Vraag nr. 220 van 13 juni 2001
van mevrouw MARIJKE DILLEN
Drugsbeleid – Intergouvernementeel overleg 1. In het kader van de federale drugsnota
ver-spreidt de federale minister van Vo l k s g e z o n d-heid een drugsbrochure met als motivatie "een aantal misverstanden uit de wereld te helpen". Ook al wordt hierbij gesteld dat dit geen pre-ventiecampagne is, toch blijft het aspect preven-tie altijd onlosmakelijk verbonden met het drugsbeleid.
Heeft de Vlaamse Gemeenschap inspraak gehad bij het opstellen van de drugsbrochure ? Zo ja, op welke wijze en wat is de inbreng ge-weest ?
2. Er is eveneens een samenwerkingsprotocol op-gesteld tussen de verschillende ministers die in dit land bevoegd zijn voor volksgezondheid. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de V l a a m s e Gemeenschap ?
Welke verplichtingen vloeien hieruit voort ? Heeft dit protocol financiële consequenties en zo ja, welke ?
Antwoord
1. Bij het opstellen van de drugsbrochure vond overleg plaats tussen de federale minister van Volksgezondheid en de Vlaamse Gemeenschap. Dit overleg betrof zowel inhoudelijke als prakti-sche aspecten.
Overleg resulteerde in een vermelding van de Druglijn in de drugsbrochure. Het verspreiden van de drugsbrochure kan aanleiding geven tot specifieke inhoudelijke vragen met betrekking tot de drugsproblematiek. De Druglijn is het ge-ijkte kanaal om deze vragen duidelijk en correct te beantwoorden.
In onderling overleg werden ook contactadres-sen en kanalen voor verspreiding van de bro-chure bepaald, dit om de brobro-chure op gerichte manier ingang te doen vinden.
2. Op de Interministeriële Conferentie Vo l k s g e-zondheid van 30 mei 2001 werd het
"Protocol-akkoord inzake de totstandkoming van één geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs" ondertekend door alle akkoordsluitende over-heden met bevoegdheid op het vlak van ge-z o n d h e i d s b e l e i d . Door ondertekening van dit akkoord verbinden de verschillende betrokken partijen zich ertoe hun beleid inzake preventie van drugs en hulpverlening aan mensen met drugsgerelateerde gezondheidsproblemen, i n overleg op elkaar af te stemmen.
Om dit te kunnen realiseren, wordt een cel Ge-zondheidsbeleid Drugs opgericht, belast met een aantal specifieke opdrachten. Deze op-drachten omvatten het bijhouden van een in-ventaris inzake de drugsproblematiek, het uit-brengen van advies, het doen van voorstellen omtrent optimalisatie van gegevenskwaliteit, het voorstellen en voorbereiden van samenwekingsprotocollen en het opmaken van een "Ve r-slag over drugs" (driejaarlijks, op te maken tegen het einde van het jaar). Minstens één keer per maand wordt een vergadering gehouden. De cel wordt samengesteld uit vertegenwoordi-gers van de akkoordsluitende overheden. Vo o r de Vlaamse Gemeenschap betekent dit een af-vaardiging van drie vertegenwoordigers, a l l e n verkozen vanwege hun deskundigheid en erva-ring betreffende de drugsproblematiek.