Inspectierapport
Buitenschoolse opvang Rollebol Faktorij 129
1825 HC ALKMAAR
Registratienummer 101450977
Toezichthouder: GGD Hollands Noorden
In opdracht van gemeente: ALKMAAR
Inhoudsopgave
Het onderzoek...3
Observaties en bevindingen ...4
Pedagogisch klimaat ...4
Personeel en groepen...5
Veiligheid en gezondheid ...6
Inspectie-items...7
Gegevens voorziening... 10
Gegevens toezicht... 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing Algemeen:
Buitenschoolse opvang (BSO) Rollebol behoort tot de koepelorganisatie Rollebol BV. en is gevestigd in het gebouw van het hoofdkantoor. De BSO maakt gebruik van een groepsruimte op de begane grond en een 2e groepsruimte op de eerste verdieping.
Inspectiegeschiedenis:
De laatste inspecties hebben plaatsgevonden in oktober 2012 en juni 2013. Tijdens beide bezoeken zijn geen overtredingen geconstateerd.
De inspectie:
In de voorgaande jaren zijn bij dit kindercentrum geen overtredingen geconstateerd. Hierdoor heeft de gemeente Alkmaar geoordeeld dat een onderzoek op een beperkt aantal items op deze locatie mogelijk is. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op het pedagogisch klimaat, het aantal beroepskrachten op de groepen, hun diploma’s en verklaringen omtrent het gedrag, de
beroepskracht-kindratio en de aspecten rondom de veiligheid en hygiëne.
Conclusie:
Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle voorwaarden voldoet.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Rollebol BV. beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over
locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Dit locatiespecifieke werkplan wordt jaarlijks door de locatieverantwoordelijke herzien en inhoudelijk met de beroepskrachten
besproken tijdens teamoverleg. Tijdens de functioneringsgesprekken wordt de inhoudelijke kennis van de beroepskrachten nader getoetst.
Bij Rollebol is gekozen voor een separaat document als appendix van het pedagogisch
beleid. In het pedagogisch beleid wordt uitleg gegeven over de voorwaarden waarna verwezen wordt naar een aanvullend document. Dat document beschrijft meer in detail hoe wordt omgegaan met wennen en het afnemen van extra dagdelen op het kindercentrum.
De kinderen van de BSO zijn afkomstig van verschillende basisscholen. Kinderen worden door de beroepskrachten opgehaald van school of komen zelfstandig middels hun zelfstandigheidscontract.
Normaliter heeft het team elke 3 maanden teamoverleg. Momenteel is er vaker overleg i.v.m. het nieuwe team. Ook is de groepssamenstelling veranderd. Voorheen waren de 2 basisgroepen in leeftijd van elkaar gescheiden. Door het veranderende aanbod is daar van afgezien en zijn beide groepen voor kinderen in de leeftijdscategorie van 4-13 jaar.
Op de BSO kan een warme maaltijd worden genuttigd. Ouders schrijven hun kind hiervoor in. De maaltijden worden op het hoofdkantoor geleverd door het bedrijf 'Lekker en Vers', en opgehaald door de beroepskrachten. Op de locatie zijn de juiste apparaten en beleid aanwezig de maaltijd verantwoord te verwarmen.
Pedagogische praktijk
De beroepskrachten geven aan dat nieuw en herzien beleid digitaal wordt rondgestuurd. Elke beroepskracht heeft een eigen Rollebol e-mailadres waarop de laatste nieuwtjes worden gecommuniceerd. Verschillend beleid wordt meegestuurd ter kennisname of er wordt verwezen naar het RKS; het Rollebol KwaliteitsSysteem. Binnen dit systeem staan de verschillende werkinstructies, protocollen en afspraken overzichtelijk weergegeven. Ook het pedagogisch werkplan staat er op. Dit is recent herzien met onderwerpen als wennen, extra dagdelen en de meldcode.
Voor het toetsen van de pedagogische kwaliteit is een observatie-instrument gebruikt. Uit het inspectiebezoek is gebleken dat de pedagogische praktijk tijdens de observatie voldoet aan alle gestelde voorwaarden.
In de praktijk zitten de kinderen in hun eigen basisgroep aan tafel voor ontvangst. Tijdens de inspectie had een gedeelte van de groep een studiedag van school, terwijl de rest gewoon les had.
Nadat alle kinderen waren gearriveerd werd per basisgroep de dag doorgesproken, werden plannen gemaakt en de onderwerpen die voor de kinderen belangrijk zijn doorgenomen.
Kinderen zijn in de praktijk zichtbaar bekend met de structuur en groepsregels. De
beroepskrachten zijn relatief nieuw op de groep en met elkaar, maar dat is in de praktijk niet zichtbaar. De onderlinge communicatie is rustig en gecoördineerd, kinderen krijgen van de verschillende beroepskrachten dezelfde grenzen aangegeven.
Overdracht naar ouders is warm en volledig. Beroepskrachten kennen de kinderen en de
bijzonderheden uit hun leven. Zij vragen de kinderen of ouders om het vervolg van het verhaal en informeren naar bijzonderheden.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Waarnemen locatiemanager mevrouw I.
Zwaag)
Interview anderen (Beroepskrachten)
Observaties
Pedagogisch beleidsplan
Pedagogisch werkplan
Personeel en groepen
De BSO Rollebol heeft 2 basisgroepen. De ene groep bevindt zich op de begane grond, de andere op de eerste verdieping.
De centrale planning van Rollebol BV. is verantwoordelijk voor de planning en plaatsing. De beroepskracht-kindratio wordt berekend met behulp van de rekentool van het Ministerie.
De aan- en of afwezigheid van kinderen wordt geregistreerd in het programma Koala. De
beroepskrachten kunnen hierin de bijzonderheden van de kinderen kwijt, zo ook de vakanties en ziekmeldingen.
Verklaring omtrent het gedrag
Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel
steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Tijdens de steekproef zijn geen overtredingen geconstateerd. De personeelsleden die zijn beoordeeld beschikken over een actuele VOG.
Passende beroepskwalificatie
Tijdens de steekproef van beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn geen overtredingen geconstateerd. De beroepskrachten die zijn beoordeeld beschikken over een passende
beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen.
Beroepskracht-kindratio
De daadwerkelijke bezetting tijdens de inspectie was:
Op BSO 1 (beneden) waren 16 kinderen aanwezig, onder begeleiding van 2 vaste beroepskrachten.
Op BSO 2 (boven) waren 8 kinderen aanwezig, onder begeleiding van 2 vaste beroepskrachten.
Opvang in groepen
Er zijn 2 basisgroepen genaamd groep 1 en groep 2. Beide groepen zijn voor maximaal 20
kinderen per dag. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt in leeftijdsgroepen, beide groepen zijn voor kinderen van 4-13 jaar.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Waarnemen locatiemanager mevrouw I.
Zwaag)
Interview anderen (Beroepskrachten)
Observaties
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Plaatsingslijsten
Presentielijsten
Personeelsrooster
Registratiesysteem KOALA
Veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisatie wordt jaarlijks uitgevoerd door de locatieverantwoordelijke in
samenwerking met de beroepskrachten. Er wordt gebruik gemaakt van het model van Consument en Veiligheid, wat is aangepast naar de wensen van de organisatie. De veiligheid- en
gezondheidsinventarisatie zijn samen met het veiligheid- en gezondheidsverslag in één document weergegeven. De inventarisaties worden aan de beroepskrachten en de oudercommissie
aangeboden ter inzage.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn in juli 2013 opgesteld.
Wanneer de nieuwe inventarisatie is opgesteld, wordt deze ter revisie aan de beroepskrachten en oudercommissie aangeboden, voorafgaand het eerstvolgende (team)overleg. Suggesties en opmerkingen naar aanleiding van het overleg worden verwerkt, waarna het document wordt vastgesteld.
Meldcode kindermishandeling
Tijdens de inspectie is kort gesproken over de meldcode kindermishandeling. De beroepskracht gaf aan deze kort geleden te hebben ontvangen om door te nemen voorafgaand aan het overleg. Zij was inhoudelijk goed geïnformeerd en bekend met de termen en werkwijze van de
aandachtsfunctionaris en vertrouwensinspecteur.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Waarnemen locatiemanager mevrouw I.
Zwaag)
Interview anderen (Beroepskrachten)
Risico-inventarisatie veiligheid
Risico-inventarisatie gezondheid
Actieplan veiligheid
Actieplan gezondheid
Ongevallenregistratie
Veiligheidsverslag
Gezondheidsverslag
Huisregels/groepsregels
Meldcode kindermishandeling
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OFDe verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Rollebol
Website : http://www.rollebol.nl
Aantal kindplaatsen : 40
Gegevens houder
Naam houder : Rollebol Kindercentra
Adres houder : Kennemerstraatweg 13
Postcode en plaats : 1814 GA ALKMAAR
Website : www.rollebol.nl
KvK nummer : 37095741
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Hollands Noorden
Adres : Postbus 324
Postcode en plaats : 1740 AH SCHAGEN
Telefoonnummer : 0224-720620
Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw R. Kuipers
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : ALKMAAR
Adres : Postbus 53
Postcode en plaats : 1800 BC ALKMAAR
Planning
Datum inspectie : 10-02-2014
Opstellen concept inspectierapport : 18-02-2014
Hoor en wederhoor : 20-02-2014
Zienswijze houder : 20-02-2014
Vaststelling inspectierapport : 21-02-2014 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 21-02-2014
Verzenden inspectierapport naar gemeente
: 21-02-2014
Openbaar maken inspectierapport : 22-02-2014
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Op 20 februari heeft de toezichthouder per mail de opmerking ontvangen dat Rollebol tevreden is met de bevindingen van de toezichthouder en het niet nodig vinden om een zienswijze te geven op dit rapport.