verhaal, dan ook niet worden gezet.
In het kader van het strafrechtelijk onderzoek zal er nog wel een afstemming moeten plaatsvinden tussen de curator en de FIOD/ECD terzake de bevindingen van de curator en de door hem aangetroffen administratie en situatie. De curator verwacht dat dit in de komende verslagperiode kan worden afgewikkeld.
8.2 goedkeurende verklaring accountant N.v.t.
X. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht
Gezien de door de Belastingdienst in het kader van het boekenonderzoek gedane constateringen kan minst genomen de vraag worden gesteld of voldaan is aan de boekhoudplicht.
10.2 depot jaarrekeningen
De jaarrekening over 2007 is nog niet gedeponeerd.
10.3 stortingsverplichting aandelen Aan voldaan.
10.4 onbehoorlijk bestuur
Gezien de wijze waarop het tot een faillissement is gekomen, lijkt er verder alle aanleiding voor nader onderzoek naar bestuurdersaansprakelijkheid. Hierbij speelt een rol dat de
onderneming vanaf oktober 2008 op geen enkele wijze meer is gestuurd, terwijl kort voordien op het bedrijfsperceel een hennepplantage is aangetroffen.
Ook op dit punt geldt dat door de curator op dit moment geen nadere stappen worden ondernomen, nu de bestuurder inmiddels op 1 juli 2009 in privé failliet is verklaard en er daarmee naar verwachting geen verhaal zal zijn.
10.5 Maatregelen Niet aan de orde.
De werkzaamheden in het kader van de bestuurdersaansprakelijkheid kunnen hiermee dan ook als afgerond worden beschouwd. Dit onderdeel zal in later verslagen dan ook niet terugkeren.
XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden
De boedelschulden bestaan op dit moment uit salaris/verschotten curator en uit de vanaf datum faillissement door het UWV overgenomen loonverplichtingen. Door het UWV is uit dien hoofde een vordering gemeld van € 2.249,60.
11.1 vordering van de fiscus
Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 379.288,==.
11.2 vordering van de UWV
Door het UWV is een preferente vordering ex art. 16 CSV aangemeld van € 1.347,06 een een preferente vordering ex art. 3: 288 sub e BW van € 99.806,93.
11.3 overige preferente vorderingen
Er zijn geen overige preferente vorderingen aangemeld.
XII. Crediteuren
12.1 aantal concurrente crediteuren
De crediteuren zijn door de curator aangeschreven op basis van door hem via de postblokkade ontvangen aanmaningen, zulks bij gebreke van een toegankelijke crediteurenlijst. Tot dusver is door 60 crediteuren een vordering aangemeld.
12.2 bedrag concurrente crediteuren
Het door de zich inmiddels gemeld hebbende crediteuren ter verificatie aangemelde bedrag bedraagt in totaal € 497.148,19. Hierin is begrepen een voorlopig door de curator betwiste vordering ad € 109.323,50. Hierin is niet begrepen de restantvordering van de financier.
12.3 wordt het eigenlijke opheffer
Gezien de huidige stand van zaken is het niet te verwachten dat er een uitkering mogelijk zal zijn voor de gewone crediteuren. Vermoedelijk kunnen de faillissementskosten worden betaald, terwijl er vervolgens op de preferente vorderingen een beperkte uitkering kan plaatsvinden in het kader van een vereenvoudigde afwikkeling.
12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3
12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?
Zie 12.3
XIII. Rechtbank
13.1 toestemming afkoelingsperiode n.v.t.
13.2 toestemming voortzetting bedrijf n.v.t.
13.3 toestemming ontslag 12 januari 2009 13.4 toestemming opzegging huur n.v.t.
13.5 toestemming activatransacties 18 maart 2009 13.6 toestemming procederen n.v.t.
13.7 anderszins 21 september 2009
(schikking debiteuren) 13.8 termijn afwikkeling faillissement circa drie maanden
13.9 plan van aanpak afstemming in kader strafrechtelijk onderzoek
13.10 indiening volgend verslag 22 oktober 2010
XIV. Overig
Als bijlagen is aan dit verslag een staat van baten en lasten gehecht en een kopie van het laatst ontvangen afschrift van de faillissementsrekening – productie 1.
Aan dit verslag is verder een specificatie van de in deze verslagperiode verrichte werkzaamheden gehecht - productie 2. Door de curator en kantoorgenoten is in deze
verslagperiode aan de afwikkeling 3,15 uur besteed waarmee het totaal aantal bestede uren op 47,6 uur komt.
Zwolle, 22 oktober 2009
mr S.J. de Vries, curator
Dit faillissement is in behandeling bij:
De Vries & Doornbos advocaten mr S.J. de Vries
Postbus 289
8000 AG ZWOLLE
telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349
email: devries@devries-doornbos.nl
