Vraag nr. 8
van 8 oktober 1998
van de heer FRANCIS VERMEIREN
GOM-kritiek milieuwetgeving – Grondwater-debietmeting
De vijf Vlaamse gewestelijke ontwikkelingsmaat-schappijen (GOM) hebben in een gezamenlijke milieuknelpuntennota een synthese gebracht van de problemen die door het Vlaamse bedrijfsleven worden ervaren wat de inhoud, de toepassing en de procedures van de Vlaamse milieuwetgeving betreft.
Hoewel de milieudoelstellingen en de eruit voort-vloeiende normen niet als onoverkomelijk worden gezien, zijn de wijze waarop deze doelstellingen en normen dienen te worden bereikt het voorwerp van grote bezorgdheid binnen het bedrijfsleven. Zo werd in het programmadecreet van 1997 in het kader van de grondwaterheffing aangekondigd dat de heffingsplichtige grondwaterwinningen vóór 1 juli 1997 dienden te worden uitgerust met debiet-en registratieapparatuur overedebiet-enkomstig edebiet-en op te stellen code van goede praktijk. Deze code is voor-zover bekend nog steeds niet opgesteld, maar toch zouden degenen die erop wachten een heffing ris-keren op basis van het geïnstalleerde pompvermo-gen, in plaats van op basis van de geregistreerde debieten.
1. Hoever staat het met het opstellen van deze code die reeds werd aangekondigd in het pro-grammadecreet 1997 ?
2. Werd de uitvoering van de nieuwe wetgeving wel voldoende en tijdig voorbereid om de door de vijf Vlaamse GOM's aangeklaagde proble-men te vermijden ?
Antwoord
1. Artikel 28 quinquies § 1 van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, zoals gewijzigd door het decreet van 20 december 1996 houdende bepa-lingen tot begeleiding van de begroting 1997, stelt niet dat er een code van goede praktijk moet worden opgesteld, doch dat de debietme-ting en registratie dient te gebeuren overeen-komstig een code van goede praktijk en dat de regering nadere voorwaarden kan bepalen waaraan bedoelde debietmeters moeten vol-doen. De verplichting tot debietmeting is trou-wens niet nieuw in de reglementering m.b.t. het onttrekken van grondwater.
Zo wordt het besluit van 21 november 1973 betreffende de meetinrichtingen van grondwa-terwinningen (Belgisch Staatsblad van 7 maart 1974) wat de technische aspecten betreft door de administratie als code van goede praktijk beschouwd. Ook het koninklijk besluit van 18 februari 1977 betreffende de koudwatermeters (Belgisch Staatsblad van 29 maart 1977) en de relevante normen van het BIN en de ISO gel-den als code van goede praktijk.
Het is dus zeker niet aangewezen om te wach-ten alvorens debietmeters te plaatsen. Buiwach-ten het feit dat bij het ontbreken van een debietme-ter de bepaling van de onttrokken volumes zal gebeuren op andere manieren bepaald in het decreet, stellen de bedrijven zich bloot aan administratieve boetes.
In het kader van de integratie van de grondwa-tervergunning in de Vlarem-vergunning, zullen een aantal bepalingen met betrekking tot voor-melde debietmeters en de code van goede prak-tijk opgenomen worden.
2. De debietmeting is een verplichte handeling en ook de meest aangewezen en accurate methode om de grondwaterheffing vast te stellen. Zoals reeds vermeld, bepaald bovenvermeld decreet dat deze meting dient te gebeuren volgens een code van goede praktijk.
