• No results found

Inspectierapport VOF Het Beertje (BSO) Heesterseweg 5a 5386KT GEFFEN Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport VOF Het Beertje (BSO) Heesterseweg 5a 5386KT GEFFEN Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

VOF Het Beertje (BSO) Heesterseweg 5a 5386KT GEFFEN

Registratienummer 157805694

Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant

In opdracht van gemeente: MAASDONK

Datum inspectie: 31-03-2014

Type onderzoek : Regulier onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 07-07-2014

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 31-03-2014

VOF Het Beertje te GEFFEN

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

Beschouwing

Buitenschoolse opvang Het Beertje is samen met Kinderdagverblijf Het Beertje gehuisvest in een vrijstaand pand in Geffen.

Naast de locatie in Geffen heeft Kindercentrum ook in Heesch een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang.

Op de bovenverdieping van het pand in Geffen vindt de buitenschoolse opvang plaats.

De opvang bestaat uit twee basisgroepen met ieder maximaal 20 kinderen.

Inspectiegeschiedenis

In de afgelopen twee jaar heeft de houder voldaan aan de gestelde voorwaarden.

Conclusie inspectie 2014

Tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd.

Opmerking

Op verzoek van de GGD en met toestemming van de Gemeente Maasdonk is dit rapport later uitgebracht en naar de houder verzonden als op basis van de wettelijke termijn toegestaan is.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 31-03-2014

VOF Het Beertje te GEFFEN

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep.

Na de beschrijving uit het veldinstrument ( start met een streepje •) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.

De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang;

1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.

2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.

3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.

4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.

Kindercentrum Het Beertje werkt volgens het 'Pedagogisch werkplan BSO Gefffen'. (laatste versie 01-02-2014)

In dit werkplan staat het binnen de organisatie en deze locatie geldende beleid beschreven.

Pedagogische praktijk

Tijdens de observatie is gekeken naar eerder genoemde vier competenties.

Op basis van de observatie kan geconcludeerd worden dat hieraan voldaan wordt. Onderstaand worden per competentie situaties beschreven die zijn waargenomen.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij 'beurt-wisselen':

beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek.

Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van de interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van het kind.

De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft.

Beroepskrachten laten respect zien voor ieder kind; ieder kind krijgt een eerlijke behandeling; er is geen sprake van discriminatie of uitsluiten.

Persoonlijke competenties

Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk.

Er zijn speelhoeken die goed en aantrekkelijk ingericht zijn voor het speeldoel.

Sociale competenties

De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen.

De beroepskrachten helpen de kinderen actief om samen dingen te ondernemen, ook als daarbij het gezet moet worden individuele belang af en toe opzij voor het collectieve belang.

Normen en waarden

Beroepskrachten hebben voldoende houvast aan en inzicht in de afspraken, regels en omgangsvormen om kinderen hierop voor te leven en te begeleiden.

(5)

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

 Interview anderen (pedagogisch medewerker van de bso)

 Observaties

 Pedagogisch werkplan (01-02-2014)

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 31-03-2014

VOF Het Beertje te GEFFEN

Personeel en groepen

Dit onderdeel belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'.

Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.

Verklaring omtrent het gedrag

In verband met de continue screening zijn alle verklaringen omtrent het gedrag (VOG) beoordeeld.

Alle beroepskrachten en de houder beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten beschikken over de juiste beroepskwalificatie.

Beroepskracht-kindratio

Op de dag van inspectie worden er 14 kinderen opvangen van twee scholen.

De kinderen komen op iets uit elkaar liggende tijdstippen binnen.

Er wordt voldaan aan de beroepskracht kind ratio; er zijn twee gediplomeerde medewerkers voor 14 kinderen.

Opvang in groepen Er zijn twee basisgroepen.

1. Kinderen van groep 1 t/m 3 2. Kinderen van groep 4 t/m 8

In beide groepen worden maximaal 20 kinderen opgevangen.

Er wordt soms ook voor gekozen om de twee groepen samen te voegen, dit hangt samen met het aantal kinderen dat op die dag opgevangen zal gaan worden.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 31-03-2014

VOF Het Beertje te GEFFEN Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : VOF Het Beertje

Website : http://www.kdvhetbeertje.nl

Aantal kindplaatsen : 40

Gegevens houder

Naam houder : H.C. van der Stappen en M.M.A.C. van der Stappen

Adres houder : Heesterseweg 5a

Postcode en plaats : 5386KT GEFFEN

KvK nummer : 54311136

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : P. Streppel Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : MAASDONK

Adres : Postbus 5

Postcode en plaats : 5386ZG GEFFEN

Planning

Datum inspectie : 31-03-2014

Opstellen concept inspectierapport : 23-06-2014

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 07-07-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 07-07-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 07-07-2014

Openbaar maken inspectierapport : 28-07-2014

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 31-03-2014

VOF Het Beertje te GEFFEN

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit