Vraag nr. 242 van 13 juni 2001
van mevrouw MARIJKE DILLEN De Lijn – Raamreclame
Op 25 april jongstleden hebben de verschillende ministers in ons land bevoegd voor Verkeer beslist tot een totaalverbod op het plakken van reclame op ramen van bussen en trams.
Deze overeenkomst heeft ook gevolgen voor De Lijn.
1. Wat is het standpunt van de Vlaamse regering betreffende bovenvermelde beslissing ?
Wat is terzake de inbreng geweest van de Vlaamse regering ?
2. Bij De Lijn was deze praktijk in het verleden schering en inslag.
Heeft de VIaamse regering in het verleden overleg gepleegd met de Bond van Tr e i n-, Tr a m-en Busgebruikers (BTTB) betreffm-ende deze problematiek ?
Zo ja, op welke wijze en wat waren de stand-punten en eventuele beslissingen ?
Zijn er in het verleden klachten geweest van de BTTB aan het adres van De Lijn ?
3. Dergelijke beslissing heeft ook een aantal prak-tische gevolgen die financiële consequenties kunnen hebben. Er zijn immers voor De Lijn een aantal lopende contracten die ten gevolge van deze nieuwe beslissing niet langer uitvoer-baar zijn.
Op welke wijze is de overgangsperiode g e r e g e l d ? Wat is de duurtijd van de overgangs-periode ?
4. Deze beslissing kan leiden tot verlies aan recla-me-inkomsten specifiek voor De Lijn.
Wat zijn de concrete gevolgen ervan voor De Lijn ?
Antwoord
1 en 2. De gedeeltelijke bekleving van de ramen voor publiciteit werd door NV Streep (de me-diamaatschappij die de reclame op de
voertui-gen van De Lijn exploiteert) ingevoerd na stap-pen op het vlak van reglementering te hebben ondernomen in samenspraak met De Lijn. Het geheel of gedeeltelijk bekleven van de ramen van bussen en trams is strijdig met een KB van 15 maart 1968 (KB : koninklijk besluit – r e d . ). Naar analogie van datgene wat op media-gebied in het buitenland wel mogelijk is, w e r d hierop een uitzondering aangevraagd, die werd goedgekeurd op basis van een uitgebreid dos-sier en na een testrit met de top van de admini-stratie van het Ministerie van Verkeerswezen en I n f r a s t r u c t u u r. Dit resulteerde in een instructie T D T / 4 3 . 1 2 / 9 8 . 0 1 . Deze instructie stelt dat het bekleven van de ramen van voertuigen bestemd voor het geregeld vervoer van personen wel kan en beschrijft nauwkeurig de normen waaraan de gebruikte materialen moeten voldoen.
NV Streep heeft zich steeds strikt aan deze in-structies gehouden.
Omtrent het gebruik van dergelijke technieken van publiciteit heeft De Lijn geen noemens-waardige klachten van reizigers ontvangen. De reglementering inzake zelfklevende recla-mefilms op de buitenramen van trams, p r e m e-t r o, bussen en aue-tocars werd e-ter sprake gebrache-t in de Interministeriële Conferentie voor Mobili-t e i Mobili-t , InfrasMobili-trucMobili-tuur en TelecommunicaMobili-tie van 24 april en 12 juni 2001. In de Interministeriële Conferentie van 12 juni 2001 werd dan de slissing genomen om een hervorming van de be-trokken reglementering door te voeren.
Huidige stand van zaken hieromtrent is dat de B VGSSV (Belgische Vereniging voor Gemeen-schappelijk Stads- en Streekvervoer) de volgen-de beslissing genomen heeft in haar vergavolgen-dering van 13 juni 2001 : er wordt een voorbereidend dossier samengesteld dat zal dienen voor het advies aan de federale minister van Mobiliteit en Vervoer.
Op basis van deze ontwikkelingen zal de Vlaamse regering dan haar standpunt bepalen in deze kwestie.
4. Een eventueel verbod op het aanbrengen van reclame op de ruiten zal zeker en vast een in-vloed hebben op de reclame-inkomsten van De Lijn.