Inspectierapport
BSO Panta Rhei (BSO) Lanciersstraat 45 5017CR Tilburg
Registratienummer 513748234
Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant
In opdracht van gemeente: Tilburg
Datum inspectie: 25-02-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 07-04-2016
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-02-2016
BSO Panta Rhei te Tilburg
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Beschouwing
BSO Panta Rhei is sinds september 2012 gevestigd in een voormalig gezondheidscentrum en grenst aan Basisschool Panta Rhei te Tilburg. Het gebouw beschikt over een
tweetal groepsruimtes: voor de jongere kinderen en voor de oudere kinderen. Daarnaast beschikt de bso over verschillende activiteitenruimten.
Er worden in totaal maximaal 80 kinderen opgevangen op deze locatie in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De BSO is een locatie van de Kinderopvanggroep.
Inspectiegeschiedenis:
Inspectie juni 2013, betreft reguliere inspectie.
Alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Inspectie april 2014, betreft reguliere inspectie.
Alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Inspectie januari 2015, betreft reguliere inspectie.
Alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Tijdens de huidige inspectie stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-02-2016
BSO Panta Rhei te Tilburg
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:
1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.
3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Op het moment van inspectie waren 56 kinderen aanwezig in de leeftijd van 4 tot 10 jaar. Er waren 6 beroepskrachten werkzaam.
Pedagogische praktijk
De beroepskrachten werken aantoonbaar volgens het vastegestelde pedagogisch beleid.
Conclusie
De houder draagt voldoende zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
Emotionele veiligheid Structuur en flexibiliteit.
Er is een programma met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast aan de kinderen.
Voorbeeld
Kinderen weten hoe een middag verloopt. Ze komen tegen etenstijd vragen wanneer er groente en fruit gegeten wordt en gaan dan opruimen om gezamenlijk aan tafel te kunnen. Het is zichtbaar dat ze de routine kennen.
Conclusie
Op BSO Panta Rhei wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Persoonlijke competentie Zichtbaarheid resultaat.
De meeste tentoongestelde werkstukken of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt en voor het resultaat worden complimenten gegeven. Het resultaat wordt ook serieus genomen.
Voorbeeld
Een groep kinderen heeft een kapla bouwwerk gemaakt. Een beroepskracht geeft aan dat ze een foto ervan gaat maken en wil graag de bouwers erbij hebben.
In het atelier worden werkjes tenoongesteld in vitrinekasten of op zuilen. Ook legobouwwerken krijgen een plek om ze te laten staan.
Conclusie
Op BSO Panta Rhei wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd.
Sociale competentie
De bso moedigt aan tot sociaal gedrag.
De beroepskrachten moedigen interactie tussen de kinderen in de groep aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken en emoties te delen.
Voorbeeld
Een meisje is haar favoriete knuffel kwijt op de bso. Kinderen worden betrokken bij het zoeken en als de knuffel terecht is, wordt de blijdschap gedeeld. De beroepskracht komt met het knuffeltje naar de tafel waar het meisje zichtbaar blij is dat haar knuffel terecht is en de andere kinderen reageren ook enthousiast.
Conclusie
Op BSO Panta Rhei wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
Overdracht van waarden en normen De bso fungeert als sociale oefenplaats.
De beroepaskrachten spreken kinderen aan op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten, bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. De kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag.
Voorbeeld
Een jongen loopt met voetbalplaatjes (van de bso) rond en een beroepskracht merkt dat op. Ze vraagt: "heb je dat gepakt zonder het te vragen? Dat vind ik niet zo goed".
Jongen:"waarom?".
Beroepskracht:"omdat je dat eerst even moet vragen aan een van ons".
Conclusie
Op BSO Panta Rhei wordt de overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd.
Gebruikte bronnen:
Observaties (vrij spel, groente en fruitmoment aan tafel)
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-02-2016
BSO Panta Rhei te Tilburg
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening.
Alle stagiaires die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan 2 jaar.
Conclusie
Alle getoetste verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de eisen.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten die worden ingezet zijn in het bezit van een passend diploma.
Opvang in groepen
Er zijn 4 basisgroepen: de meeuwen, de eenden, de sloepen en de peddels.
In de meeuwen en de eenden worden de jongste kinderen opgevangen, in de peddels en de sloepen de oudsten. Iedere groep bestaat uit maximaal 20 kinderen.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de eisen.
Beroepskracht-kindratio
Er worden voldoende beroepskrachten ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Dit is gebleken op het moment van inspectie en uit een steekproef.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht-kindratio voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gebruikte bronnen:
Observaties (vrij spel, groente en fruitmoment aan tafel)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-02-2016
BSO Panta Rhei te Tilburg
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen) OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : BSO Panta Rhei
Website : http://www.kinderstadtilburg.nl
Aantal kindplaatsen : 80
Gegevens houder
Naam houder : KC Panta Rhei B.V.
Adres houder : Piushaven 6
Postcode en plaats : 5017AN Tilburg
KvK nummer : 62841750
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Hart voor Brabant
Adres : Postbus 3024
Postcode en plaats : 5003DA Tilburg
Telefoonnummer : 088-3686845
Onderzoek uitgevoerd door : W Vandeberg Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Tilburg
Adres : Postbus 90155
Postcode en plaats : 5000LH TILBURG
Planning
Datum inspectie : 25-02-2016
Opstellen concept inspectierapport : 31-03-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 07-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-04-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 08-04-2016
Openbaar maken inspectierapport : 29-04-2016
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 25-02-2016
BSO Panta Rhei te Tilburg
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.