• No results found

Geschiedenis van Suriname 1980: de staatsgreep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geschiedenis van Suriname 1980: de staatsgreep"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geschiedenis van Suriname

1980: de staatsgreep

(2)

De oprichting van de SKM

Voor de onafhankelijkheid was de Nederlandse regering verantwoordelijk voor de verdediging van Suriname. Na de

onafhankelijkheid moest Suriname een eigen leger op de been zetten. Bij het oprichten van het nieuwe Surinaamse leger, de Surinaamse Krijgsmacht (SKM), was er een probleem: omdat vooral de officieren van het oude leger Nederlanders waren verlieten deze Suriname, en had de SKM geen officieren.

• Om toch voldoende officieren in de SKM te krijgen werd besloten deze uit Nederland te halen. Een verre binding met Suriname was al genoeg om in aanmerking te komen. Bovendien bleef iedereen die naar de SKM ging evenveel verdienen als in Nederland. Eén van de onderofficieren die zich liet overplaatsen was Desi Bouterse.

(3)

Onvrede binnen het leger

Na de onafhankelijkheid ontstond binnen het leger een conflict tussen de Nederlandse officieren en hun Surinaamse collega's. De officieren verdienden niet alleen twee keer zoveel, ze hadden het ook nog eens voor het zeggen. Daardoor leek het erop dat de

'Nederlanders' het nog steeds voor het zeggen hadden.

daar tegenover stond dat de officieren uit Nederland de Surinaamse collega's weer nonchalant en

onprofessioneel vonden en ze ergerden zich aan het

slechte materiaal wat er in Suriname beschikbaar was.

(4)

1980: de staatsgreep

De officieren vonden het noodzakelijk dat er veranderingen moest komen in het leger. Omdat ze niet de steun kregen van de regering besloten de officieren een staatsgreep voor te bereiden.

Op 25 februari 1980 werd deze staatsgreep, onder leiding van Desi Bouterse, succesvol uitgevoerd.

• De staatsgreep begon in de nacht van zondag 24 op maandag 25 februari. Omstreeks twee uur begon de actie met het innemen van een marinebasis. Hiermee waren de militairen in het bezit gekomen van een patrouilleboot die bewapend was met het enige kanon dat in Suriname aanwezig was. Ook werd er een militaire kazerne en een opslagplaats voor munitie overvallen, waarbij enkele doden vielen.

De voorpagina van 'De Ware Tijd' van 25 februari 1980. Op de 2e pagina gaat de informatie over de staatsgreep nog door.

• De patrouilleboot opende omstreeks vier uur in de morgen vanaf de Surinamerivier het vuur op het hoofdbureau van de politie. Hoewel dit gebouw pas om negen uur in brand stond, hadden de

aanwezige agenten zich al lang overgegeven. Ondertussen waren ook de ministers gearresteerd die vervolgens huisarrest kregen.

• Omstreeks vijf uur in de morgen hadden de officieren de situatie onder controle. De rest van die dag werd het Surinaamse volk via radio en tv ingelicht over de staatsgreep. Zo was omstreeks acht uur in de morgen rechtstreeks via de radio te horen: 'Wij gaan nou de leiding uitmaken in het land.

Het is erg vervelend, deze toestand, maar u kunt zich wel voorstellen dat het zo niet langer kon

gaan in dit land.'

(5)

De staatsgreep wordt gesteund door de bevolking

De plotselinge staatsgreep van de officieren werd massaal gesteund door het Surinaamse volk. Niet omdat de bevolking zich bezig hield met de onvrede van de officieren, maar omdat de hoge verwachtingen van de

onafhankelijkheid niet waren uitgekomen. Met de 3,5 miljoen gulden vanuit Nederland zou het land ontwikkeld worden. Het geld werd echter niet goed besteed; de positieve verwachtingen van het volk sloegen om in een teleurstelling. Toen de staatsgreep was gepleegd, was er niemand die zich hiertegen wilde verzetten. Het

Surinaamse volk hoopte dat Bouterse verandering in de situatie kon brengen en Suriname wel tot ontwikkeling kon brengen.

• Om een beeld te geven van de ontevredenheid onder de Surinaamse bevolking staat hieronder een deel van een artikel uit het dagblad 'De Vrije Stem'. Dit artikel is één dag na de staatsgreep geschreven.

'We kregen van ons vorig moederland een afscheidskado mee van haast 3,5 miljard gulden aan ontwikkelingshulp.

Hiermee zouden wij welvaart kopen, zoals onbekend is in ontwikkelingslanden als Suriname. Maar het bleek al spoedig dat haast alles fout ging, ondanks onze mooie Grondwet, ondanks de 3,5 miljard gulden, ondanks alle goede voornemens die we elke dag weer maakten. Ons volk bleef in grote aantallen wegtrekken naar het vroegere moederland. De vriendjespolitiek nam hand over hand toe. Duizenden landsdienaren kregen een vorstelijk salaris zonder een moment werk ervoor te hoeven doen. We maakten een buitenlandse dienst die tientallen miljoenen guldens opvrat, terwijl arme ouden vandagen niet eens hun armzalige 25 gulden per maand uit Paramaribo konden krijgen. Paramaribo en omstreken werden met de dag viezer, omdat er niets aan onderhoud werd gedaan en met de dag onveiliger omdat er niets aan de veiligheid werd gedaan. En dan de sociale problemen. Niemand was tevreden, niemand was gelukkig. Politieke partijen, vakbonden en functionele groepen waren voortdurend in

beweging. We hadden nog niet geleerd te leven als één volk, als één grote familie, ondanks persoonlijke verschillen.

We bleven gescheiden in bevolkingsgroepen. We kunnen niet denken als één volk. We hebben geen eensgezind en eensgericht streven, dat dwars door alle bevolkingsgroepen heengaat '

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

pagniesgewijze moeten worden bestemd en verder ook compagniesgewijze, hoe voor de andere treinen moet worden gezorgd, opdat de eene compagnie niet personeel en paarden bezitte,

Wel deden de Konin- gen herhaalde pogingen, om van het Parle- ment de noodige gelden te krijgen tot het op de been houden eener staande armee, in na- volging van Frankrijk, waar

Zo schreef Herlein in zijn Beschrijvinge van de volk-plantinge Zuriname dat plantage-eigenaars rijkelijk konden leven (Herlein 1718: 83). De grond werd immers gratis uitgegeven, en

Hieronder staan er gerechten uit de Surinaamse keuken die u voor uw buffet zou kunnen samenstellen. Alle bijgerechten

Na afloop der tatel werd het Nederlandsche volkslied plechtig gezongen, dat door alie Javanen staande werd aangehoord en door een gedeelte hunner medegezongen.. Uit ‘De Surinamer’,

Verder werd met het ministerie van Defensie afgesproken dat Surinaamse militairen nog tot tien jaar na de onafhankelijkheid zouden worden opgeleid aan de Koninklijke

Veel van de resultaten, die ik heb waargenomen, wil ik niet mede- deelen; ik ben bereid met belangstellenden over het onderwerp in correspondentie te treden, maar dit wil ik

De Staat betaalt hier niet de helft van de klcederen, maar de rusthallare is, zoowel in tijd van oorlog als van vrede, voor hel onderhoud dor equipements- en klecding-