• No results found

Inspectierapport Kraaiennest (BSO) Admiraal de Ruyterlaan 35a 1215LV HILVERSUM Registratienummer Dit is een publicatie van:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kraaiennest (BSO) Admiraal de Ruyterlaan 35a 1215LV HILVERSUM Registratienummer Dit is een publicatie van:"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kraaiennest (BSO)

Admiraal de Ruyterlaan 35a 1215LV HILVERSUM

Registratienummer 125854572

Dit is een publicatie van:

(2)

2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM

14.0004062

Inspectierapport

Kraaiennest (BSO)

Admiraal de Ruyterlaan 35a 1215LV HILVERSUM

Registratienummer 125854572

Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: HILVERSUM

Datum inspectie: 09-05-2014

Type onderzoek: Regulier onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 03-06-2014

(3)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...4

Observaties en bevindingen ...5

Pedagogisch klimaat ...5

Personeel en groepen...7

Inspectie-items...9

Gegevens voorziening... 11

Gegevens toezicht... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(4)

4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

Beschouwing Algemeen:

Buitenschoolse opvang Kraaiennest is onderdeel van kinderopvang organisatie BINK. BINK heeft meerdere locaties dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen in Hilversum en Soest.

Bij buitenschoolse opvang Kraaiennest worden kinderen van de basisschool Montessori-Zuid opgevangen in vier basisgroepen tot zij de leeftijd van 8+ hebben bereikt. De kinderen gaan dan naar BSO Hasselbraam.

Op de benedenverdieping zijn de twee basisgroepen voor de jongste kinderen. In Zon en Ster worden de kinderen van 4-6 jaar opgevangen. Naast hun eigen basisgroep hebben de kinderen toegang tot onder andere een speellokaal.

Op de eerste verdieping worden op de groepen Maan en Regenboog de kinderen van 6-8 jaar opgevangen. Naast hun eigen basisgroep hebben de oudste kinderen onder andere toegang tot een chill-room en een theaterkamer.

Inspectie historie:

Bij het reguliere onderzoek in 2012 is een tekortkoming geconstateerd in de beroepskracht-kind- ratio. Ten tijde van het nader onderzoek werd aan dit item voldaan.

Bij het reguliere onderzoek van 2013 werd aan alle getoetste items voldaan.

Huidige inspectie:

De huidige inspectie heeft zich gericht op kernzaken uit de praktijk. De inspectie en bijbehorende observatie heeft onaangekondigd plaatsgevonden op vrijdagmiddag 09 mei 2014.

In het Landelijk Register Kinderopvang staat naast BSO Kraaiennest ook een dependance

geregistreerd, hier vindt inmiddels geen opvang meer plaats. De houder dient deze locatie te laten uitschrijven.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

Dependance Kraaiennest kan uit register worden verwijderd. Hier vindt geen opvang meer plaats.

(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 Emotionele veiligheid

 Persoonlijke competentie

 Sociale competentie

 Overdracht van normen en waarden

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.

Pedagogische praktijk

Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen.

Emotionele veiligheid:

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie;

De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen.

Kinderen kunnen bij sommige activiteiten aangeven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen gelegenheid om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben.

Voor zowel de jongste, als de oudste kinderen worden elke dag activiteiten georganiseerd.

Kinderen zijn vrij om te kiezen of, en aan welke activiteit zij willen deelnemen. Ten tijde van de observatie kon er bijvoorbeeld voor worden gekozen om een moederdagcadeau te maken, maar er was ook een buitenspel/sportactiviteit. Meerdere kinderen kozen ervoor om binnen of buiten vrij te spelen.

Persoonlijke competentie:

Kinderen krijgen de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting;

De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid wisselen af met rondlopen of kortdurend en oppervlakkig spel.

Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. De meeste tentoongestelde werkjes in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt en hebben een verband met huidige activiteiten of thema’s.

Wanneer de kinderen geen keuze maken en gaan rondhangen, worden zij gestimuleerd door de beroepskracht. "Wat ga jij doen?" "Kom anders even kijken, we hebben hele leuke dingen om te maken voor moederdag."

Sociale competentie:

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten;

De beroepskrachten grijpen doorgaans in bij negatieve interacties tussen kinderen, nadat zij een eerste indruk hebben gekregen van de situatie.

De beroepskrachten benoemen actief de manier waarop kinderen een (bijna) conflict of negatieve situatie hebben opgelost. Zij complimenteren de kinderen en benoemen op welke wijze de aanpak positief heeft gewerkt.

Op de oudste groep zijn enkele kinderen met lego bezig. Eén van de werkjes wordt door een ander kind kapot gemaakt. De beroepskracht wacht even af wat er gebeurd. Het kind zegt gelijk sorry.

Vervolgens gaat de beroepskracht naar de kinderen toe en zegt: "Goed dat je sorry zegt, maar hij vond dat niet leuk he? Ga je even helpen met het weer te maken?"

(6)

6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM

Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren;

Kinderen worden gestimuleerd om sociale contacten met elkaar aan te gaan. De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen wel in als kinderen mee mogen of kunnen doen.

Eén van de kinderen zit achter de computer een spelletje te doen, een ander kind draalt daar omheen. De beroepskracht vraagt: "Mag hij misschien even meedoen?"

Het kind achter de computer benoemt dat hij liever even alleen speelt. De beroepskracht zegt: "Hij wil even alleen spelen, je kan dan na hem, is dat goed?"

Niet veel later geeft de jongen achter de computer aan dat het andere kind toch mee mag doen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

 Observaties (Onaangekondigd op 09 mei 2014)

(7)

Personeel en groepen

Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten.

De beroepskracht-kind-ratio en de opvang in basisgroepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.

Verklaring omtrent het gedrag

Van alle medewerkers werkzaam bij buitenschoolse opvang het Kraaiennest is de verklaring omtrent het gedrag ingezien.

Van de 11 medewerkers waren 10 verklaringen omtrent het gedrag niet ouder dan 2 jaar.

De verklaring omtrent het gedrag van één huishoudelijk medewerker dateerde uit 2010. De toezichthouder heeft op dit item overleg en overreding toegepast. De houder is in de gelegenheid gesteld een verklaring omtrent het gedrag van deze medewerker toe sturen die niet ouder is dan 2 jaar.

De houder heeft deze verklaring omtrent het gedrag binnen de gestelde termijn toegezonden. Aan de voorwaarden wordt voldaan.

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie.

Beroepskracht-kindratio

Ten tijde van de onaangekondigde inspectie op vrijdag 09 mei 2014 is de volgende beroepskracht- kind-ratio geconstateerd;

Naam

groep Leeftijd

kinderen Aantal aanwezige kinderen

Aantal

beroepskrachten nodig

Aantal

beroepskrachten aanwezig

Opmerkingen

Zon 4-6 jaar 9 1 1 samengevoegd

met Ster

Ster 4-6 jaar 9 1 1

Maan 6-8 jaar 6 1 1 samengevoegd

met Regenboog

Regenboog 6-8 jaar 6 1 1

Op woensdag en vrijdag zijn de jongste twee groepen en de oudste twee groepen samengevoegd.

De overige dagen zijn aanzienlijk drukker. De groepen werken dan allen afzonderlijk.

Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan.

(8)

8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM Opvang in groepen

Ieder kind hoort bij een basisgroep van maximaal 20 kinderen. Wanneer kinderen in een andere basisgroep dan hun eigen basisgroep worden opgevangen, dan heeft de ouder hiervoor schriftelijk toestemming gegeven.

Naam groep Leeftijd kinderen Maximaal aantal aanwezige kinderen

Zon 4-6 jaar 20

Ster 4-6 jaar 20

Maan 6-8 jaar 20

Regenboog 6-8 jaar 20

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

 Observaties (Onaangekondigd op 09 mei 2014)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(9)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OFDe verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kraaiennest

Website : http://www.binkkinderopvang.nl

Aantal kindplaatsen : 90

Gegevens houder

Naam houder : Bink Hilversum

Adres houder : Postbus 1064

Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM

Website : www.binkkinderopvang.nl

KvK nummer : 55449808

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek

Adres : Postbus 251

Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM

Telefoonnummer : 035-6926377

Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : HILVERSUM

Adres : Postbus 9900

Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM

Planning

Datum inspectie : 09-05-2014

Opstellen concept inspectierapport : 30-05-2014

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 03-06-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 03-06-2014

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 03-06-2014

Openbaar maken inspectierapport : 10-06-2014

(12)

12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 09-05-2014

Kraaiennest te HILVERSUM

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling