• No results found

BESLUIT pagina 1van 2bk0171-98048-1-2007file://E:\archief1998\besluiten\bt\bk0171-9804.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 2bk0171-98048-1-2007file://E:\archief1998\besluiten\bt\bk0171-9804.htm"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 171, Helperi Kimm jegens Albert Heijn

1. Op 23 maart 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een aanvraag om toepassing van de

Mededingingswet (hierna: Mw) ontvangen. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 6 en/of artikel 24 van de Mw.

I Feitelijke achtergrond

2. In de oude binnenstad van Amsterdam bevinden zich verschillende vestigingen van Albert Heijn (hierna: AH). Andere supermarkten zijn er volgens de heer T. Helperi Kimm (hierna: klager) niet meer. 3. AH heeft een bonuskaartsysteem geïntroduceerd. De AH

bonuskaart, die voor een ieder verkrijgbaar is, geeft toegang tot wekelijkse bonusaanbiedingen. Zonder deze kaart bestaat er geen recht op de bonusaanbiedingen. Wel kan in dat geval geprofiteerd worden van de 'gewone' wekelijkse aanbiedingen.

4. Klager stelt dat AH door het hanteren van bovengenoemd bonuskaartsysteem, handelt in strijd met de Mw.

II Beoordeling

5. De Mw voorziet in een verbod op mededingingsbeperkende afspraken tussen ondernemingen (artikel 6 Mw). Daarnaast is het ondernemingen op grond van artikel 24 Mw verboden misbruik te maken van een economische machtspositie.

6. Het door AH gehanteerde bonuskaartsysteem is geen afspraak tussen ondernemingen als bedoeld in artikel 6 Mw. Evenmin maakt AH misbruik van een economische machtspositie, aangezien het hanteren van het bonuskaartsysteem niet als misbruik in de zin van artikel 24 Mw kan worden aangeduid. De bonuskaart kan immers door een ieder worden verkregen. De vraag of AH een machtspositie inneemt op de relevante markt kan, nu van misbruik geen sprake is, in het midden blijven.

III Besluit

7. Gelet op het bovenstaande is de directeur-generaal van de

(2)

w.g. A.W. Kist

directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

pagina 2 van 2

bk0171-9804

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kamers van koophandel en fabrieken (hierna: Besluit heffingen) door de algemene besturen van de individuele kamers vastgesteld en vervolgens op grond van art. 39, eerste lid, Wet

Op de derde plaats moet worden geconstateerd dat het, naar het zich op het eerste gezicht laat aanzien, niet moeilijk lijkt te zijn om als aanbieder van een tijdschrift dat

concurrentiebeperkende tariefstelling van AT5 voor het plaatsen van advertenties (prijsdumping), alsmede volgens Sala vermeende prijsafspraken over de advertentietarieven van AT5

Chilly en Basilicum verzoeken de directeur- generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: de d-g NMa) een onderzoek in te stellen naar een overtreding van artikel 6

Gelet op het bovenstaande is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de Mededingingswet niet van toepassing is op gedragingen

Op 13 februari 1997 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een schrijven ontvangen van de Minister van Economische Zaken waarin deze, op verzoek van

Happy Radio (verder: Happy Radio), respectievelijk de Stichting Radio Octaaf (verder: Radio Octaaf) tot (oorspronkelijke formulering van Happy Radio) 'het geven van een

Het Muzisch Collectief stelt zich dan ook op het standpunt dat door het hanteren van deze aanzienlijk lagere tarieven de concurrentieverhoudingen in ernstige mate worden