• No results found

HET ZWEEDSCHE LEGER.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET ZWEEDSCHE LEGER."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

de Flandres. Vous avez élé tcinoin dans Ie commité du Conscil d'Etat oü j'ai as- siste, que j'ai insisté pour qu'il vous fut dél'eré; et quand j'ai dit que votre armee était eomposé de 25 Bataillons et que celle de Son Altessc n'était que de 12 ou 14 Balaiilons, j'ai dit une vcrité que la gaïeté des intriguans a sans doute tourné en plaisanterie.

Je souhaile , Monsieur, que vous voyez dans les réponses franches el loyales que j'ai l'honncur de vous adrcsser, qu'il ne

rn'enlrera jamais dans la tète de porter allcintc a la répulalion d'une personnc (jui a mérité aulaut que vous l'estime de la Republique et de tous ceux qui ont l'honneur de vous connoitre.

J'ay l'honneur d'être avcc une parfaite considération

Monsieur,

Volrc tres liumblc cl tres obëissant Servilcur, (signe) Le comtc DE MALLEBOIS.

La H a v e , Ie 29 Hars'1706.

ALGEMEEN BESTUUR VAN HET LEGER.

A A N T E E K E N I N G E N

BETREFFENDE

HET ZWEEDSCHE LEGER.

( I N G E Z O N D E N . )

gecontrasigneerd; de tweede worden alleen aan de beslissing des Konings onderworpen , en de Minister teekent op last des Konings.

De voorbereiding der te behandelen zaken en de afdoening der gcnomene besluiten is naar de hierboven opgegeven verdeeling aan twee bu- reaux, de Kanzelarij en bet bureau der Kom- mandementen toevertrouwd ; ieder dezer bureaux heeft eenen chef en de noodige militaire- on burger-beambten.

Alle administratieve of comptabiliteitszaken worden behandeld door eenen raad, Krijgskol- lefjimn genaamd. Deze raad bestaat nit eenen voorzitter, die generaal moet zijn; drie mili- taire leden , te weten: de chef der artillerie , de chef der genie, eii een officier der staande armee, hebbende minstens den ra;ig van luito- nant-kolonel; benevens uier burgerleden, Krijys- raden genaamd.

Tot de werkzaamheden van het Krijgskolle- gium behooren:

•1° Hot ontvangen van de rekenkamer en het De Koning heeft, krachtens do constitutie

het opperbehecr over het leger, en benoemt tot alle rangen , te rekenen van den laagsten officiersrang.

De chef van het Departement van Oorlog (Minister van Oorlog) stelt den Koning al de zaken die het leger betreffen en aan Hoogst- deszelfs beslissing onderworpen moeten worden , voor, en expedieert de genomenu besluiten.

De zaken door het Departement van Oorlog te behandelen , worden in twee soorten gesplitst, te weten :

i". De expeditien der kanzelarij (Kansli ex- peditioner).

2°. Dekommandemcnts-expcditiën) (komman- do-expeditioner).

De eerste worden in den staatsraad behan- deld en daarna aan den Koning ter beslissing voorgelegd; de genomen besluiten worden door Zijne Majesteit geteekend en door den Minister

(2)

verdeden der gelden voor het Departement van Oorlog bestemd. Het budget wordt alle drie jaren in den Rijksdag door de vier standen op voorstel dos Ronings geregeld.

2". Advies uitbrengen over alle administra- tieve zaken die het kollegium moeten medegedeeld zijn , alvorens door den Minister maatregelen des- betreffende aan den Koning worden voorgelegd.

Deze raad is naar den aard der werkzaam- heden in verscheidene onderafdeelingen ver- deeld , te w e t e n : doafdeelingen voor Artillerie, Fortificatie, InJelning , Onderhoud en Uitrusting , en Krijgsmanslutis. De namen dezer afdeelingen duiden hare werkzaamheden aan; de laatste (krijgsmanshuisafdeeling) regelt de pensioenen der troepen.

ORGANISATIE.

Staande armde.

Deze troepen bestaan u i t : t". De indelta-troepen.

2". De geworvene troepen.

<°. Het Indelta-stelsel is cenc aan Zweden geheel eigene inrigting, die, vooral in een weinig bevolkt land , waar het aan menschen voor den landbouw en de bergwerken ontbreekt, als zeer doelmatig beschouwd moet worden;

daar ten gevolge dezer inrigting de soldaat in vredestijd landman blijft.

Zweden is de invoering van dit stelsel aan zijnen organiserenden Koning KAREL XI ver- schuldigd. Vóór hem worden de legers , naar du behoefte, door middel van willekeurige troepen- 'igtingen (uitschrijvingen) daargesteld en voltal- lig gehouden; deze legers werden alleen in oor- logstijd onderhouden en bijden vrede afgedankt;

doch toen de meeste Staten van Europa vaste legers begonnen te onderhouden, om niet meer van vreemde h u u r l i n g e n , die zich aan den meest- biedende verkochten , afhankelijk to zijn , toen de legers alzoo meer nationaal werden, werd dit eveneens voor Zweden noodzakelijk, daar

3. D. N". 4.

dit land in aanhoudende oorlogen met zijne on- rustige naburen gewikkeld was.

Deze legers alleen door middoj van ligtingen voltallig to houden, was in een zoo weinig bevolkt land ondoenlijk; dit zag do schrandere KAKEL XI zeer goed i n ; hij trachtte die zwa- righeid to boven te komen, en in de behoefte van zijn tijd en zijn vaderland te voorzien dooi- de invoering van het Indelta-stelsel (1684 è

\ 688), hetwelk tot nu toe onveranderd is blij- ven bestaan.

Volgens § 80 der grondwet zal dit stelsel in stand gehouden worden , zoolang de Koning en de Rijksdag geene verandering noodig achten.

KABEL XI verpligtte de eigenaars der niet ge- priviligeerde hemmans (t) een' gokleeden infan- terist of een' ruiter met paard , armement en cquipement te bezorgen en te onderhouden.

Naar de gesteldheid en den rijkdom van den grond bepaalde do Koning welke hemmans ka- valleristen , en welke infanteristen zouden le- veren ; en hoewel hij trachtte bij deze verdee- ling do lasten zooveel mogelijk gelijk to doen drukken , zoo liet dit punt reeds bij de invoe- ring van het stelsel zeer veel te wenschon over.

Daar deze verpligting op do onderscheidene hemmans als eene vaste belasting onveranderd is blijven kleven, is op dit oogenblik de ver- deeling,, nog veel ongelijker geworden; dewijl sommige hemmans sedert de invoering van hot stelsel in waarde verdricdubbeld, andere daar- entegen niet in waarde toegenomen zijn.

Als voorbeelden der ongelijke verdeeling dier belasting, dient het volgende:

(1) De vcrdeeling van hel rijk in hemmans heeft he~

trekking lot de opbrengst (lei1 schatting of belasting.

Iedere heinman moet als cenc eenheid of geheel beschouwd worden , die van rOffArtngtw0gfl getaxeerd, en voor eene aan de taxerinjjswaarde evenredige belasting aangeslagen is. Aangezien deze verdeeling in hennnans zeer ond is, hebben vele door lengte van l i j d , vooral in handen van den adel bijzondere privilegiën verkregen, waarvan de cenc is vrijstelling van het stellen van een soldaat. De grootte van den hcmman is zeer ongelijk 5 gemiddeld Inssclicn de 70 en 200 lunland (I tnnland is circa 3001) O Ellen Ncd.)

(3)

Fn het algemeen rekent mon ecu soldaat bij eone laxceringswaardc van het land van 8240 , Rixdalers (do,, Rixdaler is circa gelijk aan de gulden (1) te moeten h o u d e n ; maar in Jemt- land bij voorbeeld wordt dio verpllgting bij eerie taxeeringswaarde van 1278 Rixdalers opge- legd. De taxceringswaarde van den grond blijft doorgaans verre beneden do werkelijke waarde (meestal de helft). In Stockholmslari (provincie) is ' op da 38 mantalskrifvcn (alle mannen tusschen de 18 en 60 jaar) één soldaat; in Ostersundsliin j rekent men één soldaat op ieder 9do mantal- j skrifven. De grootte van de belasting wordt ook zeer ongelijk geschat. In Orebroliin rekent men dat het jaarlijkscb onderhoud van een' huzaar op 240 Rixdalers komt; en in Christiaanstadslan op 100 Rixdalers ; in Wcsterasliin kost een infan- terist jaarlijks aan onderhoud 78 Rixdalers ; in Mariestadtslan 58 Rixdalers.

De belasting, bestaande in de verpligting om eenen infanterist to bezorgen en te onder- houden heet Itotcriruj , en de persoon die deze belasting draagt: Rothallare. Is het een kaval- lerist met paard , equipement en armcment dio de wet verpligt te onderhouden , dan bekomt die vorpligting dcu naam van Rustning, en de eige- naar die den kavallerist betaalt heet Ruslhallare.

Ten einde de wederzijdsche verpligtingcn van den Staat en de rot- en rusthallaren te bepa- len , bestaan er kontrakten waarin die verplig- tingen opgenomen zijn.

De indelta soldaat wordt door zijn rot- of rusthallare voor eenen onbepaalden tijd of voor zijn leven aangenomen ; ter keuring wordt hij aan cene Commissie voorgesteld, die zich moet overtuigen of hij aan de verpligtingen der wet voldoet. Die verpligtingcn zijn: dat de soldaat een gezond ligchaamsgestel heeft en goed ge- vormd zij; hij moet minstens cene lengte van

& voet 7 duim Zw. (circa t ,65 N. Ellen) heb- ben; voor de infanterie tusschen do 18 en 36

(l) Zoo dikwijls hier van Itmlalcrs of hunne oudcrdcC' Icn gesproken w o r d t , bcducll incn ileu Bixilaler llaiico.

j a a r , en voor de kavallene lusschen 17 en 30 jaar oud zijn. Verder moet hij een bewijs van moialiteit en goed gedrag van de geestelijkheid zijner woonplaats overleggen.

Bij zijne indiensttreding ontvangt hij gewoon- lijk van zijnen rot- of rusthallaro 30 a 50 Rix- d n l e r s , en er wordt bovendien tusschon hen oen kon Irak t opgemaakt, waarin hunne weder- zijdscho verpligtingen eveneens opgenomen zijn.

Tot woning en onderhoud bekomt de soldaat van zijnen rot- of rusthallaro:

Eeu huisje (torp genaamd) met een stukjo daaraangrcnzcnd bouwland , zoo groot dal hij daarop V'. «" V» ton graan of aardappelen kan bouwen ; verder ontvangt hij jaarlijks 2 a 4 ton koorn , half rogge en half gerst (de hoeveelheid varieert tusschen 2 en 4 ton in do verschil- lende provinciën van het rijk , en is bij hot k o n t r a k t bepaald) ; eeno bepaalde hoeveelheid vleesch on boter, eiHO a 15 wagens brandhout.

Ook heeft hij aanspraak op weiland tot grazen voor céne koe en twee schapen.

Het huisje moet door den soldaat in goeden staal onderhouden worden; en wanneer hij, hetzij tot militaire diens!verrigtingcn of tot eenigen anderen arbeid voor den Staat naar elders opge- roepen wordt, blijven zijne vrouw en kindoren het huisje bewonen, en hot land wordt ten behoeve van zijn gezin door den rot- of rust- hallare gekultiveerd.

In slaatsdienst zijnde wordt hij door den Staat gevoed.

Indien do soldaat te huis zijnde ziek wordt, moet de rot- of ruslhallaro voor zijne verpleging zorg dragen, namenllijk hij belaalt don doktor en de geneesmiddelen; in staatsdienst ziek wor- dende, geschiedt zijne verpleging op kosten van den Staat.

In de Infanterie-indelta of rolhals-rcgimcnlcn wordt de helft van den prijs der kleederon door den rothallaro, en de andere helft door den Slaal belaald, op wiens koslcn bovendien do wapens en het ledergoed aan den man verslrekt worden. De gelden, voor de kleeding der troe-

(4)

pen bestemd, maken een fonds u i t , dat door eone Commissie geadministreerd w o r d t , die voor den aankoop der stoffen en do vervaardiging der kleederen zorg draagt. Deze Commissie bestaat uit den Landshb'fding (Gouverneur der provincie), den regimentschef, twee kompagnies-komman- danten , en twee door den Landshöfding hiertoe aangewezen rothallare. Jaarlijks wordt in dit fonds door den rothallare on door den Staat ge- zamentlijk */t van de montcringswaarde gestort.

Do waarde van den inkoopsprijs der montering- stukken wordt jaarlijks naar de marktaksen der provinciën of la'ns door de Krijgs- en Kamer- Kollegiums (1) bepaald.

De kapotten worden door den Staat geleverd.

Indien de soldaat meer dan eene maand uit de standplaats van het regiment door dienst- verrigting verwijderd is, betaalt de Staat een daggeld voor slijtage.

In tijd van oorlog blijft de rothallare zijn vaste taks voor onderhoud der kleederen storten (*/s van de waarde der kleederen jaarlijks); doch dan is de Slaat voor de kleeding van den sol- daat verantwoordelijk. De tijd van dragt der kleederen is niet bepaald; men rekent hem gewoonlijk op vier jaar. De soldaat heeft altijd twee komplecte stel kleederen: het eene nieuw en hel ander gedragen. Telkens wanneer de kleeding vernieuwd is, moet het oudste stel j ter zijner beschikking gegeven worden, terwijl do nieuwe klecding door den rothallare bewaard wordt. De wapens en het lodergoed bewaart de soldaat zelf.

In do kavallerie indolta of rusthals-regimen- ten is het geheel anders gesteld. Daar levert de ruslhallare de wapens, het paard en alle equipementstukken, zoowel v o o r d e n ruiter als

(1) Het Kamcr-Kollcgtum is eene civiele instelling en ccn van zijne attributen bestaat in het bepalen fier mid- dcnnrijzcn va» rundvee, graan, zaden, binnen 's l.inds gefabriceerde lakens of klcedcreu, enz.; iets wal in Z w e - j den even noodzakelijk is, al» bij ons het bepalen der niid- i dcnpiijzen ïan de effecten, dewijl daa>, {[clijk uit dit l artikel reed» blijkt, ccn jjocd deel dei- belastingen in voortbrengselen van den grond of van de nationale nijver- i hcid voldaan wordt.

voor het paard. De Staat betaalt hier niet de helft van de klcederen, maar de rusthallare is, zoowel in tijd van oorlog als van vrede, voor hel onderhoud dor equipements- en klecding- stukken verantwoordelijk: doch indien do sol- daat zo uit moedwil of door achteloosheid ver- nielt , moeten zij voor zijne rekening vernieuwd worden ; dit wordt door eene Commissie beslist.

Hetgeen omtrent den tijd van dragt, het getal en de bewaring der Meeding voor de rothal- regimenten gezegd is, blijft voor de rusthal- regimcnten ook geldende.

De rusthallare moet het paard leveren, dat door eene Commissie op de zoogenaamde remonte- möte gekeurd wordt; gedurende den tijd waarin het paard niet voor 's lands dienst gebruikt w o r d t , kan de rusthallare het tot andere dien- sten bezigen, mits zij niet te vermoeijend voor het dier zijn. Ten einde den toestand der paarden te onderzoeken , hebben tweemaal in het jaar, in het voor- en najaar, de zoogenaamde ader- moten plaats; do paarden worden aan eene Commissie voorgesteld, die zich van hunnen toestand overtuigt. Bovendien moet de eskadrons- chef den rusthallare aanhoudend surveilleren, en zich verzekeren dat hij het paard in goeden staat houdt.

Ter aanmoediging tot hot verbeteren der paar- denrasseu is bepaald, dat bij ieder indelta kavallerie-regimeut verscheidene nummers ge- houden zijn eskadrons-hengsten te leveren en te houden; zijnde in dat geval van alle andere rustningverpligtingen vrijgesteld. Deze hengsten moeten van goed ras zijn. Bovendien wordeu er uit de rijksstoeterijen jaarlijks hengsten naar de onderscheidene provinciën gezonden. — Ver- zuimt een rot- of rusthallare zijne verpligting op den bestemden tijd een' soldaat, ter vervanging eens opengevallenen nummers, aan Ie bieden, dan wordt er een, na verloop van zes maanden, door de militaire autoriteiten van hot korps waarbij de vacature beslaat, voor rekening van den rot- of rusthallaro geëngageerd; doch daar in dit geval de kontrak'ten door de militaire

3*

(5)

autoriteiten opgemaakt worden, zijn de belan- gen van den rot- of ruslhallare niet zoo in het oog gehouden; uit dien hoofde is het bijna zonder voorbeeld, dat do eigenaar van een hemman dergelijk verzuim pleegt. De soldaat eenmaal aangenomen zijnde, kan zijne dcmissio niet meer ontvangen, dan wegens slecht ge- drag, ten gevolge van regterlijk vonnis en uit- hoofde van onbi'uikhaarheid door ouderdom of gebreken.

Ook wordt h e m , bij den gewonen loop, om geen andere reden ontslag uit de Staatsdienst verleend, dan wegens ouderdom (na 50 jaar), slechte gezondheid, gebreken, of den aankoop eener hoeve; maar in het laatste geval is hij vcrpligt een geschikt sujet als plaatsvervanger te stellen.

De indelta-troepen kunnen niet alleen in tijd van oorlog, maar ook in vredestijd, tot het houden van garnizoen in steden en vestingen , onder de wapens geroepen en gehouden worden;

zoodat zij werkelijk tot de staande armee be- hoorcn , hoewel niet altijd in dadelijke dienst zijnde. Zij moeten binnen de 3 a 8 dagen , nadat de order van vertrok bij den regimcnts- chef aangekomen is, vereenigd en marschvaardig zijn. Bij zijn regiment ontvangt de soldaat eene vaste soldij, 7 schillingen (0,15 guldens) daags.

Tot onderhoud fier officieren en onderofficieren wees KABEL XI landerijen a a n , die hij aan den adel afgenomen en voor eigendom der Kroon verklaard had. Deze goederen waren onder de regeringen van GÜSTAAF 11 ADOLF, CHRJSTINE en KABEL X door den adel wederrcgtelijk in bezit genomen, en werden hun nu even willekeurig door den Koning ontnomen.

De uitgestrektheid van het land was even- redig aan den rang; doch ook hier was de verdeeling zeer ongelijk, daar ten gevolge van de meerdere of mindere vruchtbaarheid van den grond, het bepalen van de zuivere opbrengst ondoenlijk was. De landen voor de officieren en onderofficieren van ieder regiment waren in de provincie verdeeld . waarin do troepen woon-

den. Dij ieder land was een woonhuis (bosla'lle).

Deze wijze van betalen der officieren en onder- officieren is gedurende ongeveer i '/s eeuw in stand gebleven, niettegenstaande zij zeer vele nadcclen had , waaronder geteld moei, worden ecne ongelijke bezoldiging voor denzelfden graad.

Reeds bestond er ongelijkheid bij de instelling;

na verloop van jaren werd die ongelijkheid hoe langer hoe grootcr, daar de waarde der cigen- Jommen toe- of afnam , naarmate zij beter of slechter onderhouden werden , zoodat men ten laatste dikwijls gebeuren zag, dat luitenants- woningen drie a viermaal de waarde van die van andere luitenants, ja zelfs van die van ka- piteins hadden. Sommige hostallen waren on- voldoende voor het onderhoud hunner bezitters;

andere daarentegen bragtcn zooveel op, dat do bewoners in overvloed leefden.

Het kon ook niet anders dan nadeclig voor de vorming der jonge officieren en onderofficieren z i j n , landlieden van hen te m a k e n ; daar zij, door eigenbelang gedreven, zich geheel aan de besturing h u n n e r landen weidden en h u n n e wetenschappelijke vorming verwaarloosden. Om die redenen besloot Koning KABEL XIV JOJIAN (vroeger maarschalk BEIINADOTTE) in het ver- volg alleen hostallen aan de regiments-, ba- taillons-, kompagnies- of escadrons-chefs te laten behouden ; voorts aan eenige oude onderofficieren (een bepaald getal per kompagnie of eskadron);

maar aan de luitenants en aan de jonge onder- officieren een vast traktement toe te kennen.

De hostallen, die tot hiertoe voor hun onder- houd gediend hadden, werden verpacht, en bij ieder regiment werd eeno commissie (lönings- direktion) daargesteld , bestemd om de opbreng- sten van de verpachte landerijen , van de andere indelta-renten, en van de door het Gouvernement tot onderhoud verstrekte gelden te administreren, en volgens de bepaling der wet uit te betalen.

2°. Geworveno troepen. Aangezien niemand gedwongen kan worden in militaire dienst te treden (behalve bij de beviirmg), geschiedt do aanvulling der regimenten die niet tot het

(6)

indelta-legcr behooren, door vrijwillige engage- menten of werving. Om aanneembaar te zijn, moet de man eene goedo ligchaamsgesteldbcid hebben, zonder gebreken zijn en eene lengte van 8 voet 7 duim Zw. (1,GS N. EI) zijn; hij moet voor de infanterie lusschen de 18 en 36 , en voor de kavallerie on artillerie tusschen do 17 en 30 jaar zijn. Hij moet een bewijs van goed gedrag van de geestelijkheid zijner laatste woon- plaats kunnen overleggen.

Gewoonlijk wordt hij voor zes jaren geënga- geerd , en na expiratio van dien tijd kan hij op nieuw voor 3 of 6 jaren dienst nemen. De zorgen der rekrutering zijn aan de kompagnios- chefs door eeu kontrakt met den Staat (passe- volans) toevertrouwd; en de Staatskas betaalt hun 30 Ilixdaler voor iederen man die voor zes jaren dienst neemt, of alzoo ö Rixdaler voor

ieder jaar.

De door de kompagnioskommandariten aango- nomene manschappen worden aan den rcgimonts- chef en aau eene commissie ter goedkeuring voorgesteld; zij moeten aan de hierboven op- gegevone vereischten voldoen. — De soldaat is gekazerneerd en ontvangt eeno soldij van 7 schilling (15 cent) en 2 pond roggenbrood daags.

Ken gedeelte zijner soldij, 3'/2 schilling daags, wordt voor zijn middageten in eeno ménage gestort; het overschietende wordt hem in kon- lanten dagelijks uitbetaald. Tot zijno voeding zijn kompagnies-menages ingerigt; de man krijgt maar eens daags warm eten.

De verpleging der zieken is in ieder regiment aan de zorgen van eenen regiments-doktor en aan 2 bataillons-doklors toevertrouwd. In iedere stad of vesting, waar garnizoen gehouden wordt,

vindt men een militair hospitaal.

De wapens, het ledergoed, de kleine four- nituren en verdere kleedingstukken worden aan don soldaat ten koste van den Staat verstrekt;

maar do kompagnies-chefs, dio door kontrak- ten mot het Gouvernement verantwoordelijk zijn voor den goeden staat en de behoorlijke vernieuwing der kleedingstukken, en dio eene

bepaalde som jaarlijks por man daarvoor ont- vangen , hebben bolang dio kleederen zoolang mogelijk te dooi) d u r e n , daar do overschietende gelden in h u n n e zakken gaan. Bij sommige regimenten hebben de kompagnieskommandanten en de soldaten onderlinge overeenkomsten aan- gegaan , waardoor laatstgenoemden eveneens een klein voordeel bekomen, wanneer zij zuinig op h u n n e kleederen zijn; deze overeenkomsten zijn meestal voor beide partijen voordeelig, en de man ziet er uetler u i t , zoodat zij zeer aan te prijzen zijn.

Bijna al de kloodingstukkeu worden door de soldaten zelve gemaakt, en even als bij do indelta-troepon, heeft ieder man twee kom- plecte stellen kleederen.

In tijd van vrede is de eskadrons- en battorij- chef met den aankoop van do remonte-paardeu belast, volgens de tusschen den Staat en hem gesloteuo remonte-passe-volans. Dezo paarden worden door eene commissie gekeurd. In tijd van oorlog houden deze passe-volans-kontrakteu op, en de Staat koopt en onderhoudt dan de paarden.

De op die wijze bij de artillerie aangeschafte paarden bedragen niet meer dan de holft van bot getal voor de batterijen op voet van vrede bepaald; de andere helft wordt gedurende do oefeningen gehuurd, en alleen gedurende dien tijd onderhouden. Deze paarden, gewone trek- paardeu, veelal van landlieden on gebrekkig gedresseerd zijnde, maken het der artillerie zeer mooijelijk goed to manoeuvreren.

Het engagement van den soldaat afgeloopen zijnde, heeft hij het regt zijn afscheid of pas- poort to nemen, en weder tot het burgorloven terug te kecren.

Troepen die slechts in tijd van oorlog onder de wapenen komen.

De nieuwe rotering indelta bestaat in eene vermeerdering van het indelta-leger na 1809, ten gevolge waarvan do niet gepriviligeerdo h e m m a n s , die door ontginning na de instelling

(7)

vau het mdelta-stelsel ontstaan zijn, verpligt worden in de rotering deel te nemen. Do ver- pligting der rothallare van dezo klasse bestaat om in geval van oorlog eenen geëquipeerde)) infanterist beschikbaar te stellen; en om in vredestijd een regt van vrijstelling van 30 a CO Rixdalers jaarlijks te betalen.

De eailra rotering, lu dezo klasse behooren du gepriviligeerde landerijen (daaronder verstaat men zulke landen, die, tengevolge van Konink- lijke besluiten, van de gewone rotering vrijge- steld zijn). De extra rothallare betaalt geen schatting in vredestijd ; maar bij het uitbreken van een oorlog moet hij ter versterking van het leger een iufanterist in dienst stellen , of wel een treinpaard leveren.

De algemeene wapening (bevtiring). Hiertoe behooreu alle Zweden tusschen de 20 en 25 j a r e u , die voor de krijgsdienst goedgekeurd zijn. Degenen die niet willen opkomen, kunnen eenen remplaQant stellen; maar ingeval de plaatsvervanger vermist r a a k t , moeten zij de plaats innemen. In tijd van vrede komt de al- gemeene wapening slechts 12 a H dagen in het jaar ter oefening onder de wapenen. In tijd vau oorlog dient zij om de regimenten der staande armee voltallig te houden, of zij kan in af- zonderlijke korpsen ageren.

De wapens en de kleederen wordt haar ten koste vau den Staat verstrekt; doch indien de man zich op zijne eigene kosten wil equiperen, dan wordt hem van Staatswege eeno kleine som gelds ter tegemoetkoming verstrekt.

De Nationale wapening van het eiland Gott- land is alloen ter verdediging van dit eiland georganiseerd, en bestaat uit do geheele man- nelijke bevolking van bet eiland tusschon de 18 en 50 jaren. Zij is verdeeld in jagers, linie- infanterie, kanonniers en piekeniers. De offi- cieren en onderofficieren zijn permanent. De Gouverneur is tevens kommandant der gewapende magt. Ieder jaar worden do troepen in den wapenhandel geoefend.

Militaire hiërarchie.

Van den laagsten rang beginnende, heeft m e n , beneden den oflicicrsrang: korporaals en onderofficieren; en vau den ofïïciersrang: onder- luitenant, luitenant, kapitein, majoor, luilenant- holonel, kolonel, generaal-majoor, luitenant- yeneraal, generaal en maarschalk.

Beneden den offkiersrany.

4°. Korporaal. Voor deze betrekking kiest men de beste soldaten u i t , die bij ieder ver- schillend wapen een bepaald examen moeten doen.

De korporaals ontvangen , boven de soldaten- soldij , bij het indelta-leger jaarlijks 3 a S ton koorn, en bij de geworveno troepen eene da- gelijksche verhooging in geld.

2°. Onderofficier. Goede korporaals kunnen tot dezen rang, na aan zekere voorwaarden voldaan te hebben, bevorderd worden. Zij zijn op kosten van den Staat geëquipeerd en bewapend. Onder de onderofficieren vindt men ook een zeker getal jongelieden die tot officier worden opgeleid en de graden van korporaal en onderofficier slechts doorloopen. Drie onderofficieren van ieder es- kadron of kompagnie van het indelta-logor heb- ben hostallen. In de garnizoenen wonen zij in de kazernen, in afzonderlijke vertrekken, of ontvangen eene schadevergoeding voor woning en brand. Aangezien er geen diensttijd voor de onderofficieren bepaald is, kunnen zij hun ontslag uit 's lands dienst op hunne aanvraag bekomen.

Officiersrang.

Deze rang kan slechts verkregen worden na aan een voor ieder wapen bepaald examen vol- daan , en eenon ouderdom van 18 jaar bereikt te hebben. Bovendien moet de aspirant alle mindere graden doorloopen hebben, en gedurende minstens i maanden bij de infanterie en 6 a 8 maanden bij de artillerie en kavallerie gediend hebben.

(8)

L)e militaire school van K a ï l b o r g leidt even- eens jongelieden lot den offieiersstand op,

Om bij den Generalen slaf geplaatst, als ook om luitenant bij de artillerie en genie te worden , moot men oenen bepaalden cursus op du Ap- plicatie-school te Marieberg doorloopen hebben.

Deze voorwaarden vervuld zijnde, gaat de bevordering tot en met den kapiteinsrang naar anciënniteit; maar voor alle hoogere rangen geschiedt de bevordering bij keuze. De bevor- dering der subalteme officieren gaat regiments- gewijze; doch die der hoofdofficieren is geheel aan hot goedvinden des Koiiings overgelaten, die, ter vervulling der opengevallen plaatsen, diegenen roept in wie hij het meeste vertrou- wen stelt.

Volgens de bepaling der wet kan een subaltcrn officier nooit dan volgens anciënniteit bevorderd worden; evenwel bestaat er een m i d d e l , wan- neer men dozen of genen bijzonder begunstigen of beloouen w i l , om de bepaling te o n t d u i k e n . De Koning benoemt alsdan zoodanig persoon met

een hoogeren rang in het leger, dal is: hij geeft hem den titulairen en honorairen rang, waardoor voor den benoemden geen nieuwe vurpligtingcii ontstaan , en plaatst hem later met dien verkregen rang hij een ander regiment over.

In do geworvene regimenten ontvangen al de olliciereu eou vast jaarlijksch traktement in geld , bovendien ecne bepaalde hoeveelheid graan, waarvoor zij, des verkiezende, eoue vastgestelde som in de plaats kunnen hekomen; ook hebben zij, behalvo hun loon , eene schadeloosstelling voor huishuur en brand.

Bij de indelta-regimenten hebhen de kolonels, majoors- en kompagnies- of eskadronskomman- duutoii zoogenaamde hostallen met landerijen , die zij gewoonlijk zelve administreren en be- wonen ; maar al de andere officieren ontvangen hun traktement oven als die der geworvene regimenten , in geld en graan, en zijn gehouden in het distrikt hunner kompagnién te wonen.

De jaarlijksche traktementen voor de onder- scheidene rangen, zijn :

N A M E N DEK KliGIMENTl'N.

Svej cu Audra Garde te voet (zonder huishuur)..

Garde Ie paard » » Artillerie » »

KAVALLK1UI'..

1NFANTERIK.

|

Riid.

4000 4520 3700 t

48ÜO 4800 4800 4200

3600 2300 3000 3000

-.!_

O ;J

° i

31 ^

Rixd.

1800 231(>

1840

2800 2800

2200

1800

l u i ii i 1800

ê

ISc*ï

Rixd.

2000 ISIOO I'JUO 1000

1200

1200 1100

Uo a

CO

Riid.

10ÜI)

IOOU ÜOÜ

c 'd.« M

Rixd.

1600 1912 1200

1700 1600 1400 1300 1300

800

«00

«30 700

v c S

M '~

Hiid.

800

1180 1100 'JOO 800

800 300 580 480

Luiier.ant.

Rixd.

500 654 430

830 8UO 700 680 650

330 330 430 300

Onder-luitcrant. j

Riid.

300 533 300

730 700 330 300

300 300 325 230

«i

"o

Riid.

600 860 500 450 430

200 200 200 2<)0

"3 ,j

~fl O3

Hixil.

250 250 250 250 230

240 240 240 240

1ca tflw

Hixd.

150 270 280

200 200 200 200 200

100 160 160 162

Fourier.

Itixd.

BO 80 80 120

(9)

In bovenstaande tabel stelleu de traktementen der kapiteins en hoofdofficieren van het indelta- leger, de gemiddelde opbrengst per jaar voor van hunne hostallen.

De pensioenen, die de officieren na lange dienst k u n n e n bekomen, zijn zeer gering; om die reden ziet men zelden in tijd van vrede een officier zijn pensioen aanvragen. Het bedraagt voor de verschillende rangen:

Generaal 1600 Rixdalers.

Kolonel 800 L'.-Kolonel of le Majoor 600 » Majoor 500 »

Kapitein 400 »

Luitenant 250 » Ouder-luitenant 150 » In tijd van vrede kan een officier zijne de-

rnissie aanvragen; in tijd vau oorlog is dit verboden.

De officiersrang, beneden diea van hoofd- officier, is inadmovibel; de Koning kan geen subalterne officier demissie of pensioen geven;

dit kan slechts bij regterlijk vonnis geschieden.

Wanneer de officier zijne demissie neemt, kan hij vragen in het regiment zonder trakte- ment te blijven; maar dan is hij gehouden op de revuëu, kampementen en in oorlogstijd te velde in tenue te verschijnen, zonder aanspraak op eenige betaling te kunnen maken; hij kan ook als disponibel in het leger blijven, dat is: in het leger benoemd worden (zie boven).

Indien men iu het laatste geval eeuige dienst van hem vordert, geniet hij eene dagelijkscbe schadevergoeding.

(Het vervolg hierna.)

S T U D I Ë N OVER D E N B A R R I C A D E N - O O R L O G .

(Vervolg van Bladz. 134 en slot.)

d.) Oe Technische Troepen hebben steeds tot taak, voor de vechtende troepen alle hinderpalen uit den weg te r u i m e n , — h u n n e gemeenschaps- lijuen te verzekeren, en voor hunne dekking in defensieve oogenblikken zorg te helpen dragen.

Zij k u n n e n gewoonlijk, wegens hun gering aan- t a l , ook bij deze werkzaamheden zelden anders dan als regelaars en aanvangers met ondersteun- ing van manschappen der Infanteriegebezigd wor- den ; weshalve hun de zich hierbij bevindende handwerkslieden, met draagbaar werkgereedschap uitgerust, moeten worden toegevoegd, üe Pion- niers bevinden zich zoo wel onmiddellijk achter en nevens de aan de spits vechtende tirailleurs, als hij do tweede l i n i e , toegerust met do ver- schillende breek- en vernielmgs-gereedschappen , als: aksen, bijlen, houweeleu en spaden , breek- ijzers en hefboornen, korte sappehaken of vorken , ijzeren en houten wiggen en hamers. Ieder man moet natuurlijk van de grootere gereedschappen dezer soort "slechts één stuk dragen, en, als van zelf spreekt, niet in foudraal. Hel geweer moet hem echter buitendien onder alle omstan- digheden gelaten worden: anders gevoelt hij

zich ongerust, en zal hij zijn arbeid slechts mot schroom verrichten. Gedurende het werk plaatst of legt hij 't bezijden zich , en als hij zijn randsel op den gcrcedschaps-wagen heeft kunnen plaatsen , zoo zal hij bij 't voortdringen , met het geweer in de éénc en ecnig gereedschap in do andere hand, niet te onbehulpzaam wezen. — Op zoo- danige wijze breken de Pionniers do deuren en vensters der te bestormen huizen door do kracht van werktuigen of buskruit open, en ruimen zij tuin- on hofheggen, hekken, schuttingen , schei- muurtjes enz. op , die bij 't vooruitdringen over de achter-erven hinderlijk mogteu zijn. — Er dient ook eene sectie met ladders gereed to staan, voor 't geval dal in oen bestormd huis do trap- pen vernield zijn, of dat men door de ramen der verdieping moet binnendringen. — Eene afdeeling Mineurs helpt bij 't vooruitdringen binnen de huizen de muren doorbreken, waar zij 't zwakste zijn, en alzoo in den regel op den zolder of in de keldernisseu , om naar om- standigheden hier onder de fondecringen door, of elders over de daken hoen vooruit te komen.

Heeft de verdediging den hardnekkigsten vorm

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wellicht begrijpt u, dat ik slechts met grote innerlijke aarzeling de uitnodiging heb kunnen aannemen in uw kring te spreken over het vraagstuk van oorlog en vrede. In de

In de tweede plaats zijn processen die zich binnen dergelijke organisaties afspelen vaak niet toegankelijk voor volksvertegenwoordigers waardoor de positie van de president

Hier toe dienen die fijne Aromatike geesten niet, want daar door werd de hitsige broeyendheid meerder en meerder aangestoken, het welke die lighamen meest ervaren, welke geen de

Winter heeft nu het compro- mis gesloten dat iepen van PWN binnen 500 meter van een gemeentelijke boom wel worden beheerd, maar andere bomen niet. De afstand van 500 meter zou

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

selectiecriteria gehanteerd om vanuit deze longlisten te komen tot een beredeneerde selectie van kernindicatoren voor de shortlist. Deze bevat circa 50 indicatoren, gezien de

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

In hoofdstuk 8 is vervolgens de blik verlegd naar toekomstverwachtingen en -inschattingen. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze