Vraag nr. 7
van 8 oktober 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN
GOM-kritiek milieuwetgeving – Administratieve lasten
Uit een studie uitgevoerd door de vijf Vlaamse gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen (GOM) wordt de administratieve rompslomp aangeklaagd die wordt teweeggebracht door de vigerende milieuwetgeving.
Zo wordt er de nadruk op gelegd dat de milieuver-antwoordelijke van een onderneming zoveel mel-dingen en verslagen dient te produceren, dat de uitoefening van zijn effectief takenpakket in het gedrang komt. Het uitwerken van een milieubeleid en de opvolging ervan dreigt ondergeschikt te wor-den aan het voldoen aan administratieve verplich-tingen.
De vraag rijst bovendien of de administraties alle ingeleverde informatie ook effectief verwerken. Zo worden verschillende administratieve gegevens en documenten telkens opnieuw aangevraagd, of dienen bij aanvragen voor hernieuwingen of veran-deringen van een milieuvergunning steeds weer dezelfde administratieve gegevens in veelvoud te worden verstrekt, ook al zijn deze gegevens niet gewijzigd (oprichtingsakte, kadastrale gegevens en plannen, geldende vergunningen).
In welke mate houdt de minister rekening met de doleanties van de GOM's ?
Waarom wordt de administratieve papiermolen die door de diensten van Leefmilieu wordt gegene-reerd zonder dat dit enig echt economisch nut oplevert, niet grondig gesaneerd ?
Antwoord
1. De bekommernis die in de "Knelpuntennota Vlaamse milieureglementering" tot uiting komt, meer bepaald wat de nood betreft aan adminis-tratieve lastenverlaging voor de bedrijven, is ook mijn bekommernis en die van de gehele Vlaamse regering.
Daarom heeft de Vlaamse regering reeds op 24 juli 1997 de beslissing genomen om door een consultingbureau een analyse te laten uitvoeren van de organisatorische processen en procedu-res, met het oog op een kwaliteitsverbetering van de procedures inzake de verlening van ver-gunning voor ruimtelijke ordening en milieu en
inzake de uitrusting van bedrijventerreinen. Dit onderzoek resulteerde inmiddels in het Andersen Consulting-rapport van 17 april 1998. Op 7 juli 1998 besliste de Vlaamse regering haar goedkeuring te hechten aan de implementatie van de 20 aanbevelingen uit dit rapport. Eén van deze aanbevelingen betreft het ontwikkelen van een loketfunctie, een enig aanspreekpunt voor de bedrijven waar de voorbereiding en de afhandeling van de verschillende procedures met het oog op bedrijfsinvesteringen kan wor-den gecentraliseerd. (PIP 5 : "Ontwikkelen van één loketfunctie voor aanvragen door bedrij-ven"). Hier zullen, onder meer al door het behe-ren van een "enige fiche", herhaalde gegevens-opvragingen kunnen worden vermeden. Verder zullen ook standaardformulieren en het gebruik van geïnformatiseerde aanvraagformulieren zorgen voor een vermindering van de adminis-tratieve rompslomp.
Gelet op het belang van dit project werd door de Vlaamse regering beslist een implementatie-studie te laten uitvoeren. De resultaten van deze studie zouden moeten beschikbaar zijn tegen 15 januari 1999.
2. Daarnaast werd een vereenvoudiging van de milieuvergunningscommissie geëvalueerd door de op mijn initiatief opgerichte Commissie Eva-luatie Milieu-uitvoeringswetgeving (CEM). Mede op basis van de voorstellen van deze com-missie is een aanpassing van titel I van het Vla-rem gepland.