• No results found

9. Machtiging tot verkrijging door de vennootschap van eigen aandelen of certificaten daarvan. 10. Rondvraag en sluiting.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "9. Machtiging tot verkrijging door de vennootschap van eigen aandelen of certificaten daarvan. 10. Rondvraag en sluiting."

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Forumzaal van het RAI Congrescentrum te Amsterdam

Agenda

1. Opening en mededelingen.

2. Behandeling van het verslag van de Raad van Bestuur en het bericht van de Raad van Commissarissen over 2000.

3. Behandeling en goedkeuring van de jaarrekening over 2000, waaronder de vast- stelling van het dividend over 2000.

4. Voorstel om aan de Raad van Bestuur en aan de Raad van Commissarissen decha r- ge te verlenen voor hun taakuitoefening in het boekjaar 2000 voor zover deze blijkt uit de jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur, het bericht van de Raad van Commissarissen en de toelichting in de vergadering.

5. Corporate Governance in Nederland.

6. Voorstel tot statutenwijziging: stemrecht en aandelensplitsing.

7. Voorgenomen benoeming van mevrouw L. Gross Goldberg en voorgenomen her- benoeming van de heer J.D. Timmer tot commissaris.

8. Machtiging tot uitgifte van aandelen en beperking of uitsluiting van het voorkeurs- recht.

9. Machtiging tot verkrijging door de vennootschap van eigen aandelen of certificaten daarvan.

10. Rondvraag en sluiting.

Aanwezigen

- van de Raad van Commissarissen: de heren drs. C.A.J. Herkströter RA (voorzitter), drs. G. Verhagen RA (vice-voorzitter), ir. M. Ververs (vice-voorzitter), mevrouw prof. dr. L.A.A. van den Berghe, de heren drs. J.W. Berghuis, prof. mr. P.F. van der Heijden, J. Kamminga, prof. dr. ir. P.J.A. baron de Meester, J. Stekelenburg,

prof. dr. H. Tietmeyer en J.D. Timmer;

- van de Raad van Bestuur: de heren mr. E. Kist (voorzitter), M. Tilmant (vice- voorzitter), F.S. Hubbell, ir. J.H.M. Lindenbergh, drs. ing. C. Maas (chief financial officer) en dr. A.H.G. Rinnooy Kan;

- 9 aandeelhouders en 525 certificaathouders;

- vertegenwoordigers van de Centrale Ondernemingsraad;

- de navolgende functionarissen:

mr. J.J.M. van der Does de Willebois Corporate Communications & Strategy J.H. van Barneveld RA Corporate Control & Finance

drs. R.A. Nijsen Corporate Control & Finance mr. D.C. van Wassenaer Juridische Zaken & Compliance

H.L.M. Snijders secretaris

De vergadering wordt voorgezeten door de heer drs. C.A.J. Herkströter RA.

(2)

1. Opening en mededelingen

De voorzitter opent om 14.00 uur de vergadering en heet allen van harte welkom. Hij deelt mede dat van de Raad van Commissarissen de heer Jacobs grotendeels afwezig zal zijn wegens verplichtingen elders. Hij constateert dat aandeelhouders en certificaatho u- ders conform de statuten en de wet tot deze vergadering zijn opgeroepen, zodat de verga- dering rechtsgeldige besluiten kan nemen. Hij deelt mede dat door aandeelhouders en certificaathouders geen voorstellen ter behandeling in deze vergadering zijn ingediend.

Ter vergadering zijn aanwezig:

- 9 aandeelhouders, die bevoegd zijn 1.177.865.217 stemmen uit te brengen;

- 525 certificaathouders, die 27.002.451 certificaten deponeerden (2,5% van het to- taal aantal uitstaande certificaten), die een kapitaal van € 12.961.190,16 vertege n- woordigen;

- het geplaatste kapitaal van de vennootschap bestaat uit 996.097.344 gewone aan- delen en 87.080.450 preferente aandelen A, waarop 1.178.201.444 stemmen kun- nen worden uitgebracht.

De Stichting Administratiekantoor heeft geen verzoeken om stemvolmachten ontva ngen.

De voorzitter deelt mede dat de notulen van deze vergadering worden gehouden door de heer H.L.M. Snijders. Overeenkomstig artikel 33 lid 3 van de statuten zal een aandeel- houder of certificaathouder worden aangewezen die de notulen van deze vergadering mede vaststelt en tezamen met de voorzitter en de secretaris ondertekent. De voorzitter stelt voor hiertoe aan te wijzen de heer A. Jansze, certificaathouder. De heer Jansze heeft al verklaard de aanwijzing te aanvaarden. De vergadering besluit bij acclamatie aldus.

De voorzitter deelt mede dat de notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhou- ders van 2 mei 2000 overeenkomstig de statuten zijn vastgesteld en ondertekend door de voorzitter, de secretaris en de heer G.H. de Boer, certificaathouder. Deze notulen zijn bij de entree tot de vergaderzaal verkrijgbaar en hebben ter inzage gelegen.

2. Behandeling van het verslag van de Raad van Bestuur en het bericht van de Raad van Commissarissen over 2000

De voorzitter deelt mede dat het verslag van de Raad van Bestuur en het bericht van de Raad van Commissarissen deel uitmaken van het jaarverslag 2000, respectievelijk de pa- gina's 22 t/m 48 en de pagina's 20 en 21. Hij nodigt de heer Kist uit een toelichting te ge- ven op het bestuursverslag en de jaarrekening. De jaarrekening in verkorte vorm maakt deel uit van het jaarverslag. De volledige jaarrekening is een aparte uitgave.

Presentatie door de heer Kist 10 jaar ING

De heer Kist staat in zijn presentatie eerst stil bij het 10-jarig bestaan van ING. Hoogte- punten waren de fusie op 4 maart 1991, de grote acquisities (Barings, BBL, ReliaStar en Aetna Financial Services en Aetna International), de notering aan de effectenbeurs van New York in 1997, de verkrijging van een levensverzekeringsvergunning voor China in

(3)

2000, het succes van ING Direct sinds 1997 en de maatschappelijke positionering, zoals die onder meer uit sponsoring blijkt. De overname van Barings werd niet het succes dat er van werd verwacht, maar heeft ING wel op de wereldkaart gezet. Bovendien werd met Barings ook Baring Asset Management gekocht, dat als vermogensbeheerder wel succes- vol is. Investment banking wordt als onderdeel van ING Europa beperkt tot de dienst- verlening aan eigen klanten.

ING was in 1991 pionier in bankieren, verzekeren en beleggen. Van een vooral Neder- lands bedrijf is ING uitgegroeid tot een internationaal bedrijf met een sterke internatio- nale aandeelhoudersbasis en een internationaal management, ook in de Raad van Com- missarissen en de Raad van Bestuur. Van de 108.000 medewerkers is meer dan tweeder- de niet-Nederlands. In de afgelopen tien jaar is ING, gemeten naar beurswaarde, van de 56e naar de 12e plaats op de wereldranglijst van financiële ondernemingen gestegen.

Het aantal klanten is toegenomen tot 50 miljoen. De dienstverlening is toegespitst op de wensen van de klant volgens het principe van "click–call–face", verwijzend naar de dienstverlening via internet, per telefoon en door persoonlijk contact.

Het creëren van aandeelhouderswaarde is een van ING’s belangrijkste doelstellingen.

ING heeft alle jaren een goed en consistent rendement kunnen leveren. De verzekerings- bedrijven in nieuwe markten (greenfields), ING Direct en nieuwe markten als China en India zijn belangrijk voor toekomstige groei. Ook wil ING de aandeelhouder zoveel mo- gelijk inzicht geven in de resultaatontwikkeling. Dat gebeurt voor het verzekeringsbedrijf door middel van embedded value (de toekomstige waardecreatie van verzekeringspolis- sen) en de Raroc-methodiek (die inzicht geeft in het rendement van het bankbedrijf).

Met 108.000 medewerkers in 65 landen is het ook belangrijk aandacht te besteden aan de ING-cultuur. Het topmanagement van 200 directeuren geeft leiding aan deze 108.000 mensen, voor wie ING een goede werkgever wil zijn.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is steeds belangrijker. ING heeft business principles geformuleerd. ING groeit ook toe naar het gebruik van één ING-merk, de ING-leeuw, zeker in het buitenland. Ook het nieuwe hoofdkantoor staat symbool voor ING. Het is een spectaculair gebouw: precies wat ING wil zijn, vernieuwend en anders dan anders. Het gebouw zal medio 2002 klaar zijn, terwijl in september 2002 de officiële opening is gepland.

In tien jaar heeft ING een gemiddelde winstgroei behaald van meer dan 20% per jaar.

Dat is een fraaie performance. Alleen 1998 was een uitzondering, toen de wereldecono- mie werd getroffen door de crises in Rusland en Azië. De beurswaarde steeg van € 5 mrd in 1991 tot € 80 mrd eind 2000. In vergelijking met de beursindices was er in de begin- jaren nog twijfel over het concept van bankieren en verzekeren binnen één bedrijf, maar in de loop der jaren is ING beter gaan presteren dan de indices.

(4)

Ontwikkelingen in 2000

In 2000 is de operationele nettowinst per aandeel met 25% gestegen. Het rendement op het eigen vermogen kwam op de gewenste 12%. De twee grote acquisities in Amerika hebben ING in de Amerikaanse toptien van financiële dienstverleners gebracht. Dankzij Aetna is ING nu de grootste internationale verzekeraar in Latijns Amerika en de nummer twee in Azië.

Het stroomlijnen van de portefeuille van bedrijven is een continue bezigheid. Bedrijven die niet goed passen binnen de ING-strategie of die op termijn niet goed presteren, wor- den geherstructureerd of verkocht.

ING Barings in de huidige structuur blijkt op termijn niet winstgevend te maken. Om die reden is het Amerikaanse deel verkocht aan ABN Amro. De resterende activiteiten van ING Barings worden geïntegreerd in ING Europa. Aldus ontstaat één organisatie voor de zakelijke markt, waarvan investment banking een logisch onderdeel is.

Behalve dat ING staat voor stabiliteit, ligt de kracht ook in innovatie. Uitgesproken voor- beelden zijn ING Direct en de verzekeringsgreenfields.

ING Direct verkoopt financiële diensten via internet en per telefoon in inmiddels zes lan- den, gebaseerd op de Postbank-formule. De omzet verdrievoudigde in één jaar. Binnen enkele jaren moeten de bedrijven winstgevend zijn. Dat geldt al voor ING Direct Canada.

Greenfields zijn nieuw opgezette levensverzekeringsbedrijven in veelbelovende markten.

Voorbeelden zijn Japan, Polen, Tsjechië, Hongarije, Argentinië, Taiwan en Korea. Be- gonnen wordt met levensverzekeringen en daarna beleggingsproducten. In de eerste jaren wordt vooral geïnvesteerd, waarna ze winstgevend moeten worden. Inmiddels zijn er vijftien (ex-)greenfields, waarvan de totale winst in 2000 verdubbelde.

Mexico, met meer dan 100 miljoen inwoners, is een veelbelovende markt voor ING. In de grootste Mexicaanse verzekeraar, Seguros Comercial heeft ING een belang van 41%

genomen met een optie op de rest. Daarnaast heeft ING samen met de bank Bital een pensioenfonds opgericht, dat snel groeit.

Asset management is naast bankieren en verzekeren ING’s derde kernactiviteit. Mede door acquisities behoort ING inmiddels tot de wereldwijde top van vermogensbeheerders met € 500 mrd aan beheerd vermogen.

ING heeft verzekeringsvergunningen gekregen in China en India, wat belangrijke mark- ten voor de toekomst zijn.

Kerncijfers 2000

Vervolgens staat de heer Kist stil bij de kerncijfers 2000. De operationele nettowinst be- droeg ruim € 4 mrd, een stijging van 24%, een fraai resultaat. Het eigen vermogen daalde doordat aandelenbeleggingen werden verkocht. Met de opbrengst werden acquisities ge- financierd. Bovendien werd betaalde goodwill direct ten laste van het eigen vermogen gebracht. Door het lagere eigen vermogen nam de Return On Equity – het rendement op het eigen vermogen – toe. Het beheerd vermogen nam met 46% toe tot ruim € 500 mrd.

De kredietverlening steeg met 22% tot € 247 miljard. De operationele nettowinst per aandeel steeg met 25%. Er was geen sprake van verwatering van de winst per aandeel, doordat er geen dividend in aandelen meer is en voor de personeelsopties geen nieuwe aandelen meer worden uitgegeven.

(5)

Het rendement op het eigen vermogen is boven de norm van 12% gekomen. Het naar ri- sico gewogen rendement op het kapitaal (RAROC) lag op 15%. Dat cijfer moet nog ver- beteren. Probleem is dat de investment-bankingactiviteiten nog niet voldoende renderen.

Die activiteiten zullen daarom verder gesaneerd worden. Bij het verzekeringsbedrijf lag de premiegroei bijna 7% hoger dan de kostengroei. De efficiencyratio voor het bank- bedrijf was 72,1%, maar moet onder 70% komen. Dat wordt ook nagestreefd door de eerdergenoemde sanering van de investment-bankingactiviteiten.

Verdeling operationeel resultaat

De verdeling van het operationeel resultaat naar verzekeren, bankieren en vermogens- beheer laat zien dat alle drie kernactiviteiten een verbetering van het resultaat tonen. De verzekeringsactiviteiten zijn verantwoordelijk voor 51% van het resultaat. Het resultaat op vermogensbeheer vindt zijn oorsprong deels in de bankbedrijven (bijvoorbeeld beleg- gingsfondsen) en deels in de verzekeringsbedrijven (bijvoorbeeld beleggingsverzekerin- gen). Daarmee rekening houdend, is ING voor 60% een verzekeraar en voor 40% een bank. De verdeling van het resultaat naar de bestuurlijke centra laat het belang van ING Europa zien, dat verantwoordelijk is voor bijna driekwart van het resultaat. Het belang van met name ING Americas zal toenemen door de recente acquisities.

Dividendvoorstel

Het dividendvoorstel komt uit op € 1,43 per gewoon aandeel. Dit is inclusief een bedrag van € 0,19 dat betrekking heeft op de opbrengst van de verkoop van het belang in Crédit Commercial de France. Het belang in CCF van 20% is verkocht toen bleek dat een over- name niet mogelijk was en de Engelse bank HSBC bereid was een veel hogere prijs te betalen. De grote boekwinst die werd behaald, wordt dus deels uitgekeerd aan de aan- deelhouders.

Het dividend wordt geheel in contanten uitgekeerd, wat betekent dat er geen keuze- mogelijkheid meer is om het dividend in ING-aandelen te ontvangen. Enerzijds is hiertoe besloten om verwatering van de winst per aandeel te voorkomen en anderzijds vanwege de gewijzigde fiscale wetgeving, waardoor dividend in aandelen niet meer fiscaal voor- deliger is. Het dividend wordt op 27 april 2001 betaalbaar gesteld.

Vooruitzichten

Na het gunstige economische klimaat in de voorbije jaren wordt voor 2001 minder gun- stig economisch vaarwater verwacht. Het is nog niet duidelijk in hoeverre de economi- sche groei zal terugvallen. Vooralsnog wordt voor Europa en de VS nog een lichte eco- nomische groei verwacht. ING is goed gepositioneerd dankzij de spreiding van winst- bronnen, de mix van producten en de synergiemogelijkheden binnen het bedrijf. Gezien de onzekere economische vooruitzichten en de volatiele financiële markten, zijn de ver- wachtingen voor 2001 dus nog onzeker. De Raad van Bestuur is echter van mening dat de nieuwe doelstelling van een autonome groei van de operationele nettowinst per aan- deel met ten minste 12% haalbaar blijft. Op 22 mei 2001 worden de cijfers over het eer- ste kwartaal 2001 gepubliceerd, die meer inzicht zullen geven in de verwachtingen voor 2001.

(6)

Strategie

De strategie zal zich de komende jaren richten op de integratie van de bedrijven die in de afgelopen jaren zijn gekocht, met name de verzekeringsbedrijven ReliaStar en Aetna in de Verenigde Staten, maar ook Aetna in Zuid-Amerika en Azië. Voorts wordt gewerkt aan de opbouw van één Europese organisatie. Dat betekent onder meer dat alle invest- ment-bankingactiviteiten, waaronder ING Barings, worden samengebracht binnen de Eu- ropese ING-organisatie. Het stimuleren van synergie binnen geheel ING en het stroom- lijnen van de bedrijfsactiviteiten, waaronder het samenvoegen of verkopen van bedrijven, zijn ook belangrijke aandachtspunten. Grote acquisities zijn op korte termijn niet aan de orde, maar uiteraard worden de ontwikkelingen in de markt nauwlettend gevolgd.

Financiële sector

Kijkend naar de financiële sector constateert de heer Kist dat er belangrijke ontwikkelin- gen gaande zijn die ING volop mogelijkheden bieden. De voortgaande vergrijzing vraagt om nieuwe pensioensystemen, waarin ING een vooraanstaande rol kan spelen als het gaat om de privatisering. Welvaartsstijging leidt tot meer vragen naar financieel beheer en ad- vies, waarop ING goed kan inspelen door het brede productenpakket. Kansen liggen er ook in de kapitaalmarkten, die wereldwijd groeien en transparanter worden.

ING Direct

De heer Kist staat vervolgens stil bij ING Direct. Dat is in feite de Postbank-formule, die inmiddels in zes landen zeer succesvol wordt toegepast door eenvoudige producten via de telefoon en internet te verkopen. Inmiddels is de mijlpaal van 1 miljoen klanten gepas- seerd. ING Direct begint met een eenvoudig spaarproduct met een hoge rente. Geleidelijk aan worden meer producten aangeboden, zodat er een winstgevende relatie ontstaat.

Ten slotte

De heer Kist citeert de Amerikaanse admiraal Bradley, die als lijfspreuk had "Steer by the stars and not by the lights of passing ships". Het gaat er dus om dat ING vasthoudt aan de eigen strategische koers. ING's eerste 10 jaren zijn een wonderbaarlijke ontdek- kingsreis geweest met ups en downs. Die reis wordt vol vertrouwen voortgezet. Daarbij is het creëren van aandeelhouderswaarde heel belangrijk. De aandeelhouder mag rekenen op de Raad van Bestuur en de bijna 110.000 medewerkers in de wereld.

De voorzitter dankt de heer Kist voor zijn toelichting en geeft de aanwezigen de gelege n- heid vragen te stellen.

Vragen aandeelhouders

De heer Boissevain stelt zich voor als vertegenwoordiger van de Vereniging voor Effec- tenbezitters (VEB) en feliciteert ING met het 10-jarig bestaan. Hij refereert aan de nie u- we financiële doelstellingen, waarbij het jammer is dat de oude niet in het jaarverslag zijn vermeld. Het bevreemdt hem dat er naast de doelstelling van een rendement van 18% op het eigen vermogen voor de bancaire activiteiten nog eens een aparte doelstelling is ge- formuleerd: een RAROC (risk-adjusted return on capital) van 18,5%.

(7)

Voorts merkt hij op dat ING zichzelf positioneert als een financiële instelling die tot de wereldtop behoort, maar de vraag rijst welk criterium wordt gehanteerd, ook gegeven het feit dat ING moeilijk vergelijkbaar is met pure banken en verzekeraars.

De heer Boissevain is verbaasd over de specifieke aandacht voor synergie, wat volgens hem al jaren van belang is voor ING. Hij vraagt ook meer duidelijkheid over de organi- satie. Er is een indeling naar bestuurlijke centra, die niet op dezelfde wijze georganiseerd zijn. ING Europa kent een driedeling naar particulier, zakelijk en Operations/IT naast een landenstructuur.

De heer Boissevain onderschrijft dat levensverzekeringen, vermogensbeheer en direct banking heel belangrijk zijn, maar dat andere activiteiten onderbelicht dreigen te blijven.

Hij noemt als voorbeeld schadeverzekeringen en het algemene bankbedrijf. In beide acti- viteiten schuilen ook grote risico's, waarover hij graag meer hoort.

Met betrekking tot investment banking vraagt hij zich af of die activiteit nog wel aan- trekkelijk is als de belangrijkste markt, de VS, wordt verlaten en de aandacht zich niet meer richt op de heel grote bedrijven. Ook vraagt hij of de inpassing van ING Barings in ING Europa op termijn betekent dat de naam Barings verdwijnt.

Voorts vraagt hij zich af of de oorzaak van de nog te hoge efficiencyratio niet alleen ligt bij de investment-bankingactiviteiten maar ook bij de bankbedrijven in Centraal-Europa en Duitsland, die naar zijn idee ook nog niet rendabel genoeg zijn.

Hij vraagt vervolgens of de uitbreiding van het belang in Bank Slaski in Polen ook zal betekenen dat het bedrijf beter gaat renderen. Met betrekking tot het belang in DiBa van 49% is de vraag of er afspraken zijn over een toekomstig meerderheidsbelang en hoe de huidige zeggenschap is geregeld.

De heer Boissevain toont zich verheugd over de informatie omtrent de embedded value van de verzekeringsactiviteiten. Mits de uitgangspunten consistent zijn door de jaren, geeft de embedded value een goed inzicht in de wijze waarop de toekomstige winst- gevendheid zich ontwikkelt. Hij vindt het daarom jammer dat de embedded value geen deel uitmaakt van het verslag van de Raad van Bestuur, aangezien de informatie dan on- der de accountantsverklaring zou zijn gevallen. Hij vraagt zich af hoe de afname van de embedded value moet worden gezien in het licht van de behoorlijke stijging van het pre- mie-inkomen.

Over de kansen op het gebied van privatisering van pensioenstelsels in de wereld merkt de heer Boissevain op dat dit toch vooral mogelijkheden op de lange termijn zullen zijn, ook gelet op de sterk van West-Europa en de VS afwijkende culturen op pensioengebied in heel veel la nden.

Met betrekking tot de financiële doelstellingen antwoordt de heer Kist dat er drie stu- ringsinstrumenten zijn. Ten eerste het rendement op het eigen vermogen. De ROE- doelstelling is verhoogd van 12% naar 18%. Die verhoging is mede mogelijk doordat het eigen vermogen is gedaald door de grote acquisities van de afgelopen jaren. RAROC is in feite een afgeleide rendementsnorm, die inzicht geeft in het rendement rekening ho u- den met de specifieke risico's van het bancaire bedrijf. Aan de verzekeringskant geeft embedded value inzicht in de toekomstige rentabiliteit. Het tweede sturingsinstrument is de winstgroei per aandeel. Die doelstelling is verhoogd van 10% naar 12% per jaar. Dat is een overall-norm, die per land en per bedrijfsonderdeel kan variëren. Synergie is een

(8)

belangrijk aspect om die doelstelling door de jaren heen te halen. Efficiency is het derde instrument. Ook hier gelden gedifferentieerde normen per land en per bedrijfsonderdeel.

Voor de bancaire activiteiten moet de efficiency verbeteren tot een ratio onder 70%, ter- wijl bij de verzekeringsactiviteiten de premiegroei ten minste 2% hoger moet zijn dan de kostengroei.

Dat ING tot de wereldtop van financiële instellingen behoort, is gemeten naar beur s- waarde. Op die manier is een vergelijking mogelijk met alle financiële instellingen, ook al verschillen ze naar aard. Er zijn maar weinig financiële instellingen die naar werkter- rein goed met ING vergelijkbaar zijn. Dat zijn bijvoorbeeld Citigroup in de VS en Credit Suisse First Boston in Zwitserland. Fortis is ook vergelijkbaar maar kleiner van omvang.

De heer Kist bevestigt dat synergie inderdaad al vanaf de oprichting van ING essentieel is. Maar de synergie heeft zich verbreed door de jaren heen, van veelal lokale synergie tot internationale synergie met nieuwe kansen. Zo is ING Europa nu één groot aandachts- gebied, waarbinnen vele mogelijkheden zijn om verdere synergie te bereiken.

Ingaand op de organisatie, stelt de heer Kist dat de structurering binnen Europa heel an- ders is dan binnen de Verenigde Staten. Dat komt doordat de markten heel verschillend zijn. In de VS kun je in principe één bedrijf vormen, terwijl in Europa de veelheid van landen een meer gedifferentieerde aanpak vraagt. Azië is ook divers, maar ING concen- treert zich daar op een aantal kernlanden. Binnen die landen wordt naar synergie gezocht.

Binnen ING Europa is nu sprake van een functionele indeling naar de particuliere markt, de zakelijke markt en naar Operations/IT om binnen die dwarsverbanden meer synergie te bereiken.

Wat de activiteiten betreft, licht de heer Kist toe dat ING in essentie 'wealth management' biedt. Dat wil zeggen dat een pakket financiële producten wordt geboden, dat mensen in staat stelt vermogen te vormen en te beheren. Daar horen ook schadeverzekeringen bij, maar die activiteit is alleen in markten winstgevend waar voldoende schaalgrootte bereikt kan worden. Van het premie-inkomen betreft nu 85% levensverzekeringen en 15% scha- deverzekeringen. ING is actief in schadeverzekeringen in een beperkt aantal landen: Ne- derland, België, Canada en Australië. Een grote ramp als Enschede heeft ING circa € 40 miljoen gekost, wat relatief een bescheiden bedrag is. Aan de bankkant liggen de risico's vooral in de zakelijke kredietverlening en in landenrisico's. Daarop is een systeem van risicobeheer van toepassing, waarover uitvoerig wordt gerapporteerd in het jaarverslag.

Het gaat in feite om gecalculeerde risico's in combinatie met een voorzieningenbeleid.

Over het geheel genomen heeft ING een gezonde kredietportefeuille.

Omtrent investment banking licht de heer Kist toe dat die activiteiten onderdeel worden van ING Europa. ING wil haar eigen zakelijke klanten ook op het gebied van investment banking blijven bedienen. ING richt zich dus niet op de grootste multinationals, maar op het middelgrote bedrijfsleven. BBL en BHF-Bank zijn sterk in dat middensegment van de markt. Ook in Azië en Noord- en Zuid-Amerika zullen de investment-banking- activiteiten zich richten op bestaande klanten en specifieke activiteiten waarin ING een reputatie heeft opgebouwd. Uitgangspunt is dat ook investment banking aan de rende-

(9)

mentsnormen moet voldoen. Wat de naam Barings betreft, stelt de heer Kist dat die wordt gehandhaafd zolang die toegevoegde waarde biedt.

Omtrent de efficiencyratio erkent de heer Kist dat er meer bancaire onderdelen zijn waar die verbeterd kan worden. Als de beoogde vergroting van het belang in Bank Slaski kan worden gerealiseerd, zal die bank worden samengevoegd met ING Bank Polen. Als het belang in DiBa in Duitsland kan worden vergroot tot een meerderheidsbelang, zal DiBa naar het ING Direct-model worden gestroomlijnd. Over het verkrijgen van een meerder- heidsbelang vindt overleg plaats met de andere aandeelhouders. Het huidige 49%-belang betekent dat ING geen doorslaggevende zeggenschap in het beleid van de bank heeft.

Ten aanzien van embedded value merkt de heer Kist op dat deze waarde door verzeke- ringsmaatschappijen nog heel verschillend wordt berekend. De aannames zijn inderdaad cruciaal en daarin is ING consistent en voorzichtig. De plek in het jaarverslag past in de opzet, maar zal nog eens bezien worden. Dat de embedded value wat lager is uitgekomen in 2000, heeft te maken met de hoge verkoop van koopsompolissen, die naar hun aard en door de sterke concurrentie minder winstgevend zijn.

De ontwikkelingen op pensioengebied gaan inderdaad langzaam, maar het is zaak er vroegtijdig op in te spelen om een sterke positie op te bouwen in bijvoorbeeld Duitsland.

De heer Rademaker herinnert eraan dat de recente grote overnames mede mogelijk waren door de gedeeltelijke verkoop van deelnemingen van Nationale-Nederlanden, die door de jaren heen zijn opgebouwd. Die grote verkoopresultaten hebben nu de status van niet- operationele winst, maar zijn wel te danken aan het beleggingsbeleid van voormalige NN-bestuurders als de heren Van Zwol en Jacobs. Zij verdienen daarvoor extra waarde- ring, ook omdat voor de overnames nu niet een beroep op de kapitaalmarkt nodig is.

Voorts stelt hij aan de orde de benoeming van de externe accountant, die plaatsvond in de eerste Aandeelhoudersvergadering in 1991. Hij mist in de accountantverklaring een ve r- wijzing naar de opdracht tot controle van de jaarcijfers, die immers door de Aandeelhou- dersvergadering is verstrekt.

De heer Kist antwoordt dat hij de hulde aan de voormalige NN-beleggers graag onder- schrijft. Door de verkoop van een aantal 5%-belangen is het mogelijk waarde te creëren met nieuwe activiteiten. Hij zegt toe het punt van de accountantsopdracht te bezien.

De heer Stevense stelt zich voor als spreker namens de Stichting Rechtsbescherming Beleggers en als aandeelhouder. Hij feliciteert het bestuur en alle medewerkers met het behaalde resultaat. Wat het jaarverslag betreft, is hij verheugd over de betere leesbaar- heid van de grafieken en met de ondertekening van het voorwoord van de heer Kist. Hij zou ook graag zien dat het Bericht van de Raad van Commissarissen op die manier on- dertekend zou worden. Hij mist de datum voor de Aandeelhoudersvergadering 2002 in het jaarverslag. Hij vindt het ook jammer dat het nieuwe maatschappelijke jaarverslag pas in juni zal verschijnen. Hij ziet liever dat beide jaarverslagen tegelijk verschijnen.

De heer Stevense merkt voorts op dat hij de indruk heeft dat ING nu toch naar één merk toe wil groeien, wat hij al jaren bepleit. Eén sterke merknaam heeft veel voordelen, waaronder kostenbesparing.

(10)

Hij constateert voorts dat het premie-inkomen uit schadeverzekering in Nederland is ge- stegen terwijl het resultaat is gedaald. Vraag is wat daarvan de oorzaak is.

Hij vraagt voorts naar een toelichting op de efficiencyratio die onder 70% moet dalen, en waarom het onderscheid is gemaakt tussen inclusief en exclusief ING Direct.

Ten slotte vraagt de heer Stevense in hoeverre ING wordt geraakt door de malaise bij de telecombedrijven die met grote schulden kampen, mede door de UMTS-veilingen.

De heer Kist bedankt de heer Stevense voor de felicitaties. Dat het maatschappelijk ver- slag later verschijnt, heeft te maken met de nieuwe opzet. Voorheen was het alleen een milieuverslag en had het vooral betrekking op Nederland. Het maatschappelijk verslag verdient zelfstandig aandacht en daarom is er veel voor te zeggen dat het later in het jaar verschijnt, ook omdat er geen directe inhoudelijke link is met het financiële jaarverslag.

De datum voor de Aandeelhoudersvergadering van 2002 staat nog niet vast. Het merken- beleid ontwikkelt zich inderdaad in de richting van één sterk merk. Onderzoek heeft uit- gewezen dat het ING-merk door de jaren heen zo sterk is geworden, dat het een logische keuze is om daar alle ING-bedrijven van te laten profiteren. Steeds meer bedrijven vo e- gen daarom ING aan hun naam toe.

Dat het premie-inkomen uit schadeverzekering is gedaald heeft te maken met de ramp in Enschede, waarvoor uitkeringen tot € 40 miljoen zijn gedaan. Dat hoort bij de normale bedrijfsvoering. Schadeverzekeringsactiviteiten moeten over een langere termijn worden beoordeeld. De rendementen zijn bij ING over het algemeen goed.

Omtrent de efficiencyratio legt de heer Maas uit dat ING Direct niet in de ratio is meege- nomen, omdat dit bedrijf nog in een verliesgevende opbouwfase verkeert. Zonder ING Direct geeft de ratio dus een beter inzicht in de ontwikkeling van het bankbedrijf. Elk bedrijfsonderdeel moet streven naar een zodanige verhouding van baten en kosten, dat de kosten niet meer zijn dan 70% van de baten. Heeft men die 70% gehaald, dan moet de ratio jaarlijks met ten minste 1% verbeteren.

De heer Tilmant licht toe dat de kredietverlening aan telecombedrijven bewust is beperkt omdat ING van mening is dat de prijzen voor de UMTS-vergunningen te hoog zijn.

De heer Van der Heide merkt op dat de nettowinst met 140% is toegenomen, waarbij de stijging van het dividend met 38% karig afsteekt. Op pagina 23 wordt gesproken over IIM maar het is hem niet duidelijk wat dat betekent. In het hoofdstuk over de resultaten mist hij informatie over CIB. Op blz. 26 wordt Italië genoemd als enige greenfield die niet bijdroeg aan de winstontwikkeling, maar zonder verklaring. Op blz. 27 staat dat in Japan € 11 mln in een fonds moet worden gestort om polishouders te beschermen, waar- door het lijkt dat ING mede moet boeten voor de slechte situatie in de Japanse financiële sector. Op blz. 46 wordt gerefereerd aan risico's in Indonesië en Rusland. De vraag is hoe ING daar tegenaan kijkt. Op blz. 53 wordt een bedrag genoemd van € 10 mrd aan terrei- nen en gebouwen, wat ING feitelijk een 'grootgrondbezitter' maakt. Uit de overzichten op blz. 70 blijkt dat de baten uit verzekeringen in Nederland € 12,5 mrd bedragen en het re- sultaat € 2 mrd. De baten in Noord-Amerika bedragen € 17,5 mrd en het resultaat € 0,6 mrd. Als de verhouding hetzelfde zou zijn als in Nederland, zou het resultaat ongeveer

€ 3 mrd moeten zijn. De vraag is hoe dat verschil is te verklaren.

(11)

De heer Kist antwoordt dat IIM voor ING Investment Management staat, voorheen het beleggingsbedrijf van Nationale-Nederlanden. ING CIB wordt onderdeel van ING Euro- pa. De post gebouwen en terreinen betreft de beleggingen in vastgoed. Van het bedrag van € 10 mrd is circa € 4 mrd vastgoed in gebruik door ING zelf.

Het verschil in rendement tussen het Nederlandse en het Amerikaanse bedrijf wordt ver- klaard door de totaal verschillende samenstelling van de verzekeringsportefeuilles. Een van de meest kenmerkende verschillen is dat de Nederlandse portefeuille veel meer uit traditionele pensioenregelingen bestaat, terwijl de Amerikaanse portefeuille voor een groot deel uit beleggingsverzekeringen bestaat. De laatste soort verzekeringen zijn voor de verzekeraar minder winstgevend.

Omtrent het verschil in winst- en dividendgroei licht de heer Maas toe dat het zuiverder is de operationele winstgroei te vergelijken met de groei van het dividend. Die verho u- ding is + 25% versus + 38%. De niet-operationele winst komt grotendeels voort uit de verkoop van beleggingen om de aankopen van Aetna en ReliaStar te financieren. Die winst is dus meteen weer geïnvesteerd en daarom niet beschikbaar om deels als dividend uit te keren. De deelname aan het fonds in Japan is onontkoombaar. Die wordt dwingend opgelegd om de verliezen in de Japanse financiële sector deels op te vangen. De landen- risico's op Indonesië en Rusland zijn nog steeds hoog, maar zijn wel enigszins terugge- drongen. Dat de Italiaanse greenfield niet heeft bijgedragen aan de winstontwikkeling komt vooral doordat 1999 een uitzonderlijk goed jaar was. Het winstniveau over 2000 is lager maar niet onbevredigend.

De heer Josephus Jitta verwijst naar de wereldkaart in het jaarverslag waarop ook landen als Zuid-Afrika en Zimbabwe als ING-landen staan aangeduid. Hij vraagt wat de belan- gen van ING in deze risicovolle landen zijn.

De heer Lindenbergh antwoordt dat ING een kleine bancaire vestiging heeft in Johannes- burg, die vooral actief is op de Zuid-Afrikaanse beurs. In Zimbabwe is slechts sprake van een bescheiden vertegenwoordigingskantoor van ING Bank.

De heer Bisschop stelt zich voor als vertegenwoordiger van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Hij is verheugd dat ING aan een meer internati- onaal gericht duurzaamheidsverslag werkt, maar vindt het jammer dat het niet op de Aandeelhoudersvergadering beschikbaar is. Aandeelhouderswaarde wordt immers ook bepaald door de mate waarin met duurzame ontwikkeling rekening wordt gehouden. Hij hecht eraan dat juist zo'n verslag aan de orde kan komen op een aandeelhoudersvergade- ring, waardoor ook op de actualiteit kan worden ingespeeld. Zijn tweede punt is dat re- cent kritiek is geuit op een aantal financiële instellingen in Indonesië die de palmolie- industrie financieren. Deze industrie heeft nogal wat ontbossing tot gevolg. De VBDO is benieuwd naar de visie van ING op de verantwoordelijkheid die zij als financier heeft.

De heer Kist antwoordt dat het nieuwe verslag verder gaat dan alleen duurzaamheid. Het wordt een maatschappelijk verslag waarin alle 'stakeholders' aan de orde komen. Het rapport krijgt zeker een internationaal karakter. Het rapport gaat over het ING-beleid en minder over de actualiteit. Bij tegelijk verschijnen met het financiële verslag zal de

(12)

meeste aandacht toch uitgaan naar dat verslag. Ook daarom is het aantrekkelijk een apart moment later in het jaar te kiezen voor de publicatie van het maatschappelijk verslag.

De financiering van oliepalmplantages in Indonesië is in breder verband onderwerp van overleg met onder andere Greenpeace. ING handelt daarbij op basis van de eigen bus i- ness principles. De Indonesische oliepalmplantages werken niet in strijd met de Indonesi- sche wetgeving, dus het is geen kwestie die eenvoudig ligt. Er zal door bredere internati- onale druk bereikt moeten worden dat het beleid wordt aangepast.

De heer Van Os complimenteert ING met hetgeen in 10 jaar is bereikt. Hij merkt op dat in het overzicht van 10 jaar kerncijfers de operationele nettowinst en de nettowinst in de eerste zes jaar gelijk zijn en daarna steeds meer afwijken van elkaar. Hij vraagt naar een verklaring daarvoor. Ook vraagt hij naar de achtergrond van het voornemen de West- land/Utrecht Hypotheekbank te verkopen. Op blz. 38 wordt in positieve zin geschreven over Japan, terwijl de Japanse economie toch vaak negatief in het nieuws is. Ook vraagt hij zich af van welk ING-onderdeel ING Direct een dochterbedrijf is.

Omtrent de WUH stelt de heer Kist dat die inderdaad te koop staat. De WUH is een mooi bedrijf, maar staat geheel op zichzelf binnen ING. Strategisch past het bedrijf minder goed in de ING-portefeuille. Om diezelfde reden is Tiel Utrecht verkocht. Ook dat is een goed bedrijf maar het paste niet meer in de ING-strategie.

De heer Maas stelt dat er tot 1997 formeel geen verschil zat tussen operationele winst en nettowinst. Er waren wel niet-operationele posten, maar die werden apart toegelicht zo n- der daar in de winst een onderscheid in te maken. Dat vergde elke keer weer veel toe- lichting en daarom is later besloten het onderscheid te maken tussen operationele en niet- operationele winst. Dat geeft meer inzicht in de feitelijke winstgevendheid. Bovendien is de operationele winst zoveel mogelijk in overeenstemming met de uitkeerbare winst.

ING Direct is een dochterbedrijf van ING Bank N.V.

Met betrekking tot Japan licht de heer Hubbell toe dat het levensverzekeringsbedrijf een gezonde ontwikkeling doormaakt. Daarnaast is het productenpakket uitgebreid, is een joint venture aangegaan met de Principal Group en wordt gewerkt aan uitbreiding van het distributienetwerk. Japan is nog steeds een aantrekkelijke markt waar veel gespaard wordt en de levensverzekeringsmarkt heel groot is. Als de economie weer opleeft, liggen er volop kansen voor ING om de omzet en winst te vergroten.

De heer Holthuis verwijst naar de opmerking van de heer Kist dat de medewerkers een van de belangrijkste 'assets' van ING zijn. Als aandeelhouder vraagt hij hoe het staat met de vernieuwing van het sociaal plan.

De heer Kist licht toe dat ING steeds in ontwikkeling is en dus te maken heeft met reor- ganisaties. Die vinden altijd plaats op basis van een sociaal plan waarover overeenstem- ming is bereikt met de vakorganisaties. Momenteel vindt overleg plaats over vernieuwing van het bestaande sociaal plan. Zolang er geen overeenstemming is, blijft het bestaande sociaal plan van kracht. De vakorganisaties hebben gevraagd om een werkgelegenheids- garantie voor de 35.000 medewerkers in Nederland. Zo'n garantie is er echter nooit ge- weest en die wil de Raad van Bestuur ook nu niet afgeven. Dat zou onverantwoord zijn.

Het is in de afgelopen tien jaar ook niet nodig geweest. Waar reorganisaties tot perso-

(13)

neelsbesparingen leidden, konden de betrokkenen altijd herplaatst worden of bijvoor- beeld vervroegd met pensioen gaan. Hij heeft goede hoop dat er op constructieve wijze een nieuw sociaal plan komt.

De heer Will van de Deutsche Schutzvereinigung für Wertpapierbesitz constateert dat de scepsis van tien jaar geleden over ING geheel verdwenen is. ING heeft laten zien dat de combinatie van bankieren, verzekeren en vermogensbeheer in één bedrijf succesvol kan zijn. Hij stelt echter ook vast dat er nog veel te bereiken is op het gebied van synergie.

Hij complimenteert de Raad van Bestuur met de fraaie resultaten en met de wijze waarop de overname van Aetna en ReliaStar is gefinancierd. In de Amerikaanse markt is echter nog veel werk te verzetten om de winstgevendheid van het verzekeringsbedrijf aldaar op het niveau van Nederland te brengen. Zijn concrete vraag is op welke termijn het Ameri- kaanse bedrijf en de activiteiten in Azië/Pacific een ROE van 18% bereiken.

Voorts vraagt hij naar het beleid met betrekking tot de behandeling van goodwill. Het direct ten laste brengen van het eigen vermogen is conservatief. Tegenwoordig is het gangbare internationale beleid om goodwill te activeren en gedurende 15 tot 20 jaar af te schrijven.

Omtrent de WUH vraagt hij waarom dit bedrijf niet meer binnen ING zou passen, gege- ven ook de winstgevendheid en de hypothekenportefeuille van meer dan € 10 mrd.

Voorts vraagt de heer Will naar de reden om herverzekeringsactiviteiten op te bouwen in een nieuwe eenheid.

Ten slotte wenst hij ING alle goed voor de komende tien jaar en in het bijzonder in de komende jaren bij het werken aan synergie, consolidatie en optimalisatie.

De heer Kist refereert aan het eerdere antwoord met betrekking tot de verschillen tussen het Nederlandse en het Amerikaanse verzekeringsbedrijf. Met betrekking tot synergie geeft hij aan dat veel managers rouleren tussen de verschillende bedrijfsonderdelen, zo- dat ook cultuurverschillen tussen het bank- en verzekeringsbedrijf afnemen.

De WUH is strategisch niet van belang voor ING. De verkoopopbrengst zou kunnen worden geïnvesteerd in nieuwe activiteiten die meer toegevoegde waarde creëren.

ING Re is geen nieuwe activiteit, maar verbijzonderd uit Security Life of Denver. Die herverzekeringsactiviteiten zijn heel succesvol, maar ook gevoelig voor ups en downs.

Het bedrijf is verzelfstandigd om gericht aan groei te kunnen werken.

De heer Hubbell licht toe dat in de Verenigde Staten nog veel werk te doen is. De eerste prioriteit is het integreren van ReliaStar en Aetna in het Amerikaanse ING-bedrijf. De rendementsverschillen tussen het Amerikaanse en Nederlandse verzekeringsbedrijf ho u- den onder meer verband met het soort producten. De Amerikaanse producten zijn meestal aan aandelenbeleggingen gekoppeld, terwijl de Nederlandse producten merendeels zijn gebaseerd op beleggingen in obligaties. Op de Amerikaanse producten wordt een provi- sie verdiend, terwijl de klanten het beleggingsrisico lopen. In de Nederlandse situatie is het andersom. ING ontvangt op de meeste producten geen fee maar garandeert uitkerin- gen, waarbij ING het beleggingsrisico neemt. De winstmarge op het traditionele verzeke- ringsbedrijf zoals dat in Nederland geldt, is veel hoger dan de op provisie gebaseerde verzekeringen in de Verenigde Staten. Geleidelijk zal ook het Nederlandse bedrijf naar

(14)

het type beleggingsverzekeringen toegroeien zoals dat in de VS al gebruikelijk is omdat de klant zelf meer grip wil hebben op de beleggingen. Voorts worden in de VS veel meer verzekeringen op basis van een eenmalige premie verkocht dan verzekeringen met een jaarlijkse premie. Op de eerste soort zijn de winstmarges veel geringer. In het afgelopen jaar was de omzet in verzekeringen met een eenmalige premie heel hoog, waardoor een hoog premie-inkomen werd gerealiseerd, waarop de winstmarge echter gering is. Een volgend groot verschil is dat het Nederlandse verzekeringsbedrijf over een groot bedrag aan oversolvabiliteit beschikt dat extra inkomen genereert. Bij het Amerikaanse bedrijf is juist sprake van vreemd vermogen, dat financieringskosten met zich meebrengt. Een vo l- gend verschil is dat het Nederlandse verzekeringsbedrijf hoge beleggingsinkomsten gene- reert door de fiscaal gunstige behandeling van 5%-belangen, waarvan in de VS geen sprake is. Ten slotte is een verschil dat in de VS het in de afgelopen jaren ontbrak aan voldoende schaalgrootte. De acquisities van ReliaStar en Aetna moeten het voordeel van voldoende schaalgrootte tot uitdrukking brengen in lagere kosten en hogere winstmarges.

De heer Hubbell wijst er nog op dat in essentie de marges op vergelijkbare producten voor vergelijkbare klantengroepen niet wezenlijk verschillen tussen de VS en Nederland.

Met betrekking tot de financiële doelstellingen licht de heer Hubbell toe dat de rende- mentsdoelstelling ook voor alle Amerikaanse bedrijfsonderdelen 12% is. De winstgroei- doelstelling is ook 12%, net als voor het gehele ING-bedrijf. Die doelstelling moet vanaf 2002 haalbaar zijn voor de drie gecombineerde bedrijven.

Met betrekking tot herverzekering licht de heer Hubbell toe dat Security Life of Denver al vele jaren actief is in herverzekering, maar alleen in de Amerikaanse markt. De he r- verzekeringsactiviteiten worden nu wereldwijd gecombineerd in ING Re. Het rendement op die activiteiten ligt dicht bij het doel van 12%. Na toevoeging van de herverzekerings- activiteiten van ReliaStar kan de rentabiliteit boven 12% komen te liggen.

Inzake de boekhoudkundige verwerking van betaalde goodwill licht de heer Maas toe dat deze nu direct van het eigen vermogen wordt afgeschreven. Activeren en geleidelijk af- schrijven is ook toegestaan. Voor ING is de eerste, meest conservatieve, methode aan- trekkelijker, ook omdat ING een grote oversolvabiliteit heeft. De huidige situatie is dat ING geleidelijk toegroeit naar de boekhoudregels volgens de International Accounting Standards (IAS). Die regelgeving schrijft voor dat goodwill moet worden geactiveerd.

ING heeft overwogen die methode te gaan volgen, maar inmiddels is er een Nederlands wetsontwerp dat het activeren van goodwill beoogt in te voeren per 2002. Gegeven die ontwikkeling wil ING daar niet op vooruitlopen. In de Verenigde Staten is daarnaast een voorstel gelanceerd door de FAS Board, dat inhoudt dat goodwill moet worden geacti- veerd maar niet behoeft te worden afgeschreven. Wel is dan een 'impairment test' vereist.

Die houdt in dat jaarlijks moet worden beoordeeld of de geactiveerde goodwill nog steeds te rechtvaardigen is. Gezien die verschillende ontwikkelingen, heeft ING besloten vooralsnog aan de bestaande methode vast te houden en de ontwikkelingen af te wachten.

De heer Reitsma verzoekt om de inleiding – die nu drie kwartier duurde – volgend jaar korter te houden. Hij zou graag een schriftelijke versie van de inleiding ontvangen.

Voorts wil hij de heer Rademaker steunen met het verzoek om de benoeming van de ac- countant tot een agendapunt op de Aandeelhoudersvergadering te maken. Een benoeming

(15)

voor onbepaalde tijd vindt hij een slechte zaak. Zijn suggestie is dat de benoeming toch minstens eens per vijf jaar een agendapunt moet zijn.

De heer Kist antwoordt dat de inleiding een samenvatting van het voorbije jaar wil zijn, waarbij inderdaad bezien kan worden wat de ideale lengte is. Geïnteresseerden kunnen de sheets van de presentatie na afloop van de vergadering ontvangen.

Inzake de benoeming van de externe accountant heeft de heer Kist zich al georiënteerd naar aanleiding van opmerkingen tijdens de vorige aandeelhoudersvergadering. Het beeld is gemengd. Soms heeft de Aandeelhoudersvergadering geen rol, soms is het elk jaar een agendapunt. ING is heel tevreden over Ernst & Young als externe accountant van ING Groep en ING Verzekeringen en over KPMG als accountant van ING Bank. Hij acht het een goed idee om ten minste eens in de paar jaar stil te staan bij de rol van de externe ac- countants en de mate van tevredenheid over hen.

Mevrouw Van Heuven-Ebeling merkt op dat zij al vele jaren aandeelhouder is, ook nog van de Nederlanden van 1845. Het valt haar op dat de nominale waarde van het aandeel in de loop der jaren steeds is verminderd en dat dat dit jaar weer gaat gebeuren. Zij vraagt wat daar de reden van is.

De heer Kist licht toe de verlaging van de nominale waarde plaatsvindt ter wille van de verhandelbaarheid op de beurs. Door de stijging van de koers van het aandeel ging die in de richting van € 90. Een lagere prijs is aantrekkelijker voor de verhandelbaarheid. Om dat te bereiken is besloten tot splitsing van het aandeel: de koers halveert en komt weer op een gangbaar prijsniveau, terwijl het aantal aandelen verdubbelt.

Mevrouw Van Haastrecht complimenteert de Raad van Bestuur met de fraaie resultaten en de mooie opmaak van het jaarverslag. Uit de tijdbalk blijkt dat ING al van oudsher bedrijven overneemt. Als het maatschappelijk verslag enige tijd vóór de Aandeelhou- dersvergadering zou kunnen worden gepubliceerd, zou het kunnen worden besproken tijdens de Aandeelhoudersvergadering. Verwijzend naar het hoofdstuk over personeel vraagt zij naar de vorderingen met betrekking tot vrouwelijke managers en wanneer de verhouding fifty-fifty zal zijn. Ook vraagt zij naar de toepassing van de business princ i- ples, die van alle medewerkers onberispelijk gedrag verlangen. Ook vraagt zij naar de filosofie achter het nieuwe hoofdkantoor dat als een sportschoen met spikes oogt. Met betrekking tot goodwill vraagt zij zich af of verantwoording van betaalde goodwill naar de toekomst kan worden verschoven in afwachting van de nieuwe regelgeving. Ook vraagt zij zich af hoe het staat met de levensverzekeringsvergunningen die in China en India verkregen zijn. Ook mist zij een specificatie van de personeelskosten naar WAO- kosten, sociale lasten, pensioenkosten en kosten van vervroegde uittreding.

De heer Kist antwoordt dat de publicatiedatum van het maatschappelijk verslag nader bekeken zal worden in het licht van bespreking tijdens de Aandeelhoudersvergadering.

In China beschikt ING inmiddels over twee vergunningen dankzij de overname van Aet- na International, die ook al een vergunning had. Er wordt nu gewerkt aan het opzetten van een levensverzekeringsbedrijf in twee verschillende provincies. In India is de ve r- gunning bijna verkregen, maar de procedures moeten nog voltooid worden. Er zal met een lokale partner een joint venture worden gestart om verzekeringen te gaan verkopen.

(16)

Wat de verhouding vrouwen/mannen betreft stelt de heer Rinnooy Kan dat de verhouding al fifty-fifty is als het gaat om de instroom van nieuw personeel op HBO- en universitair niveau. Het grote probleem is die vrouwen vast te houden en gereed te maken voor lei- dinggevende functies. De praktijk is dat veel vrouwen afhaken vanwege de gezinssituatie en het moederschap laten prevaleren boven de loopbaan, ondanks velerlei pogingen op- timale parttime-werkomstandigheden te creëren. Aan vrouwelijk talent schort het niet.

Ondanks alle inspanningen is het percentage vrouwen in de top nog heel beperkt.

Omtrent het nieuwe hoofdkantoor zet de heer Rinnooy Kan uiteen dat het gebouw allerlei bijnamen heeft, variërend van klapschaats tot kruimeldief. Een prijsvraag onder alle me- dewerkers zal een officiële naam opleveren. De filosofie achter het gebouw is transpa- rantie. Het gebouw wordt in glas en staal gebouwd. Transparantie wil ING ook als bedrijf uitstralen. Het gebouw zal vernieuwend en verrassend zijn, maar ook open, toegankelijk, gastvrij voor eenieder.

Met betrekking tot de eis van onberispelijk gedrag van de medewerkers, verwijst de heer Rinnooy Kan naar de business principles. Er is veel werk en energie gestoken in het ont- werpen, bespreken en uitdragen van onze business principles. Van belang zijn niet alleen de regels zelf, maar vooral ook het proces dat tot dat resultaat heeft geleid. Het is goed voor een onderneming van deze omvang, hoe lastig ook, om een aantal principes van fat- soenlijk gedrag wereldwijd vast te leggen en zich daarnaar te gedragen.

De vraag over specifieke personeelskosten zal apart beantwoord worden, aangezien die gegevens niet voorhanden zijn.

Omtrent de afschrijving van goodwill benadrukt de heer Maas dat die bij elke methode volkomen transparant is. Form 20-F, het Amerikaanse jaarverslag volgens SEC- richtlijnen, laat zien dat over 2000 in totaal € 16,3 mrd is afgeschreven.

De heer Ayodeji vraagt naar de achtergrond van de verplichte synergie. Zijns inziens komt synergie in een gunstige sfeer tot stand en kan niet worden afgedwongen als die sfeer ontbreekt. In die zin heeft hij moeite met de toevoeging 'verplicht'.

De heer Kist erkent dat synergie een deel van de cultuur moet zijn. Alle bijna 110.000 medewerkers moeten zich ING'er voelen, onderdeel van één bedrijf. Het mag echter niet alleen afhangen van de cultuur. Soms moeten eisen worden gesteld aan synergie om doelen te kunnen bereiken. De beloning van de directeuren die tot de top-200 behoren, is deels afhankelijk van de synergie die zij tot stand brengen.

De heer Ayodeji wijst erop dat onderzoek heeft uitgewezen dat slechts 30% van acquisi- ties uiteindelijk een succes is. Daarom is het belangrijk voorafgaand aan een acquisitie goed te bezien of er synergie haalbaar is.

De heer Kist onderschrijft dat. Het is een van de redenen waarom de overname van CCF uiteindelijk niet doorging. De samenvoeging van de drie Amerikaanse bedrijven onder één gezamenlijke leiding vormt een uitstekende basis voor synergie.

De heer Jansen betreurt de afschaffing van het keuzedividend. Hij vindt de argumenten van het tegengaan van verwatering en het wegvallen van de fiscale voordelen van stock- dividend niet overtuigend.

(17)

De heer Maas antwoordt dat het tegengaan van verwatering van de winst per aandeel be- langrijk is. Het oordeel van de buitenwereld is primair gericht op de winst per aandeel, minder op de winst als totaalbedrag. Fiscaal is de situatie veranderd. Voor de meeste aandeelhouders is er geen fiscaal voordeel meer. Bovendien speelde in het verleden dat veel meer aandeelhouders voor stockdividend kozen dan logisch zou zijn. Dat had te ma- ken met de gewoonte van depotbanken om dividend in stock uit te keren als de aandeel- houder niet nadrukkelijk voor cash kiest. Die oorzaak van verwatering wordt ook wegge- nomen door dividend alleen nog in contanten uit te keren.

Mevrouw Van Ulzen refereert aan eerdere vragen van mevrouw Van Haastrecht over de loopbaanmogelijkheden voor vrouwen. Op papier en in woorden klinken de inspanningen goed, maar de praktijk valt vaak tegen. Zij heeft voorbeelden verzameld en die op papier gezet. Het gaat dan om vrouwen die hebben gekozen voor én een carrière én voor kinde- ren. En dan toch zijn er belemmeringen om door te groeien.

De heer Rinnooy Kan herhaalt dat het ING-beleid meer is dan vrome theorie. De praktijk zal niet altijd ideaal zijn, maar de inzet voor een actief beleid ten gunste van vrouwen en een loopbaan is er wel degelijk. Hij zegt toe terug te zullen komen op de klachten zoals die in de brief verwoord zijn.

Nadat er verder geen vragen zijn, constateert de voorzitter dat het verslag van de Raad van Bestuur en het bericht van de Raad van Commissarissen over 2000 zijn behandeld.

3. Behandeling en goedkeuring van de jaarrekening over 2000, waaronder de vastste lling van het dividend over 2000

De voorzitter deelt mede dat het jaarverslag 2000 een verkorte jaarrekening bevat. De volledige jaarrekening is een aparte uitgave. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn gete- kend door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. De vergaderstukken hebben ter inzage gelegen op de in de oproepadvertentie vermelde adressen. Hij geeft de vergadering gelegenheid tot het stellen van vragen.

De heer Stevense merkt op dat in de post Overige activa sterke verschuivingen hebben plaatsgevonden. De post Participaties is sterk gestegen en de post Onroerende zaken is gehalveerd. Hij vraagt of daar een verband is. De post Vorderingen uit directe verzeke- ringen is sterk toegenomen, evenals de post Vorderingen uit herverzekering en de post Overige vorderingen. Voorts vraagt hij hoe de verwachting is omtrent de rentemarge.

De heer Maas antwoordt dat er geen verband is tussen de posten Participaties en Onroe- rende zaken. De daling van die laatste post heeft te maken met de onderbrenging van vastgoed in het Winkelfonds, waardoor het een deel van de beleggingen wordt. De sterke toename van de posten Participaties en Overige vorderingen houdt verband met het con- solidatie-effect van Aetna en ReliaStar. Hoe de rentemarge zich in 2001 zal ontwikkelen, is op dit moment nog moeilijk aan te geven.

Nadat er verder geen vragen zijn, keurt de Aandeelhoudersvergadering onder applaus de jaarrekening goed.

(18)

Van de nettowinst ad € 11.984 mln wordt € 21 mln uitgekeerd als dividend aan de ho u- ders van preferente aandelen. Daarnaast wordt een bedrag van € 9.758 mln toegevoegd aan de reserves. Verder betreft een bedrag van € 32 mln niet-uitkeerbare winst van de Stichting Regiobank. Dat betekent dat € 2.173 mln ter beschikking staat van de Algeme- ne Vergadering van Aandeelhouders.

Het voorstel is het dividend over het afgelopen boekjaar vast te stellen op € 2,25 per ge- woon aandeel van € 0,48. Op 25 september 2000 werd reeds een interimdividend van

€ 0,82 per gewoon aandeel betaalbaar gesteld, dus resteert als slotdividend € 1,43 per gewoon aandeel. In het slotdividend is een extra dividend begrepen van € 0,38 en dat heeft betrekking op de verkoopwinst op het aandelenpakket CCF.

De heer Boissevain constateert dat er eigenlijk sprake is van een normaal dividend van

€ 1,87, wat nog altijd een fraaie stijging is ten opzichte van 1999. Door het extra dividend van € 0,38 is het denkbaar dat het dividend over 2001 lager zal zijn als er in dat jaar geen bijzondere boekwinsten zijn.

De heer Maas bevestigt dat. Om die reden wordt expliciet gesproken van een extra divi- dend in verband met de boekwinst op de verkoop van de aandelen CCF.

Nadat er verder geen vragen zijn, keurt de Aandeelhoudersvergadering het voorgestelde dividend goed. Het slotdividend wordt op vrijdag 27 april 2001 betaalbaar gesteld, evenals het dividend op de preferente aandelen A.

4. Voorstel om aan de Raad van Bestuur en aan de Raad van Commissarissen de- charge te verlenen voor hun taakuitoefening in het boekjaar 2000 voor zover deze blijkt uit de jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur, het be- richt van de Raad van Commissarissen en de toelichting op de vergadering Op basis van het applaus constateert de voorzitter dat de vergadering de gevraagde de- charge verleent.

5. Corporate Governance in Nederland

6. Voorstel tot statutenwijziging: stemrecht en aandelensplitsing

De voorzitter deelt mede dat de agendapunten 5 en 6 gezamenlijk zullen worden beha n- deld omdat het voorstel tot wijziging van de statuten grotendeels voortvloeit uit de dis- cussie over corporate governance. De voorzitter deelt voorts mede dat in verband met het advies van de Sociaal-Economische Raad omtrent de toekomst van de structuurregeling, de kabinetsreacties daarop en de brede maatschappelijke discussie die in het binnen- en buitenland over dit onderwerp wordt gevoerd, ING een aantal wijzigingen in de statuten en de administratievoorwaarden wenst door te voeren. Hij verwijst naar het voorstel dat ter inzage heeft gelegen, op de internetsite van ING Groep beschikbaar was en dat aan de aanwezigen voor de vergadering is uitgedeeld. Hij geeft het woord aan de heer Kist voor een toelichting op beide agendapunten.

(19)

De heer Kist roept in herinnering dat ING de aanbevelingen van de commissie-Peters grotendeels heeft opgevolgd. Nadat vorig jaar de opties van de leden van de Raad van Bestuur werden gepubliceerd in het jaarverslag, is dat in het huidige jaarverslag gedaan voor de totale beloning van de leden van de Raad van Bestuur. Voorts heeft de Raad van Commissarissen besloten eens per jaar te vergaderen buiten aanwezigheid van de leden van de Raad van Bestuur, wat ook een aanbeveling van de commissie-Peters was. Ten derde stelt de Raad van Bestuur nu voor het stemrecht voor de certificaathouders door middel van een statutenwijziging uit te breiden en te vereenvoudigen. Voorheen konden alleen particuliere aandeelhouders tot maximaal 1% stemrecht uitoefenen. Dat gaat nu ook gelden voor rechtspersonen. Voorts zal het Administratiekantoor voortaan automa- tisch een stemvolmacht verlenen aan elke certificaathouder die de Aandeelhoudersverga- dering bezoekt, die daarmee stemrecht heeft tot 1% van het geplaatste aandelenkapitaal.

Het structuurregime en de certificering worden gehandhaafd. Het structuurregime houdt in dat een aantal belangrijke bevoegdheden bij de Raad van Commissarissen liggen en niet bij de Aandeelhoudersvergadering, waaronder de benoeming van commissarissen.

De certificering betekent dat het stemrecht op de aandelen is geconcentreerd bij een Ad- ministratiekantoor dat de aandelen houdt. In die constellatie is goed gewaarborgd dat de belangen van alle 'stakeholders' – de aandeelhouders, de klanten, de medewerkers en de samenleving – gelijkelijk afgewogen worden bij belangrijke besluiten. Er is in Nederland en in Europees verband nieuwe wet- en regelgeving in voorbereiding die van invloed is op de wijze waarop de zeggenschap van de kapitaalverschaffers wordt geregeld. ING volgt die ontwikkelingen nauwlettend maar wil er niet op vooruitlopen. Ten aanzien van de certificering geldt ook dat veel institutionele beleggers concurrent van ING zijn maar ook certificaten ING hebben. Als zij onbeperkt stemrecht zouden kunnen uitoefenen, zou dat ten nadele van de concurrentiepositie van ING kunnen werken.

Recent is een SER-advies uitgebracht dat meer zeggenschap wil geven aan de aanho u- ders. Het kabinet is voornemens de adviezen in wetgeving om te zetten. Een dergelijk wetsvoorstel moet door het parlement besproken en aangenomen worden en het is nog lang niet zeker hoe de reacties in de Tweede en Eerste Kamer zullen zijn. Daarbij is ook van belang welke ontwikkelingen in de Europese Unie plaatsvinden. In ieder geval is het de bedoeling dat de aandeelhouder en de aandeelhoudersvergadering meer zeggenschap krijgen, onder andere op het punt van benoeming van commissarissen. Maar ook de in- vloed van de andere 'stakeholders' zal een belangrijke rol spelen in het toekomstige mo- del. Evenwicht in de belangen van aandeelhouders, klanten, medewerkers en de samen- leving als geheel is heel belangrijk.

Op Europees niveau zijn de ontwikkelingen ook nog onzeker. Er is een ontwerp voor een 13e Richtlijn, die nog door het Europees parlement en de Europese Commissie moet worden behandeld. Er wordt gesproken over een Europese Vennootschap en over Euro- pese Medezeggenschap, maar beide zijn nog niet precies omschreven. Het kan nog lang duren voor er op Europees niveau een eenvormig beleid is met betrekking tot corporate governance.

De Nederlandse regering onderzoekt de voors en tegens van 'proxy solicitation', ook in Europees verband, wat wil zeggen dat men stemrecht heeft zonder daadwerkelijk de ver- gadering bij te wonen. In de meeste landen kan dat nog niet.

(20)

ING onderschrijft in essentie het SER-advies. In dat licht en gegeven de tendens naar meer zeggenschap voor de aandeelhouder, wordt een statutenwijziging voorgesteld die een aantal zaken behelst:

- Een gelijke behandeling van particuliere en institutionele aandeelhouders, wat bete- kent dat rechtspersonen ook gewone en preferente aandelen kunnen aanhouden.

- Alle aandeelhouders – particulieren en rechtspersonen – kunnen stemrecht uitoefe- nen, per aandeelhouder tot 1% van het geplaatste kapitaal.

- Een automatische stemvolmacht voor certificaathouders op de aandeelhoudersverga- dering, overigens alleen in 'vredestijd'. Hiermee wordt bedoeld dat het stemrecht voor certificaathouders geldt zolang er geen vijandig bod op de vennootschap aan de orde is. 'Vredestijd' precies definiëren is niet eenvoudig. De wetgever zal daarin nog meer duidelijkheid moeten brengen.

- Agenderingsrecht voor aandeelhouders en certificaathouders indien zij ten minste 1‰ van het aandelenkapitaal vertegenwoordigen.

- Een aandelensplitsing in de verhouding 2 : 1 om een meer gangbaar koersniveau te verkrijgen.

De heer Maas voegt eraan toe dat de statutenwijziging ook voorziet in de mogelijkheid tot uitgifte van een zogeheten 'global note'. Dat betekent dat niet alle stukken in CF- stukken moeten worden uitgeleend maar kunnen worden gebundeld in één global note.

Dat maakt het administratief veel eenvoudiger om splitsingen e.d. door te voeren.

De heer Keijzer deelt mede dat hij spreekt namens het ABP, het PGGM en enkele kleine- re Nederlandse pensioenfondsen en tevens enkele instellingen gevestigd in het buiten- land. Hij constateert dat ING fraaie resultaten boekt en heel open is bij het beantwoorden van vragen. Die transparantie staat echter op gespannen voet met de voorstellen met be- trekking tot corporate governance. Hij bepleit daarom nog eens de beschermingscon- structies overboord te zetten en zo de volledige openheid te bieden die in andere opzich- ten wel gegeven wordt. Als de pensioenfondsen die hij vertegenwoordigt door middel van de Stichting corporate governance voor pensioenfondsen, aandeelhouder zouden zijn geweest, dan zou tegen het statutenvoorstel zijn gestemd.

De heer De Boer refereert aan het feit dat ING het SER-advies onderschrijft. Daarin wordt ook gesproken over werknemerscommissarissen. Hij vraagt of ING ook dat feno- meen ondersteunt.

De heer Kist stelt dat het SER-rapport niet over werknemerscommissarissen spreekt, maar wel wordt voorgesteld dat de Ondernemingsraad – onder bepaalde voorwaarden – voor maximaal eenderde van het aantal commissarissen kandidaten mag voordragen. De commissarissen moeten voldoen aan het profiel voor commissarissen en zij worden uit- eindelijk benoemd door de Aandeelhoudersvergadering. Commissarissen zullen net als nu de belangen van alle bij de vennootschap betrokkenen moeten afwegen. Bij ING is het nu al zo dat een op de vijf commissarissen wordt benoemd op voordracht van de Onder- nemingsraad.

(21)

De heer Stevense verklaart dat hij fel tegenstander is van certificering. Hij verwijst naar andere financiële instellingen die wel gewone aandelen hebben, terwijl de concurrentie- positie vergelijkbaar is. Die andere vennootschappen hebben weliswaar veelal eigen be- schermingsconstructies, maar ING heeft wel heel veel beschermingsmaatregelen. Het zou een goed begin zijn de bescherming af te bouwen door de aandelen te decertificeren.

De heer Kist stelt dat ING met de voorgestelde statutenwijziging toch een stap in de goe- de richting zet. Tot 1% van het aandelenkapitaal krijgt iedere certificaathouder stemrecht, behalve in bijzondere omstandigheden. ING wil graag meegaan in de ontwikkelingen op dit gebied, maar bescherming blijft nodig ter wille van de eigen concurrentiepositie.

De heer Boissevain geeft aan niet in alle opzichten gelukkig te zijn met de voorstellen.

De automatische stemvolmacht is een verbetering, maar hij is niet overtuigd door de ar- gumenten vóór handhaving van de certificering. Vergelijkbare ondernemingen hebben in het verleden de certificering wel afgeschaft. Het argument van een 'level playing field' spreekt hem ook niet aan als in ogenschouw wordt genomen dat ING zelf substantiële belangen heeft (gehad) in naaste concurrenten.

De heer Boissevain refereert voorts aan de call-optie die verleend is aan de Stichting Cumulatief Preferente Aandelen. Het is nog steeds zo dat de Stichting buiten aandeel- houders om de mogelijkheid heeft aandelen te nemen en daarover niet ter verantwoor- ding kan worden geroepen door de Aandeelhoudersvergadering en ook niet door de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Hij vindt het jammer dat deze opzet is ge- handhaafd.

De heer Kist zet uiteen dat de voorstellen een bewuste stap richting meer zeggenschap voor de aandeelhouders zijn, zonder dat ING alle bescherming wil opgeven. Zolang niet duidelijk is hoe de wet- en regelgeving zich zal ontwikkelen in Nederland en Europa, wil ING vasthouden aan de bestaande beschermingsmiddelen. Andere bedrijven gebruiken andere methoden dan certificering om zich te beschermen. Over dat soort alternatieven beschikt ING niet. Daarom handhaaft ING de certificering, juist ook vanwege de be- scherming tegen de invloed van grote beleggers zoals pensioenfondsen, die ook de di- recte concurrenten van ING zijn. Samenvattend stelt de voorzitter dat ING dus zeker wel luistert naar de bezwaren tegen certificering, maar dat op dit moment afschaffing ervan niet aan de orde is.

Op een vraag van de heer Van Os bevestigt de heer Maas dat de uitoefenprijs van de war- rants na de aandelensplitsing op dezelfde wijze wordt aangepast.

De heer Reitsma merkt op dat hij het handhaven van de certificering een zwaktebod vindt. Hij vraagt of de voorgestelde automatische stemvolmacht voor certificaathouders betekent dat in de vo lgende Aandeelhoudersvergadering stembiljetten beschikbaar zijn.

De heer Kist antwoordt dat de techniek van stemming nog bekeken zal worden. Het doel is het zo eenvoudig mogelijk te houden. Als het om benoeming van personen gaat, kan om schriftelijke stemming worden gevraagd door middel van stembiljetten, maar het kan ook door middel van handopsteken als de vergadering geen behoefte heeft aan schrifte- lijke stemming.

(22)

Nadat de voorzitter heeft vastgesteld dat er verder geen vragen zijn, constateert hij:

- dat het voorstel van de Raad van Bestuur tot wijziging van de statuten is goedge- keurd door de Raad van Commissarissen;

- dat het agendapunt statutenwijziging is vermeld in de oproep tot deze vergadering;

- dat een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijzi- gingen woordelijk zijn opgenomen, ten kantore van de vennootschap voor aandeel- houders en certificaathouders vanaf de oproep tot na afloop van de vergadering ter inzage ligt en in afschrift verkrijgbaar is;

- dat, aangezien meer dan tweederde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, in deze vergadering rechtsgeldig tot deze statutenwijziging kan worden besloten, mits ten minste tweederde van het aantal stemmen voor het voorstel wordt uit- gebracht.

Vervolgens brengt hij het voorstel in stemming en constateert dat de Algemene Vergade- ring van Aandeelhouders met een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stem- men van zowel de houders van gewone aandelen als de houders van preferente aande- len A besluit de statuten overeenkomstig het voorstel te wijzigen.

Aansluitend brengt hij het voorstel in stemming om de leden van de Raad van Bestuur, zowel gezamenlijk als afzonderlijk en met het recht van substitutie te machtigen om:

- de vereiste verklaring van geen bezwaar van de Minister van Justitie aan te vragen;

- in de voorgenomen statutenwijziging alsnog zodanige veranderingen en/of toevo e- gingen aan te brengen als nodig mocht blijken ter verkrijging van de ministeriële verklaring van geen bezwaar;

- de notariële akte van statutenwijziging te doen verlijden;

en constateert dat dit voorstel wordt aanvaard door de Algemene Vergadering van Aan- deelhouders.

7. Voorgenomen benoeming van mevrouw L. Gross Goldberg en voorgenomen herbenoeming van de heer J.D. Timmer als commissaris

De voorzitter deelt mede dat in de vacature die is ontstaan in de Raad van Commissaris- sen wegens het definitief aftreden van de heer G. Verhagen wegens het bereiken van de 72-jarige leeftijd is voorzien door de benoeming tot commissaris van de heer G.J.A. van der Lugt per 18 april 2001. Hij deelt voorts mede dat twee vacatures zijn ontstaan in de Raad van Commissarissen wegens het periodiek aftreden van de heer J.D. Timmer en het besluit van de Raad van Commissarissen om de raad met één lid uit te breiden.

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan personen tot benoeming tot commis- saris aanbevelen. Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders geen andere per- sonen aanbeveelt, is de Raad van Commissarissen voornemens de heer J.D. Timmer tot commissaris te herbenoemen en mevrouw L. Gross Goldberg, die de Amerikaanse natio- naliteit heeft, tot commissaris te benoemen. De Centrale Ondernemingsraad heeft reeds laten weten tegen deze voorgenomen (her)benoeming geen bezwaar te hebben. De Al- gemene Vergadering van Aandeelhouders kan tegen de voorgenomen (her)benoeming bezwaar maken. De voorzitter vraagt of de Aandeelhoudersvergadering gebruik wil ma- ken van haar recht om personen ter benoeming tot commissaris aan te bevelen.

(23)

Op vragen van de heer Reitsma licht de voorzitter toe dat de benoeming van de heer Van der Lugt in de Aandeelhoudersvergadering van 17 april 2000 werd behandeld en dat hij toen met ingang van 18 april 2001 is benoemd. De motivering voor de (her)benoeming van de heer Timmer en mevrouw Goldberg is opgenomen op pagina 4 van de agenda voor deze vergadering.

De heer De Boer vraagt om een nadere toelichting op de benoeming van mevrouw Gold- berg. De voorzitter antwoordt dat mevrouw Goldberg een enorme ervaring in de VS heeft opgebouwd als commissaris van ReliaStar en andere bedrijven. Zij is daar ook op andere gebieden uitermate actief. De Raad van Commissarissen is verheugd dat zij dankzij de overname van ReliaStar nu beschikbaar is als commissaris van ING Groep.

Vervolgens constateert de voorzitter dat niemand verder het woord vraagt. Aangezien de vergadering geen aanbevelingen heeft gedaan en geen bezwaar heeft gemaakt, zullen commissarissen de heer J.D. Timmer herbenoemen en mevrouw L. Gross Goldberg be- noemen tot commissaris. Beiden hebben zich al bereid verklaard hun (her)benoeming te aanvaarden. De vergadering ondersteunt de (her)benoeming met applaus.

8. Machtiging tot uitgifte van aandelen en beperking of uitsluiting van het voor- keursrecht

De voorzitter stelt aan de orde het voorstel om de Raad van Bestuur aan te wijzen als het orgaan dat bevoegd is om onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen te be- sluiten tot uitgifte van aandelen, tot het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen en tot het beperken of uitsluiten van voorkeursrechten van de houders van aandelen. De bevoegdheid geldt voor een periode eindigend op 17 oktober 2002, behoudens verlenging door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders

- voor gewone aandelen voor een totaal nominaal bedrag van € 47.040.000,- (na split- sing wordt het aantal aandelen verdubbeld);

- voor een totaal nominaal bedrag van nog eens € 47.040.000,- aan gewone aandelen overeenkomend met 98.000.000 gewone aandelen, echter uitsluitend indien de aan- delen worden uitgegeven in verband met de overname van een onderneming;

- voor 12.500.000 preferente aandelen A;

- voor 200.000.000 preferente aandelen B;

- voor cumulatief preferente aandelen voor een periode eindigend op 17 april 2004, behoudens verlenging door de Aandeelhoudersvergadering, van maximaal zoveel cumulatief preferente aandelen dat telkens onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente aandelen het totale geplaatste kapitaal van de vennootschap voor niet meer dan eenderde bestaat uit cumulatief preferente aandelen. De machtiging voor de uitgifte van cumulatief preferente aandelen wordt uitsluitend gevraagd in verband met de in december 1992 aan de Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep verstrekte optie om het genoemde aantal cumulatief preferente aandelen te nemen. Deze optie kan door de Stichting worden uitgeoefend wanneer naar haar oordeel het belang van ING Groep en de daarbij betrokkenen dit vordert.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stijging door vergoeding aan regio’s voor coördinatie van deelnemende trefpunten aan ‘lekker actief’..

De Raad van Toezicht heeft voor een efficiënte uitoefening van haar taken de volgende aandachtsgebieden verdeeld in commissies: Commissie Audit Zorg (en Kwaliteit), Commissie

In een eerdere Legal Update hebben we vermeld dat de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer, het Voorontwerp van de Wet Franchise voor advies naar de Raad

Dit zijn de belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling: is voornemens om certificaten van cumulatieve preferente aandelen Burton International B.V.. Burton

De certificaten zijn niet geschikt voor beleggers die het investeringsbedrag nodig hebben voor hun levensonderhoud of eventuele verliezen niet kunnen dragen.. Wat voor belegging

Bij Bartiméus bepalen mensen met een visuele beperking zelf hun kwaliteit van leven; zij voeren, ondersteund door professionals, de regie over het leven en maken eigen

Om een eigen sociale zekerheid op te bouwen moeten bepaalde actieve Belgen niet alleen sociale bijdragen betalen maar ook 21% BTW op hun «omzet», hetgeen hoger is dan het «inkomen».

Ten tweede is de groep onderworpen aan vele andere (branche specifieke) wet- en regelgeving, waar de gevolgen van het niet naleven van deze wetten een diepgaande invloed kunnen