Schriftelijke vragen (art. 39 RvO)
aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland
datum : 5 maart 2021 van : René Westra (VVD)
onderwerp : Windmolens en wespendief; een paar apart.
De VVD heeft met interesse kennisgenomen van de verkenning van windenergie op en rond de Veluwe (5 februari 2021) met de Rapportage Windenergie op en rond de Veluwe (A&W-rapport 20- 140). Dit rapport onderzoekt de effecten van windenergie op de wespendief en andere soorten. Uit de bijlage kan worden opgemaakt dat “(D)e belangrijkste bevinding uit het onderzoeksrapport is dat de ruimte voor windturbines op en rondom de Veluwe zeer beperkt is.”
De onderzoekers signaleren dat er een spanningsveld ontstaat tussen enerzijds de verplichting uit het klimaatakkoord om grootschalig duurzame energie op te wekken en anderzijds te voldoen aan de uit wet- en regelgeving voortkomende landschaps- en natuurwaarden.
De onderzoekers constateren dat het aantal paren wespendieven, dat zich op de Veluwe bevindt, geschat kan worden tussen de 90 en 98 (p.5). De norm is 100. Tevens wordt bij een worstcase benadering uitgegaan van een mortaliteit van 5% en varieert de “mortaliteit van 1,7 (bij 10 middelgrote turbines) tot 17 (bij 100 middelgrote turbines).” (p.56)
Uit Natura2000/Profielen Vogels: “De wespendief is overwegend een bosbewoner, met een voorkeur voor minstens 250 ha grote en minstens 40 jaar oude bossen op zandgrond. De vogel lijkt enige afwisseling met andere gebieden op prijs te stellen. Dat kunnen vennen zijn, stukken heide, beekdalen, natte bosdelen of extensief onderhouden graslanden. (..) Zijn nest bouwt de vogel bij voorkeur in een spar.”
De VVD is van mening dat de opgaven uit de klimaatafspraken, zoals die in 2018 door de Staten zijn gemaakt, richtinggevend zijn. Daarbij is maatschappelijk en politiek draagvlak een wezenlijke
voorwaarde om burgers niet van het bestuur te vervreemden.
Provinciale Staten van Gelderland heeft met de motie Duurzame Corridors 2.0 (PS2018-308) bepaald om grootschalige duurzame energieprojecten vooral langs de hoofdinfrastructuur in Gelderland te positioneren. Gedeputeerde Staten heeft bij brief van 4 december 2018 benadrukt de uitvoering van de motie te koppelen aan de RES-en.
De gemeenteraad van Apeldoorn heeft in 2019 uitgesproken een voorstander te zijn om windmolens te plaatsen naast de A50 en A1. In de concept-RES van de Cleantech-regio wordt gemeld dat uit een bewonersenquête blijkt dat “Bijna 60% is het eens met de stelling ‘Locaties voor windmolens zoveel mogelijk langs bestaande (snel)wegen en/of waterwegen’.
Vragen
De VVD legt aan GS de volgende vragen voor:
1. De onderzoekers gebruiken het onderzoek van Brand uit maart 2012. O.b.v. een model worden de aanvaringsrisico’s geschat. Is dit model ondertussen gevalideerd met concrete observaties en tellingen? Ook t.a.v. wespendieven?
2. Klopt het dat ernaar wordt gestreefd om meer naaldbossen op de Veluwe meer te vervangen door loofbossen (zoals is besproken in PS van 3 maart 2021)?
3. Indien de vraag 1 ontkennend is beantwoord, in hoeverre is het reëel om op basis van een rekenkundige exercitie, de verschuiving naar loofbossen en de grote migratiebewegingen die de wespendief maakt, zo absoluut mogelijke aantallen windmolens te duiden? Zo een empirische studie niet kunnen uitwijzen dat de wespendief is het vlakke Nederland prima weet om te gaan met windmolens in de corridors van de A50, A1 en A28?
4. Kan GS op juridische gronden eenduidig uitsluiten dat er geen windmolens kunnen worden geplaatst in de corridors, indien de gemeenten dat wensen?
5. Indien vraag 4 ontkennend is beantwoord, wat weerhoudt GS ervan om de met het onderzoek opgeworpen barrière terzijde te schuiven?
6. Zou het niet getuigen van bestuurlijke balans wanneer de doelstellingen van de energietransitie (i.c. wind) worden geplaatst naast de ecologische benadering van de onderzoekers? Zo ja, zou dat niet kunnen betekenen dat de RES-en meer ruimte dienen te krijgen om hun plannen voor de corridors, conform de wens van PS, uit te kunnen voeren?