F1ntenoeco1ogi i N F(SO I) L/1)

I) L/1)

EEN ^KOISTE oEcoLoEn:scH BODEMf::UNDIGE STUDIE: IN I-lET

5015

SE

B(iRRSE

OU(6D0U6OU

BLJRE::

i N F(SO

Mirj1m F'rins

vaI<roep F1ntenoeco1ogi

Rh

Broninqen

1986

RijksuniverSiteit Gronnqefl Bibliotheek Biologisch Centrurn

Kerkaan 30 — Postbus 1⁴ 9750 AA HAREN

DOCTORAALVERSLAG/ SCRIPTIE

VakgroeP Plantenoecologie R.UG.

Biologisch Centrum Haren (Gn).

Doctoraalverslagen/SCriptieS van de Vakgroep Plantenoecologie zijn interne rapporten, dus geen officiële publicaties.

De inhoud varieert van een eenvoudige bespreking van onder—

zoeksresultaten tot een concluderende discussie van gegevens in wijder verband.

De conclusies, veelal slechts gesteund door kortlopend onder—

zoek, zijn meestal van voorlopige aard en komen voor rekening van de auteur(s).

Overname en gebruik van gegevens slechts toegestaan na overleg met auteur(s) en/of Vakgroepbestuur.

INHOUD

INLE

^{I DING}

MATER IAAL EN METHODE RESULTATEN

DISCUSSIE

EN LITERATUUR DI JLAGEN

p.'4.

kaart van hat proafgabiad

anal yse—voorschrj 4 tan nutri antan—gehal tes

p—waarden Mann Witney U—test

blz biilage

3 5 6 8 9

I

2t/m5

6 tIm 10

11

Hoof dstuk 1. INLEIDINS

1. 1. Het proefgebied

Het 'Bois de Barrage' in Ouagadaugau tigt am het straomclal van bet riviertje dat vanaf bet stuwmeer, dat de stad _van water moet

voorzieri, verder stroomt (bijlage 1.).

Dit

^bos is sinds enige tientallen jaren verboden terrein _voor bet grazende vee Cer fran niet voorkomen warden dat er zo nu en dan gras gesneden wordt voor bet vee). Het bos is dan oak totaal verschillend van de aever van bet riviertje buiten dit beschermde gebied. Daar ziin de aevers door erosie kaal en hager op het plateau staat de schaarse savanne boom begroeiing. In bet bas daarentegen is de bodem van het straamdal ('basf and') overvol begraeid met, aqn het water net en andere aevergewassen, en wat verder van het water bomen en struiken. Wat hier onmiddelljjk apvalt is de afwezigheid van een straoisellaag. Dit trapische verschiinsel wardt veraarzaakt door de hage mineralisatiesnelheid bij de hage temperatuur. Dc bodem _{van bet 'basf and' is} in de regentijd. verzadigd met water.

Buiten het 'basfand', op de helling blijft bet water niet staan, zadat de badem hier veel drager is, wat te zien is _{aan de} vegetatie. Er staan bier, verspreid, vele Acacia saarten.

Weer buiten de belling bevindt zich bet plateau waari de rivier zich beef t uitgesneden. Daordat bet bier vlak is blijft bet regenwater bier langer staan dan op de helling maar bet zal tach sneller verdwijnen dan in bet 'basf and'. Dc vegetatie is hier weer dichter dan op de belling, maar dunner en van een andere samenstelling dan in bet 'basf and'. Er graeien bier wel veel meer grassen tussen de bamen dan elders in bet bas.

Het zau kunnen _dat door de afstraming oak nutrienten uitgespaeld warden en dat er dus in vachtigheid en nutrienten inhoud van de badem een aflapende reeks is met valgarde 'basf_and'

—

plateau

—

helling.

Dc vraagstelling is bier dan:

Zijn vachtgehalte, N—, P— en K—cancentratie van een bademmanster gecarreleerd met de geamarfalagische eenheid waaruit bet monster werd gestaken?

Bij bademmansters gestaken in trapische badems is bet twiifelachtig of de zelfde analyse methaden gebruikt macten warden als voar badems in gematigde streken. Enerzijds _{is bet za} dat bii gebruik van de zelfde methaden de haeveelheden nutrienten vergeleken kunnen warØcn. Het is echter de vraag of de beschik—

baarheid dezelfde is. Het zau kunnen zijn dat:

—

door

de hage temperatuur de nutrienten beter door de planten op te nemen zijn.

— de planten een speciale aanpassing hebben waardaar de wartels stoffen af kunnen scheiden. am meer dan de in water aplasbare hoeveelheic( nutrienten op te lassen en op te nemen.

—

door

on &ndere pH van de badem met de bier gebruikte methoden niet alle beschikbare nutrienten ge&xtraheerd warden.

Dc bepaling van fasfaat levert bier maeilijkheden op. Er zijn verscbillende methaden. Hier in nederland wardt vaak gebruikt de methade P water. Bij deze methade wardt die hoeveelbeid P gemeten die in water aplasbaar is.

P Olsen is een methade waarbij met NaHCO3 oak 'anaalcsbare' fasfaten warden geëxtraheerd. Een basisch (pH=B.5) bicarbanaat—

4

opt ossing verlaagt de concentratie van Calcium—ionen door tie yortiiing van een neersiag van CaCOS en van Al— en Fe—ionen door eers1ag van hydroxiden. Dc concentratie fosfaten neemt dan toe cm het oplosbaarheidsproduct gelijk te houden.

BiJ de methode P Bray en Kurtz worden door de fluoride van het ext ractiemiddel NH4F de Al— en Fe—ionen in zure oplossingen gebc3nden en dan neemt de fosfaatconcentratie toe. Bii neutrale bodems worden alleen de Al—ionen gebonden _{en in} neutrale bodems zijn de chemische reacties variabel zodat dan deze methode _minder evredigend is. Deze methode is toch gebruikt, naast P Olsen omct at de methode BRAY en KURTZ in Ouagadougou op het 'Bunasols' worcit gebruikt.

Dc vraag is dan: levert P—NH4F resultaten op die vergelijkbaar zijn met die van P—NaHCO3?

5

Hoof

dstuk 2.

MATERIAAL EN METHODE

2.

^{1 •}

Monsteren

Met

^behuip van can kaartje van, hat bos met daarin getekend de verschillende geomorfologieche eanheden werden de monsterplaatsen uitgezocht. In elke eenheid 4 plaatsen, op elks plaats ward op 4 pick ken op can ru gemonsterd met sen tussenruimte van 5 meter.

Er ward dan can monster genomen op 10 cm onder hat opperviak, daarna ward doorgegraven tot sen diepte waarop de bodem can ande—

rS kleur en vochtigheid had Car was altijd can scherpe _overgang te zien) en daar ward nog can monster genomen.

De monsters warden in metalan potjes maegenomen naar _{hat lab,} waar ze direct warden gewogen en gedroogd.

2.2. Vochtgehalte

De monsters warden in de bakJes gewogen Cbruto nat). Na hat drogen gebeurde dit wear Cbruto droog) en tevens warden de lege, schone, droge bakjes gewogen (tarra). Hat vochtgehalte kon _{flu als} volgt berekend wordena

bruto nat —

bruto

^droog

Xvocht=

x 1007.

bruto droog —

tarra

2.3. Analyses

Voor da analyses warden de monsters gemalen en plantaardig mteriaal ward verwujderd. Van elk monster werd voldoenda in _een bakie in de droogstoof gezet en daarna bewaard in can exsiccator tot gebruik.

Hat gehalte aan totaal stikstof werd bepaald met de methods Lauro Kjelldahl (zie biilage 2.). Hat gehalte uitwisselbare Kalium ward ge&xtraheerd met Ammonium Acetaat Cbiilage 3.).

Van can aantal monsters is de pH bepaald door ca 20 cc grond can nacht in ca 150 cc ad ta laten staan. Daze monsters blaken alle licht basisch te 'zuin (pH ^'

7.5

^{4 8.0),} daarom wcrd als standaard methode P—Olsen gekozen (biilage 4.). Op basis van de resultaten van daze bapaling warden 14 monsters gekozen waarvan de waarden de hale range besloegen. Hierop ward nog de methods BRAY & KURTZ met Ammonium'fluoride toegepast Cbijlaga 5.).

Om ^te zien of er significante verschillcn warpn tussen de monsterplaatsen werd de Mann—Witney—U test gebruikt (bijiage 11.). Dc correlatie tussen de waarden afkomstig van P—Bray _{en P—}

Olsen ward berekend mat da Spearman Rank Correlation test Cbijlage 10.)

a

Hoof

^{dstuk 3. RESULTATEN}

zie fig.1. en bijlage 11.

3. i. Yochtgehalte

Tussen het 'basfond' en de rest is een significant verschil wat betreft gemiddelde waarden. De variatie tussen de monster—

plaatsen in het 'basfond' ziin echter net zo groot als de totale variatie. Het verschil tussen helling en plateau was niet signi—

fl cant.

In het 'basfond' was de bovenste laag duideliJk natter dan de onderste, bii helling en plateau was dat verschil er niet zo duideliik.

3.2. Stikstof

De

monsters uit het 'basfond' bevatten de meeste totaal stikstof, het verschil met de andere plaatsen was significant.

Echter tussen de plekken in het 'basfond' waren de verschillen ook significant. Tussen de helling en het plateau was er geen verschi 1.

in alle gevallen was er meer stikstof aanwezig in de bovenste laag dan in de onderste.

3.3. Kalium

In de monsters uit het 'basfond' was de meeste uitwisselbare kalium aanwezig dit verschil was ook significant. Hier bevatten de monsters uit de helling echter meer kalium dan die uit het plateau. Dc verschillen tussen de monsterplaatsen in het 'basf and' waren net zo groot.

Soms bevatte de bovenste laag meer kalium en soms de onderste

I aag.

3.4. Fosfaat (Olsen)

Het 'basfond' bevatte ook de meeste fosfaat, echter ook weer met zeer grote onderlinge verschillen van de monsterplaatsen. De monsters uit de helling bevatten iets meer fosfaat dan de monsters uit het plateau, maar dit verschil was niet significant.

In de bovenste laag was steeds meer fosfaat aanwezig dan in de onderste.

3.5. Vergelijking P—Olsen met P—BRAY

Er is een significante positieve correlatie tussen de waarden van beide methoden en in 11 van de 14 gevallen is tie uitkomst van p—BRAY lager dan van P—Olsen (biilage 10.). Dc verschillen tussen de uitkomsten vari&ren tussen 5 en .5 mg/tOO g. Op de grootse waarde 7.076 mg is dit maximaal ca lOX.

00

ci;

-c(c ci;

E3 -zcci

00

E

4-,as

I

I tt..tr ¹ ii — .1.

:i. ]. ^:1

I

^{;:. 1 cI:} I.: ^{:L ::I}

as

(p

ccc 4—

()0

>

Totaal stikstof

sz S _{.P P}

pkats ^-) pTc.C

I en c'ndr _oider

UI twisselbare kallLrn

kL1

''ccsfrv c'(

T4

— veci

Fosfaat

-

pIfs

cccdec

S2 'E3 S.(

pIats

c'ndr

Huc cc-F ci etriF:: 4,

P c:

^F"

cc 1.1. cc ;::J cc v-cl. ^1,cciii ^i'::—c—.'-cc-I:. ii ci cc: inc: li-cc 1: i cc ..ii. Li c1: 1:' ^_i: ':::'cc ci

mc^{cc cc- - ;. fr cc cc} r cLv- I ^cc cc r, Pc ^{-•.' c-:}cc cc. c: H111 ccc t U cccc ri i cc11 1 fl cc ccc

P:i. -- cjccv-i-ci--, mi.ric:Jccr ciLii. I-c ccc un vcccciccc:h Ill. -ri 1: u,mc.nrm inc

Inc:: ri-cc-

crc cc: ccc

^{i. cc I--ic-c-':} cc--F rccc ci cc-cc cr ^{cc ccl: cc c} c:j ccccc:iL dcc. ^c:Icc

''p r—ccc: Hi .1 1 ccc I::iccccccc H cci: :' bcc-cc.ciii d ccc c:Ic-c v-

icc i:]. :1 ¹F::b,ctccr ccc ::lc,l: r::r:: : cfr.:.j.:z,l_

-l

^{hIt: I}

dcc rii...i.Lcc:U-riLccrm ci--:-': ..,cccccci:ic,cc1ccr--r,, ii:-ccccr

j:i.L

^{ccc c.ciccc l:.cccc}

ccicc rj ^ccccc c ccc v: c:) :i.ci

--F- cc i. : cicc 1: ci H cc i. i. -c: -c ccc 1 c:: i c:!

cr

^{ci cc ccci --'c:: cc-} H cc t ' icc fr ccc

F:: an m c:'cc'i. ^{:1 :mF::} vccc F:: .1 cccc ci cc'ccccd ccc mc-ct. cicc -cc.cvc -'cccc: :1. p hccc :1 ci vcccc 1:ccc in i.cctccc

ccc::' ,.:Inc- ^{H ci1 1.} i. cc p fr-I cF H c:-:I,:: cc ccci ci cc t t ccccrn I cc cc cc c:: 1 cc-. i 1: cc' cc i- vc cc 1: cc ri ccc ri cc inc n

c: cc d cc i— ^{ci cc} cI i" on H cc cc H ccl: cJ cc cc' cc cc -s ci- ccc i ii c:j v^{cc. n c:Icc} 1. cci-

,

^{fr cc mccccc}

LI^{c- .1.}

c

^{1: ccc H}

^cvc

^1:

-ccc1 " fr - cc-L.:: -f ^-•'i cc— ci ccc ccc r cc: ri —icc cc cc cc 1. ^:1. F F::' cc cr cn cci: di. cc:' —s cc

cc h I ^{1 1 I I J I ,1 ' I I —} I i

cc.-F 'ccc ^cr-c icc:' 1: 1:1 l..Li I: 'c: ccc-t cc H .1 i. ri ccc hcc'L cich cci I: cc fr cci. ccc]. b-cr cc F::'i ii.urn

ccc^{ccc- :1 cccçcccc—} ':1cc d cc-F v-cu— H cc-I:: ci Li :1. cc:: ccci c::up Sc::H :i ccc mccci Fcci::c ( F'ccci i: cci.

-; c;7 ^{::' fl.:,} nc ccccicc

r

^{vcc cc H cc:' t I: c:}

t

^{ccc 1} ccl: IF:: cc I::c:'-f c:i ccc H cc 1 1: cc F;: 'i inc cc c:v cccc cc' ccc

in cc' -F cH :1cc- v ccc mc' 1 Li i. cc H t FF8 -—-cc cc p ccc1: F' ccc cc :1 cc cccicc V cc :i cc-cc • 58:2 ) ' ccc cc

mcc"i ccc L: c:'r cc ci 1:: dcc L:'uuc ^. vcccc Ncr-cc

Op çcc':'nd van dcc' r.cc:'ccii. Li ccvc c:cccccccci cL :1 cc mcii hint -Ficcc:i. t cict vie

in' ^I

j

^{' ii 1 ft' 1 'I iii I 'I I cc— I F , I it . ' I I ii 'Ii — '.}

0]. -.c cc cc m::'ccJccc F::'cci, cicc' mnct hod cc H c:'ccr c-cc IF:: acccc p cc'bccu il-cl: I-:: un ccc ccor H ccc Sc:H fr '" ^• dccc vccccccm::Hi cc cL, Lhiic-cccri dcc cccccc dcc ^cc ic ^{cc: cc} 'sccc I abc 1 d <cit

maccc cêr-i mct.h c:'c:I cc c.] nib ccci. F:: 1:. mc:'cct cccccdcc'c Vcc 1. pccc cc- I..:'ccccc cc ccc F ccci t <ccc

:1

':;'o

^{) :1cc dccc} mmcci:hcdiccc S'RiiiY mccc KURTZ c.:nbcctccc:'uccbcccr- b:iJ ^{bmcc.s:i.ec::hmcc} bc:idccmiicc ^, :,;r_j,-r.;iv I ccc ccc cc-c--:.l:ccccF;:pccc:'cc+ van c:lc mc ccc tccccccc. 1. i. c:ht

bad ch

cccccz'

mocccten ^dcc ccccccrciecc v-an F'—-E.R('mY maccc vercic'Liccccc cccccccimnn ,,

J:)r

c,'ccccdt met-'- cen dccc ^{3. act Ipin rnet.hocJe} vcccr'mnccdcncc ,,

Fl ci

^ccc bi I cecc F::]. cci ccc' -Fl]. tccrtjecc

mccc

en fell: dcl:

dcc duur vcccc hel: cxtrchmccr-cccc c:'p ::Jc scc-cc:ccriclmn ccc komt.

LI

^TERATUUR

3 Fr-m<-j tas F 1970) Phycci cc]. ccci

c:hcm:i ccl methods c:i'f

1

cnd cccl icr I v i

^{cci i I} Full ccl i, ri ,

ron

^I ''liii _{I'P 14Q 161}

6ccm..mcçcct..Ir15]<Z-i, 3,,

(1986)

Cc:'ctcci. but ion cli 1 'ccLuc:Iccc c:Iccc

1. a vcciftct: ion

dccc ^{cc on cc's} P I?cc i cr-b ci ri cccii :] ;.cc. :1 -f I cat Ci r"fcc cci c:'q cc.] t..mcc:' cct c:-c'-'-n.]. cat I on dcccii ^1. I ç;ccec.cc'i Memoir-cc dcc ^{t: :1.}cc c:I mntudccc 1.1cc :1 vcccccil 1:mFFc c:Icic Ouccqaciouciou }3c.ij'-l-::ina F-cscc,,

F'cccc:,Lc:I I) M. (1 976) Tl"icc' c-cc: c: .1 ccqy

of

^Lccc:c —----ccci ccl: i. ccc

of

SoccccI--cu cccvccrlccc:i cc ^l.._ Fcc'cccf cc.i::hcc i -ft

Pcc-cruriln'3 ^c:Itc:' Vcc:i. cc:-9 F ^fr-ifl D_:i I 1:cF'vc:-c,, M 0, iFB'2' i_cc ccr—c:iduc:t:i v-i t:fc

H cc-c p i t cc <cc c:i ccc cc cc- cct H icc]. :i. ccc cc-^{,, 1,1} cc fcc: H cc c:I ccc- ccc::' .1. cc- • ':1 ccci --- ccq ccc 1:-cc I: I ccc ccl: ci cc' :i icc-I p1 i ¹ 1: ci: :1 on ci cc ':: ct: 1: cci ccceç ouccc: cc' cccl:: ccc ccc 11 cc, Ccc -F v--c -F c:'r- ciicuJ.—i. 1:1cc]. l:Ltccc]. F'ubiic.chi. cp ^-cccm:i i::lc:'i::cmcn-Lc-l:::j. -::'c Pt tdc::'c:: L'—lccc.:ric-ccc:i. r-mc:Iccr—p

IL L

Fl kttgrcDrd vn het Bole de Brrqe te DL

^.kdOuqou

met dri n

ncjecjeven de eenheden

has-F oncY hel ii. ncj en

p1 atecu en de monet erpi aatsen

—

— grnS ie

A)

•0,

:i.

Stlkstof

TotaaJ. in Grond Kjeldahl- Lauro.

Weeg 1.00 _gram droge grand af (bij sterk humeuze en/of veen gronden 0.500 gram ₎

in kjeldahl kolfjes

van 250 ml.

Toevoegen

1.0 gram Seleen_mengsel _{en 3,5-1} ml. gec. zwavelzuur.

Destrueren ,waarbij

eerst

de grand goed bevochtigd moet zijn met het zuur en dan af en toe de koif een halve slag draajen op de kookplaatjes Zuurkast aan ( de afzuiging).

e kookplaatjes flu op het maximum, _aan.

Als de kolf inhoud helder groen/is geworden nag dertg _minuten door

destrueren.

Afko'elen

en verdunnen met a.d. tot de koif _{voor ca. gevuld}

is.

Het detruaat in gekoelde vorm moet koud zijn alvorens men met de destillatje kan beginnen. (anders een heftige reactie b±j toevoegen van het bog)

Afgepaste hoeveelhejd ooksteentjes toevoegen ien 10 ml. NaOH 50%

voorzichtig

toevoegen.

Djrekt aanslujten aan het destillatje apparaat. Slijpstukken sccon

(anders lekkage)

Minstens 10 minuten destilleren •De oplosing gaat op den duur stot,n Destillt

opvangen in 10 ml. boorzuur oplossing in een erlenme.er van 100 ml.

Titreren met 0.0500 N zwavelzuur tot kleurloos —licht _rood.

Neern

een Blanco mee.

Berekening:(ml.

monster getitr. .-blanco)x O.O5xlkxlOO% %N (droge grond) mg. droge grond

Reagentia:Selenium mengsel vig. Wieniger Zwavelzuur gec.

Zwavelzuur 0.0500 N Titrisolampulien

Natriumhydroxjde 50% 50 gr. NaOH opbossen in 50 ml.a.d, Boorzuuropbossing. 25 gr 0.. tesamen met 10 ng methyl—

rood

en 5

^mg

hroomkresolgroen in 2

liter a.d.

^{-- uur koken}

biflage

VoorschriFt voor P—NaHCO

2.5 g droge grand in een flesie 30 minuten schudden bij 20 C _met 50 ml extractiemiddel. Filtreren. In reageerbuis pipetteren:

4 ml extract

1 ml verdunningsmiddel 5 ml mengreagens

Na 1/2 uur de extinctie meten bij 882 nm.

extractiemiddel:

0.5 M NaHCO (42 gIl)

op pH 8.5 m.b.v. NaOH

• verdunningsmiddel a

3 7 5 N H SO ^a A.D.

mengreagens: zie bijlage 5.

gehalte losfaat CE —

b)

^{x a x} x JQQ (mgIlOO g droge grand)

2 4 m

E extinctie a r.c. iJklijn b =

blanco

m = massa afgewogen droge grand

jj1age 3.

nsLICJ

g drOfl grand in een pillen+lesie 1 uur schudden bii 20 C met 50 m1 extract midd1'

riltreer

aver een MN 640 D vauW$i1te meet bet 4iltraat met

de Atomaire AbSOrPt Spectr040t0met

en

de waarden met een standaarrefl%.

Extract

midd

I

^{N Nil Ac}

gehalte Ka1iItm x ),SQ_Cm9't°° g droge grand)

20 m

g drage grand) E

stinctie

a rut ijklii"

b blancO

in

a51 a4geW0Q drage grand

F']. .ats

Yc:,ch'lqeha:l

te

⁽

hoven oncier-

5c2,.l

22 3

4

1311.

:2 7

.4

19, '77 22, :74 20, 66

22.04 57,39

52. '78 53, :13

42,62

'15,152 .16, 13

11,62

:18.115 TIR,157

42.22

:14<1.7,

37,00

)

,.

I

1

<b

<0

:4

<n

=

=

.:

=

2:1.. 30

51,, 48 38,,

:!:

+

:1:.

:L

:1.,, :1.6

;:,

4::

131.

I

I

,

1341.

2 4

82 :1.

::sl,;<':

29.70 26,88

1 72

26.13

26.6

Ir

21,04

9, 55

,

f J

.4

j=:; ^1,,'[4

I

+ :1,41

I

2 3

4

21.315 :14.93

23.78

9.11 6,85 Q,

.

( )

<b

<n

= :19.07 13,66 ^÷+

3,38

1..

':si.

1:1,, :16 11, 2

:3 '3 ^,

6,17

:10.74 14,015

'7.16 115,75

17,47

<b :: 10,87;

012,86+4,,0<I.

^{+ 2.}

1341

:3

4

j4 93

:1:3,68 :14. :12

14.62

9,72

54?c) 9,157

11,09

i⁽

>4:'

>;o

::: '14.34

9.07

^:L_:!:

0.48

8:31.

15.05

115.06

2 3 4

16,28 15.38

1 6. 76

115.94 17.0:7 i6. :76,

::'cb

xo

115,87

16.21

^±,+

0.68

0, :78

841

11.87

2 3

'1

12.21 13.94

9. 14

11,41 12.11

9.153

<h

;cn

=

11.79 10.40

⁺+

1.72 1.43

± ^{1 ::s. 7} 26. 1 V:. 1

<1::,

= 14,t _{± 4.5}

= 10.2 ± :3,4

<b = 13.8 ± 2.6

13.3 ± 3.3

bijlaqe 5.

Voorschrift voor P—NH F

1 g droge grond in een plastic buis 1 minuut schudden met 7 ml extractiemiddel. Direct Filtreren over een Mn640 D vouwfilter. In plastic buis: 4 ml extract

Z1ml 4.8% boorzuur 5 ml mengreagens

Na 1/2 uur de extinctie meten bij 882 nm.

Extractiemiddel:

lSml 1MNHF

C39g/l) 25 ml 0.5 M HC1

Mengreagens:

5NHSO 42m1

Mo—opl. 4% 12.5 ml

Asc.z. 1.75% 25 ml

K—antimonyltartraat 0.275% 4.2 ml

A.D. 177 ml

totaal 260 ml voor 50 bepalinqen gehalte FosFaat CE — b) x a x fl x Z x jQQ Cmg/100 g droog)

IQO 4 m

CE —

b)

x a x 21 Cmg/100 g droge grond) m

E extinctie a —

r.c.

ijklijn b —

blanco

m massa afgewogen droge grond

p1 iats cjoh1 to sti kstof

b oven

82 1 1 02

2 9R

:3 79

4 75

j

2 1 48

1.45

'i :1 04

841. ^I.

:1 12

4 86

2 66

4 58

83:J. 35

2 40

4 51

841. 27

2 30

4 48

P3 1 35

4 31

F'4 1 47

2

3 67

4 31

on ci

or

75

1=

9

48 48

1.6

24

C)

26 25 28 26 24 26 18 27 21 30 29 12 21 26 21

(rnq/ i oo

ciroqE qrond)

X b =

89 ÷

^{1 2}

xc 25 ±.

^::

xi) ^:1.38 :':. 2

<fl '—4 ^'j :3

94 ±.

^11.

Xi) :: _± 9

xc =

26 ^{1- 1}

Xi)

o

^{i— 11}

XC)

2i ±

^Li.

•1

xb 35 :!:. 2

xc =

27 :L 3

x1 =

46 ±

14

xc =

^{20 +} 5

<1:: 1. 1:: _:!::

:1:

:1.0)

Xc) =

°

:t. 4

xh = 40 ±

10

XC)

20 ± 10

p1

(rrqi' :100 p droc:ic qrond

bovon

onder

132 1 2 ,, 28 0 , 96

2

::28 105

^xi::

2,32

_±.

0.17

3

2.19

:1,14 xc: =

1,08

U,U'-' I

4 2,, 5:1 1.. :18

1:::::;. 1..

2. ii

c

i.i' ²⁰⁵

^<I::

^j,'-7

^{± c_:,,}

::

'1.

1

1,. :12

:t, 08

1,69

^<3:)

=

,06 _:

^{C <':' /}

8l:l. :1, 01. 52

C)..5'? <1::

:

),'C3

3 4

.1,25

0,89 0,54

0,48

^{xo =}

^3,53

^{± C:,0<l. ',}

821.

c7' ^o,

2

:::

0.66

1,03

0 ,.'."

0,66

^xb<0

=

=

0,82:

0,67

^÷±,

0, 13

0,07

_/

4

0.81 0,88

_/

.

2

3) , •_:C'

0,35

(•) ,

0,6:1

xl 0,38

₊

007

.

::;

049 0.76 ::<o=0,66±0,1.8

4

0,31 0,71

841 ^. 0,. 44

0,65

2

osi 062

^<b =

0.40

⁺

u.22

3 0,1:2 (:',98 :30 =

075

^÷ o. 14

4 c:. 73 C:. 75 P31. 0,71. ^{o. c:}

2 ^{'::', ?:2}

0.80

xb =

0.67

_±. 0.. :1.8

ac

0,42 0,11 >

⁼

^0.72

±

0,36

4

0.64 1,03

F'41

0.57 1,06

2

0,85 0,71

xb =

0.83

^± 0, 16

3

099 1.43

xc: =

1.05

÷

026

4

0,91

¹ 00

:.i: 1.,, :57 0,. c:'4 I.. :,:/::7 :: (::

:3.: ^c,:',, c::), 'i.

= 0, ;7s 0. 2C)

:o::

= 0,89 0,38

b i j 1. •.^c.j

piaats 'fosfaat--qehalte

boven onder

E2 1

4 :)9

Q (31r

1.4:: 0.60

3

2.12 0.34

4

3,99 0.51

831

6.48

¹ 6%

2

688 2,81

3 7. 16 1,

4 4 278 1 63.

84 1 2.. 5:3 0.

2

2.08

¹

2, 6C)

106

:2;,:2c) :1. .01

82 1

0 72

^C.)

2 0. SC?

0.99

3

0.66 0. ;'i

4 C), 67

0.58

831 (), 54

0.51

2 C), 94 C),65

3

0.78 0,36

4

0 69

^C),

xb ^t: .4,80 u.

xc: :: Q,57 ^{± C:,}

xb CD,.'2 _:1:

1. C?E _{C), SC)}

xL' ^:::

::.:cs

1 ,, 0? _:t.

>cb ^:= C), 7:c ± 0. ^C;c.

0.71

±. 0, 17

xb C),74 _:!:

XC) C),44 ± 0.

xh ^:::

0,82

:!:.

xc

'0.73

_{:1: 0.21}

xb

0.62 ±.

^{0, 11}

XC)

0,34 0, 13

xb

1.26 ±.

^C),38

xc

C),62 ± 0,38

/1) ^1.1:2:):)

'

^— _0.^{1' 0!}2:9

xJ

^::: Q,75 _:!:

0. J.

XC) ::

'0,3° ± 0.22

=

0.94

:L C),46

Xc)

0.48 ±. 0,34

(mq/ bC) ^c.;

droqe etc-F

1

c

} SI

8411

i-i.

P31

4

F'41

'7

4

C), 62

0.67 0.98

C)4

0.59 0,75 0.46 0.67

1, 24

0.98

1 . 90

0.94

C), 43

C)

0 . BC)

0.44 0,24 0,33 0.25 0.34 0.33

1 . 27

0.57

1

'C.

u:i U-

2 3 4

-

⁷

P—C)ken (rn./iOOci)

pi 2kts

^{F--OL Sen}

F'-BFY

) 22 b 4 4 :L 5

7Q

'l!: ::;, 2'.

i::Li:

^{£'J.E) ic,,}

21:: 35C)

2.1

3b "

1.55

2

4 b ^{,, ,,} 1. ^C:

:C'i.i:

2 0

^{o :1}

c) :1. 425 c:,, 252

Th 1.

4 1010

^c:,

s::;zl.c: 0. 210 C:. 000

F:cii_ cY,:.so 1.

0

0,550

C:, 0'bB

F'i:4 o 0 , 245 ^,

01 SGfl— Br av

r.

^o.

j. o.c+

p: O,3&9otj3

b

4

*

.1:),.

F—aerdii Mann Wi tney li—test

voc:htqeha:L

te

boven

onder

:

• F —

1 oc:.:::

sti.

^F::stof

boven onder

S F 5:I. 15

ns

^C)ç:7 ns

U].

ti se.1, hare kal i

^urn

boven onder

S OO)2

s

1 489 1

B — F 0034 3748 n

s

s •... F

o:;'59 n ^?7R

^a

fosfaat

boven onder

——

B F 0002 a 0048 a

S P

4::.1. rs ii35

^ne