• No results found

Over oorlog en vrede

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Over oorlog en vrede "

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ren ge-

de ge-

de net

ke-

de un

I

~R

I

m Iii

il-

l

~- 12

I

I it

G. 1. N. M. Ruygers

Over oorlog en vrede

1

Wellicht begrijpt u, dat ik slechts met grote innerlijke aarzeling de uitnodiging heb kunnen aannemen in uw kring te spreken over het vraagstuk van oorlog en vrede.

In de eerste plaats weet ik, hoezeer met name in uw kring bet denken over bet vraagstuk van oorlog en vrede door de ontwik- keling van de moderne wapentechniek is bemvloed. De onrust, die daarvan bet gevolg is geweest, acht ik meer actueel en ade- quaat, meer ook op de hoogte van de tijd, dan de gezapige rust, also£ er met dit vraagstuk niets aan de hand zou zijn. Maar als ik dan nadenk over hetgeen ik hedenmiddag daarover zou moeten zeggen, dan doorleeft men opnieuw de innerlijke spanning en strijd, die de jarenlange voorbereiding van bet rapport heeft mee- gebracht en dan tast men opnieuw naar wat een houvast kan bieden in een in wezen ondoorzichtige situatie. Het zal wel zijn omdat ik een slecht politicus ben, maar ik kan niet anders dan erkennen, dat er ook in de politiek vraagstukken zijn, die vreten aan je bestaan.

De aarzeling, waarmee ik hierheen ben gekomen, is in de tweede plaats veroorzaakt door de verklaring van de Synode inzake de kernwapens, die ik persoonlijk, temidden van de discussie over bet door de partij gepubliceerde rapport, ervaar als een compli- cerende factor. lk kan er niet over spreken en ik kan er niet over zwijgen. Het ligt niet op mijn weg om als katholiek in bet open- baar te discussieren over een verklaring van de Synode, daar kunnen te veel misverstanden uit voortkomen. Van de andere kant laat zo'n verklaring me ook niet onberoerd. Naar de protes- tants-christelijke kant is de Nederlandse Hervormde Kerk in Nederland de grootste kerk. En nu moge bet waar zijn, dat dit niet mijn kerk is, maar wanneer ik met de nieuwe theologie de verdeeldheid der christenen zie als een mysterie, in de theologische zin van bet woord, dan is er in de kerk der eeuwen een ver- bondenheid over aile momentane verdeeldheid been en dan sta ik

1 Tekst van een Weiding gehouden op 24 november 1962 voor de Protestant-Christelijke Werkgemeensohap in de Partij van de Arbeid.

801

(2)

bier voor een kerkelijke uitspraak ten aanzien van een vraagstuk, dat me zelf ten diepste bezighoudt. Dit alles bedoel ik, als ik zeg de verklaring van de Synode te ervaren als een complicerende factor.

Daar komt nog iets anders bij. Het is de verleiding van de con- fessionele partijen - en ik geloof, dat daaraan oak staatssecretaris Calmeijer niet is ontkomen - om bet vlak van de kerk en het vlak van de politiek te zien liggen in elkaars verlengde. Maar het be- boort, geloof ik, tot bet wezen van de doorbraak, dat we de samen- bang tussen levensovertuiging en politiek inzicbt, tussen Kerk en Staat, tussen wereldgeschiedenis en heilgeschiedenis, scherper ervaren als een voortdurende spanningsverbouding. Het kan voor- komen, dat een kerk vanuit baar eigen verantwoordelijkheid een bepaalde uitspraak doet en dat op bet politieke vlak, vanuit een andere verantwoordelijkheid, toch anders wordt gehandeld. De verleiding om dan te zeggen, dat of de een of de ander ongelijk heeft gebad, is een gemakzucht, die bet risico inhoudt aan bet wezen van een van beide tekort te doen. De mens, en dus ook de politicus, kan terecht komen in een positie van conflicterende verantwoordelijkheden, waarin een tipje wordt opgelicht van de sluier, die ligt over bet drama van de menselijke existentie. Het besef biervan maakt bet Ieven niet gemakkelijker, maar wel waar- achtiger.

Wat ik bier zeg, geldt niet aileen voor de spanningsverbouding tussen godsdienst en politiek, maar voor vele andere. Victor Hugo beeft eens gezegd: zesduizend jaar trekken de twistzieke volken ten oorlog en intussen ziet God zijn tijd verloren gaan in het maken van sterren en bloemen. Men kan bet afdoen als een dichter- lijke exclamatie, onhanteerdbaar voor de politicus. En tocb blijft zo'n exclamatie, hoe onpolitiek ook geformuleerd, in bet geheugen naklinken, omdat zij ons confronteert met een vraagstuk dat de mens tot nu toe niet in staat is gebleken op te lossen.

U moet van mij niet verwachten bet nu wel te doen. Die pre- tentie heeft ook bet rapport van de partij niet en ook de verklaring van de Synode niet. De betekenis van bet rapport zie ik als een bijdrage om in een nieuwe situatie inhoud te geven aan een nieuwe politiek. De pretentie in deze zaak laatste wijsheden te verkondigen, op wel standpunt men ook moge staan, acht ik in de huidige overgangssituatie een ernstig gevaar. lk mag aannemen, dat u het rapport hebt gelezen en nu bet aan de openbaarbeid is prijs gegeven, is bet belangrijker wat u ervan vindt dan wat ik

802

erva1

ZO OJ

antw als d te tr:

acht stuk Er i:

Sync beid1 dern die 1 nieu is zo een tuati het1

H bet mod apo<

mul1

OVel

ders ten. mee sob< a an mid tijd lita1 staa Toe wat de

din isol :i bet

WOI

(3)

n-

·is ik e- n- (U

~r

r-

rn

~n

?e

jk

~t

?k fe

Je

et

~-

rn

;et r- ft

lU

le

m Ill te

~e

is P<

ervan vind. Ik zie mijn taak op dit moment dan ook voornamelijk zo om, staande op de grondslag van bet rapport, waarvoor ik ver- antwoordelijk ben en doordacht hebbend de probleemstelling, zo- als die ook uit de verklaring van de Synode tot me is gekomen, te trachten enkele gedachten te ontwikkelen, die ik van betekenis acbt voor de verdere doordenking van bet zo klemmende vraag- stuk van oorlog en vrede.

Er is tussen het rapport van de partij en de verklaring van de Synode in ieder geval dit punt van treffende overeenkomst, dat beide uitgaan van de erkenning, dat de ontwikkeling van de mo- derne wapentechniek ons heeft geplaatst in een nieuwe situatie, die om een nieuwe doordenking van het vraagstuk vraagt, een nieuwe benadering en een nieuwe politiek. Ik weet wei, dit alles is zo algemeen, dat het meer een kwestie van gezindheid lijkt dan een concreet programpunt. Maar ik geloof, dat in de huidige si- tuatie deze gezindheid van fundamentele betekenis is, ook met bet oog op de mogelijkheden van een zinvol gesprek.

Het is niet onbegrijpelijk, dat het nieuwe in de huidige situatie bet meest direct wordt ervaren in de catastrofale omvang van de moderne vernietigingsmiddelen. Zij lenen zich gemakkelijk om apocalyptische schrikbeelden op te roepen. In verschillende for- muleringen, zoals die van de bedreiging van 'bet' leven nu tegen- over die van aantallen !evens vroeger, heeft men getracht het on- derscheid tussen de vroegere en de tegenwoordige situatie te vat- ten. Ik heb altijd de neiging om daar voorzichtig mee te zijn. Hoe meer men zich met een vraagstuk als dit heeft beziggehouden, hoe soberder men in zijn woorden wordt. Maar er kan geen twijfel aan bestaan, dat de kwantitatieve vergroting van de vernietigings- middelen, die de hele oorlogsgeschiedenis te zien geeft, in deze tijd zodanige afmetingen heeft aangenomen, dat zij in een kwa- litatieve verandering is overgegaan. Onder de deskundigen be- staat daarover nauwelijks verschil van mening.

Tach geloof ik, dat men de problematiek onvoldoende recht doet, wanneer men bet nieuwe van het atoomtijdperk enkel afmeet aan de omvang van de moderne vernietigingsmiddelen. Er zijn meer dingen anders geworden en uit dat geheel kan men niet een ding isoleren zonder bet risico een vertekend beeld te geven.

Zo is de hele structuur van de internationale samenleving met bet binnentreden van het atoomtijdperk tot op de bodem omge- woeld. We komen uit het tijdperk, waarin het belang van de a£-

803

(4)

zonderlijke staat praktisch in de internationale politiek als laatste maatstaf gold. De povere aanlopen tot een internationale rechts- orde konden niet verhelen, dat in werkelijkheid de internationale samenleving de wildernis was, waarin het recht van de sterkste de hoogste wet was. In het atoomtijdperk echter staat het denken in etatische verhoudingen als een m1,mr tussen de mens en zijn toekomst. De Engelse volkenrechtsgeleerde Schwarzenberger heeft gezegd: 'Wat nodig is, is een wereldpolitiek bestel, dat de afzon- derlijke staat aileen tot eigen risico kan trotseren. Wat minder ver reikt, moge alles zijn, dat bereikbaar is, doch blijft hopeloos be- neden bet minimum aan wereldveiligheid'. Ook bier dus ligt een vraagstuk dat met bet atoomtijdperk in een nieuwe dimensie is getreden.

Dan is er bet verschijnsel van de oorlog. De Griekse wijsgeer Herakleitos heeft de oorlog de vader van alle dingen genoemd en in de 1gde eeuw noemde Hegel de oorlog de motor van de ge- schiedenis. Misschien hadden zij feitelijk meer gelijk dan nor- matief, maar hoe dit ook zij, in bet atoomtijdperk is bet achter- haald. Zal in bet atoomtijdperk de mensheid bet opbrengen op betere wijze de functie te organiseren, die in een vroeger tijdperk door de oorlog werd vervuld? Ook daar ligt een essentHHe vraag, die tevens een opdracht is.

Nog een derde vraagstuk. Reeds in de 16de en 17de eeuw hebben theologen en juristen zich beziggehouden met bet begrip van een mondiaal algemeen welzijn. Maar in de praktische politiek is bet begrip algemeen welzijn gebonden gebleven aan de nationale staat. Het atoomtijdperk heeft deze begrenzing doorbroken en bet mondiale algemeen welzijn voor bet eerst in de geschiedenis tot politieke realiteit gemaakt.

Dit alles zijn slechts voorbeelden. Maar ik ben er diep van over- tuigd, dat men het vraagstuk van de kernwapens niet kan oplossen door bet te isoleren uit bet geheel, maar alleen in bet kader van alle vraagstukken, die bet atoomtijdperk meebrengt. lk geloof, dat in bet atoomtijdperk de mensheid is opgescboven in de richting van uiterste alternatieven. Bekend zijn de woorden van Churchill.

waarin hij sprak van een toestand, 'waarin door een proces van opperste ironie veiligheid bet stoere kind van de verschrikking zal zijn en overleven de tweelingbroer van de vernietiging'.

· Kennedy heeft gezegd: 'De mens draagt in deze tijd in zijn 804

sterfe vorm 1even gefor spam het g laten wegn vloe'k In wijze mach de st dat ~

Guar gescl dat l sterk lever Ee bets in d€

heid der 1 gron1 gen die li

dan sche1 mora wer'k Ik bet a

drin~

moe!

noen heid de VI maaJ zinlo Het

gesl~

(5)

,bts- nale kste tken lzijn eeft :on- :ver

be- een

~ is

'eer en ge- .or-

!er- iop

~rk

g.

1en len let tie tln

~is

!r- tn at tg

u.

In

~1

b

sterfelijke handen bet vermogen om een einde te maken aan alle vormen van menselijke armoede en aan aile vormen van menselijk }even.' Dramatischer kan bet voor een socialist bijna niet wordev geformuleerd. Het brengt voor de mens in bet atoomtijdperk een spanningsverhouding mee, zoals nooit vroeger in de geschiedenis bet geval was. Maar het is niet mogelijk om alles bij bet oude te laten en aileen die spanningsverhouding uit de mensheid te willen wegnemen. De enige oplossing ligt in de poging om wat tot een vloek voor de mensheid worden kan te doen verkeren tot een zegen.

In bet atoomtijdperk wordt de mens op nieuwe en dringende wijze geplaatst voor bet aloude vraagstuk van de ethiek van de macht. Macht hanteert ieder, die in gezag is geplaatst, hetzij in de staat, hetzij in de kerk en daarom sebree£ ik in bet rapport, dat geen mens verantwoordelijkheid kan dragen zonder schuld.

Guardini heeft eens gezegd, dat in deze tijd voor bet eerst in de geschiedenis de macht de mens tot een probleem is geworden en dat hij nu voor de beslissing staat te bewijzen, dat de mens even sterk is als zijn macht groot is, ten einde als mens te kunnen blijven leven, zonder daarbij utopieen te scheppen of te moraliseren.

Een dergelijke gedachte zal iedere socialist aanspreken. Door bet socialisme, en dat is zijn historische grootheid, is voor bet eerst in de menselijke geschiedenis de zedelijke idee van de gerechtig- heid gaan wegen als een politieke factor op de ontwikkelingsgang

·der mensheid. En ook bet verlangen van bet socialisme om als grondslag van de intemationale samenleving de macht te vervan- gen door bet recht, is van zedelijke oorsprong. Maar als dan om die reden zo'n woord van Guardini zich vasthaakt in bet geheugen, dan is bet tot en met de laatste woorden: zonder utopieen te scheppen of te moraliseren. Als politicus heb ik de taak niet om te moraliseren en de hang naar de utopie verleert men in de harde werkelijkheid van de internationale politiek.

Ik geloof, dat bet Gollwitzer is geweest, die heeft gezegd, dat bet atoomwapen de oorlog heeft gecriminaliseerd. Het is een door- dringende formulering en toch weet ik niet, wat ik ermee aan moet. Men moge een atoomoorlog een misdaad tegen de mensheid noemen, maar ook de laatste oorlog is een misdaad tegen de mens- heid geweest en zo wellicht vele voordien. Het kernwapen heeft de verschrikking van een oorlog tot in het onvoorstelbare vergroot, maar het heeft ons ook geplaatst voor de onhanteerbaarheid en de zinloosheid van de oorlog als instrument van buitenlandse politiek.

Het is een lange weg, die leidt naar de eenheid van bet menselijk geslacht en zoals de uitvinding van bet buskruit er een einde aan

805

(6)

maakte, dat Venetie en Florence tegen elkaar ten strijde trokken - of, om dichter bij huis te blijven, Bergen op Zoom en Breda -, zo kan ook het feit van het kernwapen een nieuwe fase inluiden op de moeizame weg naar een ontwapende en vreedzame wereld.

Men doet de dingen geen recht door er slechts een kant van heel scherp te accentueren en ook daarom sprak ik daarstraks van een opschuiven in de richting van uiterste alternatieven.

Herbaaldelijk heb ik het gevoel, dat er in de modeme levenshou- ding twee tegengestelde tendenzen werkzaam zijn, waarbij de juiste samenhang tussen politiek en ethiek wordt verstoord. Aan de ene kant is er de wijze van denken, die met welke argumenten dan ook, tot en met die van het realisme toe, bij een of andere vorm van macchiavellisme terecht komt. Aan de andere kant is er een hypermoralisme, dat de ethiek wil hanteren als een kartotheek van abstracte formules, allemaal pasklaar om op het Ieven te wor- den toegepast. Beide polen werken elkaar in de hand en houden elkaar in stand, zoals het zo vaak gaat, bij voorbeeld met cosmo- politisme en nationalisme, of, om een heel ander voorbeeld te noe- men, met clericalisme en anticlericalisme.

Maritain heeft er eens op gewezen, hoe de moraal grote rampen kan veroorzaken, indien ze-in plaats van te werken als iets, dat met bet vitale streven om de doeleinden van het menselijk Ieven te bereiken een en dezelfde zelfstandigheid vormt - tracht om op dat streven van buiten a£ in te werken, wat er bij voorbeeld toe leiden kan, dat men tracht aan een a-morele politieke situatie wetten op te leggen, die met politiek niets te maken hebben.

Heeft dit alles iets te maken met ons onderwerp? Ik geloof bet wei. Ik heb wei de kritiek te horen gekregen, dat ook bet meerder- heidsrapport ten slotte geen pasklare oplossing biedt. Dat weet ik, maar ik wil ook die pretentie niet hebben, omdat ik het niet kan verantwoorden. Ik kan er slechts over spreken vanuit een inner- lijke verscheurdheid.

Aan de ene kant erken ik, dat in het atoomtijdperk het recht om oorlog te voeren fundamenteel anders is komen te liggen en dat dit de zedelijke opdracht inhoudt naar nieuwe verhoudingen been te werken. Aan de andere kant kan ik aan het feit niet voorbij, dat we nog steeds Ieven in een internationaal bestel, dat in laatste instantie niet op recht, maar op macht berust. Wanneer ik aan het laatste voorbij ga, dan wordt het eerste, zoals onlangs prof. Arntz in De Bazuin heeft opgemerkt, een waarbeid zonder werkelijk-

806

beid aile cretl een also:

v

wap moe vrij ceer best is e1 te 1:

mee and zijn wor niet bee·

scbi Een and lijkf vol<

poli

inl

ligg I rekt bet erv1 zijn lan1 bet van bet bij pen vee stul bee

tui~

(7)

!ken heid. Daar heeft een politicus onvoldoende houvast aan. Want

l - , aile politiek is nu eenmaal handelen in de context van een con-

I op crete situatie en juist omdat ik in het atoomtijdperk heen wil naar eld. een ontwapende wereld, mag ik op het ogenblik niet handelen, neel also£ reeds nu de toestand is bereikt, waarin dat realiseerbaar is.

'een Vandaag aan de dag dreigt een zinvolle discussie over de kern- wapens onwerkelijk te worden, wanneer we het vraagstuk tege- moet zouden treden in de mening er met een ja of neen nog geheel ,ou- vrij tegenover te staan. Een standpuntbepaling nu is gecompli-

de ceerder dan twintig jaar geleden, toen er nog geen atoombom :\.an bestond. We leven in een wereld, waarin bet kernwapen een feit rt:en is en zelfs wanneer we er in zouden slagen de nieuwe wapens uit tere te bannen, bet vermogen ze te maken, kan uit de mensheid niet

; er meer worden weggenomen. Dat betekent, dat er iets wezenlijks eek anders is geworden. Er zijn mensen die er eerlijk van overtuigd or- zijn, dat de totstandkoming van bet kernwapen een kwaad moet :len worden genoemd. Maar ook een dergelijke gedachtegang kan er no- niet aan voorbij, dat het feitelijk bestaan van dit kwaad een plaats :oe- heeft gekregen in het weefsel der geschiedenis en dat we er mis-

schien zelf voor een stuk de verantwoordelijkheid voor dragen.

Den Een loutere terugkeer naar de toestand van voorheen kan een dat ander, soms grater kwaad te voorschijn roepen. Het blijft de zede- ren lijke opdracht van de mens om te trachten de gevolgen van bet .op voldongen feit in de banen van bet goede te leiden. Maar aile toe politiek blijft handelen in een gebroken wereld, die voortdurend ttie in beweging is en waarin goed en kwaad onontwarbaar dooreen

liggen.

Ik zeg dit niet om te moraliseren. Maar als politicus m6et ik net rekening houden met het feit, dat bet bestaan van de kernwapens, er- bet bezit ervan, de perfectionering ervan, deal of niet verbreiding lik, ervan, het al of niet gebruik ervan, allemaal onderscheiden zaken :an zijn, die ieder een eigen gewicht in de schaal leggen en waarvan er- lang niet altijd bet een automatisch in bet verlengde ligt van het ander. Ik geloof, dat bet niet uitgebalanceerd gevolg is om een pm van die dingen, bij voorbeeld bet gebruik, bet hele voordeel van

!at het kernwapen te laten bepalen. Er is een heel duidelijk verschil en bij voorbeeld tussen het bezit en bet gebruik van bepaalde wa- lij, pens. In '45 hebben de westelijke geallieerden in Duitsland onge-

;te veer zo.ooo gifgasbommen in beslag genomen en uit de proces- let stukken van Neurenberg is gebleken, dat Hitler ze ten slotte niet ttz heeft gebruikt, omdat zijn generaals hem telkens wisten te over- jk- tuigen, dat de Engelse wapens op dit gebied doeltreffender waren

807

(8)

dan de Duitse. Niemand ontkent, dat aan het bestaan en het bezit van de kernwapens enorme risico's zijn verbonden. Maar bet kan ook, dat het atomaire evenwicbt, zoals dat op bet ogenblik in de grote lijn bestaat, het uitbreken van een atoomoorlog helpt voor- komen. Ook Von Weiszaecker heeft erkend, dat het bezit van het kernwapen de vrije wereld heeft heengeholpen over een gevaar- lijke bobbel in zijn geschiedenis. Men kan daartegenover wel aan- voeren, dat wapens worden gemaakt om ze te gebruiken. Maar hoewel een dergelijke stelling het voordeel heeft van een gemak- kelijke aanspreekbaarheid, zoals dat met zovele leuzen en slogans het geval is, geloof ik toch, dat bet al te zeer een versimpeling is van de werkelijkheid, die geen recht doet aan de eigen betekenis van het bezit van bepaalde wapens, juist als men het gebruik ervan wil helpen voorkomen. Churchill heeft eens gezegd: we bewape- nen om te onderhandelen. Een ieder weet, dat de conceptie, die ook aan het meerderheidsrapport ten grondslag ligt, heel wat ver- der reikt. Maar toch geven die woorden uitdrukking aan een van de gegevenheden van de huidige internationale situatie, waaraan men niet achteloos voorbij kan. Het risico daaraan verbonden kan men slechts ontlopen door andere risico's op te roepen.

Pleitende voor werkelijkheidszin in de internationale politiek, moet ik ook wel iets zeggen over de verhouding tussen conven- tionele wapens en atoomwapens. Het vraagstuk is ook in het meer- derheidsrapport aangesneden, maar heeft door de loop van de gebeurtenissen een verhevigd accent gekregen. Reeds op het par- tijcongres van '59 heb ik in kritische zin gesproken over de een- zijdige concentratie op de atoomwapens in de westelijke wereld.

De eenzijdigheid is sindsdien slechts ten dele geredresseerd. Voor- zover daarin factoren een rol spelen, waardoor men de vrijheid wil kopen langs de weg van de minste weerstand en tegen de laagste prijs, speelt daarin ook een vraag mee van het zedelijk toelaatbare, waarmee de kerk zich terecht bezig houdt. Het vraagstuk heeft echter ook zuiver politieke kanten. De eenzijdige concentratie op het atoomwapen heeft de politieke bewegingsruimte voor het Wes- ten versmald en de westelijke onderhandelingspositie inzake vra- gen van kernontwapening moeilijker gemaakt. Er is dus reden genoeg om de gehele ontwikkeling inzake de verhouding van con- ventionele en kernwapens bijzonder kritisch te volgen.

Het vraagstuk is actueel genoeg onder andere in verband met de toenemende lobby in Europa om een eigen Europese kern- macht. Voorzover zij uit Frankrijk en Duitsland komt, lijkt het wel,

808

of d1

in de

Arne;

gesp1 ben neen Eurc a tOO!

dep sing M lijke pem den geer zwa de 1 het eve1 wer zoal om mer ligt van te li hie1 tua1 a an als

de ree is, elk aar het rna is 1 va1 wo he1

OV!

(9)

it n

ffe

lr- et

lr-

n-ar

k- as

is is m

e-

ie

!r-n

,n -n

k,

1-

r-

le t-

1-

t

r- il e

>

,,

ft p

I ,.

t- n

(•

t

1,

of daar nog mensen zijn, die in deze tijd over een oorlog denken in de categorie en van de Frans-Duitse oorlog van 1870. Wanneer Amerikaanse deskundigen van mening zijn, dat, zuiver militair gesproken, aan een Europese kernmacht geen behoefte is, dan ben ik geneigd bet daarmee eens te zijn. Maar een principieel neen wordt weer moeilijk banteerbaar, wanneer een verenigde Europese kernmacht het altematief zou worden van een nationale atoommacbt van een aantal Europese Ianden. In die situatie zal de politicus weer moeten afwegen, ook als hij weet, dat geen oplos- sing die is, welke bij eigenlijk zou wensen.

Maar ik voel me wel verplicht te waarschuwen tegen de moge- lijke misvatting, als zou bet mogelijk zijn met conventionele wa- pens een adaequaat tegenwicbt te vormen tegen een met de mo- demste atoomwapens uitgeruste macbt. Ret is naar mijn mening geen reele mogelijkheid. Wanneer nu de explosieve kracht van de zwaarste waterstofbom groter is dan die van aile bommen, die in de laatste wereldoorlog op Duitsland werden geworpen, dan is bet ondenkbaar om met conventionele wapens die positie van evenwaardige kracht op te bouwen, die niet aileen in de huidige wereldpolitieke situatie een beslissende rol speelt, maar bovendien, zoals prof. Roling heeft opgemerkt, een onmisbare voorwaarde is om tot een internationale regeling van bet wapenvraagstuk te ko- men. Maar dit is niet bet enige probleem. Misscbien nog moeilijker ligt het biermee, dat met behulp van de kernenergie het vraagstuk van ruimte en tijd in het atoomtijdperk dusdanig anders is komen te liggen, dat iedere poging tot afweer met conventionele middelen hier machteloos tegenover staat. De spanning van de huidige si- tuatie wordt mede daardoor veroorzaakt, dat de verhouding tussen aanvalsmogelijkbeden en verdedigingsmogelijkbeden niet meer is als het vroeger was. Dat is in ieder geval onbereikbaar, als men de oude wapens wil Iaten opwegen tegen de nieuwe. Dat geldt reeds voor de intemationale machten. Maar als de techniek zover is, dat men een satelliet rond de aarde kan Iaten cirkelen, die op elk gewild ogenblik op elke gewilde plaats een atoombom op de aarde kan Iaten neerkomen, dan is het niet in te zien, hoe ooit nog het conventionele wapen in staat kan zijn om voor een atoom- macht die de oorlog wil, de oorlog onaantrekkelijk te maken. Ret is op grond van dergelijke feiten, dat in Geneve de deskundigen van Rusland en van de Verenigde Staten het erover eens zijn ge- worden, dat uiteindelijk het enige zinvolle ontwapeningsgesprek in het atoomtijdperk niet kan gaan over partiele ontwapening, maar over algemene en volledige ontwapening.

809

(10)

Ik heb het gevoel ook deze opmerkingen hier te hebben moeten maken, omdat met name in een land als het onze zo vaak te uit- sluitend de internationale politiek wordt gelrokken in de sfeer van beginsel en getuigenis, zonder voldoende rekening te houden met de werkelijkheid en de techniek van de internationale politiek.

Gelukkig zijn we wat heengeraakt over de situatie van enige jaren geleden, toen over de kernwapens gesproken placht te wor- den in formuleringen van liever dood dan slaaf, of, omgekeerd, liever rood dan dood. Ik houd niet van die formuleringen, zij her- inneren me te veel aan het Hitler of Moskou uit de oorlogsjaren.

Onder aile omstandigheden geldt de primaire zedelijke opdracht het menselijk Ieven in stand te houden in een wereld, die altijd is 'in via', onderweg, en waarin altijd nieuwe ontwikkelingen moge- lijk blijken. Maar het is niet zinvol en creatief zich te yerliezen in speculaties over bet minste kwaad, zolang de weg naar een betere oplossing niet volledig is geblokkeerd. Daarbij is het in de duistere engten der geschiedenis voor de theoloog gemakkelijker een neen zonder ja's of een ja zonder neens uit te spreken dan voor de politicus om ze te hanteren.

Laat ik als voorbeeld maar eens een uitspraak citeren, die hier misschien wei enige deining zal veroorzaken. Een eeuw geleden werd de Amerikaanse president, Abraham Lincoln, gevraagd naar zijn standpunt inzake de slavernij. Hij antwoordde: 'Ik heb als president de eed afgelegd op de grondwet, die als eerste doel- steiling heeft de eenheid van de Unie. Als ik de Unie kan dienen door aile slaven vrij te Iaten, zal ik bet doen. Als ik de Unie beter dien, door geen enkele slaaf vrij te Iaten, zal ik bet doen. Dat heeft niets te maken met mijn persoonlijke standpunt, dat aile mensen vrij behoren te zijn.' Ik weet wei, bet lijkt eenvoudig om na een eeuw zo'n uitspraak te veroordelen. Maar als ik bet wezen ervan probeer te vertalen in de vraag, die ons hier bezig houdt, zou ik kunnen zeggen: als ik een atoomoorlog kan helpen voorkomen,

door neen te zeggen tegen de atoomwapens, zal ik bet doen; als ik een atoomoorlog kan helpen voorkomen, door deel te hebben aan de atoombewapening, zal ik bet doen; mijn persoonlijke stand- punt is, dat in een wereld die· gemeten wil worden aan menselijke of christelijke maatstaven, voor bet atoomwapen geen plaats is.

Een dergelijke formulering bevat ook bet meest wezenlijke be- zwaar, dat ik heb tegen het rapport van de minderheid. Er is ge- zegd: bet standpunt van de minderheid verstoort bet bestaande evenwicht en bet verbreekt de westelijke solidariteit. Wie bet meerderheidsrapport zorgvuldig heeft gelezen, weet, dat ik deze

810

ding I te st1 stan<

een 1 En v

tieke dan meeJ een wij2'J late1 deze besl:

schi:

natit zien treK heel

:c

bed rijks om dit sen.

con:

en 1

~

lijk

wa~

bet c

de beb vou ker: van par loss bij< nie· pet oor

(11)

1en it- er

len

~k.

'ge Dr-

rd, er-

;n.

tbt , is

;e- pn

r n

de er br

~r

(D ar .Is ,l-

ID If

ft

n n n k

I,

dingen niet licht neem. Maar ik zou bereid zijn dit alles discutabel te stellen, wanneer ik ook maar ergens de overtuiging had, dat het standpunt van de minderheid een constructieve bijdrage was om een kernoorlog te voorkomen. Ik ben van bet tegendeel overtuigd.

En wanneer men dan trouw wil blijven aan de beheersende poli- tieke doelstelling in deze tijd: een kernoorlog te helpen voorkomen, dan brengt dit een aantal onvermijdelijke consequenties mee. Wat meerderheid en minderheid in deze verdeelt, is niet dat voor de een bet geweten zwaarder spreekt dan voor de ander. Op deze wijze hebben we in de commissie niet tegenover elkaar gestaan, laten we dat ook in de partij niet doen. Welk standpunt men in deze ten slotte ook kiest, ieder staat voor een zware gewetens- beslissing. Wat ons verdeeld heeft gehouden en houdt, is een ver- schillend inzicht in de werkelijkheid en de techniek van de inter- nationale politiek. Wat de schrijvers van bet minderheidsrapport zien als een politieke daad bij uitstek, zie ik als een zich terug- trekken op een buitenpolitiek standpunt, dat geen contact meer heeft met de werkelijkheid.

Dat kan men als individu doen, misschien, onder omstandig- heden, ook als kerk, en ik zeg niet, dat bet altijd de onbelang- rijkste positiebepaling is. Maar een politieke partij is geroepen om politiek te bedrijven, ook onder barre omstandigheden. Als ik dit nu zo zeg, dan doe ik dat allerminst om wie dan ook te ~et­

sen. Wanneer ik ergens dankbaar voor ben, dan is het, dater in de commissie weer een gespreksbasis is gegroeid tussen meerderheid en minderheid en ik hoop, dat de partij dat zal consolideren.

Maar ik zou in mijn taak tekort schieten, als ik niet heel duide- lijk stelde, zoals ik de dingen werkelijk zie, om tastbaar te maken, waar bet voor mij in wezen om gaat en om een prikkel te zijn bij bet verdere overdenken van bet vraagstuk.

Over de verschrikkelijke uitwerking van de kernwapens en over de risico's van de huidige bewapeningswedloop, over dat alles behoeft tussen ons geen meningsverschil te bestaan. Dat zijn een- voudig feiten. Maar ik zie er geen heil in om bet vraagstuk van de kernwapens te willen losmaken uit bet geheel van bet vraagstuk van oorlog en vrede in bet atoomtijdperk en te trachten voor een partieel vraagstuk een partiele oplossing te vinden. Partiele op- lossingen zijn niet waardeloos. Zij kunnen een heel belangrijke bijdrage zijn tot de internationale ontspanning. Maar het mag ons niet uit bet oog doen verliezen, dat bet wezenlijke vraagstuk die- per ligt. Een oorlog komt niet uit de lucht vallen. Hij heeft zijn oorzaken, tot diep in de geest van mensen en volken toe. De hele

811

(12)

menselijke geschiedenis is een lange, voortschrijdende weg naar beheersing van de natuur en de chaos. Het heeft de mens in staat gesteld om zich heen een leefbare, dat wil zeggen menselijke en menswaar-dige wereld te scheppen. Maar op die weg zijn we nog lang niet aan het einde. Het is onze opdracht in het atoomtijdperk op die weg een stuk verder te komen, zoals zo vaak in de geschie- denis onder de drang en de nood van de tijd.

We kunnen de oorlog aileen uitbannen door hem overbodig te maken. En dan staan we voor de taak de chaos en de anarchie van de internationale samenleving voor het eerst in de geschiede- nis om te vormen tot een geordende samenleving. Het omvat meer dan aileen het vraagstuk van de ontwapening en het is misschien nog veel moeilijker. En toch ligt aileen in die richting het perspec- tief van een werkelijke en duurzame vrede.

Het is vanuit deze conceptie, dat ik in het rapport voor de partij de noodzaak heb bepleit een eigen en constructieve inhoud te helpen geven aan een echte vredespolitiek. In de dertiger jaren is er eindeloos geconfereerd over ontwapening - de verslagen ervan in het Volkenbondspaleis te Geneve omvatten meer dan 30.000

bladzijden-, maar omdat er tezelfdertijd geen vorderingen werden gemaakt in het leggen van grondslagen voor de vrede, kwam er oorlog. Atomen voor een oorlog hebben we genoeg, waar blijven de atomen voor de vrede? Dan denk ik aan een internationale rechtsorde, aan een versterking van de Verenigde Naties, aan de armoede in de wereld, aan de rassentegensteilingen en nog een hele reeks andere problemen. Wat we nodig hebben is een pro- gram voor de vrede, dat de mens in het atoomtijdperk een nieuw perspectief en nieuwe hoop geeft. Dan zal het een durvend pro- gram moeten zijn, op langere termijn, dat het de moeite waard maakt ervoor te werken en te vechten. In de moeilijkste jaren van de oorlog werd in het Atlantische Handvest aan de mensheid vrij- dom van vrees en gebrek beloofd en toch wordt vandaag het in- ternationale klimaat beheerst door vrees en gebrek als nimmer tevoren. Die ban moet worden doorbroken en het socialisme zal daarbij in de voorhoede moeten staan.

Een dergelijk program voor de vrede zal dus meer omvatten dan aileen het vraagstuk van de ontwapening, maar dit zal er wel een essentieel element van vormen. Het gaat vandaag niet meer om de keuze: of bewapening of ontwapening, maar ook als men de bewapening aanvaardt, zolang de huidige situatie voortduurt, zal toch het centrale doel van de buitenlandse politiek op ontwa-

812

pe onvl daai vra1 vall kan Sta1 de-1 wal reili den ver gro dal ont J de get pol log is ge! wa be! on op pe en te Kt be he vc bt er. az di -ec

(13)

ren og ark lie- 1te

le-ie ,er en , c-

ltij te I is an t>o

I en ler ,n

!Ie

le

.n b-

w

0-

d

I tn tj-

1

tJ.-

1 er

I I

I n

el

lr

I n

't,

pening gericht moeten zijn. Iedere bewapeningswedloop verhoogt onvermijdelijk de internationale spanning, maar in deze tijd is daarbij gekomen, dat, naarmate de hele zaak steeds meer een vraag wordt van techniek en van minuten, de catastrofe ons over- vallen kan door een vergissing of een technische storing. De mens kan niet blijvend langs de rand van de afgrond gaan. De Verenigde Staten en Rusland hebben reeds een overeenkomst gesloten tot de-atomisering van het hele Zuidpoolgebied. Het is niet in te zien, waarom dit de enige overeenkomst zou zijn, die mogelijk en be- reikbaar is. Wanneer het besef veld wint, dat met bet voortschrij- den van de wapentechniek de marge tussen vernietiging en zelf- vernietiging steeds kleiner wordt en dat bet belang zelfs van bet grootste land altijd nog kleiner is dan dat van de wereld als geheel, dan moet bet mogelijk zijn verder te komen op de weg naar een ontwapende en vreedzame wereld.

Naarmate we dus erin slagen om de vrede te organiseren, kan de mensheid bet oorlogsverschijnsel te hoven komen. Ik heb er geen behoefte aan om bet vredesverlangen voor de PvdA te mono- poliseren, gelukkig is er in ons land geen enkele partij die om oor- log staat te roepen. Daar gaat bet niet om. Waar bet om gaat, dat is de inhoud van een echte vredespolitiek. Die hebben we in de geschiedenis nog nooit gehad. Voor velen geldt nog uitsluitend, wat reeds voor de oude Romeinen gold: indien gij vrede wilt, bereidt u dan voor op de oorlog. De woorden bevatten een stuk onvermijdelijkheid in een internationale samenleving, die ten slotte op macht berust. Maar bet is juist onze opdracht in bet atoomtijd- perk daar overheen te komen. Helaas ligt er bet feit, dat mensen en volken niet of onvoldoende bereid zijn de prijs voor de vrede te betalen. In een rapport van 1958 reeds heeft de Wereldraad der Kerken gewezen op de discrepantie tussen de lippendienst, die bewezen wordt aan de zedelijke idealen van vrijheid en gerechtig- heid en de internationale werkelijkheid. Zo was Nederland on- voldoende bereid om de prijs voor de vrede te betalen in zijn behoudende Nieuw-Guinea-politiek en in het Kamerdebat van enkele weken geleden over de minder ontwikkelde Ianden. Een aantal jaren geleden maakte ik op de Semaines Sociales een inlei- ding mee, die tot titel had: Van de hebzucht der naties naar een economie voor bet menselijk geslacht. Onze Koningin heeft daar- na in Leiden voor de studenten gesproken over de welvaart der wereld als gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Iedere in- gewijde weet, hoever de internationale werkelijkheid daar nog van- daan is. In die zin bedoel ik bet, als ik zeg, dat de PvdA in de

813

(14)

voorhoede moet staan van de verdedigers van een echte vredes- politiek.

Het is nauwelijks denkbaar, dat een rapport geen enkel misver- stand wekt. In wat ik tot nu toe echter heb ontmoet, overheerst echter een gevoel van waardering, dat de partij bet heeft opge- bracht, ondanks moeilijkheden en ondanks meningsverschil, het vraagstuk in openbare discussie te nemen, eenvoudig omdat het het cenb·ale vraagstuk van deze tijd is. Wel geloof ik, dat het zwaarste werk na het congres komt. Wanneer dan ailes bij het oude zou blijven, zou ik al bet werk dat de commissie in drie jaar heeft verricht, als verloren tijd beschouwen. Als het uitgangspunt eenmaal is gekozen, staan we voor de opdracht concrete inhoud te geven aan een nieuwe politiek in een nieuwe situatie.

Tot de oplossing van de grote wereldvragen kan een politieke partij uit een klein land aileen werkelijk bijdragen, niet op grand- slag van macht, maar van kwaliteit. Die kwaliteit wordt niet be- paald door leuzen en slogans, maar door visie, deskundigheid en nimmer vermoeiende arbeid. Al wat we daaraan in de partij heb- ben, zal moeten worden gemobiliseerd, ten einde wat nu voor velen nog grenst aan de utopie, toch een stap nader te komen.

Maar ook als we dan ons verenigen tot de arbeid aan een echte vredespolitiek, dan zal zij, als alle politiek, een harde zaak zijn. In brede kring bestaat bet gevoel, dat zij die bouwen aan de vrede, tegenover hen die opgaan in de machtsconflicten van deze tijd, dat dat de dromers zijn tegenover de realisten, de vrees tegenover de flinkheid, de wankelmoedigheid tegenover vastberadenheid.

Het is een verderfelijke tegensteiling, maar ik moet toegeven, dat er pacifisten zijn, die er aanleiding toe hebben gegeven. De vrede der wereld wordt niet gekocht met romantiek, met sentiment en mooie woorden, waarachter zo vaak een tekort ligt aan zin voor de werkelijkheid. In het atoomtijdperk zijn mensen en volken komen te staan in een dynamiek en een spanning als nimmer tevoren.

Maar verder komen we aileen, als we bet opbrengen om te staan midden in de tijd, waarin we leven. Wanneer de Heer ons daartoe de kracht geeft, dan is bet misschien niet ijdel te denken aan de woorden van de profeet, die ook geschreven staan in een van de zalen van de Verenigde Naties: Hij zal tussen de volkeren scheids- rechter zijn en recht verschaffen aan machtige naties. Dan smeden ze hun zwaarden tot;, ploegijzers om en hun lansen tot sikkels. Geen volk trekt zifn zwaard meer tegen een ander en niemand oefent zich voor de strijd.

814

Wai

Som wee

VOOl

de 1

be~

gest wei den ver lect le 1

zell spr lijk de salt

de1 det lijk del rna ter ne: zo ml de dil se1

te: de

b(

WI

re

(15)

s-

st

e

.-

r

1. Tj. Piebenga

Drie Duitse grensgangers

Walter Benfamin, Alfred Kantorowicz en Gerhard Zwerenz

Soms is het communisme inderdaad een arbeidersbeweging ge- weest, maar toch lang niet allijd en lang niet overal. De reeds voor meer dan een eeuw gehoorde marxistische stelling aangaan- de bet noodzakelijk·proletarische karakter van de communistische beweging wordt evenmin door een overtuigend feitenmateriaal gesteund als de uit dezelfde hoek voortgekomen bewering volgens welke aile arbeiders in aile landen potenWHe communisten zou- den zijn. Veel meer zijn bet de van bet land hunner herkomst vervreemde en van de traditionele ankerpalen losgeslagen intel- lectuelen die bet vuur aansteken, de brandstof aandragen, de ai- le burgerlijke levensvormen verterende vlammen met een door

zelfkwelling opgejaagde hartstocht aanwakkeren. Niet zo zelden springt een in de onbestemde wijdheid van zijn relativisme vage- lijk omzwervende moderne klerk met een gevoel van bevrijding de deur van de totalitaire kooi binnen. De praktijk leert dat deze salto mortale vooral vaak bij literair- en filosofisch-georienteer•

den voorkomt. De oude droom der wijsgeren, een beslissend aan- deel te mogen hebben in bet bestuur van staat en maatschappij, lijkt voor deze goedwillende strevers werkelijkheid te gaan wor- den. Sedert de dagen van Plato's Republiek zijn zij steeds ge- makkelijk bezweken voor de verleiding die de gefantaseerde kaar- ten van bet verre land Utopia op hen uitoefenen. Eindelijk kun- nen zij hun onverdraaglijke eenzaamheid dan achter de schijnbaar zo sterke muren van bet bovenpersoonlijk ideaal wegstoppen. De met eentonige regelmaat opgedreunde les der geschiedenis, da~

de gefanatiseerde wereldverbeteraars in hun doctrinaire verblin- ding van de aarde eerder een bel dan een paradijs maken, wen- sen zij koppig en trots niet te leren. Van zich zelf gewoonlijk zwak

ter been, houden zij zich aileen met de glanzende luchtbailon van de zeer wereldse heilsverwachting in de hand staande.

Daarmee is dan ook weer niet gezegd dat bet communisme een beweging van uitsluitend inteilectuelen zou zijn. Op de vraag, uit welke volkslagen de aanhangers van bet communisme vooral ge•

recruteerd worden, valt niet voor aile tijden en aile plaatsen een 815

(16)

kort, afdoend en schematisch antwoord te geven. De anti-com- munisten die menen bet overal ter wereld opduikende monster het best te kunnen bestrijden door de verhoging van de algemene levensstandaard, de opheffing van ·de werkloosheid en het betere onderwijs aan het werkende volk, zijn wel even na'ief als de grate en kapitaalkrachtige adverteerders die hun zo gezonde ideologie als de probate remedie voor de zieke ideologie van het communis- me aanbevelen. De grootste nai:viteit wordt echter openbaar bij hen die menen dat achter het ijzeren gordijn het uitverkoren land voor geleerden en kunstenaars te vinden zou zijn. De voorwaar- den voor de vestiging van een communistische staat zijn overal lang niet gelijk; bier verzetten bij voorbeeld de boeren zich er te- gen, elders juichen zij zulk een vestiging toe. Het gebrek aan po- litiek engagement van de gestudeerden is ook wel zo wijdver- breid, dat men bij hen niet noodzakelijk de sterkste ultra-linkse tendenzen moet zoeken. Wel waar lijkt echter het meermalen ge- uite vermoeden, dat vele vooraanstaande communisten uit de·

bourgeoisie afkomstig zijn en dat onder bepaalde omstandighe- den de studentenwereld een vruchtbare bodem voor het commu- nisme oplevert. De eveneens dikwijls geopperde veronderstelling,

dat er een innerlijke verwantschap zou bestaan tussen communis- me en nationalisme, vindt mede haar bevestiging in het overal waarneembare feit dat hun leidinggevende aanhangers in meer- derheid uit dezelfde maatschappelijke groepen worden gehaald.

De constellatie is niet aileen denkbaar, maar meer dan eens ook zeer reeel geweest, dat links -en rechts-radicalisme elkaar dicht, en dan meestal gevaarlijk dicht, gingen naderen. Het nationaal- bolsjewisme, dat gedurende de Weimar-republiek zo'n merkwaar- dig en typisch-Duits verschijnsel is geweest, was zulk een met de eigenschappen van dynamiet begiftigd amalgama.

Vrijwel nooit komt het voor dat exponenten van de literair-filo- sofische wereld tot de hoogste graden van de communistische hierarchie bevorderd worden. Neemt men de voorstelling over, dat de communistische beweging zich bij voorkeur binnen drie concentrische cirkels organiseert, - de binnenste, hardste en be- trouwbaarste, die van het in een lange en zware scholing ge- vormde kader; daar omheen de ring van toegewijde dienaren, de activisten die uit de onderwerping aan het systeem !even; ten slotte de brede en wat amorfe periferie van meelopers en oppor- tunisten, - dan zijn deze schrijvers en denkers daar toch heel moeilijk ergens onder dak te brengen. Meestal worden zij sedert

816

hun l<e II IDZI begJ 1ibeJ schr burt zich onb den doo1 besc heb' tijd sel

sch~

een dan leen sch<

star wel tijd gelc een Ree mot hefl zijn sch

WUl

gen

'

altl: mie nee en gev

feb ker wa1 kwl

(17)

h- er le

: e

e ie

s-

ii d i-

tl 1-

e r

~

1

hun puberteitsjaren gekweld door de crises waaraan de burgerlij- ke mens, die zijn religieuze en sociale bindingen is kwijtgeraakt,

in zo hevige mate lijdt. Zij hebben de voosheid van het vrijheids- begrip van de Franse revolutie en van bet daaruit voortgekomen liberalisme ontdekt. Zij, overwegend academici, merken ver- 'Schrikt op dat zij overal ingekapseld, in bet gelid geplaatst en ge- bureaucratiseerd worden. Binnen hun specialisme bewegen zij zich met een zekere zelfstandigheid, maar overal elders zijn zij onbevoegd en dreigen zij slaaf van de openbare mening te wor- den. Zij lijken hun geweten aileen nog tot rust te kunnen brengen door hun gewillige inschakeling in een als vrijer, boger en idealer beschouwd dienstverband binnen de partij. Kerk en godsdienst hebben in hun ogen gefaald en zijn gedateerd. Voor de komende tijd wordt volgens hen de toon aangegeven door het grootse stel- sel dat de schepping van de nieuwe mens en de nieuwe maat- schappij-ordening garandeert. Betoverd door gezichtsbedrog -

eerst later ontdekken zij dat het communisme veel eerder statisch dan dynamisch is - verwachten zij van deze beweging niet ai- leen de zo gewenste persoonlijke inspiratie maar ook het kosmi- sche perspectief. Dat het communisme de meest consequente en

starre partijdigheid betekent, worden zij natuurlijk op den duur wel gewaar, maar deze ervaring laat zich dan nog wel geruime tijd gemakkelijk sublimeren. De als verplicht voorgeschreven geloofsleer van het materialisme is in hun denkwijze geenszins een verwerpelijke, laagbijdegrondse, de mens onwaardige zaak.

Reeds voordat Sartre zoiets neergeschreven had, hebben zij ver- moed dat bet communisme een metafysica is welke zich zelf op- heft. Uiteraard hebben zij niet de pretentie onbevooroordeeld te zijn. Wie eenmaal zoals zij op weg zijn, vinden juist de praelogi- sche a priori's van het dialectisch materialisme bewust of onbe- wust veel aantrekkelijker dan de daarin vervatte, harde en zo- genaamd streng wetenschappelijke doctrines.

Vroeger of later kondigt zich voor deze figuren de breuk aan, althans wanneer zij blijven denken en de eens heetbegeerde dyna- miek blijven begeren. Te eniger tijd vragen zij zich af of de gepo- neerde onfeilbaarheid van de partijleiding niet een aperte leugen en een dodend conservatisme is. Is hun keuze indertijd wel goed geweest, of was zij slechts de abrupte ontvluchting van hun twij- felzucht? Zij zien hoe de echte communisten, die van de harde kern, de mogelijkheid van een conflict tussen de partij en de waarheid volkomen uitgeschakeld hebben. Ongeneigd en onbe- kwaam tot individuele obstructie, in hun hart pijnlijk overtuigd

817

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The results of the study showed that 3 of the 8 hypotheses could be accepted, namely, the following: (1) Audience similarity leads to a higher performance, (2) There is a

This first realization of a hybrid integrated diode laser in the visible range can provide a breakthrough in applications which rely on tunable and narrowband visible light

Belangrijker is dat hiermee een einde komt aan alle contact tussen God en de leden van de beweging, want Hong Xiuquan zelf heeft, in tegenstelling tot de twee andere leiders, na

Hoewel in Ermelo enkele legeringsgebouwen gesloopt zijn en in Schaarsbergen ze niet meer voor hun oorspronkelijke doel worden gebruikt, kennen deze twee kazernes wel

Grieken. Hier geeft Trygaeus voor het eerst duidelijk aan dat hij vrede wil sluiten, door Vrede te bevrijden, omdat het fijn is om “bevrijd te zijn van problemen en strijd”. Het

onderdak kregen. Van hieruit probeerden ze een eind te maken aan de kaperij en de veten tussen de hoofdelingen die beide slecht waren voor de handel. 57 Dit lukte gedeeltelijk. De

dan [zou kunnen afleiden] dat de oude wet de rechtvaardigheid onderricht en het evangelie de waarheid.’ Op een andere plaats *19.* schrijft dezelfde: ‘Zelfs als een christen op

Maar juist omdat het hier niet alleen gaat om militaire macht - dat is nationale macht die zich stelt tegenover andere nationale macht - maar ook om economische en