• No results found

BESLUIT pagina 1van 2bk0026-98128-1-2007file://E:\archief1998\besluiten\bt\bk0026-9812.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 2bk0026-98128-1-2007file://E:\archief1998\besluiten\bt\bk0026-9812.htm"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 26, Samsom vs Ohra

1. Op 8 januari 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een aanvraag om toepassing van de

Mededingingswet ontvangen. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 van de Mededingingswet.

I Feitelijke achtergrond

1. Volgens de heer drs. R.J. Samsom ("Samsom") zou Ohra

Ziektekostenverzekeringen NV ("Ohra") in strijd met art. 2.1(c) Wet op de Toegang tot ziektekostenverzekeringen ("WTZ"), verzekerden die 65 jaar worden verplichten over te gaan van een particuliere

ziektekostenverzekering naar de zogenaamde Standaard Pakket Polis ("SPP"). Door deze overgang verplicht te stellen zou Ohra particulier verzekerden het wettelijk recht op keuze ontnemen en zo misbruik van haar economische machtspositie maken. Ook zou Ohra eerdergenoemde bepaling verkeerd interpreteren door te stellen dat de overgang naar de SPP slechts kan worden gedaan op de 1e dag van de maand waarin de verzekerde 65 jaar wordt terwijl deze bepaling verzekerden 4 maanden de tijd zou geven om zich bij een verzekeraar aan te melden voor een SPP. 2. Uit de door Samsom overgelegde gegevens blijkt dat deze in 1982 een ziektekostenverzekering bij Ohra heeft afgesloten. In 1990 heeft Ohra de polisvoorwaarden gewijzigd met dien verstande dat invoering van de SPP voor iedere Ohra verzekerde verplicht werd gesteld met ingang van de 1e dag van de maand waarin deze 65 jaar zou worden. De heer Samsom zou van deze wijziging op de hoogte zijn gesteld en hiermee hebben ingestemd nu hij de overeenkomst niet heeft beëindigd binnen 14 dagen na de

ingangsdatum van deze wijziging.

3. Ten gevolge van het feit dat de heer Samsom en Ohra in het najaar van 1997 geen overeenstemming konden bereiken inzake het alsnog afsluiten van een maatschappijpolis voor de periode nadat Samsom 65 jaar zou zijn geworden, is Samsom's ziektekostenverzekering met ingang van 1

december 1997 beëindigd.

II Beoordeling

4. De Mededingingswet is pas op 1 januari jl. in werking getreden. Zowel de aanpassing van de polis waarbij de overgang naar de SPP bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd verplicht werd gesteld als de beëindiging van de ziektekostenverzekering, hebben voor de inwerkingtreding van de Mededingingswet plaatsgevonden. De Mededingingswet is derhalve niet van toepassing op de gewraakte gedraging.

(2)

5. Gelet op het bovenstaande is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de Mededingingswet niet van toepassing is. De aanvraag om toepassing van artikel 24 van de Mededingingswet wordt derhalve afgewezen.

datum: 10 december 1998

w.g. A.W. Kist

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse

mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit vermelde datum.

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

pagina 2 van 2

bk0026-9812

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor wat betreft de vraag of er sprake is van een overtreding van artikel 24 Mw, dient te worden nagegaan of er (i) sprake is van een economische machtspositie en, indien dat

kamers van koophandel en fabrieken (hierna: Besluit heffingen) door de algemene besturen van de individuele kamers vastgesteld en vervolgens op grond van art. 39, eerste lid, Wet

Op de derde plaats moet worden geconstateerd dat het, naar het zich op het eerste gezicht laat aanzien, niet moeilijk lijkt te zijn om als aanbieder van een tijdschrift dat

concurrentiebeperkende tariefstelling van AT5 voor het plaatsen van advertenties (prijsdumping), alsmede volgens Sala vermeende prijsafspraken over de advertentietarieven van AT5

Chilly en Basilicum verzoeken de directeur- generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: de d-g NMa) een onderzoek in te stellen naar een overtreding van artikel 6

Gelet op het bovenstaande is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de Mededingingswet niet van toepassing is op gedragingen

Op 13 februari 1997 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een schrijven ontvangen van de Minister van Economische Zaken waarin deze, op verzoek van

Happy Radio (verder: Happy Radio), respectievelijk de Stichting Radio Octaaf (verder: Radio Octaaf) tot (oorspronkelijke formulering van Happy Radio) 'het geven van een