• No results found

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK 'BLEYBURGH', SCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK 'BLEYBURGH', SCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

JAARLIJKS ONDERZOEK

'BLEYBURGH', SCHOOL VOOR SO/VSO-ZMLK

School : 'Bleyburgh', school voor SO/VSO -ZMLK

Plaats : Sliedrecht

BRIN-nummer : 14OH

Onderzoeksnummer : 101776

Datum schoolbezoek : 10 en 11 oktober 2007 Datum vaststelling : 28 januari 2008

(2)
(3)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 3

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 5

2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ... 7

3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ... 9

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 13

(4)
(5)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 5

1 INLEIDING

Op 10 en 11 oktober 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de school Bleyburgh, inclusief de dependance De Kleine Wereld te Gorinchem in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO).

Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader speciaal en voortgezet speciaal onderwijs 2005. Het betreft de volgende indicatoren:

• De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen;

• De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders;

• De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen;

• De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan;

• De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.

In het gesprek met de directie is tevens besproken dat dit onderzoek geplaatst dient te worden in kaders van het Nieuwe Toezicht, inhoudende een

aangepaste werkwijze bij de uitoefening van de toezichthoudende taak die de inspectie met ingang van het schooljaar 2007-2008 toepast.

De inspectie gaat zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast.

U heeft geen recente documenten ingestuurd die betrekking hebben op de leerlingenzorg zoals deze gestalte krijgt op uw school.

De opzet van het onderzoek

Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn;

• Schoolbezoek, bestaande uit een gesprek met de directeur, de locatieleiders en de intern begeleiders van de school, documenten analyse en op elk van de locaties een afrondend gesprek.

• Bezoeken aan drie groepen op de locatie te Sliedrecht en twee op de locatie te Gorinchem.

(6)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 6

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte

beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdstuk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien.

In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 7

2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL

Dit bezoek van de inspectie aan de school past in de nieuwe werkwijze van de inspectie dat bekend staat onder de titel 'Nieuw Toezicht'. Hierover is op 19 juli 2007 met de bestuursmanager van het bestuur waaronder uw school ressorteert, overleg gevoerd. Daarbij kwam naar voren dat een risicoanalyse en daaruit voortvloeiende afspraken voor verbeteractiviteiten o.a. gebaseerd dienen te zijn op een actueel kwaliteitsprofiel van de school. Een dergelijk profiel ontbreekt op dit moment. Daartoe zullen acties door zowel het bestuur als de inspectie ondernomen worden, zo werd afgesproken.

Daarnaast voert de inspectie een onderzoek uit naar de kwaliteit van het onderwijs op de cluster III scholen. Ook daarvoor is het nodig te kunnen beschikken over een actueel kwaliteitsbeeld van de school. Daarom is er in dit geval voor gekozen, bij het uitvoeren van die acties, tot een taakverdeling tussen inspectie en bestuur te komen. Hierover is afgesproken dat de inspectie ter plekke op de school de informatie verzamelt en conclusies trekt over twee kwaliteitsaspecten uit het toezichtkader dat de inspectie gebruikt bij het bepalen van de kwaliteit van het onderwijs op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het betreft de kwaliteitsaspecten 'systeem van

leerlingenzorg' en 'functionaliteit handelingsplanning'. Actuele informatie en conclusies omtrent de overige aspecten die de kwaliteit van het onderwijs op uw school bepalen, zullen te zijner tijd worden aangeleverd door het bestuur.

Dit rapport heeft uitsluitend betrekking op de beoordeling van beide, hiervoor genoemde kwaliteitsaspecten.

(8)
(9)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 9

3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN

De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de

onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. l 3.3 De school stelt het handelingsplan vast in overeenstemming

met de ouders. l

3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen

en ontwikkeling van de leerlingen. l

3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van

het handelingsplan. l

Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de

documenten voor handelingsplanning. l

Toelichting:

De beslisregels voor de vaststelling van een toezichtarrangement voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn gekoppeld aan de waardering op de indicatoren van het kwaliteitsaspect 'systeem van leerlingenzorg'. Toepassing van deze beslisregels op de huidige stand van zaken met betrekking tot dit kwaliteitsaspect, betekent dat, in termen van de toezichtsystematiek van vóór Nieuw Toezicht, het toezichtarrangement PKO-2 op de school van toepassing is. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het oordeel op de overige

kwaliteitsaspecten geen contra-indicaties bevatten voor toepassing van dit arrangement. Met dit arrangement beoogt de inspectie aan te geven dat er kwaliteitsrisico's bestaan die het ondernemen van activiteiten gericht op het wegnemen van deze risico's noodzakelijk maken. Hierbij heeft de inspectie overigens ook oog en waardering voor de ontwikkeling die de school in de afgelopen periode heeft doorgemaakt en de concrete resultaten die dit, ook op het gebied van de leerlingenzorg, heeft opgeleverd.

(10)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 10

Het systeem van leerlingenzorg zoals dat op de school functioneert, bevat waardevolle elementen die evenzoveel bouwstenen vormen voor een goed werkend, cyclisch proces, gericht op het voeren van de regie over de

ontwikkeling van leerlingen en de bijdrage die de school daar aan kan leveren.

De investeringen zullen zich de komende periode moeten richten op een verdere uitbreiding en versterking van die elementen. Hierbij vraagt het

cyclische karakter van het systeem in het bijzonder de aandacht. De school zal zich moeten beraden op nadere afspraken over de wijze waarop zij de evaluatie van de handelingsplanning gestalte geeft en vastlegt. De implementatie van de leerlijnen vormt bij dit op kwaliteitsverbetering gerichte proces voor het team zowel een extra belasting als een ondersteuning.

Met het opstellen van een aanzet tot een handelingsplan beoogt de school al een document beschikbaar te hebben op het moment dat een nieuwe leerling de school binnenstapt. Dit plan bevat waardevolle informatie over de

onderwijsrelevante beginsituatie van de betreffende leerling. Echter, deze gegevens blijven beperkt tot algemene leerlingkenmerken. Het niveau van kennis en vaardigheden dat de leerling al heeft verworven en waarbij de school met haar werkzaamheden de aansluiting vindt, ontbreekt in dit document wanneer die gegevens niet bekend zijn.

Binnen de ontwikkeling die de school doormaakt, is er r uimte ervaring op te doen met zowel groeps- als individuele handelingsplannen. Met name bij de groepsplannen is de invloed van de implementatie van de leerlijnen, die door het Centrum voor Educatieve Dienstverlening (CED) beschikbaar zijn gesteld, duidelijk waarneembaar. Het is zaak meer duidelijkheid te verschaffen over de relatie tussen beide planningsdocumenten. Daarnaast verdient de

zorgvuldigheid van invulling meer aandacht, mede in het licht van de functionaliteit van deze planningsdocumenten.

Ook de rol van de ouders vraagt nadere aandacht. Dat geldt in de eerste plaats voor de aanzet tot een handelingsplan waarover de ouders niet worden

geïnformeerd. In de tweede plaats gaat het om het meer definitieve plan dat de school volgend op de aanzet opstelt. Uit het moment waarop de ouders dit plan ondertekenen blijkt dat dit plan niet in overeenstemming met de ouders tot stand komt.

Op de locatie Sliedrecht is er voor gekozen de TOS als volgsysteem voor de ontwikkeling van de leerlingen te gebruiken. Op de locatie in Gorinchem is voor het OntwikkelingsVolgModel (OVM) gekozen. De TOS, die in het verleden mede als handvat voor de ordening van het leerstofaanbod werd gebruikt neemt in betekenis af naarmate er meer leerlijnen worden geïntroduceerd. De aansluiting tussen het onderwijsaanbod van de school en de onderdelen Cognitieve ontwikkeling en Sociaal-emotionele ontwikkeling uit de TOS dreigt verloren te raken. Voor die onderdelen valt de locatie nu terug op de toetsen voor zover die zijn opgenomen in de gebruikte methodische materialen. Op de locatie is er bewust voor gekozen nog geen nieuw systeem in gebruik te nemen zolang er geen systeem is dat rechtstreekse aansluiting heeft met de leerlijnen. Nu het er op lijkt dat OVM die aansluiting heeft gerealiseerd, is er aanleiding het besluit tot uitstel in heroverweging te nemen.

(11)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 11

De evaluatie van de doelstellingen uit het handelingsplanning is opgenomen in het nieuwe handelingsplan. Deze evaluatie bevat niet het antwoord op de vraag of de doelstellingen uit het vorige plan werden behaald. Evenmin bevat deze evaluatie een analyse van de factoren die tot het behaalde resultaat hebben geleid. Dit doet afbreuk aan het cyclisch karakter van het systeem van leerlingenzorg en maakt de handelingsplanning weinig transparant .

Tevens is het van belang dat de rol van de commissie voor de begeleiding wordt verhelderd en geformaliseerd. Uit de gegeven toelichting leidt de inspectie af dat bij zowel de opstelling van het individuele handelingsplan als bij de evaluatie er altijd sprake is van betrokkenheid van één of meer leden van het MultiDisciplinair Team (MDT). Afspraken omtrent delegatie van

verantwoordelijkheden die vanuit de wetgeving, bij de commissie voor de begeleiding zijn belegd, ontbreken. Tevens zal er duidelijkheid moeten komen over de vraag of het MDT beschouwd kan en mag worden als de commissie voor de begeleiding.

Bij de beoordeling van de functionaliteit van de handelingsplanning komt de inspectie tot de conclusie dat deze nog beperkt is en dat hierbij verschillen tussen leraren valt waar te nemen. Deze conclusie heeft zowel te maken met de kwaliteit van de informatie over het onderwijsaanbod die in de plannen is opgenomen als met de interne consistentie bij de samenstelling van de handelingsplanning. Dit leidt er toe dat de informatie die de plannen bevatten niet altijd te herkennen valt in de gerealiseerde onderwijspraktijk. Daarmee blijkt dat de handelingsplanning in onvoldoende mate sturend is voor het handelen van de leerkrachten.

(12)
(13)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 13

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT

Afspraak met betrekking tot wettelijke bepalingen

Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften voor zover zij betrekking hebben op dan wel verband houden met de beide kwaliteitsaspecten waar de inspectie zich bij dit

onderzoek op heeft gericht. Daarnaast heeft het onderzoek zich gericht op de wettelijke voorschriften omtrent de verplichte schooldocumenten, i.c.

schoolgids en schoolplan.

Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet:

Documenten:

De schoolgids bevat onvoldoende informatie. Het adres van de

klachtencommissie waarbij de school c.q. het bestuur is aangesloten, is, voor zover het de locatie Wereldbol betreft, niet in de gids opgenomen.

Ook ontbreekt in de gids de vermelding van het programma van het godsdienstonderwijs. Ten aanzien van het sponsorbeleid ontbreken de criteria aan de hand waarvan wordt geoordeeld of de aangeboden sponsoring wordt geaccepteerd.

Het schoolplan bevat onvoldoende informatie. De school dient het eerstvolgende schoolplan aan te vullen met de nu nog ontbrekende onderdelen (WEC art. 21). Het gaat dan om de criteria voor de acceptatie van de sponsorbijdragen en het programma voor het godsdienstonderwijs.

Handelingsplannen:

• De school stelt binnen 4 weken na instroom, op voorstel van de commissie voor de begeleiding (WEC, art. 40b), voor iedere leerling in overeenstemming met de ouders een individueel handelingsplan vast (WEC, art. 41a).

• De commissie voor de begeleiding heeft tot taak een voorstel te doen voor het handelingsplan, bedoeld in artikel 41a, en de uitvoering van het handelingsplan te evalueren alsmede te adviseren over terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs (WEC, art. 40b, lid 2).

In het vervolggesprek met de bestuursmanager zullen nadere afspraken gemaakt worden over de wijze waarop de school op zo kort mogelijke termijn volgens bovengenoemde wettelijke voorschriften zal werken.

(14)

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 14

Afspraken over de invulling van het eerstvolgende onderzoek.

Zoals hiervoor al is aangegeven past dit onderzoek in kaders van het Nieuwe Toezicht. Dat betekent dat afspraken over het uitvoeren van een volgend onderzoek op de school voortvloeien uit afspraken die in het overleg met het bevoegd gezag worden gemaakt. Deze afspraken zijn gebaseerd op de risico- analyse die de inspectie uitvoert. Bij deze risico-analyse zal de inspectie mede gebruik maken van de resultaten van dit onderzoek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rapport jaarlijks onderzoek 't Iemenschoer en ´t Korhoen, school voor so/vso-zml - 7.. november 2006

Rapport jaarlijks onderzoek nbbs 'Vrije School Driebergen' - 2 november 2006 11 De inspectie heeft waardering voor de inspanningen van de school om de kwaliteit van het leren

Rapport jaarlijks onderzoek Vrije School Christophorus - 25 januari 2007 10 Bij het vorige bezoek werd een opmerking gemaakt over de borging van de kwaliteit van het onderwijs

Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool School met de Bijbel - 27 april 2006 6 beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdstuk 3

De school zendt de resultaten van de eerste afnames van de ZEK voorafgaand aan het PKO naar de inspectie, zodat de inspectie mede op basis daarvan kan bepalen hoe zij het

Op 9 mei 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool De Witte School in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO).. Daarbij

Rapport jaarlijks onderzoek Vrije School Kennemerland - 6 november 2006 10 De inspectie heeft de school gewezen op de wijziging die is aangebracht in de Wet op het

Op basis van de verstrekte gegevens kan de inspectie niet vaststellen of de sociale vaardigheden van de leerlingen op een niveau liggen dat verwacht mag worden: de inspectie