• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE BERNADETTESCHOOL (SO/VSO-ZMLK)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE BERNADETTESCHOOL (SO/VSO-ZMLK)"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK BIJ

DE BERNADETTESCHOOL (SO/VSO-ZMLK)

Plaats: Oss

BRIN-nummer: 02SW

Onderzoek uitgevoerd op: 8 oktober 2009

Conceptrapport verzonden op: 16 november 2009 Rapport vastgesteld te Eindhoven op: 11 januari 2010

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 8 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op de Bernadette school te Oss, school voor SO/VSO ZMLK, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

Tijdens een kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 12 januari 2009 zijn op de Bernadetteschool tekortkomingen vastgesteld in het aspect ‘systeem van leerlingenzorg’. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 16 maart 2009. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Tijdens een

voortgangsgesprek op 19 mei 2009 is met het bestuur gesproken over aanhoudende risico’s in management en organisatie, in het bijzonder wisselingen van (interim) directie en intern

begeleiders en de gespannen relatie tussen het bestuur enerzijds en de MR en een groep ouders anderzijds. De inspectie kon toen noch op basis van het (beperkte) onderzoek van januari 2009 noch op basis van feitelijke gegevens van het bestuur vaststellen in hoeverre de risico’s negatieve gevolgen hebben gehad voor het primaire proces op de school. De vraag of voor de school wellicht een aangepast arrangement ‘zeer zwak’ van toepassing is, kon niet beantwoord worden. Met het bestuur is daarom afgesproken dat de inspectie in oktober 2009 een aanvullend onderzoek zou doen naar alle aspecten van het inspectiekader teneinde opnieuw het

arrangement te bepalen en het vervolgtoezicht in te richten.

Toezichthistorie

In juni 2006 bezocht de inspectie de Bernadetteschool voor een jaarlijks onderzoek met als onderwerpen de aspecten ‘systeem van leerlingenzorg’ en ‘functionaliteit van de

handelingsplanning’. De inspectie beoordeelde toen de indicatoren 3.2, 3.5, 3.8 en 4.1 met een onvoldoende. Een inspectieonderzoek in januari 2009 wees uit dat deze tekortkomingen nog altijd niet waren opgeheven.

Onderzoeksopzet

Deze rapportage is gebaseerd op:

- Analyse van documenten en gegevens die al bij de inspectie aanwezig waren;

- Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het onderzoek aan de inspectie heeft toegezonden. Het betreft het plan van aanpak onderwijskwaliteit, versie september 2009, en het ontwikkelplan 2009;

- Analyse van documenten, die de school tijdens en kort na het onderzoek aan de inspectie heeft aangereikt. Het betreft een stageplan en rapporten met de resultaten van recent in opdracht van de Stichting ZML Noordoost Brabant uitgevoerde tevredenheidonderzoeken onder ouders en leerlingen van de onder de stichting ressorterende scholen, waaronder de Bernadetteschool.

- Onderzoek op locatie, waarbij:

o schooldocumenten zijn bestudeerd;

o de onderwijspraktijk is geobserveerd in de so en vso groepen van de school;

o gesprekken met de (interim) directeuren en de teamleiders, de commissie voor de begeleiding, ouders en leraren gevoerd zijn.

Uit het waarderingskader is de basisset van indicatoren onderzocht aangevuld met de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg'. Voor deze uitbreiding is gekozen om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken en met het oog op de bovengenoemde risico’s in management en organisatie, die voor de inspectie aanleiding waren aanvullend onderzoek te

(4)

doen. Voorafgaand aan het onderzoek heeft de inspectie overwogen ook de indicatoren uit het aspect ‘voorwaarden kwaliteitszorg’ toe te voegen. Tijdens het onderzoek bleek dat daar geen reden meer voor was. Met twee interim directeuren, de recente komst van twee teamleiders en de invulling van de functies van de intern begeleiders zijn de voorwaarden voor

schoolontwikkeling inmiddels gunstiger geworden.

In dit onderzoek is de inspectie tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke

wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.

Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(5)

2. BEVINDINGEN BERNADETTESCHOOL 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Cyclisch proces kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. 

1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie.  1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 

1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 

1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 

1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 

1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg.  1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit

van haar onderwijs. 

Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de

leerlingen. 

3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders.  3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor

het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 

3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan. 

Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor

handelingsplanning. 

Leerstofaanbod

1 2 3 4

5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 

5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen.  5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen

leerlingen. 

Onderwijstijd

1 2 3 4

6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.  6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele)

leerlingen. 

(6)

(Ortho)pedagogisch handelen

1 2 3 4

7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 

7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 

7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de

onderwijsbehoeften van de leerlingen. 

(Ortho)didactisch handelen

1 2 3 4

8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 

8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 

8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 

8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de

leerling. 

Actieve en zelfstandige rol leerlingen

1 2 3 4

9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 

9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die

past bij hun ontwikkelingsniveau. 

Schoolklimaat

1 2 3 4

10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen.

 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en

om de school. 

10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om

de school. 

10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school.  10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school

daartoe onderneemt. 

Opbrengsten

1 2 3 4 5

11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden

verwacht. 

Wet- en regelgeving

ja nee

De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27).  De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27).  De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11). 

(7)

2.2 Beschouwing

Algemeen beeld

De inspectie heeft geen aanleiding om haar eerdere oordeel over de kwaliteit van het onderwijs op de Bernadetteschool bij te stellen. Net als bij het onderzoek in januari 2009 komt zij tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op de Bernadetteschool ‘zwak’ is. Van een mogelijk

‘zeer zwakke’ kwaliteit blijkt geen sprake. Ondanks de moeilijkheden rondom management en organisatie heeft de school in het primaire proces op de meeste aspecten een basiskwaliteit weten te behouden. Daarbij getuigen teamleden van een taakgerichte instelling en zijn zij in hoge mate bekommerd om een veilig pedagogisch klimaat voor de leerlingen te realiseren.

Ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteitszorg en leerlingenzorg verlopen echter langzamer dan beoogd en verbetertrajecten, met name op het gebied van het (ortho)didactisch handelen, hebben vertraging opgelopen of zijn onvoldoende op gang gekomen. Met twee interim

directeuren, de recente komst van twee teamleiders en de invulling van de functies van de intern begeleiders zijn de voorwaarden voor schoolontwikkeling inmiddels gunstiger geworden. Het ontbreken van een directeur is op dit moment nog een kwetsbaar punt. Een weloverwogen keuze en een zorgvuldig overgangstraject naar een stabiel management hebben hoge prioriteit. De inspectie heeft bij dit onderzoek geen tekortkomingen vastgesteld op het gebied van naleving van door de wet gestelde deugdelijkheidseisen.

Toelichting Kwaliteitszorg

De afgelopen jaren is op de Bernadetteschool onvoldoende een cyclisch proces van

kwaliteitszorg ten behoeve van behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op gang gekomen. De vele directiewisselingen zijn daar mede debet aan.

De inspectie constateert dat het onderwijsconcept van de school onvoldoende is uitgewerkt en vastgelegd om het cyclisch proces inhoudelijk te kunnen aansturen. Evalueren, planmatig werken aan verbeteractiviteiten, borgen en verantwoorden krijgen pas echt betekenis wanneer de school van te voren duidelijk in kaart gebracht heeft welke resultaten zij met de verschillende aspecten van haar onderwijs wil bereiken. Dat is nu nog onvoldoende het geval. Bovendien heeft de school de specifieke onderwijsbehoeften van haar (groepen) leerlingen nog niet grondig geanalyseerd ter onderbouwing van keuzes voor de inrichting van de onderwijspraktijk, zoals bijvoorbeeld de keuze voor wel of niet heterogeen samengestelde groepen. In dit verband merkt de inspectie op dat zij het bestuur al eerder gewezen heeft op het belang om in een paragraaf in het schoolplan het schoolspecifieke onderwijskundige beleid van de Bernadetteschool vast te leggen. In het huidige schooloverstijgende schoolplan ontbreekt deze informatie. Van een helder concept als fundament onder het meerjarenplan en de daarvan afgeleide jaarlijkse ontwikkelplannen is te weinig sprake. Dit concept zou bovendien bijdragen aan een professioneel schoolklimaat en zorgen voor houvast en transparantie wanneer teamleiders de klassen bezoeken om de voortgang en borging van kwaliteitsverbeteringen te meten.

De inspectie stelt vast dat de school, aangestuurd door een bovenschoolse werkgroep,

daadwerkelijk en planmatig gewerkt heeft aan verbeteringen op het gebied van de leerlingenzorg.

Het in april 2009 geplande tijdpad is echter niet gehaald. De school ziet de verklaring hiervoor in de contextfactoren van de afgelopen tijd. Nu de situatie stabieler is, dient de directie het plan van aanpak bij te stellen en er ook andere ontwikkelgebieden in op te nemen. In hoofdstuk 3 maakt de inspectie hierover een afspraak met het bevoegd gezag.

Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit van handelingsplanning en opbrengsten

Het systeem van leerlingenzorg voldoet onvoldoende aan de normen die de inspectie eraan stelt.

De tekortkomingen hebben met name betrekking op de wijze waarop resultaten van leerlingen

(8)

gevolgd en gemeten worden, op de evaluatie van de handelingsplannen onder regie van de commissie voor de begeleiding en op de functionaliteit van de handelingsplannen.

De inspectie is van mening dat de school zich in de goede richting ontwikkelt. De eerste

resultaten zijn bereikt. Zo legt de commissie voor de begeleiding (CvB)voor elke nieuwe leerling in een entreerapport de onderwijsrelevante beginsituatie vast. Op basis hiervan komt binnen vier weken na toelating het eerste individuele handelingsplan in overeenstemming met ouders tot stand. Het plan bevat uitgebreide handelingsaanbevelingen waarmee de leerkrachten in

Datacare de aan leerlijnen gekoppelde doelen en niveaus bepalen. Het is een nieuwe procedure die iedereen zich nog eigen moet maken. Ten behoeve van de functionaliteit van het plan en de aansturing van de onderwijspraktijk is het bovendien noodzakelijk vast te leggen hoe en met welke middelen, methodes en materialen vervolgens aan het realiseren van die doelen gewerkt wordt. Het is de bedoeling dat een groepsplan hierin gaat voorzien.

Het geheel aan instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen is op dit moment nog ontoereikend. Bovendien ontbreekt de samenhang en de afstemming op de te bereiken doelen uit de leerlijnen. Een eerste versie van een toetskalender is inmiddels tot stand gekomen.

De inspectie benadrukt de rol van de CvB, die de wetgever haar heeft toebedeeld. Waar de commissie bij de start van de handelingsplanning in voldoende mate de regie voert over de ontwikkeling van de leerling, doet zij dat gedurende de schoolloopbaan in veel mindere mate. Dit jaar start de school met groepsbesprekingen. Bij deze besprekingen zullen de handelingsplannen onder verantwoordelijkheid van de CvB geëvalueerd worden. Uit de neerslag van de evaluaties die tot dusver hebben plaatsvonden, blijkt onvoldoende dat de school bij de evaluatie van de doelen een analyse van belemmerende en bevorderende factoren betrekt in relatie tot een eerder beoogd perspectief. De school is van plan om in het schooljaar 2009-2010 voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief te formuleren. Het besef groeit dat dit cruciaal is om het systeem van leerlingenzorg dienstbaar te kunnen laten zijn aan het bepalen van opbrengsten en daarmee te kunnen verantwoorden dat leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen.

Onderwijsleerproces

Een groot deel van de indicatoren die betrekking hebben op het onderwijsleerproces heeft de inspectie met een voldoende beoordeeld. Tekortkomingen hebben vooral betrekking op het aspect ‘(ortho) didactisch handelen’, waaraan de school in de afgelopen jaren onvoldoende is toegekomen. De inspectie legt hierbij opnieuw een verband met het onderwijsconcept, dat nog verdere uitwerking behoeft.

De school dient beter zicht te krijgen op hoe zij bij haar leerlingen de didactische ontwikkeling kan bevorderen. Directe en effectieve instructiemomenten afgestemd op de verschillende

onderwijsbehoeften van de leerlingen en gevarieerde werkvormen om het denken van leerlingen te stimuleren heeft de inspectie weinig waargenomen.

Een groepsdocent en een onderwijsassistent zorgen voor voldoende structuur en handhaving van regels. De meeste leerlingen zijn taakgericht bezig. De inspectie constateert echter dat er in

(9)

Bij het observeren van de lessen heeft de inspectie vastgesteld dat de onderwijsgevenden op een respectvolle wijze met de leerlingen omgaan. Ze spelen in op de eigenheid van de leerlingen en weten hun zelfvertrouwen te ondersteunen en te stimuleren. Er heerst rust in de school, de sfeer is ontspannen en de lokalen maken een frisse en verzorgde indruk. In de klassenmappen zijn uitvoerige beschrijvingen opgenomen van sociaal-emotionele en andere overstijgende kindkenmerken. In onder andere taal- en stemgebruik en door hun wijze van benaderen, stemmen leraren en assistenten hun handelen af op deze kenmerken van leerlingen en de daaruit voortvloeiende behoeften.

Met betrekking tot het aspect ‘schoolklimaat’ beschikt de school over protocollen en procedures.

Bovendien kent de school een vertrouwenspersoon en houdt zij een incidentenregistratie bij.

Onlangs is de school begonnen om het beleid ter voorkoming en afhandeling van incidenten opnieuw in samenhang te brengen en systematisch vorm te geven. Een regelmatige objectieve peiling van de beleving van de sociale veiligheid vindt op dit moment niet plaats. De inspectie vindt dit een tekortkoming, die gezien de context van de school en de zorgelijke ontwikkelingen van de laatste jaren extra aandacht verdient.

Deugdelijkheidseisen

De inspectie heeft bij dit onderzoek geen tekortkomingen vastgesteld op het gebied van naleving van door de wet gestelde deugdelijkheidseisen. Wel heeft zij net als bij het periodiek

kwaliteitsonderzoek in 2004 aandacht gevraagd voor het eten en drinken tijdens de onderwijstijd.

Ten opzichte van 2004 is de situatie duidelijk verbeterd. De school heeft eten en drinken bewust alleen nog bij de SO-groepen op het rooster staan. Daarnaast heeft de inspectie in de praktijk kunnen waarnemen dat tijdens de eet- en drinkmomenten gewerkt wordt aan taal- en sociale en communicatieve vaardigheden. Onvoldoende ligt echter in schooldocumenten vast, hoe

intentioneel deze activiteiten zijn en welke afspraken hierover schoolbreed gemaakt zijn.

(10)
(11)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld.

Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de Bernadetteschool een aangepast arrangement toe. De school valt onder intensief toezicht.

Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit aan het einde van het schooljaar 2009-2010 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het vierde kwartaal van 2010 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen.

Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een bijgesteld plan van aanpak aan de inspectie te sturen.

De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken:

- de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen;

- de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten;

- het is aannemelijk dat het plan van aanpak binnen de geplande tijd tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen leidt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

De inspectie heeft vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs op de Catharinaschool tekortkomingen vertoont die voor de inspectie aanleiding zijn de school een aangepast

De inspectie heeft indicator 1.3: 'de school evalueert jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten' nog als onvoldoende (beoordeling 2) beoordeeld omdat de nieuw geformuleerde

• De commissie voor de begeleiding heeft tot taak een voorstel te doen voor het handelingsplan, bedoeld in artikel 41a, en de uitvoering van het handelingsplan te evalueren

Rapport jaarlijks onderzoek 't Iemenschoer en ´t Korhoen, school voor so/vso-zml - 7.. november 2006

De school zendt de resultaten van de eerste afnames van de ZEK voorafgaand aan het PKO naar de inspectie, zodat de inspectie mede op basis daarvan kan bepalen hoe zij het

De betrokkene kan voorts verzoeken om de verwerking van zijn persoonsgegevens te beperken, namelijk indien hij een verzoek tot verbetering heeft gedaan, indien hij bezwaar