• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Catharinaschool voor SO/VSO ZMLK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Catharinaschool voor SO/VSO ZMLK"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HB2742988/7

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK BIJ

Catharinaschool voor SO/VSO ZMLK

Plaats: Heerlen/Hoensbroek BRIN-nummer: 20IF

Onderzoek uitgevoerd op: 9 juni 2009 Conceptrapport verzonden op: 7 juli 2009

Rapport vastgesteld te Eindhoven op: 20 oktober 2009

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

Ons kenmerk:

H2843088 Pagina 3 van 9

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 9 juni 2009 een onderzoek uitgevoerd op de Catharinaschool voor SO/VSO ZMLK, de hoofdlocatie te Heerlen en een nevenlocatie te Hoensbroek, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van wet- en regelgeving. Een tweede nevenlocatie te Heerlen heeft de inspectie niet bezocht.

Aanleiding

De aanleiding voor het onderzoek is het volgende.

Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) dat is uitgevoerd op 22 mei 2007 zijn

tekortkomingen vastgesteld met betrekking tot de kwaliteitsaspecten ‘systeem van leerlingenzorg’

en ‘functionaliteit handelingsplanning’. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 10 september 2007. De kwaliteit van het onderwijs is toen als ‘zwak’ beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Op 2 maart 2009 is tijdens een gesprek met het bevoegd gezag de afspraak gemaakt dat de inspectie nog voor de zomervakantie een onderzoek zou uitvoeren om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven.

Toezichthistorie

Bij het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) in 2007 stelde de inspectie vast dat de meeste indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitsaspecten leerstofaanbod, onderwijstijd, onderwijsleerproces en schoolklimaat met een voldoende tot goed gewaardeerd konden worden.

Desondanks concludeerde de inspectie dat het onderwijs op de Catharinaschool risicovol was. Zij kwam tot dit oordeel omdat de commissie voor de begeleiding haar centrale rol om de optimale ontwikkeling van leerlingen te waarborgen, in onvoldoende mate waarmaakte.

Onderzoeksopzet

Deze rapportage is gebaseerd op:

- onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die ter

voorbereiding op het bestuursgesprek in maart 2009 aan de inspectie zijn toegezonden, te weten:

- onderzoek op locatie, waarbij de inspectie o leerlingdossiers heeft bestudeerd;

o inzage heeft gekregen in een digitaal registratiesysteem dat de school sinds enkele jaren hanteert;

o door observatie van vier lessen de onderwijspraktijk heeft bestudeerd. Daarbij is zij met name de functionaliteit van de handelingsplannen nagegaan;

o gesprekken heeft gevoerd met de directie, de commissie voor de begeleiding en leraren.

Bij het eindgesprek waren de nieuwe directeur, de adjunct directeur van het VSO en de sectordirecteur, als vertegenwoordiger van het bestuur, aanwezig.

(4)

Uit het waarderingskader zijn de indicatoren uit de basisset met betrekking tot de het kwaliteitsaspect ‘systeem van leerlingenzorg’ – aangevuld met de indicator 3.4,

die nader inzoomt op de handelingsplannen - en het kwaliteitsaspect ‘opbrengsten’ onderzocht.

Naast genoemde kwaliteitsaspecten heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.

Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(5)

Ons kenmerk:

H2843088 Pagina 5 van 9

2.

BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de

leerlingen. 

3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders.  3.4 Het handelingsplan maakt een functionele uitvoering van de handelingsplanning

mogelijk. 

3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor

het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen.  3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.  Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor

handelingsplanning. 

Opbrengsten

1 2 3 4 5

11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.



Wet- en regelgeving

ja nee De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). 

De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27).  De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). 

(6)

2.2 Beschouwing

Algemeen beeld

De inspectie stelt vast dat de Catharinaschool de bij het PKO in 2007 gerealiseerde kwaliteit heeft weten te borgen. Tegelijkertijd heeft de school gewerkt aan de verbetering van de toen door de inspectie geconstateerde tekortkomingen met betrekking tot het systeem van leerlingenzorg en de functionaliteit van de handelingsplannen. Hoewel de inspanningen van de school zeker resultaten hebben opgeleverd, zijn deze nog niet zodanig dat de inspectie op dit moment een basisarrangement kan toekennen. De oorzaak hiervoor ligt voor een deel in de tijd en energie die de school heeft moeten investeren in wijzigingen in het management, huisvestingsproblemen, het stopzetten van de fusieplannen met de Sint Jan Baptistschool in Kerkrade en het omgaan met nieuwe doelgroepen. Maar ook een inhoudelijke aanscherping van de visie op leerlingenzorg is nodig om deze planmatiger en doelbewuster gestalte te geven. Daarbij wijst de inspectie tevens op het belang om de betrokkenheid van de teamleden bij de ontwikkelingen in het kader van handelingsplanning te versterken.

Toelichting

Systeem van leerlingenzorg en functionaliteit van de handelingsplannen

De inspectie heeft vastgesteld dat het systeem van leerlingenzorg ten opzichte van 2007 aan kwaliteit gewonnen heeft. Het verbetertraject is echter nog niet volledig afgerond en de commissie voor de begeleiding (CvB) maakt haar centrale rol nog altijd niet ten volle waar.

Bovendien is een zorgvuldige, breed gedragen implementatie een belangrijk aandachtspunt.

Evenals de borging van dat wat inmiddels gerealiseerd is.

Sinds ruim een jaar stelt de school onder verantwoordelijkheid van de commissie voor de begeleiding (CvB) voor nieuwe leerlingen een gemeenschappelijk rapport (GR) op, waarin de algemene kindkenmerken en het niveau van kennis en vaardigheden worden vastgelegd.

Hierdoor beschikt een vijfde van de leerlingen op dit moment over een op schrift gestelde beginsituatie. De school laat dit rapport parallel aan de indicatieprocedure tot stand komen. Het gevolg hiervan is, dat de informatie bij feitelijke instroom van de leerling soms onvoldoende actueel is. Dat leidt vervolgens niet tot actualisering van het GR. Wel worden aanpassingen mondeling doorgegeven en soms in andere documenten vastgelegd. Ook merkt de inspectie op dat de commissie in het gemeenschappelijk rapport de leraren te weinig concrete aanzetten geeft voor het opstellen van de handelingsplannen. Het bevat te weinig onderwijsrelevante hulpvragen, de handelingsadviezen zijn te globaal en het ontwikkelingsperspectief wordt onvoldoende scherp geformuleerd.

Ook wat betreft de evaluatie van de handelingsplannen constateert de inspectie enkele kwetsbaarheden, die samenhangen met de rol van de commissie voor de begeleiding. Zo is de orthopedagoog slechts beperkt inzetbaar. Dit gaat ten koste van een brede expertise van de CvB.

Bovendien was het tot voor kort gebruikelijk dat de commissie via een getrapt systeem zicht hield op de uitvoer van weliswaar vele, maar niet van alle handelingsplannen. In de afgelopen

maanden heeft een zogenaamde ‘petite cvb’ een inhaalslag gemaakt, maar de school ziet dit niet als een structurele oplossing. Bij de evaluatie van de plannen betrekt de commissie een analyse van belemmerende en bevorderende factoren. De neerslag daarvan, die voor leraren de basis

(7)

Ons kenmerk:

H2843088 Pagina 7 van 9

niveaugroepen samen te stellen voor in ieder geval taal en rekenen. De leraren met wie de inspectie gesproken heeft, geven aan dat dit een zeer tijdrovende bezigheid is, waarvan zij niet allen de meerwaarde inzien. De niveaus van de leerlingen zijn volgens hen vaak moeilijk in te schatten. Individuele aanvullingen op de doelen van de niveaugroepen staan in het individuele plan. Deze zijn echter beperkt. Bovendien zijn er met betrekking tot de cognitieve ontwikkeling voor de niveaugroepen geen streefdoelen vastgelegd. Of de voortgang die leraren vaststellen, daarmee ook de optimale voortgang is, kan daardoor onvoldoende worden nagegaan.

Om een aantal redenen vindt de inspectie de plannen onvoldoende functioneel. De inzet van tijd en de relatie met het leerlingvolgsysteem worden in de meeste gevallen niet beschreven. Ook zijn in de plannen de leerinhouden onvoldoende vastgelegd, terwijl in de praktijk blijkt dat aan het aanbod en de onderwijsactiviteiten van de leraren leerlijnen ten grondslag liggen.

De school beschikt over een samenhangend geheel van toetsen en procedures om leerlingen te volgen en hun voortgang te meten. Onderdeel daarvan zijn door de school zelf gemaakte toetsen, die op de leerlijnen zijn afgestemd. Daarnaast nemen de leraren systematisch methodenonafhankelijke toetsen af, hoewel zij vaak alleen de avi toetsen voor de doelgroep geschikt vinden. Ook een journaal registratie en de inschaling in niveaus op de te onderscheiden kerndoelen laten zien of leerlingen vooruitgaan. In ontwikkeling is een portfolio om de

competentieontwikkeling bij vso leerlingen te volgen. Een ander streven is de koppeling van de leerlijnen aan Datacare. Het meten van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen verdient nog nadere aandacht. Zeker nu de school te maken heeft met nieuwe doelgroepen die op dit punt extra kwetsbaar zijn.

Opbrengsten

De inspectie kan de resultaten van de leerlingen niet beoordelen. Daarvoor zijn nog geen criteria beschikbaar. Bovendien kan dit pas na het doorlopen van een aantal cycli met ‘smart’

geformuleerde doelstellingen en een nauwkeurige registratie van het al dan niet behalen van die doelstellingen. Om daarbij zichtbaar te maken dat de school er bij de leerlingen ‘uit haalt wat er in zit’ dient de school zich over de opbrengsten van haar onderwijs te verantwoorden in relatie tot een bij instroom geformuleerd ontwikkelingsperspectief. Zover is de school op dit moment niet.

(8)
(9)

Ons kenmerk:

H2843088 Pagina 9 van 9

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs op de Catharinaschool tekortkomingen vertoont die voor de inspectie aanleiding zijn de school een aangepast arrangement ‘zwak’ toe te kennen. De school valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de inspectie vóór 1 augustus 2009 het jaarplan 2009-2010 ontvangt, waarin de school duidelijk maakt hoe zij het komende schooljaar gaat werken aan de verbetering van de door de inspectie geconstateerde tekortkomingen. In het voorjaar van 2010 zal de inspectie zich in een gesprek met het bestuur op de hoogte stellen van de vorderingen. Zij zal dan tevens in overleg met het bestuur een datum bepalen waarop zij een kwaliteitsonderzoek zal uitvoeren om het arrangement opnieuw te bepalen.

Met betrekking tot de naleving van wettelijke voorschriften, heeft de inspectie met het bestuur de volgende afspraken gemaakt

- Het bestuur zendt de inspectie vóór 1 september 2009 een geactualiseerd schoolplan.

Het huidige schoolplan is gebaseerd op een intensieve samenwerking tussen de Catharinaschool en de Sint Jan Baptistschool, waarvan inmiddels geen sprake meer is.

Daarnaast heeft de Catharinaschool de laatste jaren te maken met nieuwe doelgroepen (zorggroepen, gedragsgroepen en groepen leerlingen met een stoornis in het autisme spectrum). Voor deze doelgroepen heeft de school ontwikkeldocumenten gemaakt. Een bijstelling van het onderwijsconcept in het schoolplan heeft echter niet plaatsgevonden.

- Conform het gestelde in artikel 7 van het onderwijskundig besluit WEC, dat, indien het onderwijs een stage omvat, het doel, de inhoud, de omvang, de opbouw en de organisatie van de stage worden beschreven in een stageplan, zendt het bestuur de inspectie per omgaande het stageplan van de Catharinaschool.

Tevens toetst het bestuur de richtlijnen uit het ontheffingenbeleid van de inspectie aan de stagepraktijk van het VSO en vraagt indien nodig bij de inspectie ontheffing aan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 8 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op de Bernadette school te Oss, school voor SO/VSO ZMLK, om na te gaan of er sprake is van

De inspectie heeft op 30 september 2008 een onderzoek uitgevoerd op de christelijke basisschool Maxima te leeuwarden om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de

De school heeft zich de afgelopen periode ingespannen om een dekkende leerlijn voor rekenen en wiskunde te realiseren, maar in de bovenbouw zijn nog te veel leerlingen die de

De inspectie heeft indicator 1.3: 'de school evalueert jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten' nog als onvoldoende (beoordeling 2) beoordeeld omdat de nieuw geformuleerde

• De commissie voor de begeleiding heeft tot taak een voorstel te doen voor het handelingsplan, bedoeld in artikel 41a, en de uitvoering van het handelingsplan te evalueren

De school zendt de resultaten van de eerste afnames van de ZEK voorafgaand aan het PKO naar de inspectie, zodat de inspectie mede op basis daarvan kan bepalen hoe zij het

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.. 3.8 De school met een substantieel