RAPPORT
JAARLIJKS ONDERZOEK
KOETSVELDSCHOOL SO/VSO-ZMLK
School : Koetsveldschool SO/VSO -ZMLK
Plaats : 's-Gravenhage
BRIN-nummer : 02GA
Onderzoeksnummer : 92613
Datum schoolbezoek : 13 maart 2007 Datum vaststelling : 19 april 2007
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 3
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING ... 5
2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ... 7
3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ... 9
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 13
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 5
1 INLEIDING
Op 13 maart 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de Koetsveldschool in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO).
Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader speciaal en voortgezet speciaal onderwijs 2005. De indicatoren betreffen de volgende kwaliteitsaspecten:
• De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten;
• De school beschikt over een cyclisch systeem van leerlingenzorg;
• De school zorgt voor een passende begeleiding van leerlingen.
De inspectie gaat zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast.
U heeft naast de schoolgids en het schoolplan hiervoor documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten en/of schoolontwikkeling betrekking hebben. Deze documenten zijn bij het onderzoek betrokken maar hebben geen aanleiding gegeven om het onderzoek aan te passen en indicatoren toe te voegen.
• Verbeteringen naar aanleiding van PKO 2006;
• Protocol Zorg en Begeleiding;
• Onderzoek sociale veiligheid op de Koetsveldschool;
• Sociale veiligheid Koetsveldschool, beleidsdocument.
De opzet van het onderzoek
Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd;
• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn;
• Schoolbezoek, waarbij gesprekken met de directie en met de coördinatie leerlingenzorg zijn gevoerd over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op
onderwijsinhoudelijk terrein;
• Drie bezoeken aan groepen. Het betrof de SO -groepen: C1, D en F.
De inhoud van het rapport
Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte
beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 6 hoofdstuk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien.
In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 7
2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL
De directie noemt de volgende contextfactoren die van invloed zijn op de schoolontwikkeling:
• Omdat de school door groei van het leerlingenaantal ruimtegebrek heeft, is in overleg met de gemeente Den Haag toestemming verkregen voor nieuwbouw. Deze nieuwbouw laat echter nog op zich wachten. Dit veroorzaakt onrust en onduidelijkheid bij ouders, leerlingen en personeel.
• Ook dit schooljaar is het leerlingenaantal gestegen. Veertien nieuwe leerlingen werden ingeschreven. De directie meldt dat de leerlingenpopulatie enigszins wijzigt. Zij constateert een toename van leerlingen met een niet Nederlandse achtergrond. De toename van het aantal leerlingen maakt dat de school nu erg vol is en het ruimtegebrek als steeds nijpender wordt ervaren. De nieuwe leerlingen zijn verdeeld over de bestaande groepen. De school onderzoekt of het mogelijk is een vrijstaande ruimte te huren van een nabijgelegen school om - zolang de nieuwbouw nog niet is gerealiseerd - de toenemende leerlingenstroom onderdak te bieden.
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 9
3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN
De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.
In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect:
1. draagt niet of nauwelijks bij;
2. draagt onvoldoende bij;
3. draagt voldoende bij;
4. draagt in hoge mate bij;
5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft.
Het kwaliteitsprofiel van Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK Cyclisch proces kwaliteitszorg
1 2 3 4
1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van
haar opbrengsten. l
Toelichting:
Tijdens het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) in 2006 constateerde de inspectie dat de school nog niet of nauwelijks de kwaliteit van haar
opbrengsten evalueerde (beoordeling 1). Tijdens het Jaarlijks Onderzoek (JO) beginnen de investeringen die de school heeft gedaan naar aanleiding van het PKO zichtbaar te worden. Met waardering heeft de inspectie kennis genomen van de activiteiten die de school in de korte periode tussen het PKO en het JO heeft ondernomen. De belangrijkste winst is, volgens de directie en leden van de commissie van begeleiding, de omslag in denken bij de teamleden waardoor de opbrengstgerichtheid van het team is vergroot. Het werken met
groepsplannen gerelateerd aan leerlijnen levert daartoe een positieve bijdrage.
De inspectie heeft indicator 1.3: 'de school evalueert jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten' nog als onvoldoende (beoordeling 2) beoordeeld omdat de nieuw geformuleerde visie en missie nog niet heeft geleid tot het formuleren van doelen voor de opbrengsten. Dit heeft te maken met de fase van
ontwikkeling waar de school zich in bevindt; dit schooljaar staat geheel in het teken van het versterken van de leerlingenzorg. Een studiedag waarin het team zich buigt over het opstellen van ontwikkelingsperspectieven staat
geprogrammeerd. Bovendien oriënteert de school zich nog op een leerlingvolgsysteem dat aansluit bij de leerlijnen.
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 10 Systeem van leerlingenzorg
1 2 3 4
3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de
onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. l 3.3 De school stelt het handelingsplan vast in overeenstemming
met de ouders. l
3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen
en ontwikkeling van de leerlingen. l
3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van
het handelingsplan. l
Toelichting:
De bevindingen uit het PKO van 2006 zijn aanleiding geweest voor de school een verbeterplan op te stellen. Dit document 'verbeteringen n.a.v. PKO 2006' geeft per indicator met een onvoldoende beoordeling verbeteracties aan. Ook heeft de school een 'protocol zorg en begeleiding' opgesteld. Uit de
bijbehorende jaarplanning komt naar voren wat de fase van ontwikkeling is waar de school zich in bevindt. De directie heeft gekozen voor een
'groeimodel' dat (mede)afhankelijk is van de implementatie van de leerlijnen.
Dit is de reden waarom een aantal indicatoren nog als onvoldoende zijn beoordeeld.
Zo heeft de school een start gemaakt de handelingsplannen meer in
overeenstemming met de ouders op te stellen. Omdat dit ook een omslag is in het denken van ouders, zoekt de school nog naar een manier om ouders meer en meer te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. De school ziet
mogelijkheden dit twee keer per jaar te gaan doen maar is op dit moment nog niet zo ver.
Dit geldt ook voor het evalueren van het handelingsplan. De koers die de school heeft ingezet en de aanvulling op het handelingsplan met het tijdstip en de manier van evaluatie zullen ertoe bijdragen dat het handelingsplan
systematisch wordt geëvalueerd. Bovendien kan dan ook het leerrendement worden vastgesteld. Daarmee kunnen de effecten van de geboden hulp beter worden vastgesteld.
De inspectie heeft in drie SO -groepen de praktijk van het werken met groeps- en individuele handelingsplannen geobserveerd. Omdat de directie de
verantwoordelijkheid voor de reguliere zorg in de groep zoveel mogelijk bij de groepsleraren wil leggen, is gekozen om de groepsplannen door de leraren zelf te laten opstellen in overleg met de coördinatie van de leerlingenzorg. De directie informeerde de inspectie dat dit weliswaar (nog) leidt tot onderlinge verschillen maar dat dit eveneens leidt tot waardevolle inhoudelijke
gesprekken. Hierdoor ontstaat steeds meer draagvlak dat zal resulteren in de definitieve formats voor zowel de groepsplannen als de individuele
handelingsplannen.
De directie informeerde de inspectie verder dat ook op het VSO wordt gewerkt met groepsplannen. Binnen het VSO is er een ontwikkeling gaande om
uitstroomprofielen richting arbeidstoeleiding te operationaliseren. Ook moeten de bijbehorende leerlijnen nog verder ontwikkeld worden. Daarom is de
ontwikkeling van de handelingsplanning op het VSO nog in een andere fase en loopt wat achter in vergelijking tot de ontwikkeling binnen het S.O.
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 11 Functionaliteit handelingsplanning
1 2 3 4
4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de
documenten voor handelingsplanning. l
Toelichting:
Net als tijdens het PKO in 2006 heeft de inspectie indicator 4.1 als voldoende beoordeeld. Tijdens de groepsobservaties werd duidelijk dat er feitelijk
uitvoering wordt gegeven aan de in de groeps- en individuele handelingsplannen vastgelegde leerinhouden.
De inspectie heeft de school in overweging gegeven op de roosters of op het (groeps)handelingsplan aan te geven welke activiteiten voor de verschillende (groepjes van) leerlingen worden geprogrammeerd. Nu valt uit de
handelingsplanning niet af te leiden of de leerkracht het onderwijs afstemt op de verschillen tussen leerlingen.
Rapport jaarlijks onderzoek Koetsveldschool SO/VSO-ZMLK - 13 maart 2007 13
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
Afspraak met betrekking tot wettelijke bepalingen
Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan.
Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet:
Documenten:
• De schoolgids bevat onjuiste informatie over de schooltijd. De tijden zullen worden aangepast. De ouders en de MR worden hierover ingelicht.
Onderwijstijd:
• De school heeft voor het VSO onvoldoende onderwijstijd gepland. De inspectie ontvangt een nieuw vastgestelde urenberekening die in
overeenstemming is met de wettelijke voorschriften (WEC, art. 11, lid 4 en 5).
Afspraken over de invulling van het eerstvolgende onderzoek.
Het volgende bezoek van de inspectie zal in beginsel bestaan uit: een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Op basis van de gegevens die de inspectie heeft verkregen bij dit jaarlijks onderzoek zal de inhoud van het volgende onderzoek bestaan uit de basisset van indicatoren.
