• No results found

De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK Systeem van leerlingenzorg

1 2 3 4

3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de

onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. l 3.3 De school stelt het handelingsplan vast in overeenstemming

met de ouders. l

3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen

en ontwikkeling van de leerlingen. l

3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van

het handelingsplan. l

Functionaliteit handelingsplanning

1 2 3 4

4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de

documenten voor handelingsplanning. l

Toelichting:

De beslisregels voor de vaststelling van een toezichtarrangement voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn gekoppeld aan de waardering op de indicatoren van het kwaliteitsaspect 'systeem van leerlingenzorg'. Toepassing van deze beslisregels op de huidige stand van zaken met betrekking tot dit kwaliteitsaspect, betekent dat, in termen van de toezichtsystematiek van vóór Nieuw Toezicht, het toezichtarrangement PKO-2 op de school van toepassing is. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het oordeel op de overige

kwaliteitsaspecten geen contra-indicaties bevatten voor toepassing van dit arrangement. Met dit arrangement beoogt de inspectie aan te geven dat er kwaliteitsrisico's bestaan die het ondernemen van activiteiten gericht op het wegnemen van deze risico's noodzakelijk maken. Hierbij heeft de inspectie overigens ook oog en waardering voor de ontwikkeling die de school in de afgelopen periode heeft doorgemaakt en de concrete resultaten die dit, ook op het gebied van de leerlingenzorg, heeft opgeleverd.

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 10

Het systeem van leerlingenzorg zoals dat op de school functioneert, bevat waardevolle elementen die evenzoveel bouwstenen vormen voor een goed werkend, cyclisch proces, gericht op het voeren van de regie over de

ontwikkeling van leerlingen en de bijdrage die de school daar aan kan leveren.

De investeringen zullen zich de komende periode moeten richten op een verdere uitbreiding en versterking van die elementen. Hierbij vraagt het

cyclische karakter van het systeem in het bijzonder de aandacht. De school zal zich moeten beraden op nadere afspraken over de wijze waarop zij de evaluatie van de handelingsplanning gestalte geeft en vastlegt. De implementatie van de leerlijnen vormt bij dit op kwaliteitsverbetering gerichte proces voor het team zowel een extra belasting als een ondersteuning.

Met het opstellen van een aanzet tot een handelingsplan beoogt de school al een document beschikbaar te hebben op het moment dat een nieuwe leerling de school binnenstapt. Dit plan bevat waardevolle informatie over de

onderwijsrelevante beginsituatie van de betreffende leerling. Echter, deze gegevens blijven beperkt tot algemene leerlingkenmerken. Het niveau van kennis en vaardigheden dat de leerling al heeft verworven en waarbij de school met haar werkzaamheden de aansluiting vindt, ontbreekt in dit document wanneer die gegevens niet bekend zijn.

Binnen de ontwikkeling die de school doormaakt, is er r uimte ervaring op te doen met zowel groeps- als individuele handelingsplannen. Met name bij de groepsplannen is de invloed van de implementatie van de leerlijnen, die door het Centrum voor Educatieve Dienstverlening (CED) beschikbaar zijn gesteld, duidelijk waarneembaar. Het is zaak meer duidelijkheid te verschaffen over de relatie tussen beide planningsdocumenten. Daarnaast verdient de

zorgvuldigheid van invulling meer aandacht, mede in het licht van de functionaliteit van deze planningsdocumenten.

Ook de rol van de ouders vraagt nadere aandacht. Dat geldt in de eerste plaats voor de aanzet tot een handelingsplan waarover de ouders niet worden

geïnformeerd. In de tweede plaats gaat het om het meer definitieve plan dat de school volgend op de aanzet opstelt. Uit het moment waarop de ouders dit plan ondertekenen blijkt dat dit plan niet in overeenstemming met de ouders tot stand komt.

Op de locatie Sliedrecht is er voor gekozen de TOS als volgsysteem voor de ontwikkeling van de leerlingen te gebruiken. Op de locatie in Gorinchem is voor het OntwikkelingsVolgModel (OVM) gekozen. De TOS, die in het verleden mede als handvat voor de ordening van het leerstofaanbod werd gebruikt neemt in betekenis af naarmate er meer leerlijnen worden geïntroduceerd. De aansluiting tussen het onderwijsaanbod van de school en de onderdelen Cognitieve ontwikkeling en Sociaal-emotionele ontwikkeling uit de TOS dreigt verloren te raken. Voor die onderdelen valt de locatie nu terug op de toetsen voor zover die zijn opgenomen in de gebruikte methodische materialen. Op de locatie is er bewust voor gekozen nog geen nieuw systeem in gebruik te nemen zolang er geen systeem is dat rechtstreekse aansluiting heeft met de leerlijnen. Nu het er op lijkt dat OVM die aansluiting heeft gerealiseerd, is er aanleiding het besluit tot uitstel in heroverweging te nemen.

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 11

De evaluatie van de doelstellingen uit het handelingsplanning is opgenomen in het nieuwe handelingsplan. Deze evaluatie bevat niet het antwoord op de vraag of de doelstellingen uit het vorige plan werden behaald. Evenmin bevat deze evaluatie een analyse van de factoren die tot het behaalde resultaat hebben geleid. Dit doet afbreuk aan het cyclisch karakter van het systeem van leerlingenzorg en maakt de handelingsplanning weinig transparant .

Tevens is het van belang dat de rol van de commissie voor de begeleiding wordt verhelderd en geformaliseerd. Uit de gegeven toelichting leidt de inspectie af dat bij zowel de opstelling van het individuele handelingsplan als bij de evaluatie er altijd sprake is van betrokkenheid van één of meer leden van het MultiDisciplinair Team (MDT). Afspraken omtrent delegatie van

verantwoordelijkheden die vanuit de wetgeving, bij de commissie voor de begeleiding zijn belegd, ontbreken. Tevens zal er duidelijkheid moeten komen over de vraag of het MDT beschouwd kan en mag worden als de commissie voor de begeleiding.

Bij de beoordeling van de functionaliteit van de handelingsplanning komt de inspectie tot de conclusie dat deze nog beperkt is en dat hierbij verschillen tussen leraren valt waar te nemen. Deze conclusie heeft zowel te maken met de kwaliteit van de informatie over het onderwijsaanbod die in de plannen is opgenomen als met de interne consistentie bij de samenstelling van de handelingsplanning. Dit leidt er toe dat de informatie die de plannen bevatten niet altijd te herkennen valt in de gerealiseerde onderwijspraktijk. Daarmee blijkt dat de handelingsplanning in onvoldoende mate sturend is voor het handelen van de leerkrachten.

Rapport jaarlijks onderzoek 'Bleyburgh', school voor SO/VSO-ZMLK - 10 en 11 oktober

2007 13

GERELATEERDE DOCUMENTEN