• No results found

BOOR. Schiedam Polderweg 23. A. van de Meer. BOORrapporten 552

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BOOR. Schiedam Polderweg 23. A. van de Meer. BOORrapporten 552"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BOOR

Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam

Schiedam Polderweg 23

Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen

BOORrapporten 552

A. van de Meer

(2)
(3)

SCHIEDAM POLDERWEG 23

Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen

A. van de Meer

Tekeningen: G.F.H.M. Kempenaar

BOORrapporten 552 2013

Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam Ceintuurbaan 213b

3051 KC Rotterdam

(4)

COLOFON

Titel Schiedam Polderweg 23. Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen.

Status definitief

Auteur(s) drs. A. van de Meer Tekenaar(s) G.F.H.M. Kempenaar Opsteller(s) afbeeldingen drs. A. van de Meer

Bestandsnaam …/BOORarchief/BOOR_ONDERZOEK EN RAPPORTAGE/

BOORrapporten archief/BOORrapporten 550-559/BR552 Schiedam Polderweg 23/3 rapport/

BOORrapporten 552 Schiedam Polderweg 23.doc Projectcode BOORrapporten 552

Projectleider drs. A. van de Meer

Projectmedewerker(s) drs. W. Zijl en G.F.H.M. Kempenaar Toets Beheer en Beleid dr. A.V. Schoonhoven

Autorisatie BOOR Autorisatie bevoegd gezag

drs. M.M. Sier A.G. van Vliet

hoofd Onderzoek en Rapportage gemeente Schiedam

ISSN 1873-8923

Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam Ceintuurbaan 213b

3051 KC Rotterdam Telefoon 010-4898500 Fax 010-4898531

E-mail boor@rotterdam.nl

Copyright © BOOR Rotterdam, oktober 2013

(5)

SAMENVATTING

Algemeen

In opdracht van de heer R. Abresch heeft het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) in maart 2013 een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Schiedam Polderweg 23. Het veldwerk is voorafgegaan door een

bureauonderzoek. Het onderzoek is verricht omdat bij de geplande werkzaamheden in het gebied de bodem zal worden ontgraven. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze hierbij worden aangetast of vernietigd.

Resultaten

Tijdens het bureauonderzoek is onder meer gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in (de omgeving van) het

plangebied. Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Mesolithicum tot en met de Middeleeuwen. Op slechts 100 meter ten oosten van het plangebied is een vindplaats uit de Romeinse tijd aanwezig, op de oevers van een fossiel geulsysteem. Deze vindplaats zou zich uit kunnen strekken tot in het plangebied.

In geen van de boringen werden echter aanwijzingen aangetroffen die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats in het plangebied. De diepst aangeboorde stratigrafische eenheid betreft een pakket komafzettingen (Formatie van Echteld, op een minimale diepte van 3,55 m - NAP). De komafzettingen worden afgedekt door een pakket (rest)geul- en verlandingsafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren).

Hierin zijn geen goed ontwikkelde oeverwallen en/of bodems aanwezig. Alleen in het

geroerde pakket op de restgeul- en verlandingsafzettingen zijn fragmenten puin, onverbrand bot en een enkel fragment aardewerk (17e eeuw) aangetroffen. Dit materiaal, uit het

geroerde, dan wel opgebrachte pakket, vertegenwoordigt geen in situ archeologische waarden.

Concluderend kan gesteld worden dat de kans zeer klein is dat bij de geplande

werkzaamheden in het plangebied archeologische waarden verstoord zullen worden binnen de maximale boordiepte van 5,38 m - NAP.

Aanbeveling

Op basis van de bovenstaande conclusies luidt de aanbeveling voor het plangebied

Rotterdam Schiedam Polderweg 23 dat er geen voorzieningen getroffen hoeven te worden om archeologische waarden te behouden of te ontzien. Zonder verder archeologisch onderzoek kan worden gestart met de voorgenomen werkzaamheden.

(6)
(7)

INHOUDSOPGAVE

blz.

SAMENVATTING ... 3

1 INLEIDING... 7

1.1 Inleiding ... 7

1.2 Plaats onderzoek binnen de Archeologische Monumentenzorg ... 7

1.3 Administratieve gegevens onderzoek ... 8

2 BUREAUONDERZOEK ... 11

2.1 Doel ... 11

2.2 Plangebied en onderzoeksgebied ... 11

2.2.1 Plangebied... 11

2.2.2 Onderzoeksgebied... 11

2.3 Huidige situatie plangebied ... 11

2.4 Geplande werkzaamheden ... 11

2.5 Aandachtspunten ... 11

2.5.1 Beleidsinstrumenten ... 11

2.5.2 Historische situatie... 12

2.5.3 Geologische gegevens ... 13

2.5.4 Archeologische gegevens ... 13

2.5.5 Luchtfoto’s ... 15

2.5.6 Actueel Hoogtebestand Nederland ... 15

2.6 Gespecificeerde archeologische verwachting ... 15

2.7 Advies ... 16

Afb. 2. waardenkaart ... 17

3 VERKENNEND INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ... 19

3.1 Doel ... 19

3.2 Methoden... 19

3.3 Resultaten... 20

3.3.1 Geologie ... 20

3.3.2 Archeologie... 20

4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 25

4.1 Conclusies ... 25

4.2 Aanbevelingen ... 25

GERAADPLEEGDE BRONNEN ... 27

AFKORTINGEN ... 28

BIJLAGE 1: BOORSTATEN ... 29

(8)

Klimaat Landschap

Vegetatie

Archeologische perioden

Vroege Middeleeuwen Nieuwe tijd

Late Middeleeuwen B Late Middeleeuwen A

Romeinse tijd

Late IJzertijd Midden-IJzertijd Vroege IJzertijd Late Bronstijd Midden-Bronstijd Vroege Bronstijd

Laat Neolithicum

Midden-Neolithicum

Vroeg Neolithicum

Mesolithicum

Holoceen

Subatlantic koeler vochtiger

Subboreaal koeler droger

Atlanticum vochtigwarm

Boreaal warmer

loofbos

den 2000

1500 1000 500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 5500 6000 6500 7000 7500

(9)

1 INLEIDING

1.1 Inleiding

In opdracht van de heer R. Abresch heeft het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Schiedam Polderweg 23. Voorafgaand aan het veldonderzoek is een bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied is weergegeven in afbeelding 1.

Het onderzoek is verricht omdat bij de geplande werkzaamheden in het gebied de bodem zal worden ontgraven. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze hierbij

worden aangetast of vernietigd.

1.2 Plaats onderzoek binnen de Archeologische Monumentenzorg

Het proces van Archeologische Monumentenzorg (AMZ) bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1.

De inventarisatie van archeologische waarden in een plangebied. Een inventarisatie bestaat doorgaans uit het uitvoeren van een bureauonderzoek (met als doel het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting), gevolgd door een inventariserend

veldonderzoek. Bij een inventariserend veldonderzoek kan onderscheid gemaakt worden in een verkennende fase (toetsen en aanvullen gespecificeerde archeologische verwachting), een karterende fase (vaststellen en begrenzen archeologische vindplaatsen) en een

waarderende fase (bepalen waarde aan de hand van fysieke en inhoudelijke kwaliteit van vindplaatsen).

De inventarisatie resulteert in het opstellen van een (selectie)advies, aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (een selectiebesluit) kan worden genomen (stap 2).

Stap 2.

Het nemen van een selectiebesluit op grond van de resultaten van de inventarisatie (het beleid ten aanzien van vindplaatsen). Het selectiebesluit houdt in dat een vindplaats wel of niet als behoudenswaardig wordt gekwalificeerd. In het geval van behoudenswaardige vindplaatsen vindt uitvoering van het selectiebesluit plaats; uitgangspunt hierbij is het streven naar behoud in situ van vindplaatsen (stap 3). In het geval van niet-

behoudenswaardige vindplaatsen is het proces van Archeologische Monumentenzorg afgerond.

Stap 3.

Het uitvoeren van het selectiebesluit door: het in situ veiligstellen van archeologische informatie van behoudenswaardige vindplaatsen door fysieke bescherming, dan wel het veiligstellen van archeologische informatie van behoudenswaardige - maar niet in situ te handhaven - vindplaatsen door documentatie ervan door opgraving voorafgaand aan de werkzaamheden in het plangebied, dan wel het verifiëren dat geen archeologische informatie ongedocumenteerd verloren gaat door archeologische begeleiding van de werkzaamheden in het plangebied.

Het voorliggende rapport bevat het verslag van de eerste stappen van de inventarisatie van archeologische waarden in het plangebied Schiedam Polderweg 23: het bureauonderzoek en de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het veldonderzoek is uitgevoerd door middel van grondboringen.

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek en het verkennend inventariserend veldonderzoek worden aanbevelingen gedaan ten aanzien van de omgang met aanwezige archeologische waarden en archeologische verwachtingen in het plangebied Schiedam Polderweg 23.

Het onderzoek komt voort uit de door het BOOR opgestelde adviesbrief (A2011089) en is

(10)

uitgevoerd conform de ‘Richtlijnen voor het uitvoeren van archeologisch bureauonderzoek en niet-gravend inventariserend veldonderzoek in de gemeenten Albrandswaard,

Barendrecht, Bernisse, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse en Westvoorne (versie 2.3)’ uit 2011. Het veldonderzoek is verricht volgens een strategie opgesteld door de afdeling Beheer en Beleid van het BOOR.

Het bureauonderzoek is tevens uitgevoerd conform de specificaties LS01 tot en met LS05, vastgelegd in het protocol bureauonderzoek van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.2 van het College van Archeologische Kwaliteit (CvAK). Het

bureauonderzoek is gerapporteerd conform de specificatie LS06 van dat protocol.

Het verkennend inventariserend veldonderzoek is tevens uitgevoerd conform de

specificaties VS01 en VS03, vastgelegd in het protocol inventariserend veldonderzoek - overig van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.2 van het College van Archeologische Kwaliteit (CvAK). Het verkennend inventariserend veldonderzoek is

gerapporteerd conform de specificatie VS05 van dat protocol.

1.3 Administratieve gegevens onderzoek

Soort onderzoek bureauonderzoek en verkennend inventariserend veldonderzoek

Plangebied

Naam Schiedam Polderweg 23

Plaats Schiedam

Gemeente Schiedam

RD-coördinaten

Schiedam 86.899/439.392, 86.947/439.355, 86.922/439.424 en 86.968/439.384

Opdrachtgevers gemeente Schiedam

Bevoegd gezag

Naam organisatie gemeente Schiedam

Naam deskundige A.G. van Vliet

Uitvoering onderzoek

Naam instelling/bedrijf BOOR

Naam prospector/KNA-archeoloog drs. A. van de Meer Naam senior prospector drs. D.E.A. Schiltmans

Datum onderzoek maart 2013

Archis-onderzoeksmeldingsnummer 59045 Resultaat onderzoek

BOOR-vindplaatscode(s) niet van toepassing Archis-vondstmeldingsnummer(s) niet van toepassing

Plaats en beheer documentatie archief BOOR onder de projectcode BOORrapporten 552

Plaats en beheer vondstmateriaal niet van toepassing

(11)

86.200

86.200

86.700

86.700

87.200

87.200

87.700

87.700

438.500 438.500

439.000 439.000

439.500 439.500

440.000 440.000

440.500 440.500

´

´

Kaart: Gemeente RotterdamSchaal1:10.000

0 250m

Polderweg

Polderweg

‘s-Gravelandseweg NS spoor Delft-Schiedam

Matlingeweg

Bedrijventerrein Rotterdam Noord-West

Prinses Beatrixpark

Kerkbuurt

‘s-Gravelandseweg

‘s-Gravelandseweg

Overschieseweg Poldervaart

Schiedamse Schie

Afb. 1 Ligging van het plangebied Schiedam Polderweg 23.

(12)
(13)

2 BUREAUONDERZOEK

2.1 Doel

Het uitvoeren van een bureauonderzoek is de eerste stap in de inventarisatie van archeologische waarden in een plangebied. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het gebied. Aan de hand hiervan wordt de gespecificeerde archeologische verwachting opgemaakt en wordt een beslissing genomen over het al dan niet uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek en de wijze waarop dit moet worden verricht. De

gespecificeerde archeologische verwachting wordt door middel van het inventariserend veldonderzoek getoetst en eventueel aangevuld.

2.2 Plangebied en onderzoeksgebied 2.2.1 Plangebied

Het plangebied betreft het kavel Polderweg 23 te Schiedam. De totale oppervlakte van het kavel beslaat circa 2650 m2, binnen de coördinaten 86.899/439.392, 86.947/439.355, 86.922/439.424 en 86.968/439.384.

2.2.2 Onderzoeksgebied

Het onderzoeksgebied is het plangebied. Daar waar in het bureauonderzoek informatie van buiten het plangebied wordt gebruikt, wordt dit in de tekst aangegeven.

2.3 Huidige situatie plangebied

Ten tijde van het onderzoek lag het perceel braak.

Gegevens met betrekking tot reeds bestaande bodemverstoringen binnen het plangebied waren ten tijde van het onderzoek niet bekend.

2.4 Geplande werkzaamheden

Op de locatie wordt de bouw van een vrijstaande woning voorbereid. De woning zal een oppervlakte van circa 216 m2 beslaan (12 m x 18 m) en de bijbehorende garage een oppervlakte van circa 90 m2 (6 m x 15 m).

Voor de aanleg van een kelder wordt de bodem ontgraven tot 3 m - mv. De woning en garage worden beide gefundeerd op heipalen.

2.5 Aandachtspunten 2.5.1 Beleidsinstrumenten

Archeologische Waardenkaart Schiedam

De Archeologische Waardenkaart (AWK) Schiedam (BOOR 2008) bestaat uit een tweetal kaarten: de Archeologische Kenmerkenkaart en de hierop gebaseerde Archeologische Waarden- en Beleidskaart. Volgens de Archeologische Waarden- en Beleidskaart ligt het

(14)

plangebied in een zone met een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting De archeologische verwachting hangt samen met de ligging van het plangebied grenzend aan een fossiele geul met bijbehorende afzettingen die gedurende de IJzertijd werden gevormd.

Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland

Volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) Zuid-Holland, opgenomen in kaart 1b (Archeologie waarden) van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (Provincie Zuid-Holland 2007), bevinden zich binnen het plangebied Schiedam Polderweg 23 geen terreinen van hoge archeologische waarde, geen terreinen van zeer hoge archeologische waarde en geen terreinen van zeer hoge archeologische waarde (tevens wettelijk

beschermd).

Bestemmingsplan Polderwetering

Het plangebied is gelegen binnen bestemmingsplan Polderwetering. In bestemmingsplannen dient het gemeentelijk archeologisch beleid nader uitgewerkt en vastgelegd te worden. In het bestemmingsplan Polderwetering is het plangebied echter abusievelijk samengevoegd met een terrein direct ten zuiden ervan, waar het maaiveld aanzienlijk is opgehoogd. Hier geldt een bouwregeling en omgevingsvergunning voor bouw- en graafwerkzaamheden die dieper reiken dan 3 m - mv. De sterke ophoging is echter niet aanwezig in het plangebied

Polderweg 23 en derhalve dient een ander beleid van toepassing te zijn. In 2011 is voor het plangebied een postzegelbestemmingsplan opgesteld. Daarin is opgenomen dat de

bouwregeling en omgevingsvergunning gelden voor werkzaamheden vanaf een verstoringsdiepte van 1 m - mv en een oppervlakte van meer dan 200 m2.

2.5.2 Historische situatie

De Polderweg vormt een belangrijk bewoningslint, waarlangs al eeuwenlang boerderijen zijn gelegen. Op historische kaarten vanaf de 17e eeuw is aan weerszijden van de

Polderwetering bebouwing aangegeven. Het vermoeden bestaat dat deze bebouwing al uit de Late Middeleeuwen of eerder stamt en samenhangt met de ontginning van het gebied vanaf de (10e-) 11e eeuw. Het plangebied ligt in de West Abtspolder, waar - in tegenstelling tot de Oost Abtspolder aan de overzijde van de Polderweg - geen veen is gewonnen.

Een historische boerderij die op het perceel was gevestigd, is reeds gesloopt. Op het perceel direct ten westen van het plangebied bevindt zich nog wel de oorspronkelijke bebouwing. Mogelijk horen deze nu afzonderlijke percelen in oorsprong bij elkaar (zie bijvoorbeeld www.watwaswaar.nl). De waarschijnlijk 19e-eeuwse bebouwing gaat mogelijk terug op eerdere voorgangers. De verhoogde ligging van de percelen zou kunnen betekenen dat de boerderijen op een terpje zijn aangelegd.

(15)

2.5.3 Geologische gegevens

Afgaande op de door TNO beschikbaar gestelde geologische gegevens (GeoTOP) en op de door het BOOR in de nabije omgeving verzamelde aardkundige informatie is de globale opbouw van de holocene bodem met een pleistocene basis in het plangebied als volgt.

De holocene ondergrond wordt gevormd door de perimariene afzettingen van het

Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk). Hierop rust een pakket veen dat behoort tot het Hollandveen Laagpakket (Formatie van Nieuwkoop). Het veen wordt afgedekt door overstromingsafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren), waarvan de basis waarschijnlijk afkomstig is van een geulsysteem dat 500 tot 1000 jaar geleden actief was. Daarboven liggen afzettingen die gesedimenteerd zijn gedurende overstromingen vanaf de 12e eeuw.

2.5.4 Archeologische gegevens

Bekende archeologische waarden in het plangebied

In het plangebied zijn geen archeologische vindplaatsen bekend. Er is niet eerder archeologisch onderzoek verricht.

Bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied (Afb. 2)

Nog geen 100 meter ten oosten van het plangebied bevindt zich een nederzettingsterrein uit de Romeinse tijd (vindplaatsnummers 1, 2 en 3). Het complex bestaat uit ten minste twee huisplattegronden. Daarnaast werden onder meer een spieker, inheems-Romeins

aardewerk, houten palen, mestlagen en ontwateringsgreppels aangetroffen. De vindplaatsen zijn gerelateerd aan een geulsysteem (circa 500 tot 1000 jaar geleden actief) dat behoort tot het Laagpakket van Walcheren. De fossiele geul zorgde destijds voor ontwatering van het gebied, waardoor het land geschikt werd voor bewoning, en volgt nu min of meer het tracé van de Polderweg.

De vindplaatsen, gelegen aan de zuidzijde van de polderwetering, vormden ooit samen een AMK-terrein (monumentnummer 10714), tot voor kort abusievelijk gesitueerd ten noorden van de Polderweg en bij een herziening door de Provincie Zuid-Holland in 2007 onterecht van de AMK-lijst verwijderd. Bij een volgende herziening dient dit te worden gerectificeerd.

Onderhavig plangebied ligt overigens, naar een reconstructie uit een onderzoek van het BOOR, deels binnen dit AMK-terrein aan de zuidzijde van de Polderweg (Stronkhorst en Peters 2006, 32). Een deel van de vindplaats, direct ten oosten van de Polderdwarsweg, is opgegraven. De begrenzing van de vindplaats is echter nog niet vastgesteld. Het is heel goed mogelijk dat de vindplaats zich uitstrekt tot in het huidige plangebied (Londen 1996).

BOOR-vindplaatscode 04-89 (buiten het in Afb. 2 weergegeven gebied) is representatief voor een aantal verspreid door Schiedam liggende sites met archeologische waarden uit de (Late) IJzertijd in de top van het Hollandveen Laagpakket. Dit nederzettingsterrein ligt op circa 1 km ten westen van het plangebied, nabij Kethel. In 1964 is hier bij het graven van een vijver in de top van het veen een deel van een huisplattegrond uit de Late IJzertijd gelokaliseerd en gedocumenteerd. Het gaat om rijen paaltjes, met daartussen op enkele plaatsen vlechtwerk, die het restant zijn van de wanden van het huis. Ook de

middenstaanders, waarop het dak rustte, zijn aangetroffen.

(16)

Vindplaatsnummer 1

BOOR-vindplaatscode(s) 04-188 Archis-vondstmeldingsnummer(s) geen

Archis-waarnemingsnummer(s) 23763, 33396 en 33733

Toponiem West-Abtspolder

Plaats Schiedam

Gemeente Schiedam

RD-coördinaten 87.000/439.300

Complextype(n) en datering(en) nederzetting, Inheems-Romeins Stratigrafische positie op Hollandveen Laagpakket Soort onderzoek archeologische opgraving

Bron(nen) Döbken, Guiran en Van Trierum 1992

Vindplaatsnummer 2

BOOR-vindplaatscode(s) 04-205 Archis-vondstmeldingsnummer(s) 403299 Archis-waarnemingsnummer(s) 417122

Toponiem Polderwetering

Plaats Schiedam

Gemeente Schiedam

RD-coördinaten 86.994/439.324

Complextype(n) en datering(en) nederzetting, Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd Stratigrafische positie Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

Diepteligging circa 2,50 m - NAP

Soort onderzoek archeologisch booronderzoek

Bron(nen) Stronkhorst en Peters 2006

Vindplaatsnummer 3

BOOR-vindplaatscode(s) 04-189 Archis-vondstmeldingsnummer(s) geen

Archis-waarnemingsnummer(s) 23763, 33896 en 33733

Toponiem West-Abtspolder

Plaats Schiedam

Gemeente Schiedam

RD-coördinaten 87.000/439.300

Complextype(n) en datering(en) nederzetting, Inheems-Romeins

Stratigrafische positie oeverwalafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren) Diepteligging vanaf circa 1,20 m - NAP

Soort onderzoek archeologische opgraving

Bron(nen) Van Londen 1996

Vindplaatsnummer 4

BOOR-vindplaatscode(s) 04-89 Archis-vondstmeldingsnummer(s) geen Archis-waarnemingsnummer(s) 22750

Toponiem Kerklaan I

Plaats Schiedam

Gemeente Schiedam

RD-coördinaten 85.740/439.140

Complextype(n) en datering(en) nederzettingsterrein, IJzertijd

Stratigrafische positie Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

Diepteligging -

Soort onderzoek archeologische opgraving

Bron(nen) BOORIS

(17)

2.5.5 Luchtfoto’s

Bestudering van luchtfotonummer 84-440 (Uitgeverij 12 Provinciën 2005), genomen op 29 mei 2003, leverde geen aanwijzingen op voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied.

2.5.6 Actueel Hoogtebestand Nederland

Bestudering van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) leverde geen aanwijzingen op voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied.

2.6 Gespecificeerde archeologische verwachting

Op grond van de verworven informatie over onder meer de historische situatie, de

bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in de omgeving van het plangebied kan de archeologische verwachting voor het plangebied worden opgesteld (Tabel 1).

Volgens de Archeologische Waardenkaart Schiedam geldt voor het plangebied een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit het Mesolithicum tot en met de Middeleeuwen.

De eventuele resten uit het Mesolithicum en het Neolithicum bevinden zich op mogelijk aanwezige oeverafzettingen van de Formatie van Echteld en/of de Formatie van Naaldwijk (Laagpakket van Wormer) onder de Formatie van Nieuwkoop. Deze niveaus liggen

vermoedelijk ruim beneden de maximale ontgravingsdiepte en worden naar verwachting niet aangetroffen in het verkennend inventariserend veldonderzoek. De geplande

heiwerkzaamheden reiken wel tot de diepere niveaus waarop vindplaatsen uit de steentijd aanwezig kunnen zijn, maar zullen geen verstoring veroorzaken die eventueel noodzakelijk onderzoek in de toekomst onmogelijk maakt. In theorie kunnen ook vindplaatsen uit de Bronstijd aangetroffen worden op de genoemde oeverafzettingen van toenmalige geulen, maar deze zijn vooralsnog niet aangetroffen in de regio.

In de top van de Formatie van Nieuwkoop kunnen sporen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en de Middeleeuwen aanwezig zijn. Deze vindplaatsen worden herkend aan het voorkomen van onder meer aardewerk, houtskool, fosfaat, (verbrand) bot en een zogenaamde ‘vuile’ laag.

De omvang van vindplaatsen uit de IJzertijd is doorgaans kleiner dan 500 m2.

Vondstcomplexen vanaf de Romeinse tijd hebben een zeer wisselende omvang. Door latere overstromingen kan de top van het veen echter aangetast zijn. Op de

overstromingsafzettingen die daarbij zijn gesedimenteerd, behorende tot de Formatie van Naaldwijk (Laagpakket van Walcheren), kunnen vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen (vanaf 1373) en Nieuwe tijd aangetroffen worden.

(18)

Datering Archeologische verwachting

Complextype Stratigrafische positie (Formatie)

Diepte-ligging Mesolithicum redelijk hoog tot

hoog

kleine kampementen, off-site activiteiten

oeverafzettingen (Echteld/Naaldwijk)

onbekend Neolithicum redelijk hoog tot

hoog

kleine kampementen, off-site activiteiten

oeverafzettingen (Echteld/Naaldwijk) onbekend Bronstijd laag kleine kampementen, off-site

activiteiten

oeverafzettingen (Echteld/Naaldwijk) onbekend IJzertijd redelijk hoog tot

hoog

nederzettingsterreinen, verkavelingspatronen

top veen (nieuwkoop)/

oeverafzettingen (Naaldwijk)

vanaf circa 1 m - NAP Romeinse tijd redelijk hoog tot

hoog

nederzettingsterreinen, verkavelingspatronen

oeverafzettingen (Naaldwijk) vanaf circa 1 m - NAP Middeleeuwen

tot 1100

redelijk hoog tot hoog

huiserven, ophogings- en bewoningslagen

oeverafzettingen (Naaldwijk) vanaf circa 1 m - NAP Middeleeuwen

vanaf 1100

redelijk hoog tot hoog

huiserven, ophogings- en bewoningslagen

overstromingsafzettingen (Naaldwijk)/

ophogingslagen

vanaf maaiveld Nieuwe tijd redelijk hoog tot

hoog

huiserven, ophogings- en bewoningslagen

overstromingsafzettingen (Naaldwijk)/

ophogingslagen

vanaf maaiveld

Tabel 1. Gespecificeerde archeologische verwachting plangebied Schiedam Polderweg 23.

2.7 Advies

Op basis van het bureauonderzoek kan gesteld worden dat er in het plangebied Schiedam Polderweg 23 archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Aangezien de geplande werkzaamheden gepaard zullen gaan met grondroerende activiteiten, kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden worden aangetast of vernietigd. Het BOOR adviseert dan ook om de gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied te toetsen en eventueel aan te vullen door middel van een verkennend inventariserend veldonderzoek.

(19)

86.700

86.700

87.200

87.200

439.000 439.000

439.500 439.500

2 3

1 Polderweg

‘s-Gravelandsewe g

‘s-Gravelandsewe

g Poldervaart

NS spoorlijn Delf

t-Schiedam

Polderweg Polderweg

Buitenkerklaan

middelmatige kans op het antreffen van archeologische waarden uit de Prehistorie, romeinse tijd en Middeleeuwen

veenwinningsgebieden. Middelmatige trefkans op bewoningssporen uit de Nieuwe Steentijd , IJzertijd, Romeinse tijd (0-450) en Middeleeuwen (450-1500) bekende fossiele rivierloop met geul- en oeverafzettingen aan of

onder de oppervlakte

bewoningslinten, situatie circa 1850

plangebied

vindplaats met vindplaatsnummer water

2

Afb. 2. Bekende archeologische waarden en vindplaatsen in de omgeving van het plangebied.

0 100m

´

Schaal 1:5.000

Kaart: Gemeente Rotterdam

(20)
(21)

3 VERKENNEND INVENTARISEREND VELDONDERZOEK

3.1 Doel

In het plangebied Schiedam Polderweg 23 is een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, om de archeologische verwachting uit het bureauonderzoek te toetsen. Voor het onderzoek zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

- Inzicht verschaffen in de bodemopbouw en de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied.

Zijn de oeverafzettingen, waarop ten oosten van het plangebied een romeins nederzettingsterrein werd aangetroffen, ook in het plangebied aanwezig?

Is er sprake van een laatmiddeleeuwse ophoging in het plangebied?

- Eventuele vindplaatsen lokaliseren en de diepteligging van de bewoningssporen bepalen.

- Indien mogelijk de datering, aard en kwaliteit van de vindplaatsen bepalen.

- Indien mogelijk op grond hiervan komen tot een waardering van de vindplaats(en).

- Indien er archeologische waarden aanwezig zijn, zal er een aanbeveling gedaan worden met betrekking tot de omgang met de aanwezige archeologische waarden.

3.2 Methoden

De verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd door middel van grondboringen. Het veldwerk heeft plaatsgevonden op 22 maart 2013. De werkzaamheden zijn verricht door mevrouw A. van de Meer (prospector Ma, BOOR) en de heer G.F.H.M.

Kempenaar (senior veldtechnicus, BOOR).

Het zetten van grondboringen is een non-destructieve manier van onderzoek die onder andere gebruikt kan worden om archeologische vindplaatsen te lokaliseren. Een

archeologische laag is in de (guts)boor herkenbaar als een zogenaamde ‘vuile’ laag. Een dergelijke laag kan een oude leeflaag vertegenwoordigen en archeologische indicatoren bevatten zoals houtskool, bot, aardewerk of vuursteen. Ook afwijkingen in de reguliere bodemopbouw kunnen een goede indicatie voor menselijke activiteiten in het verleden zijn.

Daarnaast kan door deze methode eenvoudig inzicht verkregen worden in de intactheid van de bodem in het plan gebied. Benadrukt moet worden dat kleinschalige archeologische verschijnselen zoals verkavelingspatronen, graven, grondsporen en andere zeer lokale archeologische resten slecht herkenbaar zijn in boringen.

Gedurende het boren wordt tevens gelet op de geologische opbouw van de bodem. Inzicht in de bodemopbouw is noodzakelijk om beter te kunnen inschatten waar zich mogelijk archeologische waarden bevinden en om de archeologische potentie van een gebied te bepalen; zo kan er dus meer gericht archeologisch onderzoek plaatsvinden.

In totaal zijn elf boringen gezet verspreid over het plangebied (Afb. 3). Door een

ondoordringbare bodem op verschillende locaties binnen het plangebied is het boorgrid enigszins aangepast ten opzichte van het vooropgestelde boorplan (afdeling Beheer en Beleid BOOR). Er is getracht de boringen door te zetten tot in het Hollandveen Laagpakket, met een maximale boordiepte van 5 m - mv. Vier boringen zijn gestaakt binnen 1 m - mv vanwege een ondoordringbare bodem. De boorlocaties en maaiveldhoogtes van de boorpunten zijn ingemeten met een GPS. Hierbij is gebruik gemaakt van het 06-GPS netwerk, een landelijk dekkend netwerk van GNSS-referentiestations. De afwijking in de plaatsbepaling bedraagt maximaal 3 cm.

Het opgeboorde materiaal is gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). Voor de bepaling van het kalkgehalte van sedimenten is gebruik gemaakt

(22)

van een zoutzuuroplossing (10%). Er zijn geen grondmonsters genomen.

3.3 Resultaten 3.3.1 Geologie

Hieronder volgt een globale beschrijving van de vier stratigrafische eenheden die in de bodem van het plangebied zijn onderscheiden. De eenheden worden van onder naar boven beschreven en zijn in afbeelding 4 weergegeven in een profiel. De boorstaten zijn terug te vinden in de bijlage. Voor een nadere toelichting op ouderdom, klimaat, landschap en archeologische periode wordt verwezen naar de tijdtabel op pagina 5.

Formatie van Echteld en Formatie van Nieuwkoop, komafzettingen

De diepst aangeboorde lithogenetische eenheid betreft een komafzetting die behoort tot de Formatie van Echteld. De komklei wordt afgewisseld met veenlagen (Formatie van

Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket). Het pakket is in vier boringen bereikt en ligt minimaal op een diepte van 3,55 m - NAP (3,38 m - mv) in boring 6. De ondergrens van het pakket is niet bereikt. De maximaal waargenomen dikte bedraagt 162 cm, eveneens in boring 6.

Formatie van Naaldwijk (Laagpakket van Walcheren), (rest)geul- en verlandingsafzettingen Op de komafzettingen ligt een pakket (rest)geul- en verlandingsafzettingen, dat behoort tot de Formatie van Naaldwijk (Laagpakket van Walcheren). De afzettingen zijn afkomstig van een fossiel geulsysteem, dat zich deels onder de Polderweg bevindt. Het betreft een

overwegend grijze tot grijsbruine, uiterst siltige klei. In boring 1 en 7 komen zandlagen voor.

In geen van de boringen is een goed ontwikkelde oeverwal aangetroffen. Het Laagpakket van Walcheren ligt op een minimale diepte van 1,44 m - NAP (1,40 m - mv) in boring 1 en maximaal op 3,50 m - NAP (1,40 - mv) in boring 9. De maximaal waargenomen dikte bedraagt 300 cm in boring 7. De (rest)geul- en verlandingsafzettingen gaan over in een geroerd pakket.

Geroerd/opgebracht pakket

Op de (rest)geul- en verlandingsafzettingen van het Laagpakket van Walcheren ligt een geroerd pakket, waarvan niet met zekerheid is vastgesteld of het van elders opgebracht materiaal betreft, of ter plaatse geroerde afzettingen van het Laagpakket van Walcheren.

Het pakket bestaat uit grijze tot lichtbruingrijze uiterst siltige tot zandige klei, soms met humusvlekken. In het pakket zijn fragmenten baksteen, dierlijk bot en een enkel fragment aardewerk aangetroffen (vermoedelijk Faience uit de 17e eeuw). Het geroerde pakket ligt minimaal op 0,07 m - NAP (0,45 m - mv) in boring 7 en maximaal op 2,25 m - NAP (2,05 m - mv) in boring 4 en gaat over in een subrecent opgebracht pakket aan het maaiveld.

Subrecent opgebracht pakket

In alle boringen ligt een subrecent opgebracht pakket aan het maaiveld, dat bestaat uit zwak siltig, matig grof zand. Het pakket is minimaal 45 cm (boring 7) en maximaal 135 cm (boring

(23)

fragment Faience geen in situ vondst kan zijn. Het is eveneens uit te sluiten dat het geroerde, dan wel opgebrachte pakket een Laat Middeleeuwse terp betreft.

(24)

86.900 86.950

439.350 439.350

439.400 439.400

9 8

3

10

5

11 2

A 4

A’

1

6 7

Polderweg

Polderdwarsweg Polderwetering

(25)

zand klei veen subrecent opgebracht pakket

volledig gereduceerd zwak zandig

sterk zandig kleiig (alleen bij zand) zwak kleiig sterk kleiig zwak siltig sterk siltig uiterst siltig zwak humeus matig humeus kb

hv

hv

hv

kb

kb

kb

hv

hv

zl1

zl1 enkele zandlagen hv humusvlekken kb kleibrokken PO2

PO1

OB2

PO3 OB1PO2 PO2

PO3 PO2GR

PO2

HK1 OB1PA2 OB1PA2 PO1

PO2

OB1PO1

enkele spikkel houtskool HK1

enkel fragment onverbrand bot OB1

fragmenten onverbrand bot OB2

fragmenten puin PA2

enkel fragment puin (onbepaald) PO1

fragmenten puin (onbepaald) PO2

veel fragmenten puin (onbepaald) PO3

GR grind spoor hout en riet

spoor plantenresten spoor riet weinig riet schelpengruis Afstand tot nulpunt in meters

Hoogte t.o.v. NAP in centimeters Hoogte t.o.v. NAP in centimeters

0 11,28 39,73 60,01

50 0 -50 -100 -150 -200 -250 -300 -350 -400 -450 -500

50 0 -50 -100 -150 -200 -250 -300 -350 -400 -450 -500

4 2 6

7

A

noordwest zuidoost

A'

Afb. 4. Profiel A-A’.

1 Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket / Formatie van Echteld (komafzettingen) 2 Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren ((rest)geul- en verlandingsafzettingen) 3 Geroerd / opgebracht pakket

1 2 3

(26)
(27)

4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

In maart 2013 is in het plangebied Schiedam Polderweg 23 een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen uitgevoerd. Het veldonderzoek is

voorafgegaan door een bureauonderzoek. Het onderzoek is verricht omdat bij de geplande werkzaamheden de bodem wordt ontgraven. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze hierbij worden aangetast of vernietigd.

4.1 Conclusies

Ten aanzien van de geformuleerde doelstellingen kan op basis van het onderzoek het volgende worden geconcludeerd.

Inzicht verschaffen in de bodemopbouw en de mate van gaafheid van de bodemopbouw in het plangebied

De diepst aangeboorde stratigrafische eenheid in het plangebied betreft een pakket

komafzettingen, bestaande uit humeuze klei van de Formatie van Echteld, afgewisseld met veenlagen (Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket). De komafzettingen liggen op een mimimale diepte van 3,55 m - NAP (3,38 m - mv). De komafzettingen worden afgedekt door een pakket (rest)geul- en verlandingsafzettingen, dat behoort tot het

Laagpakket van Walcheren (Formatie van Naaldwijk). Dit pakket ligt op een minimale diepte van 1,44 m - NAP (1,40 m - mv). De (rest)geul- en verlandingsafzettingen gaan over in een geroerd pakket op een minimale diepte van 0,07 m - NAP (0,45 m - mv). Het is niet duidelijk of het geroerde pakket is opgebracht of dat het een geroerde top van het Laagpakket van Walcheren betreft. Aan het maaiveld ligt een subrecent opgebracht pakket met een minimale dikte van 45 cm.

Eventuele vindplaatsen lokaliseren en de diepteligging van de bewoningssporen bepalen Een vindplaats op een oeverwal slechts 100 meter ten oosten van het plangebied strekt zich niet uit tot in het plangebied. In het plangebied zijn ook geen goed ontwikkelde oeverwallen en/of bodems aanwezig in het Laagpakket van Walcheren. In geen van de boringen is een zogenaamde ‘vuile’ laag aangetroffen, die zou kunnen duiden op de aanwezigheid van archeologische bewoningssporen op dit niveau.

In het geroerde pakket op de (rest)geul- en verlandingsafzettingen van het Laagpakket van Walcheren zijn fragmenten puin, onverbrand bot en een enkel fragment aardewerk (17e eeuw) aangetroffen. Het materiaal in het geroerde, dan wel opgebrachte pakket

vertegenwoordigt geen in situ archeologische waarden.

Onder het Laagpakket van Walcheren bevinden zich komafzettingen waarvoor de verwachting op het aantreffen van archeologische sporen zeer gering wordt geacht.

Concluderend kan gesteld worden dat de kans zeer klein is dat bij de geplande

werkzaamheden in het plangebied archeologische waarden verstoord zullen worden binnen de maximale boordiepte van 5,38 m - NAP.

4.2 Aanbevelingen

Op basis van de bovenstaande conclusies luidt de aanbeveling voor het plangebied Schiedam Polderweg 23 dat er geen voorzieningen getroffen hoeven te worden om

archeologische waarden te behouden of te ontzien. Zonder verder archeologisch onderzoek kan worden gestart met de voorgenomen werkzaamheden. Wel dient altijd rekening

gehouden te worden met zogenaamde toevalsvondsten in het plangebied. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht

(28)

archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag, zoals aangegeven staat in de Monumentenwet 1988, artikel 53, lid 1. Het BOOR is bereid de gemeente Schiedam hierin te adviseren.

Bevoegd gezag

Het bevoegd gezag in deze is de gemeente Schiedam. Ten aanzien van de conclusies en aanbevelingen in dit rapport kan contact opgenomen worden met de heer A.G. van Vliet.

Gemeente Schiedam t.a.v. de heer A.V. van Vliet Postbus 1501

3100 EA Schiedam Tel. 010-2191796

E-mail ag.v.vliet@schiedam.nl

(29)

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Literatuur

Döbken, A.B., A.J. Guiran en M.C. van Trierum, 1992: Archeologisch onderzoek in het Maasmondgebied: archeologische kroniek 1987-1990, in: A.B. Döbken (red.): BOORbalans 2 Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied, Rotterdam, 271-314.

Londen, H. van 1996: Archeologisch onderzoek naar een inheemse nederzetting uit de Romeinse tijd aan de Polderweg, gemeente Schiedam, Amsterdam.

Stronkhorst, M. En F.J.C. Peters 2006: Schiedam Polderwetering. Een bureauonderzoek en een verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen, Rotterdam (BOORrapporten 301).

Overige bronnen

Actueel Hoogtebestand Nederland van Rijkswaterstaat en de Waterschappen, opgenomen in BOORIS (op 18-03-2013).

Archis, Archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html op 18-03-2013).

BOOR, 2008: Archeologische Waardenkaart Schiedam, Rotterdam (vastgesteld op 19 februari 2008).

BOORIS, Archeologisch informatiesysteem van het BOOR (op 18-03-2013).

GeoTOP, driedemensionaal model van de Nederlandse ondergrond door TNO, opgenomen in BOORIS (op 18-03-2013).

Projectteam WatWasWaar.nl, s.a.: WatWasWaar (http://ngz.watwaswaar.nl op 18-03-2013).

Provincie Zuid-Holland, 2007: Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, kaart 1b (Archeologie waarden) (http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/kaart_chs.html op 18-03-2013).

Uitgeverij 12 Provinciën, 2005: Luchtfoto-Atlas Zuid-Holland. Loodrechtluchtfoto’s provincie Zuid-Holland, schaal 1:14.000, Landsmeer.

(30)

AFKORTINGEN

AHN Actueel Hoogtebestand Nederland AMK Archeologische Monumentenkaart AMZ Archeologische Monumentenzorg

Archis Archeologisch informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed AWK Archeologische Waardenkaart

BOOR Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam BOORIS Archeologisch informatiesysteem van het BOOR

CvAK College voor de Archeologische Kwaliteit GNSS Global Navigation Satellite System GPS Global Positioning System

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

LS Afkorting voor specificatie Bureauonderzoek (binnen de KNA) mv maaiveld

NAP Normaal Amsterdams Peil RD Rijksdriehoek

TNO Nederlands organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek VS Afkorting voor specificatie Inventariserend Veldonderzoek (binnen de KNA)

(31)

BIJLAGE 1: BOORSTATEN

(32)

boring: 552-1

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.929,30, Y: 439.407,20, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -0,04, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,04 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond

90 cm -Mv / 0,94 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald) Opmerking: ziet er al goed uit, oud oppervlak?

140 cm -Mv / 1,44 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken, schelpengruis

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Opmerking: zandlenzen

180 cm -Mv / 1,84 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Opmerking: zandlenzen, bruin gevlekt

250 cm -Mv / 2,54 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele zandlagen, spoor hout, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

Opmerking: zandlenzen, bruin gevlekt

350 cm -Mv / 3,54 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, spoor hout, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

Opmerking: zandlenzen, bruin gevlekt

Einde boring op 500 cm -Mv / 5,04 m -NAP

(33)

boring: 552-2

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.921,41, Y: 439.395,24, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -0,41, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,41 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, matig grof

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: opgebrachte grond

75 cm -Mv / 1,16 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, kleiig, donkergrijs, matig fijn

Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)

110 cm -Mv / 1,51 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs

Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond

Archeologie: enkel fragment verbrand bot, fragmenten bouwpuin (onbepaald)

155 cm -Mv / 1,96 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs

Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond

Archeologie: enkel fragment verbrand bot, fragmenten bouwpuin (onbepaald) Opmerking: lu gevlekt, gele baksteen

172 cm -Mv / 2,13 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs

Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment verbrand bot Opmerking: concreties

218 cm -Mv / 2,59 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijsbruin, spoor plantenresten Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: z spikkels, bruine kluit? OP?

232 cm -Mv / 2,73 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: diffuus (3-10 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, humusvlekken Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Opmerking: lu gevlekt, natuurlijk?

300 cm -Mv / 3,41 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, grijsbruin, weinig riet

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

317 cm -Mv / 3,58 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, bruin, rietveen, weinig riet

Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

Einde boring op 465 cm -Mv / 5,06 m -NAP

boring: 552-3

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.913,07, Y: 439.383,48, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: 0,06, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,06 m +NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig grof

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: opgebrachte grond

135 cm -Mv / 1,29 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, humusvlekken Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: als boring 1, pndoordringbaar op 160, bs?

Einde boring op 160 cm -Mv / 1,54 m -NAP

(34)

boring: 552-4

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.913,16, Y: 439.402,93, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -0,20, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,20 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig grof

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: opgebrachte grond

90 cm -Mv / 1,10 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, kleiig, donkergrijs, kleibrokken, matig fijn

Bodemkundig: volledig gereduceerd, interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)

180 cm -Mv / 2,00 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs

Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)

205 cm -Mv / 2,25 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: concreties, XX/OP?

230 cm -Mv / 2,50 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwartgrijs, humusvlekken, schelpengruis

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond

Archeologie: fragmenten onverbrand bot Opmerking: zwarte laag met bot, OP?

255 cm -Mv / 2,75 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: concreties, XX/OP?

259 cm -Mv / 2,79 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijsbruin

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Opmerking: lu kluit/vlek, als boring 2

276 cm -Mv / 2,96 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijsbruin, humusvlekken, spoor plantenresten Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

Opmerking: lu gevlekt, natuurlijk als boring 2

304 cm -Mv / 3,24 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtgrijsbruin, humusvlekken, spoor plantenresten, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

338 cm -Mv / 3,58 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm)

Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, weinig riet, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

Opmerking: NAWA/NAWO?

366 cm -Mv / 3,86 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: veen, zwak kleiig, bruin, rietveen

Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

Einde boring op 450 cm -Mv / 4,70 m -NAP

boring: 552-5

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.937,28, Y: 439.391,52, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -0,42, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning,

(35)

boring: 552-6

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.946,88, Y: 439.382,57, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -0,17, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,17 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: antropogeen Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig grof

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: opgebrachte grond

60 cm -Mv / 0,77 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: antropogeen, aard ondergrens: erosief (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grof

Bodemkundig: veel Fe-vlekken

Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)

70 cm -Mv / 0,87 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: erosief (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, kleiig, donkergrijs, matig fijn

Bodemkundig: volledig gereduceerd

Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald), grind Opmerking: stukje faience scherf

90 cm -Mv / 1,07 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, kleibrokken, matig grof

Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)

192 cm -Mv / 2,09 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, grijs, spoor plantenresten

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: enkele spikkel houtskool, enkel fragment onverbrand bot, fragmenten bouwpuin Opmerking: bot op192

208 cm -Mv / 2,25 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtgrijsbruin, kleibrokken, spoor hout en riet Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: enkel fragment onverbrand bot, fragmenten bouwpuin, enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: een enkel puintje, op?

285 cm -Mv / 3,02 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, spoor riet

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Opmerking: zeer scherpe overgang

338 cm -Mv / 3,55 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, grijsbruin, rietveen

Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

363 cm -Mv / 3,80 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, weinig riet

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer

495 cm -Mv / 5,12 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk kleiig, grijsbruin, rietveen

Litho-stratigrafie: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

Einde boring op 500 cm -Mv / 5,17 m -NAP

(36)

boring: 552-7

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.967,14, Y: 439.381,55, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: 0,38, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 0,38 m +NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)

Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, kleibrokken, matig grof Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond

45 cm -Mv / 0,07 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, zwak zandig, lichtgeelgrijs

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Opmerking: ks4/kz1, licht verrommeld

76 cm -Mv / 0,38 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijs

Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)

162 cm -Mv / 1,24 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Bodemkundig: interpretatie: verstoord

Archeologie: enkel fragment onverbrand bot, enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: groenige concreties, lu gevlekt, enkele puinspikkel

188 cm -Mv / 1,50 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, grijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren

200 cm -Mv / 1,62 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, humusvlekken

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Opmerking: siltlensen

228 cm -Mv / 1,90 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs

Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase) Opmerking: siltlensen

250 cm -Mv / 2,12 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtgrijsbruin, spoor plantenresten, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

332 cm -Mv / 2,94 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, humusvlekken, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

Opmerking: siltlensen

350 cm -Mv / 3,12 m -NAP

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)

Lithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, lichtgrijsbruin, enkele zandlagen, spoor plantenresten, interpretatie: verlandingsafzettingen (restgeul) Litho-stratigrafie: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren (vroege fase)

Einde boring op 500 cm -Mv / 4,62 m -NAP

boring: 552-8

beschrijver: AVDM/GK, datum: 22-3-2013, X: 86.909,41, Y: 439.378,10, precisie locatie: 1 cm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 37E, hoogte: -1,16, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: braak, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Schiedam, plaatsnaam: Schiedam, opdrachtgever: Vlassak Verhulst Villas, uitvoerder:

BOOR

0 cm -Mv / 1,16 m -NAP

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, kleiig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtgrijs, matig stevig, interpretatie:

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (&lt;0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, matig humeus, donkerbruin, matig fijn, kalkloos

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijs, enkele zandlagen, spoor

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (&lt;0,3 cm) Lithologie: klei, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele kleilagen, spoor

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruin, normaal (alleen zand en veen), matig

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, uiterst siltig, sterk humeus, donkergrijs, veel riet,

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (&lt;0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin, matig fijn, interpretatie: dekzand. 40

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (&lt;0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokken, matig stevig