Inspectierapport
BSO Armhoefse Akker (BSO) Van Heutszstraat 1A
5018EV TILBURG
Registratienummer 143220834
Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant
In opdracht van gemeente: Tilburg
Datum inspectie: 09-03-2015
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 24-03-2015
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015
BSO Armhoefse Akker te TILBURG
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Beschouwing
Kindercentrum Armhoefse Akker is een onderdeel van Kinderstad. De buitenschoolse opvang is samen met het kinderdagverblijf gehuisvest in een basisschool in de gelijknamig wijk Armhoefse Akkers.
Bij de buitenschoolse opvang worden twee groepen kinderen opgevangen.
Een basisgroep met maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot ongeveer 8 jaar oud Een basisgroep met maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 8 tot ongeveer 12 jaar oud.
Buitenschoolse opvang Armhoefse Akker beschikt over twee groepsruimtes.
In de groepsruimtes zijn verschillende speelhoeken gecreëerd, zoals een poppenhoek, een podium met verkleedkleren en een knutselruimte. In de open kasten staat divers ontwikkelings- en
spelmateriaal voor de kinderen. Naast de groepsruimtes kunnen de kinderen gebruik maken van de hal met computers. (ongeveer 12 m² bruikbare speelruimte)
De buitenschoolse opvang beschikt over een aangrenzende buitenruimte voorzien van gras en tegels.
Inspectie geschiedenis:
De buitenschoolse opvang is op 1 februari 2012 in exploitatie gegaan.
2012 t/m 2014
Tijdens de jaarlijkse inspectieonderzoeken is aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan.
Huidige inspectie:
Tijdens de onaangekondigde inspectie op 9 maart 2015 is aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan.
Alle benodigde documenten waren aanwezig en inzichtelijk op de locatie of werden binnen de afgesproken termijn aan de toezichthouder toegestuurd.
De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015
BSO Armhoefse Akker te TILBURG
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep.
Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.
De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang;
1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.
3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
4. Zorg dragen voor de overdracht van normen en waarden.
Pedagogische praktijk
De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. Zij weten waarom ze zo handelen en wat de bedoeling ervan is in relatie tot de vier pedagogische basisdoelen.
Emotionele veiligheid:
De beroepskrachten weten wat de afspraken zijn voor individuele 8+ers over hun zelfstandig komen en gaan. Binnen de groepsroutine houden de beroepskrachten hier rekening mee.
Bijvoorbeeld: Een kind vertelt trots: "Ik heb een contract voor alleen buiten spelen getekend samen met mijn mama en papa en de BSO-juf". De beroepskracht knikt instemmend. Na het eten en het drinken wil hij buiten gaan spelen en andere kinderen willen ook buiten gaan spelen. De beroepskracht geeft aan dat het ene kind met het contract alvast naar buiten mag gaan en dat de andere kinderen moeten wachten totdat de beroepskracht mee kan gaan. De beroepskracht pakt haar jas en gaat vervolgens met de andere kinderen ook buiten spelen.
Persoonlijke competentie:
Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging.
Kinderen hebben er plezier en zin in. Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen naar eigen wens en behoefte.
Bijvoorbeeld: Tijdens het eten en drinken vertellen de beroepskracht wat de activiteit is voor die middag. De beroepskrachten inventariseren wat de kinderen die middag willen doen. Een groep kinderen wil buiten spelen. Twee kinderen willen aan tafel puzzelen. Een groep kinderen willen mee doen met de activiteit.
Sociale competentie:
De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen, van elkaar leren.
Bijvoorbeeld: Binnen de buitenschoolse opvang wordt er gewerkt met thema's. Momenteel is er gestart met het thema: "Zintuigen". Gedurende 5 weken zal er aan dit thema gewerkt worden. De beroepskrachten hebben dit uitgewerkt aan de hand van activiteiten. Deze week staat
het onderdeel "voelen"centraal. De beroepskracht legt aan de kinderen uit wat ze gaan doen:
"Vandaag mogen jullie schilderen met je handen. Eerst gaan wij zand mengen door de verf, daarna mogen jullie met je handen schilderen". De beroepskracht laat de kinderen helpen met het mengen en daarna mogen ze beginnen. de beroepskracht stimuleert de kinderen om aan elkaar een andere kleur te vragen. Ondertussen verwoorde de beroepskracht het ontwikkelingsproces. Een kind zegt:
"Dit voelt raar". Een beroepskracht vraagt aan een ander kind: "Hoe vind jij het voelen?" Het kind zegt: "Het voelt gek en korrelig".
Overdracht van normen en waarden:
Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen.
Bijvoorbeeld: Een groep kinderen begint te renen rondom het podium. Een kind valt en begint te huilen. De beroepskracht troost het kind en roept de andere kinderen erbij. De beroepskracht vraagt: "Hoe komt het dat X is gevallen?". De kinderen antwoorden: "Wij waren aan het rennen en hij viel". De beroepskracht zegt: "Waar mogen jullie rennen?". De kinderen roepen: "Buiten!". De beroepskracht lacht en zegt: "Dan snel jullie jassen aan doen en hup naar buiten toe".
Conclusie:
Op basis van de observatie is gebleken dat op buitenschoolse opvang Armhoefse Akker de
emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd is.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (Beroepskrachten)
Observaties (Pedagogische praktijktoets)
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015
BSO Armhoefse Akker te TILBURG
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie voor het werken in de kinderopvang.
De beroepskracht-kindratio zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag
In verband met de continue screening zijn alle verklaringen omtrent gedrag (VOG) beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening.
Passende beroepskwalificatie
Alle werkzame beroepskrachten beroepskrachten beschikken over een passende diploma conform CAO Kinderopvang.
Opvang in groepen
Er worden twee groepen kinderen opgevangen. Ieder kind behoort bij een basisgroep.
De kinderen zijn ingedeeld op leeftijd:
een groep met maximaal 20 kinderen (in de leeftijd van 4 tot en met ongeveer 7 jaar oud)
een groep met maximaal 10 kinderen (in de leeftijd van 8 jaar en ouder) Conclusie:
De houder werkt volgens de gestelde eisen in de Wkpp ten aanzien van: Opvang in groepen.
Beroepskracht-kindratio
Op de dag van de inspectie en op de dagen van de steekproef wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (Beroepskrachten)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten (week 7 t/m 10)
Personeelsrooster (week 7 t/m 10)
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015
BSO Armhoefse Akker te TILBURG
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : BSO Armhoefse Akker
Website : http://www.sbkinderopvang.nl
Aantal kindplaatsen : 30
Gegevens houder
Naam houder : Kinderopvang Tilburg B.V.
Adres houder : Postbus 769
Postcode en plaats : 5000AT TILBURG
KvK nummer : 18077078
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Hart voor Brabant
Adres : Postbus 3024
Postcode en plaats : 5003DA TILBURG
Telefoonnummer : 073-6404515
Onderzoek uitgevoerd door : T. Butler Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Tilburg
Adres : Postbus 90155
Postcode en plaats : 5000LH TILBURG
Planning
Datum inspectie : 09-03-2015
Opstellen concept inspectierapport : 16-03-2015
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 24-03-2015 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie : 24-03-2015
Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 24-03-2015
Openbaar maken inspectierapport : 14-04-2015
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015
BSO Armhoefse Akker te TILBURG
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.