• No results found

Beslissing op bezwaar HOTRADIO | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beslissing op bezwaar HOTRADIO | Commissariaat voor de media"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: 720043/722898

Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 12 februari 2019 (kenmerk 718138) tot vaststelling van de toezichtskosten over 2018 die Trend Media Groep B.V. als commerciële media-instelling is verschuldigd voor de radio-omroepdienst “HOTRADIO Hits”.

Het Commissariaat voor de Media,

gezien het besluit van 12 februari 2019 (kenmerk 718138),

gezien het daartegen door het Commissariaat voor de Media op 28 februari 2019 ontvangen bezwaarschrift,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het bepaalde in de artikelen 3.1 en 3.30 van de Mediawet 2008, artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en artikelen 2, 5 en 8 van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008,

overweegt als volgt:

_________________________________________________________________________

a. Verloop van de procedure en feiten

1. Bij besluit van 8 maart 2016 (kenmerk: 662599/664935) verleent het Commissariaat bezwaarmaker toestemming om als commerciële media-instelling een commerciële omroepdienst te verzorgen met de naam “HOTRADIO Hits” per 14 juni 2016.

2. Bij brief van 28 december 2018 verzoekt het Commissariaat bezwaarmaker gegevens te verstrekken aan de hand waarvan de jaarlijks verschuldigde toezichtskosten over 2018 worden vastgesteld.

3. Op 12 januari 2019 heeft bezwaarmaker via het daartoe bestemde formulier de gegevens over het jaar 2018 aangeleverd.

4. Bij besluit van 12 februari 2019 (kenmerk 718138) heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) de toezichtskosten die Trend Media Groep B.V.

(hierna: bezwaarmaker) op grond van artikel 3.30, eerste lid, Mediawet 2008 voor de omroepdienst “HOTRADIO Hits” voor het jaar 2018 verschuldigd is, vastgesteld op

€ 6.779,78.

5. Bij brief van 25 februari 2019, door het Commissariaat per post ontvangen op 28 februari 2019, heeft bezwaarmaker bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 februari 2019.

6. Bij brief van 12 maart 2019 heeft het Commissariaat de ontvangst van het bezwaar bevestigd.

7. Bij e-mail van 29 maart 2019 heeft het Commissariaat informatie gevraagd aan bezwaarmaker. Bij e-mail van 31 maart 2019 heeft bezwaarmaker hierop gereageerd.

(2)

8. Op 4 april 2019 heeft er een telefonische hoorzitting plaatsgevonden waarbij bezwaarmaker in de gelegenheid is gesteld zijn bezwaar toe te lichten. Het verslag hiervan is als bijlage bij deze beslissing op bezwaar gevoegd.

9. Bij e-mail van 5 april 2019 heeft bezwaarmaker aanvullende informatie aangeleverd naar aanleiding van de hoorzitting.

10. Bij brieven van 16 april en 1 mei 2019 heeft het Commissariaat aan MTVNL informatie gevraagd over het DAB+ bereik van “HOTRADIO Hits” in 2018.

11. Bij brief van 25 april 2019, ontvangen door het Commissariaat op 2 mei 2019, heeft MTVNL de gevraagde informatie ten aanzien van het DAB+ gebruik en bereik van

“HOTRADIO Hits” in 2018 aangeleverd.

Opbouw beslissing op bezwaar

12. De beslissing op bezwaar heeft de volgende opbouw. Hierboven is al ingegaan op het verloop van de procedure en de feiten (A). Hieronder wordt eerst verwezen naar het juridisch kader (B) en ingegaan op de ontvankelijkheid van het bezwaar (C).

Vervolgens wordt het bezwaar van bezwaarmaker (D) en de overwegingen van het Commissariaat (E) weergegeven en wordt ingegaan op de openbaarmaking (F). Ten slotte volgt de beslissing op bezwaar (G).

b. Juridisch Kader

13. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze beslissing op bezwaar.

c. Ontvankelijkheid bezwaar

14. Het bezwaar is tijdig ingediend en voldoet aan de overige eisen die de Algemene wet bestuursrecht hieraan stelt. Het bezwaar is daarom ontvankelijk en op grondslag daarvan vindt een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats.

d. Bezwaren

15. Bezwaarmaker stelt dat zij het digitale formulier vermoedelijk niet goed heeft ingevuld en geeft hierbij aan het programma “HOTRADIO Hits” gedurende het jaar 2018 uitsluitend te hebben uitgezonden via internetradio en LPAM1 in de regio Huissen, via frequentie 828 kHz.

16. Bezwaarmaker voert in bezwaar een lager bereik aan dan het bereik dat het Commissariaat bij het vaststellen van de hoogte van de toezichtskosten heeft gehanteerd. Bezwaarmaker verzoekt het Commissariaat daarom een aangepaste factuur te verstrekken.

1 LPAM = low-power amplitude modulation, oftewel een laagvermogen middengolf

(3)

e. Overwegingen Commissariaat

17. Het Commissariaat ziet zich gesteld voor de vraag wat het daadwerkelijk technisch bereik is van “HOTRADIO Hits” en neemt hierbij de door bezwaarmaker en MTVNL aangeleverde gegevens mee.

18. Het Commissariaat volgt bezwaarmaker in zijn bezwaar en overweegt daartoe als volgt.

19. Uit artikel 3.30 eerste lid, van de Mediawet 2008 volgt dat commerciële media- instellingen voor elke verkregen toestemming jaarlijks toezichtskosten verschuldigd zijn. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat over de vaststelling van de

toezichtskosten bij ministeriele regeling regels worden gesteld.

20. De ministeriele regeling als bedoeld in het tweede lid van artikel 3.30 van de Mediawet 2008 is de Mediaregeling 2008. Voor wat betreft de toezichtskosten geldt in het bijzonder artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en de daarbij gevoegde Bijlage. In artikel 17 is bepaald dat een commerciële media-instelling voor elke verkregen

toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd is, die berekend zijn volgens de Bijlage.

De Bijlage maakt integraal onderdeel uit van de Mediaregeling 2008.

21. Het Commissariaat is gehouden de toezichtskosten vast te stellen volgens de criteria die in de Bijlage van de Mediaregeling 2008 zijn vastgelegd. Voor het vaststellen van de toezichtskosten zijn het aantal huishoudens en het aantal uitzenduren bepalend. Het criterium op grond waarvan het aantal huishoudens wordt vastgesteld staat vermeld onder artikel 2 van de Bijlage, eerste asterisk bij tabel 3: bepalend is ‘… het aantal huishoudens dat een radio-omroepdienst technisch in Nederland kan ontvangen.’

Vaststellen bereik

22. Bezwaarmaker heeft in haar initiële opgave ingevuld in 2018 uit te hebben gezonden via DAB+ en ADSL met een bereik van 20.000 respectievelijk 30.000 huishoudens.

23. Bij de vaststelling van de door bezwaarmaker verschuldigde toezichtskosten is het Commissariaat uitgegaan van de door bezwaarmaker op het daartoe bestemde

formulier opgegeven wijzen van uitzenden, namelijk DAB+ en ADSL (Internet). Volgens op dat moment bij het Commissariaat bekende gegevens, werd “HOTRADIO Hits” in 2018 uitgezonden via de vergunning en het netwerk van Mobiele TV Nederland (hierna:

MTVNL). Volgens gegevens van Agentschap Telecom (hierna: AT) bestaat dit netwerk uit diverse allotments met in totaal een demografisch bereik van 76,39%:

5A = 3,88%

5B = 23,75%

5D = 2,41%

8C = 4,15%

11A = 15,97%

11B = 6,88%

12B = 19,35%

Totaal 76,39%

24. Aangezien MTVNL volgens gegevens van AT via verschillende DAB+-kanalen uitzendt, heeft het Commissariaat het DAB+ bereik van “HOTRADIO Hits” hoger vastgesteld dan de 20.000 huishoudens die door bezwaarmaker zijn opgegeven,.

(4)

25. Het Commissariaat houdt bij de berekening van het technisch bereik rekening met de wetenschap dat slechts een deel van de Nederlandse bevolking over een DAB+

ontvanger beschikt.

Volgens de vaste berekeningswijze is het bereik van “HOTRADIO Hits” in 2018 720.319 huishoudens2.

26. Uit artikel 2, tabel 3, van de Bijlage volgt dat een commerciële media-instelling die een radio-omroepdienst verzorgt, gemiddeld meer dan 12 uur per dag uitzendt en een bereik heeft van 500.000-3.000.000 huishoudens aan het Commissariaat een

(geïndexeerde) bijdrage van € 6.779,78 (in 2018) in de toezichtskosten is verschuldigd.

27. Zowel bij e-mail van 31 maart 2019 als tijdens de hoorzitting van 4 april 2019 heeft bezwaarmaker gesteld dat zij, ondanks dat zij op het daartoe bestemde formulier heeft aangegeven dat zij via DAB+ heeft uitgezonden, in 2018 in het geheel niet via DAB+

heeft uitgezonden.

28. Bij brief van 25 april 2019 heeft MTVNL eveneens verklaard dat bezwaarmaker in 2018 geen gebruik heeft gemaakt van het DAB+ netwerk waarvoor MTVNL een vergunning van AT heeft ontvangen.

29. Gelet op deze verklaringen acht het Commissariaat het aannemelijk dat “HOTRADIO Hits” ondanks dat bezwaarmaker dit zelf aanvankelijk aan het Commissariaat heeft opgegeven, in 2018 niet via DAB+ is uitgezonden maar uitsluitend via internetradio en LPAM in de regio Huissen op frequentie 828kHz. Dit brengt mee dat bezwaarmaker, gezien het aantal huishoudens dat via deze LPAM frequentie wordt bereikt, een bedrag van € 423,74 aan toezichtskosten verschuldigd is.

30. Gelet op het vorenstaande ziet het Commissariaat aanleiding om het bestreden besluit te herzien.

f. Openbaarmaking

31. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

g. Beslissing op bezwaar

Het Commissariaat:

I. stelt het bereik van “HOTRADIO Hits” in 2018 naar aanleiding van de in bezwaar aangeleverde gegevens vast in tariefgroep A < 25.000 huishoudens en >=12 uitzenduren;

2 Aantal huishoudens in Nederland in 2018 x demografisch bereik x percentage DAB+

bezitters in 2018. Dit komt in onderhavige zaak neer op: 7.857.914 x 76,39% x 12% =

(5)

II. herziet het besluit van 12 februari 2019 (kenmerk 718138) en stelt de toezichtskosten vast op een bedrag van € 423,74;

III. besluit de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde

persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar te maken door publicatie op zijn website.

Hilversum, 28 mei 2019

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning Jan Buné CBM

voorzitter commissaris

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen zijn woonplaats zich bevindt.

(6)

Bijlage 1: juridisch kader

Artikel 3.1 Mediawet 2008

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet is het verzorgen van een commerciële omroepdienst alleen toegestaan met toestemming van het

Commissariaat.

(…)

Artikel 3.30 Mediawet 2008

1. Een commerciële media-instelling is aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag.

2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van de toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij in elk geval:

(…)

Artikel 17 Mediaregeling 2008

Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, en voor elk van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage.

Artikel 2 bijlage bij artikel 17 Mediaregeling 2008

Een commerciële media-instelling is per toestemming voor het verzorgen van een radio-omroepdienst jaarlijks aan het Commissariaat een bijdrage in de toezichtskosten verschuldigd volgens de onderstaande tabellen in euro’s:

bij <25.000 huishoudens en < 12 uitzenduren per dag: € 206,88 (geïndexeerd voor 2016).

Artikel 5 bijlage bij artikel 17 Mediaregeling 2008

Als een toestemming voor het verzorgen van een commerciële omroepdienst in de loop van een kalenderjaar is verleend, vervallen of ingetrokken, worden de bedragen in de tabellen van de artikelen 1 tot en met 3 naar evenredigheid van de overgebleven maanden in het kalenderjaar vastgesteld, met een minimum van 200 euro (€ 206,88 geïndexeerd voor 2016) voor radio-omroepdiensten en voor televisieomroepdiensten als bedoeld in tabel 5 van artikel 3 en een minimum van 400 euro voor overige televisie-omroepdiensten.

Artikel 7.3, aanhef en onder b, Algemene wet bestuursrecht

Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien het bezwaar kennelijk ongegrond is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de [Mediawet 2008], (…) jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten

Bij besluit van 14 april 2020 (kenmerk 804292/849120 ) heeft het Commissariaat SGM aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Zuidplas voor de periode 14

KRO-NCRV betoogt aan de hand van meerdere argumenten dat geen sprake is geweest van een (niet toegestane) vermijdbare uiting in de live-uitzending van Jinek. Daarbij legt zij er

Uit artikel 2, tabel 3 van de Bijlage volgt dat een commerciële media-instelling voor het verzorgen van een radio-omroepdienst aan het Commissariaat een (geïndexeerde) bijdrage van

Ingevolge artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 is een commerciële media-instelling aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor

Het Commissariaat komt na heroverweging tot het oordeel dat bij het verzoek om handhaving van artikel 2.1, tweede lid, onder d en e van de Mediawet 2008 ten aanzien van de

productieovereenkomst heeft gesloten met RADIO NL B.V. Enig aandeelhouder en bestuurder van RADIO NL B.V. is Beheer Regionale Radio B.V. Van die bv is N. Silvius Holding B.V.

Met besluit van 6 juni 2017, kenmerk 683266/689037, is door het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) aan Hotradio B.V., statutair gevestigd te Hardenberg