van Nosferatu. Waar bij Caligari bijvoorbeeld uitvergroting te vinden was in het decor, is het uiterlijk van Orlok juist de belichaming van de expressionistische stijl. In het acteerwerk is de vampier Orlok eerder een kopie van de slaapwandelende Cesare dan van een beweeglijke rat. Schreck acteert grotesk en stijf. Zijn ledematen lijken nauwelijks te bewegen: armen zijn altijd gestrekt en de ogen zijn weid open gesperd. De vampier beweegt zich langzaam, bijna zwevend, door zijn kasteel. Daarbij staat hij vooral stokstijf en tuurt hij roerloos naar slachtoffer (en door middel van point‐of‐view‐shot ook de kijker). Schreck lijkt zo stijf als een plank en ook de armen die hij naar zijn slachtoffers uitsteekt doet denken aan de doden die post mortem in een toestand van stijfheid terecht komen. Pas als de vampier voet aan wal in Wisborg zet en zich met zijn doodskist moet haasten naar zijn nieuwe optrekje, dan beweegt hij met behulp van trucage soepeler en sneller. Dankzij trucage kan de vampier objecten als doodskisten en luiken laten bewegen en verschijnt hij in de koortsdromen van zijn slachtoffers. Schrecks gezichtsuitdrukking lijkt slechts een emotie weer te geven: angst. Met wijdgeopende ogen en een strakke gezichtsuitdrukking lijkt hij zo zelf ook het slachtoffer van zijn eigen lot. 3.8 Montage De montage in Nosferatu staat grotendeels in dienst van het plot gedreven verhaal. Als een klassiek sprookje begint de film met een plot waarin alles in gang wordt gezet (Hutter verlaat zijn thuis om een huis aan rijke graaf te verkopen), na het tweede plotpunt (Orlok verlaat zijn kasteel en reist naar Wisborg), eindigt de film met een climax. Opvallend is dat de montage in Nosferatu in dienst staat van de suggestie. Ten eerste bevat de film veel shots van bergen, bomen en landweggetjes die niet direct iets met het verhaal te maken hebben. Vooral als Hutter Transsylvanië betreedt en de bewoners hem waarschuwen voor zijn duistere reisdoel en maken de shots deel uit van het griezelige slot en het karakter van Orlok. Als Ellen in de duinen op Nosferatu/Hutters aankomst zit te wachten, wordt haar wacht afgebroken door shots van de zee en scènes van het spookschip dat richting Wisborg vaart. Een ander voorbeeld waarin de natuur wordt ingezet als spanningsopbouw, is bij een ogenschijnlijk nutteloze scène waarin professor Bulwer die een vleesetende plant aan zijn studenten laat zien. Als de plant een vlieg verzwalkt, wijst Bulwer zijn studenten op het bloedzuigende karakter van deze plant. Het precieze nut van dit tafereel is zo op het eerste gezicht niet direct zichtbaar, maar er wordt door Murnau een relatie gesuggereerd tussen de natuur en vampirisme. Deze scène verschijnt tussen Nosferatu’s vertrek per schip naar Bremen en Knocks mentale inzinking. De kracht ligt in de associatie tussen een vleesetende plant en een krankzinnige makelaar die de komst van onheil aankondigt. Niet alleen vormt de montage een associatief middel tussen het onheilspellende karakter van de natuur en de vampier. Montage suggereert ook telepathische verbanden tussen
Murnau, Friedrich Wilhelm. “Der Letzte Mann”. Der Letzte Mann. Digitale bewerking van gelijknamige film 1924. DVD. Geregisseerd door Friedrich Wilhelm Murnau. München: Transit Film, 2003. Murnau, Friedrich Wilhelm. “Nosferatu”. Nosferatu: Eine Symphonie des Grauens.. Digitale bewerking van gelijknamige film 1922. DVD. Geregisseerd door Friedrich Wilhelm Murnau. München: Transit Film, 2007. Nichols, Bill. Engaging Cinema: an introduction to Film Studies. New York: W.W: Norton & Company Inc., 2010. s.a. “Nosferatu Marmorsaal des Zoo”, Film Kurier 4, no. 52 (maart 1922): p.2, doi: http://www.filmhistoriker.de/films/nosferatu.htm O’Pray, Michael. Avant‐garde film: Forms, Themes and Passions. Londen: Wallflower, 2003. Prince, Stephen. The Horror Film. Samengesteld door Stephen Prince. New Brunswick: Rutgers University Press, 2004. Prinzler, Hans Helmut. Murnau – Ein Melancholiker des Films. Berlijn: Stiftung Deutsche Kinemathek, 2003. Roberts, Ian. German Expressionist Cinema: the world of light and shadow. London: Wallflower Press, 2008. Robinson, David. Das Cabinet des Dr. Caligari: BFI Film Classics. Londen: British Film Institute, 1997.
Rosenthal, Alfred. “Aros. Symphonie des Grauens.” Recensie van Nosferatu, Eine Symphonie
des Grauens door F.W Murnau, Marmorsaal Berlijn, 4 maart 1922, Berliner Lokal-Anzeiger,