Vraag nr. 219 van 13 juni 2001
van mevrouw MARIJKE DILLEN "De nieuwe man " – Evaluatie
In het kader van het gelijkekansenbeleid heeft de minister een oproep gedaan tot de mannen om haar te mailen betreffende de discussie over de combinatie van gezin en arbeid, over betaalde en onbetaalde zorgarbeid en over het recht op een le-vensloopbaan.
1. Wat is de reactie geweest op deze oproep ? Hoeveel mails en brieven heeft de minister ont-vangen ?
2. Hebben in het kader van haar oproep "De nieu-we man" ook dames gemaild of geschreven ? Zo ja, hoeveel reacties heeft zij van hen ontvan-gen ?
3. Heeft zij inhoudelijk reeds een analyse kunnen maken van de reacties ?
Zo ja, kan hiervan een overzicht worden gege-ven ?
Zo neen, wanneer zal de analyse gebeuren ? Wanneer hebben de campagnes om arbeid en werk evenwichtiger te combineren plaats ?
Antwoord
1. Als reactie op de resultaten van het tijdsbeste-dingsonderzoek van I. G l o r i e u x , waarin gesteld werd dat de nieuwe man niet bestaat,deed ik een oproep aan "nieuwe mannen" om zich via e-mail kenbaar te maken en suggesties te doen voor het politieke beleid hieromtrent.
Op het kabinet zijn, van de oproep in april tot n u , in totaal een tweehonderdtal reacties bin-nengekomen.
2. Het CBGS (Centrum voor Bevolkings- en Ge-zinsstudiën) heeft een analyse gemaakt van de eerste groep van reacties.
Het CBGS heeft 160 reacties doorgenomen. Niet enkel mannen (138), ook vrouwen (22) voelden zich aangesproken om te reageren. N i e t de twintigers, maar veeleer de veertigers re-a g e e r d e n . De meeste respondenten (65) hebben één of meerdere kinderen en er zijn twaalf
huis-mannen bij. De meeste personen reageerden om te stellen dat ze een "nieuwe man" zijn of dat hun partner dat is (79), of toch bijna (8). Maar een minderheid (17) heeft ook gereageerd om hun ongeloof in het idee "de nieuwe man" te ventileren.
3. Hoe zien de "nieuwe mannen" zichzelf ?
De "nieuwe man" neemt taken op zich die vroeger als uitsluitend vrouwelijk werden be-s t e m p e l d . Zoalbe-s de wabe-s en de plabe-s en het bezig zijn met kinderen. Deze roldoorbreking kan een gevolg zijn van de situatie (single, e e n o u d e r g e-zinnen) of van een bewuste keuze van beide p a r t n e r s. In die zin heeft een "nieuwe man" een "nieuwe vrouw" nodig, die akkoord gaat met de nieuwe rolverdeling. Het doorbreken van het rolpatroon op basis van onderling overleg is dus essentieel.
Er komt nog een element naar de oppervlakte : "de nieuwe man" verwijst naar een situatie die niet voor eens en voor altijd is vastgelegd. H e t concept wordt ingevuld als een dynamisch gege-v e n : eens ogege-vereengekomen taakgege-verdelingen kunnen worden herzien. Criterium voor het in vraag stellen van de bestaande situatie is het goed functioneren van het gezin. In die zin ver-wijst het concept naar de ruimere context van "het nieuwe gezin". "Nieuwe gezinnen" stem-men de levensloopbaan van beide partners op elkaar af.
Remmen voor de ontwikkeling van deze prak-tijken worden gesitueerd bij de vrouw en bij de werkgever.
deel-tijds werken, nog al te vaak als luie mensen. O p dat vlak is er nog heel wat werk voor de boeg. Ten slotte drukken heel wat respondenten hun bezorgdheid uit over het financiële plaatje. P a s als het gemeenschappelijk inkomen groot ge-noeg is, kan er gepraat worden over minder werken.