Vraag nr. 92
van 6 november 1997
van de heer MANDUS VERLINDEN Regio Aarschot – Industriezones
Met mijn vragen van 17 november 1995, n r. 7 aan minister Eric Van Rompuy, n r. 15 aan minister Theo Kelchtermans en nr. 27 aan de minister, v e s-tigde ik de aandacht van de betrokken ministers onder meer op de aanklacht van de Kamer van Handel en Nijverheid dat de regio Aarschot het probleemgebied wordt van de komende tien jaar inzake werk, industriezones en wegen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 3 van 27 november 1995, resp. blz. 141, 125 en 136).
Met mijn vraag nr. 204 van 21 mei 1996 (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 14 van 28 mei 1996, b l z . 717) wees ik op de bestendige stagnatie in dit dossier.
In een brief aan het stadsbestuur van Aarschot van 17 september 1997 laat de Kamer van Handel en N i j v e r h e i d , arrondissement Leuven, het volgende weten.
– Aarschot als erkende economische groeipool in Vlaanderen heeft naar 2010 toe nog meer dan 30 ha bedrijventerreinen nodig.
– De nieuwe lokale behoeften aan bedrijventer-reinen binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)/Vlaams-Brabant zouden best worden gesitueerd aan de rand van A a r-schot, bij een goede ontsluitingsweg, met zo min mogelijk onteigeningen en verstoring van de bestaande woonzones.
– Hofheide aan de afrit van de A2 – A a r s c h o t beantwoordt volkomen aan deze criteria, w a n t vergt geen onteigeningen en is gelegen langs de E314 aan de afrit Aarschot, met een mogelijke vlotte ontsluiting via de bestaande weg A a r-s c h o t - Ti e n e n . Er zou dan ook kunnen worden gestart met de aanwijzing van ± 15 ha op het grondgebied van Aarschot zelf tegen de A2. In samenspraak met de gemeente Holsbeek kan later de verdere ontwikkeling van deze zoning eventueel worden onderzocht. Deze zoning kan Aarschot ± 2.000 arbeidsplaatsen opleveren binnen de komende 10 jaar.
Zoals bekend, bestaat er ook een mogelijkheid voor uitbreiding tot 80 ha.
Vandaag werkt de huidige meerderheid van A a r-schot aan een ontwerp van uitbreiding van de bestaande industriezone met bruto 17 ha (wat dus ruim onvoldoende is) op Nieuwland. Dit ontwerp stuit op verzet van de uitbater van een landbouw-b e d r i j f, van de landbouw-bevolking en van de V Z W n a t u u r r e-s e r v a t e n , hoofdzakelijk omdat de ontwerp-uitbrei-dingszone in het midden van een bijzonder waar-devol natuurgebied ligt, dat aansluit op een ander waardevol natuurgebied en dat daarenboven zeer dicht bij een Europees erkend waardevol natuur-gebied ligt. Dit ontwerp roept dus niet alleen heel wat vragen en twijfels inzake wijziging van het g e w e s t p l a n , maar het beantwoordt ook niet aan de b e h o e f t e. Stippen we ten slotte nog aan dat dit ont-werp in de studie van Interleuven van de acht mogelijke locaties de slechtste oplossing was en dat een voorafgaand bodemonderzoek, waarvan de kostprijs geschat wordt op 1,3 miljoen wegens de drassige gronden, onmisbaar is. Hofheide biedt daarentegen het bijkomende voordeel van een uit-breiding naar 80 ha, terwijl reeds 2/3 van 40 ha eigendom is van Interleuven.
In mijn vorige vragen heb ik het al over stagnatie g e h a d , waarvan uiteindelijk de bevolking het slachtoffer is.
Het is duidelijk dat, om uit deze patstelling te r a k e n , een tussenkomst van de Vlaamse regering noodzakelijk is, indien men wil vermijden dat de bevolking van de regio Aarschot qua werkgelegen-heid blijvend wordt achtergesteld.
1. Heeft de minister, in het belang van de werkge-legenheid in de regio A a r s c h o t , reeds initiatie-ven terzake genomen, rekening houdende met de voormelde opties van de Kamer van Handel en Nijverheid en met het feit dat de optie uit-breiding Nieuwland op het grootst mogelijke verzet zal stuiten, met herhaalde vertraging tot gevolg ?
2. Wanneer komt er een doorbraak in dit dossier ?
Antwoord
1. De gemeente Aarschot is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Als dusdanig is het stedelijk gebied een econo-misch knooppunt. De behoefte aan bedrijven-terreinen wordt geplaatst binnen de principes van het RSV. In het RSV is de behoefte aan ruimte voor economische activiteiten tot 2007 voor Vlaams-Brabant vastgelegd op 581 ha af te
b a k e n e n , en 769 ha reservebedrijventerreinen. De afbakening van bedrijventerreinen in A a r-schot zal aldus bepaald worden door de princi-pes van het RSV en de beleidskeuzen in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan.
In de voorbereiding voor de gewestplanwijzi-ging Aarschot-Diest wordt door de administra-tie onderzocht welke alternaadministra-tieve locaadministra-ties geschikt zijn voor de afbakening van een regio-naal bedrijventerrein. In de eerste voorstellen voor gewestplanwijziging (maart 1996) is de locatie Hofheide niet voorgesteld. Bij verder onderzoek naar alternatieve locaties voor regio-nale bedrijventerreinen zal onder andere wor-den afgewogen of de locatie Nieuwland kan worden uitgebreid.
2. De uitspraak inzake de locatie van een regio-naal bedrijventerrein in het stedelijk gebied Aarschot zal volgen in de procedure voor de gewestplanwijziging Aarschot-Diest. De Vlaam-se regering zal een voorstel opnemen in het ont-w e r p g e ont-w e s t p l a n . De definitieve uitspraak zal worden vastgelegd in het gewestplan na het openbaar onderzoek over het ontwerpgewest-plan en nadat de ingediende bezwaren zijn behandeld.
