Afstudeeronderzoek master Accountancy
Een onderzoek naar de invloed van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen op de leesbaarheid van integrated reporting
Auteur: Koen ter Braack
Afstudeeronderzoek master Accountancy
Rijksuniversiteit Groningen, 6 april 2014
Integrated reporting
Een onderzoek naar de invloed van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen op de leesbaarheid van integrated reporting.
Auteur: Koen ter Braack
06 – 53 82 15 54
koen.ter.braack@nl.pwc.com
Studentnummer: 1383280
Universiteit: Rijksuniversiteit Groningen Faculteit: Economie & Bedrijfskunde Opleiding: Master Accountancy
Eerste begeleider: Dick de Waard Tweede beoordelaar: Paul van Asperen
Datum: 6 april 2014
Voorwoord
Deze scriptie schrijf ik ter afronding van de master Accountancy & Controlling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Een opleiding die ik in 2008 ben begonnen en nu, in 2014, eindelijk ga voltooien. Hoewel ik de reguliere vakken allemaal in 1 keer heb gehaald, bleek het schrijven van mijn master scriptie lange tijd een brug te ver. Noem het verstandig of niet, maar per 1 maart 2009 begon ik fulltime met werken bij PwC kantoor Utrecht. Met een gezonde dosis overmoed dacht ik dat ik ‘die scriptie’ er in de avonduren wel bij zou schrijven. Met de kennis van nu redelijk ambitieus en ondoordacht te noemen. Hoewel ik van mijn keuze nooit spijt heb gehad, gebiedt de eerlijk te zeggen dat ik de afgelopen jaren wel enkele nachten heb wakker gelegen van de consequenties van deze keuze. De afgelopen 5 jaar heeft het schrijven van deze scriptie altijd door mijn hoofd gezworven. In drukke tijden wat minder, in de relatief rustige periode des te meer. Maar altijd was er een rationale, een reden om maar niet te beginnen. Werk, klussen in huis, die welverdiende vakantie, maar ook minder prettige, persoonlijke, omstandigheden. Tot ik mij afgelopen zomer realiseerde dat het ook gewoon een kwestie van doen is. Even door de zure appel heen bijten en even nog iets minder vrije tijd. Nu lijkt de afronding dan toch nabij te zijn en kan ik met een goed gevoel een punt zetten achter mijn master opleiding. Mijn ouders kunnen eindelijk tevreden concluderen dat het betaalde collegegeld in de periode 2003-2008 niet voor niets is geweest.
Via deze weg wil ik PwC bedanken voor de beschikbare tijd en middelen. Daarnaast wil ik ze nog meer bedanken voor het vertrouwen wat ze in mij hebben en de kansen die ze mij de afgelopen jaren hebben geboden. Tot slot wil ik ze bedanken voor het begrip dat ze hebben getoond in het lange traject van afstuderen. Natuurlijk hebben zij ook de vruchten geplukt van de keuze om de studie enkele jaren op een lager pitje te zetten.
Tevens wil ik mijn begeleider, Dick de Waard en mijn 2 vorige begeleiders, Wilmar de Munnink en Dick van Offeren bedanken. Vooral Wilmar de Munnik en Dick van Offeren zullen af en toe het gevoel hebben gehad aan een dood paard te moeten trekken.
In het bijzonder bedank ik Eefje voor haar getoonde begrip als ik weer eens chagrijnig was of tot laat achter de laptop bezig was voor mijn scriptie. De afgelopen maanden heb ik het weliswaar minder druk gehad met mijn werk, maar zijn alle vrije uren voornamelijk in de scriptie gestoken. Ik hoop dat hiermee ook een periode van meer rust is aangebroken.
Last but not least wil ik mijn ouders bedanken. Bedankt voor alles wat ze hebben moeten laten in de
periode dat ik studeerde.
Samenvatting
Integrated reporting krijgt steeds meer aandacht in de maatschappij. Uit onderzoek van het financieel dagblad blijkt dat drie kwart van de top 40 Nederlandse bedrijven een soort van integrated jaarverslag op (Financieel Dagblad, 15 november 2012). Wereldwijd rapporteert zelfs 95% van de 250 grootste bedrijven over duurzaamheid (KPMG). Ook aandeelhouders en andere stakeholders krijgen steeds meer interesse voor integrated reporting. Zij verwachten dat ondernemingen meer verantwoording afleggen over hun waarde creatie, hun maatschappelijke impact en de wijze waarop een onderneming deze impact probeert te beheersen (PwC, 2012). Naast de traditionele financiële informatie willen zij ook niet-financiële informatie meewegen in hun investeringsbeslissing (Admiraal, 2010). Integrated reporting wordt gezien als een manier om de informatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders te dichten.
Integrated reporting kent in de wetenschap verschillende definities, maar kenmerkt zich door het samenbrengen van financiële en niet-financiële informatie. In de kern moet integrated reporting de onderneming in staat stellen verantwoording af te leggen aan de maatschappij over haar waarde creatie. Centraal staat het samenbrengen van informatie ten aanzien van de strategie, governance, financiële prestaties en de sociale en duurzame impact op de omgeving waarin zij opereert. De IIRC definieert integrated reporting als volgt:
‘Integrated Reporting is a process that results in communication by an organization, most visibly a periodic integrated report, about value creation over time. An integrated report is a concise communication about how an organization’s strategy, governance, performance and prospects, in the context of its external environment, lead to the creation of value over the short, medium and long term.’
Integrated reporting is dus meer dan alleen het samenbrengen van al bestaande (sociale) verslagen tot één verantwoordingsdocument. Er is nog zeer beperkt onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van integrated reports. De vraag is of het samenbrengen van informatie in één verantwoordingsdocument leidt tot een beter leesbaar verslag. En wat is daarbij de invloed van de Raad van Bestuur of Raad van Toezicht? Mijn onderzoek richt zich op de leesbaarheid van integrated reporting, waarbij ik antwoord wil geven op de volgende hoofdvraag:
“In welke mate heeft de samenstelling van de Raad van Bestuur (RvB) en Raad van Commissarissen (RvC) invloed op de leesbaarheid van integrated reporting?”
Om deze hoofdvraag te beantwoorden heb ik de integrated reports van de ondernemingen die zijn aangesloten bij de pilot groep van de IIRC onderzocht. In totaal heb ik voor 54 organisaties de leesbaarheid van het integrated report bepaald. De mate van invloed van de bestuurders is heb ik onderzocht op basis van de volgende zes hyptoheses:
- H1: De leesbaarheid van het integrated report is afhankelijk van de omvang van de board.
- H2: De leesbaarheid van het integrated report neemt toe naarmate het aandeel vrouwen in de board toeneemt.
- H3: De leesbaarheid van het integrated report neemt toe naarmate het verschil in leeftijd tussen de leden van de board hoger is.
- H4: De leesbaarheid van het integrated report is hoger wanneer de bestuurders
voornamelijk uit common law landen afkomstig zijn.
- H6: De leesbaarheid van het integrated report neemt toe naarmate het aantal bijeenkomsten van de board hoger is.
De leesbaarheid van het integrated report heb ik gemeten aan de hand van de The Flesch Reading Ease formule. Deze formule is ontwikkeld door Rudolf Flesch in 1948. Het is een kwantitatieve methode om de leesbaarheid van een tekst te meten. De Flesch Reading Ease formule bepaalt de leesbaarheid van een tekst op basis van twee variabelen, namelijk de lengte van de woorden en de lengte van de zinnen (Klare, 1974). De Flesch Reading Ease formule kent een range van 0 tot 100 en bepaalt de leesbaarheid van de tekst. Hoe lager de score, des te moelijker de tekst leesbaar is.
De leesbaarheid van het integrated report integrated report is bepaald door de gemiddelde leesbaarheid te berekenen uit de secties van het integrated report waar de Chairman introduction, de stakeholder Engagement en de corporate governance zijn opgenomen.
Uit mijn onderzoek is gebleken dat de leesbaarheid van de integrated reports gemiddeld genomen zeer moeilijk is. Dit ligt in lijn met de reeds beschikbare wetenschappelijke onderzoeken. Zhang et al.
(2009), (Miller, 2010), Rennekamp (2010), Li (2008), Subramanian (1998) en Jones (1988). Voor ondernemingen is er nog een hele weg te gaan om de leesbaarheid van de integrated reports te verbeteren. Zowel ondernemingen, wetgevers als accountants kunnen hier in de toekomst positief aan bijdragen.
Wanneer gekeken wordt naar de invloed van het bestuur dan blijkt dat het aandeel vrouwen in de board een significant positief effect heeft op de leesbaarheid van integrated reporting. Dit sluit aan met eerder wetenschappelijk onderzoek van Brennan & McCafferty, (1997), Kang et al. (2007), Barnardi et al. (2002) en Guadagno & Cialdine (2007). De reden voor deze relatie kan worden gevonden in de sociale hoek. Onderzoek van Guadagno & Cialdine (2007) heeft aangetoond dat mannen meer gebruik maken van impressiemanagement. Dit is een methode van presenteren van informatie. Impressiemanagement leidt tot een vermindering van de leesbaarheid van teksten, omdat met woorden en zinnen de feitelijke prestaties worden verbloemd of aangedikt. Omdat vrouwen minder gebruik maken van prestatie management kan dit mogelijk een verklaring zijn voor de positieve relatie tussen het aantal vrouwen in de board en de leesbaarheid van het integrated report.
Er is geen significante relatie gevonden tussen de leesbaarheid van integrated reports en de omvang van het bestuur, het leeftijdsverschil binnen het bestuur, de afkomst van bestuursleden, de onafhankelijkheid van het bestuur en aantal malen samen komen door het bestuur.
Op basis van mijn uitgevoerde onderzoek zie ik enkele mogelijkheden voor vervolg onderzoek.
Allereerst verklaart mijn regressie analyse slechts 34 % van de leesbaarheid van integrated reporting.
Dit houdt in dat 66 % van de leesbaarheid van integrated reporting wordt beïnvloed door andere
variabelen. Vervolgonderzoek moet aantonen welke variabelen dit zijn. Op basis van literatuur
verkenning en uitkomsten van eerder onderzoek vermoed ik dat het gerealiseerde resultaat een
variabele is in de bepaling van de leesbaarheid van het integrated report. Daarnaast kan het
interessant zijn om te onderzoeken of de leesbaarheid afhankelijk is van wettelijke verankering. In
Zuid Afrika is integrated reporting wettelijk verankerd, terwijl het in andere landen een vrijwillige
rapportage vorm is. Een wettelijke verankering zorgt voor een harde, eenduidige norm. Mogelijk kan
de aanwezigheid van deze norm de leesbaarheid positief beïnvloeden. De ondernemingen die
vrijwillig een integrated report opstellen, hebben nog de keuze tussen de GRI index of het model zoals
opgesteld door de IIRC.
Inhoudsopgave
1. Inleiding ...8
1.1. Probleemstelling...9
1.2. Relevantie ... 10
1.2.1. Wetenschappelijke relevantie ... 10
1.2.2. Maatschappelijke relevantie ...11
1.3. Leeswijzer ...11
Deel 1: Literatuurstudie ... 12
2. Literatuurstudie ... 13
2.1. Integrated reporting... 13
2.1.1. Aanleiding voor integrated reporting ... 13
2.1.2. Wat is Integrated reporting?... 14
2.2. Disclosure motieven ... 14
2.2.1. Waarom publiceren organisaties informatie?... 15
2.2.2. Voluntary disclosure theorie en integrated reporting ... 16
2.3. Leesbaarheid ... 16
3. Hypotheses ... 18
3.1. Corporate Governance ... 18
3.2. Board of directors... 18
3.2.1. Omvang van board of directors... 19
3.2.2. Diversiteit binnen de board of directors... 19
3.2.3. Onafhankelijkheid van board of directors ... 21
3.2.4. Aantal vergaderingen van board of directors ... 21
3.2.5. Controle variabelen ...22
3.3. Conceptueel model ...23
Deel 2: Onderzoek ontwerp ... 24
4. Onderzoeksmethodiek ...25
4.1. Afbakening...25
4.2. Flesch Reading Ease formule ...25
4.3. Afhankelijke variabele...26
4.4. Onafhankelijke variabelen ...26
4.5. Controle variabele ... 27
4.6. Data verzameling... 27
4.7. Regressiemodel ...28
5. Resultaten...30
5.1. Beschrijvende statistiek ...30
5.1.1. Leesbaarheid ... 31
5.1.2. Samenstelling board of directors ...32
5.2. Correlatie ...32
5.3. Hypotheses ...33
5.3.1. Omvang van het bestuur ...34
5.3.2. Geslacht van het bestuur...34
5.3.3. Leeftijdsverschil in het bestuur...35
5.3.4. Afkomst van het bestuur ...35
5.3.5. Onafhankelijkheid van het bestuur ...35
5.3.6. Aantal malen samenkomen van het bestuur ...35
6. Conclusie, beperkingen en aanbevelingen... 37
6.1. Conclusie ... 37
6.2. Beperkingen van het onderzoek...38
6.3. Mogelijkheden voor vervolgonderzoek...39
Referenties...40
Bijlagen ...44
1. Overzicht geselecteerde ondernemingen ...44
2. Dataset ... 45
3. Output SPSS Correlatiematrix ... 47
4. Output SPSS regressie analyse...48
1. Inleiding
Integrated reporting krijgt steeds meer aandacht in de maatschappij. Integrated reporting is een initiatief om het traditionele jaarverslag te combineren met het duurzaamheidsverslag en overige, niet financiële verslagen. Dit initiatief komt voort uit de behoefte van ondernemingen om verantwoording af te leggen over niet-financiële onderwerpen aan haar stakeholders. Deze behoefte is ontstaan, omdat financiële informatie gebaseerd is op het verleden en het daarom beperkt inzicht biedt in de toekomstige financiële prestaties. (Eccles, 1991; Eccles & Dipiazza, 2002). In 2011 stelde drie kwart van de top 40 Nederlandse bedrijven een soort van integrated jaarverslag op (Financieel Dagblad, 15 november 2012). Wereldwijd rapporteerden 95% van de 250 grootste bedrijven over duurzaamheid (KPMG).
Ook bij aandeelhouders en andere stakeholders groeit het draagvlak voor integrated reporting. Zij verwachten dat ondernemingen meer verantwoording afleggen over hun waardecreatie, hun maatschappelijke impact en de wijze waarop een onderneming deze impact probeert te beheersen (PwC, 2012). Naast financiële informatie willen gebruikers van het jaarverslag ook niet-financiële informatie ontvangen, zodat zij in staat zijn een weloverwogen analyse te kunnen maken van de waarde van een onderneming (Admiraal, 2010). Integrated reporting is een manier om deze informatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders op te vullen.
Integrated reporting kent verschillende definities, maar kenmerkt zich door het samenbrengen van financiële en niet financiële informatie. In de kern moet integrated reporting de onderneming in staat stellen verantwoording af te leggen aan de maatschappij over haar waarde creatie. Centraal staat het samenbrengen van informatie ten aanzien van de strategie, governance, financiële prestaties en de sociale en duurzame impact op de omgeving waarin zij opereert. Integrated reporting moet een duidelijk inzicht geven in hoe een onderneming nu en de toekomst waarde creëert. Het geeft stakeholders een beter inzicht in de wijze waarop de onderneming haar strategie uitvoert en welke impact zij heeft op haar omgeving (IIRC, 2012).
De duurzaamheid van een onderneming komt steeds meer centraal te staan in de maatschappij, omdat men zich begint te realiseren dat onze bronnen niet oneindig zijn. Jaarrekeningmodellen zijn ontwikkeld in een tijd dat duurzaamheid geen prioriteit had. Echter, de opkomst van economieën zoals China maakt duidelijk dat er een beperkte voorraad water, voedsel en grondstoffen is.
Daarnaast dragen ondernemingen bij aan klimatologische en sociologische ontwikkelingen welke in de media breed worden uitgemeten; Shell in Nigeria, BP voor de kust van Amerika. Dit leidt er toe dat ondernemingen in toenemende mate moeten gaan rapporteren over hun sociale en klimatologische footprint. Het jaarrekeningmodel voorziet niet in deze behoefte. Dit heeft geleid tot zogenaamde duurzaamheids- of maatschappelijke verslagen, waarin ondernemingen verantwoording af leggen over de drie P’s (people, planet en profit). Integrated reporting moet al deze afzonderlijke verslagen samenbrengen tot een overzichtelijk geïntegreerd verantwoordingsdocument.
Ook internationaal krijgt integrated reporting steeds meer aandacht. Enkele jaren geleden is de International Integrated Reporting Council (hierna: IIRC) opgericht. De IIRC heeft als doel om een internationaal geaccepteerd integrated reporting framework te ontwikkelen. Als onderdeel van dit doel is de IIRC in 2011 een pilot groep gestart met ruim 100 ondernemingen. Ondernemingen konden zich vrijwillig aanmelden bij deze pilot. De IIRC wil met deze pilot de acceptatie van het IIRC framework bevorderen. Daarnaast biedt de IIRC de mogelijkheid gerichte feedback te ontvangen op het door haar ontwikkelde framework.
Vanuit de wetgevers in diverse landen is tevens een toenemende aandacht op integrated reporting
waarneembaar. Sinds 2010 is integrated reporting verplicht gesteld voor Zuid-Afrikaanse
ondernemingen welke genoteerd zijn aan de Johannesburg Stock Exhange. Voor niet-beurs
genoteerde Zuid-Afrikaanse ondernemingen geldt een ‘comply or explain’-regeling. Vanuit Frankrijk
komen ook signalen om integrated reporting in de wet te verankeren. Het is de bedoeling dat
integrated report moeten opstellen. Frankrijk gaat hierin nog een stapje verder dan Zuid Afrika, want het verplicht ondernemingen de niet-financiële informatie te laten verifiëren door een onafhankelijke derde.
Mede door het initiatief van Frankrijk heeft integrated reporting daar ook impact op de accountant.
Van de accountant zal worden verwacht dat hij zekerheid geeft bij het integrated report, net zoals een accountant dat nu doet bij de jaarrekening. Op 9 december 2013 heeft de IIRC haar framework voor integrated reporting gepubliceerd. Op basis van dit framework zullen de accountants een assurance richtlijn moeten gaan opstellen. Hierbij zullen vragen centraal moeten staan als ‘hoe waardeer en presenteer je niet-financiële waarden’ en ‘op welke wijze bepaal je de relevantie van niet-financiële waarden’. (PwC, 2012). De accountant moet voorkomen dat integrated reporting een document wordt waarbij de onderneming alleen positieve informatie opneemt en ongunstige informatie bewust niet opneemt of verhuld.
Naast uitdagingen biedt integrated reporting ook kansen voor de accountant. Recente boekhoudschandalen (Ahold, Enron, Paramalat, Vestia) hebben de geloofwaardigheid en relevantie van accountants geen goed gedaan. Ook politiek liggen de accountants onder een vergrootglas. Dit heeft in Nederland onder meer geleid tot de verplichte kantoorroulatie van beursgenoteerde ondernemingen na 8 jaar. Ook binnen de beroepsgroep wordt de discussie rondom de relevantie van de accountant/het accountantsberoep gevoerd. Naast zekerheid bij de jaarrekening moet de accountant ook inzicht geven in de belangrijkste risico’s van een onderneming. Men is zoekende naar de concrete invulling hiervan. Integrated reporting kan hier een eerste aanzet voor geven.
1.1. Probleemstelling
Bovenstaande maakt duidelijk dat integrated reporting een actueel, veel besproken onderwerp is. De IIRC definieert integrated reporting als volgt:
‘Integrated Reporting is a process that results in communication by an organization, most visibly a periodic integrated report, about value creation over time. An integrated report is a concise communication about how an organization’s strategy, governance, performance and prospects, in the context of its external environment, lead to the creation of value over the short, medium and long term.’
Integrated reporting is meer dan alleen het samenbrengen van reeds bestaande (sociale) verslagen tot een verantwoordingsdocument. Hoewel er al voldoende onderzoek is gedaan naar de leesbaarheid van jaarverslagen, is nog zeer beperkt onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van integrated reports.
De vraag is of het samenbrengen van informatie in één verantwoordingsdocument leidt tot een beter leesbaar verslag. En wat is daarbij de invloed van de Raad van Bestuur of Raad van Toezicht?
Mijn onderzoek richt zich op de leesbaarheid van integrated reporting, waarbij ik antwoord wil geven op de volgende hoofdvraag:
“In welke mate heeft de samenstelling van de Raad van Bestuur (RvB) en Raad van Commissarissen (RvC) invloed op de leesbaarheid van integrated reporting?”
Om antwoord te geven op deze hoofdvraag heb ik enkele deelvragen opgesteld:
1. Wat wordt verstaan onder integrated reporting?
2. Welke wetenschappelijk bewijzen zijn er voor de invloed van de samenstelling van de RvB en RvC op de leesbaarheid van verslaggeving?
3. Hoe meet je de leesbaarheid van verslaggeving?
1.2. Relevantie
Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw is relatief veel onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van het jaarverslag. In paragraaf 1.2.1. ga ik in op de wetenschappelijke relevantie van mijn onderzoek en in paragraaf 1.2.2 beschrijf ik de maatschappelijke relevantie.
1.2.1. Wetenschappelijke relevantie
Hoewel ondernemingen steeds meer aandacht schenken aan integrated reporting, is er wetenschappelijk nog vrij weinig onderzocht. Mede omdat de initiatieven rondom integrated reporting pas recent zijn gestart, is wetenschappelijk onderzoek zeer beperkt beschikbaar. Daarnaast is er nog geen harde norm voor integrated reporting. Er zijn verschillende frameworks (IIRC, GRI) in omloop en de wettelijke verankering van integrated reporting is nog zeer beperkt.
Tegenwoordig brengen steeds meer organisaties een duurzaamheidsverslag, MVO verslag ect. uit naast het traditionele jaarverslag (KPMG, PwC, 2012). Organisaties doen dit omdat het traditionele jaarverslag onvoldoende aansluit bij de informatiebehoefte van aandeelhouders en overige stakeholders. Studies van Holder-Webb et al. (2007;2009) en Simnet et al (2009) tonen aan dat de huidige, wettelijk verplichte, verslaggevingseisen onvoldoende inzicht bieden in de onderneming en teveel gericht zijn op de korte termijn. Uit onderzoek van Lev & Zarowin (1999) en Graham et al.
(2005) volgt zelfs dat de huidige verslaggeving teveel gefocust is op de financiële kant van de onderneming en daardoor geen compleet plaatje van de onderneming schetst. Adams et al. (2011) onderschrijven deze conclusies en stellen dat het traditionele verslaggevingsdocument onvoldoende inzicht geeft in de sociaal maatschappelijke informatie behoefte.
Bovenstaande onderzoeken tonen aan dat de traditionele verslaggevingsdocumenten een te sterke focus hebben op financiële informatie en onvoldoende aansluiten op de informatiebehoefte van aandeelhouders en overige stakeholders. Een belangrijke vraag die daarbij kan worden gesteld is: ‘In welke informatiebehoefte dient een onderneming te voorzien?’.
Cohen et al. (2011) hebben onderzocht welke informatie stakeholders uit de retail sector het meest relevant vinden. Dit onderzoek wees uit dat stakeholders voornamelijk geïnteresseerd waren in niet- financiële informatie die gericht is op de toekomstige kasstromen. Ander onderzoek wijst uit dat er een positief verband is tussen de milieubelasting van een onderneming en de verslaggeving hierover.
Onderzoek naar de 191 meest vervuilende ondernemingen in Amerika wees uit dat ondernemingen die milieuvriendelijk produceren, hierover uitgebreider verslag doen, dan minder milieuvriendelijk producerende ondernemingen (Clarkson et al, 2008).
Weer ander onderzoek wees uit dat het vrijwillig toelichten van niet-financiële informatie leidt tot een lagere kost van capital, omdat investeerders beter in staat zijn een inschatting te maken van de toekomstige waarde van de onderneming (Coram et al. 2009). Deze conclusie is gebaseerd op de voluntary disclosure theorie en vormt een belangrijke basis voor mijn onderzoek, omdat het de incentive verklaart waarom ondernemingen vrijwillig informatie zouden willen verschaffen.
Vrijwillige informatievoorziening kan de informatie asymmetrie tussen beleggers en de directie van een onderneming verkleinen (Narayana et al. 2000). Dit stelt beleggers in staat om de waarde van een onderneming beter in te schatten. Integrated reporting kan een middel zijn om deze vrijwillige informatievoorziening praktische handvaten te geven.
In hoeverre een verantwoordingsdocument kan voorzien in de informatiebehoefte van de stakeholder
hangt af van de begrijpbaarheid van het document (Courtis, 1998). In de wetenschap wordt dit de
leesbaarheid genoemd. Op dit vlak is voldoende onderzoek beschikbaar ten aanzien van reguliere
verslaggeving en duurzaamheidsverslaggeving. Uit deze onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van
verslaggeving een sterk verband houdt met ondernemingskarakteristieken. Zo is wetenschappelijk
aangetoond dat de omvang van de onderneming (Cerf, 1961;Buzby, 1975, Inchausti, 1997) en een
beursnotering (Singhvi & Desai, 1971) een positieve relatie hebben met de kwaliteit van verslaggeving
1994;McNally et al., 1982) en het accountantskantoor (Malone et al., 1993; Courtis, 1979) wisselende relaties laten zien. De omvang van de onderneming is gemeten aan de hand van totale boekwaarde, de marktwaarde, de omzet of het aantal stakeholders van de onderneming. Weer ander onderzoek laat zien dat de omvang en samenstelling van de Raad van Bestuur invloed heeft op de kwaliteit van verslaggeving. (Abraham & Cox, 2007). Mogelijk kan dit een aanknopingspunt zijn voor het onderzoek naar de kwaliteit van integrated reporting.
Integrated reporting wordt gezien als een oplossing om de informatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders te verkleinen. Het NBA
1stelt dat het traditionele jaarverslag onvoldoende aansluit op de informatiebehoefte van de huidige gebruiker van het verslag (NBA, 2013). Uit voorgaande alinea’s is gebleken dat er in het verleden voldoende onderzoek is uitgevoerd naar de leesbaarheid van jaarverslagen en duurzaamheidsverslagen. Tot op heden is nog zeer beperkt onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van integrated reports. Er is nog onvoldoende antwoord op de vraag hoe leesbaar integrated reports zijn. Dit benadrukt de wetenschappelijke relevantie van mijn onderzoek.
1.2.2. Maatschappelijke relevantie
In de voorgaande paragraaf ben ik ingegaan op de wetenschappelijke relevantie van mijn onderzoek.
Naast wetenschappelijke relevantie heeft dit onderzoek ook maatschappelijke relevantie. Integrated reporting zal voornamelijk gebruikt gaan worden door de stakeholders van een onderneming. Zij zullen het integrated reporting document gebruiken om betere investeringsbeslissingen te maken over de onderneming. Mijn onderzoek zal inzicht bieden in de leesbaarheid van het integrated report.
De resultaten van dit onderzoek kunnen gebruikers van het integrated rapport inzicht bieden in de variabelen die van invloed kunnen zijn op de leesbaarheid van integrated reporting. Het maakt de lezers van het integrated report bewust van de invloed van de raad van bestuur en raad van commissarissen op de leesbaarheid en de mogelijke risico’s die deze samenstelling met zich meebrengt. Het onderzoek moet bijdragen aan de bewustwording dat de leesbaarheid van informatie beïnvloedt kan worden door de raad van bestuur en raad van commissarissen.
1.3. Leeswijzer
Dit onderzoek is ingedeeld in drie delen. In deel één behandel ik de wetenschappelijke theorieën voor informatieverschaffing. Dit doe ik aan de hand van de agency theorie, het begrip informatie asymmetrie en de voluntary disclosure theorie. Daarnaast sta ik kort stil bij het begrip integrated reporting. Tot slot formuleer ik in deel één aan de hand van wetenschappelijke literatuur hypotheses.
Het onderzoekontwerp en de onderzoeksmethodologie staan centraal in deel twee. In dit deel beschrijf ik op welke wijze ik de hypotheses ga meten en werk ik het begrip leesbaarheid verder uit. In deel drie presenteer ik de onderzoeksresultaten en behandel ik de conclusies op basis van de onderzoeksresultaten. Tot slot ga ik in op de beperkingen van het onderzoek en verken ik mogelijkheden tot vervolgonderzoek.
1
NBA = Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
Deel 1: Literatuurstudie
2. Literatuurstudie
Waarom publiceren organisaties informatie? Welke belangen heeft een organisatie bij het afleggen van zowel financiële als niet financiële-verantwoording? Voordat ik onderzoek kan doen naar integrated reporting is het van belang stil te staan bij enkele, voor dit onderzoek relevante, verslaggevingsmotieven. Door middel van de agency theorie verklaar ik waarom een organisatie informatie over haar bedrijfsvoering publiceert. Op basis van de voluntary discolsure theorie probeer ik aanknopingspunten te vinden voor de vrijwillige vorm integrated reporting. Tot slot behandel ik het begrip leesbaarheid en de mogelijkheden die bestaan om door middel van impressiemanagement informatie te sturen. Maar eerst sta ik stil bij het begrip integrated reporting.
2.1. Integrated reporting
2.1.1. Aanleiding voor integrated reporting
Ik wil onderzoek doen naar de leesbaarheid van integrated reporting. Om inzicht te krijgen in de leesbaarheid van integrated reporting, moet eerst in kaart worden gebracht wat integrated reporting is en hoe dit begrip is ontstaan.
Het concept integrated reporting kent zijn oorsprong in twee ontwikkelingen uit de jaren 90 van de vorige eeuw. Allereerst kregen aandeelhouders in de jaren 90 meer behoefte aan overige, niet- financiële informatie zoals klantinformatie, duurzaamheid, HR beleid en innovatie. Deze informatiebehoefte ontstond omdat financiële informatie is gebaseerd op het verleden. Hierdoor biedt het enkel inzicht in de prestaties van een afgelopen periode en geeft het onvoldoende inzicht in de toekomstige financiële prestaties, terwijl niet-financiële informatie wel op de toekomst gericht kan zijn (Eccles, 1991; Eccles & Dipiazza, 2002).
Daarnaast ontstond het idee dat organisaties informatie over hun sociale en omgevingsprestaties zouden moeten rapporteren aan al hun belanghebbenden, en niet alleen aan hun aandeelhouders, zelfs als aandeelhouders niet geïnteresseerd waren in deze informatie. Met andere woorden, organisaties moesten gaan rapporteren over hun “Corporate Social Responsibilty”. Dit leidde in 1997 tot de oprichting van de Global Reporting Initiative (GRI). De GRI had als doel ondersteuning te bieden aan organisaties. Ook moest de GRI richtlijnen opstellen die organisaties kunnen volgen wanneer zij over duurzaamheid willen rapporteren. In 2010 gaven 1861 organisaties een duurzaamheidsrapport uit, gebaseerd op de G3 richtlijn van de GRI. (Leo et al., 2011).
Door de toenemende belangstelling voor duurzaamheid en overige niet-financiële informatie en om wildgroei in verslaggevingsstandaarden te voorkomen, is in augustus 2010 de International Integrated Reporting Council
2(IIRC) opgericht door de Global Reporting Initiative (GRI), de Inernational Federation of Accountants (IFAC) en The Prince’s Accounting for Sustainability Project (A4S) het. De missie van de IIRC luidt:
“To create a globally accepted integrated reporting framework which brings together financial, environmental, social and governance information in a clear, concise, consistent and comparable format in order to help business to take more sustainable decisions and enable investors and other stakeholders to understand how an organization is really performing” (www.theiirc.org)
De IIRC bracht in september 2011 zijn eerste discussiepaper uit en startte kort daarna een tweejarig pilotprogramma. Dit pilotprogramma heeft als doel bedrijven samen te brengen en ervaringen in het toepassen van integrated reporting te delen. In november 2012 heeft de IIRC een concept framework gepubliceerd waarin de IIRC uiteenzet uit welke elementen een integrated report moet bestaan. Dit concept framework heeft in december 2013 geleid tot een definitief framework voor integrated reporting.
2