• No results found

TOT-operatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TOT-operatie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

TOT-operatie

TOT-operatie

De gynaecoloog of uroloog heeft in overleg met u besloten een zogenoemde ‘TOT-operatie’

uit te voeren. TOT is een afkorting van Trans Obturatorius Tape. De operatie wordt vaak toegepast bij inspanningsincontinentie en vindt plaats via de vagina (schede). Het doel van de operatie is het afsluitmechanisme van de blaas te verstevigen. In vergelijking met

andere operaties is deze ingreep minder belastend.

Inspanningsincontinentie

Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten of springen. Inspanningsincontinentie wordt ook wel stressincontinentie genoemd. Met ‘stress’wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt

bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten of plotseling opstaan. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt.

Verhelpt een operatie uw klachten?

De kans dat het urineverlies helemaal verdwijnt is 86 procent. Bij acht procent van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zijn ze niet helemaal droog. Bij zes procent van de vrouwen helpt de operatie niet. Bedenk dus dat er geen garantie op succes is.

De operatie

De operatie wordt uitgevoerd op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik, of met een kortwerkend slaapmiddel in combinatie met plaatselijke

verdoving. Een Trans Obturatorius Tape is een draagband van fijn geweven kunststof hechtmateriaal. Het bandje komt onder de urinebuis te liggen. De blaas ligt achter het

(2)

2

schaambeen. De urinebuis is ongeveer drie tot vier centimeter lang en loopt vanuit de blaas achter het schaambeen naar de uitgang in de voorwand van de vagina. De arts maakt een sneetje in beide liezen en een sneetje midden onder de urinebuis in de voorwand van de vagina. Door dit kleine sneetje in de vagina steekt de arts links en rechts van de urinebuis het bandje door naar de twee sneetjes in de lies; zodanig dat de urinebuis goed is

ondersteund. De twee uiteinden van het bandje worden in de lies uitgeleid. Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens de operatie een antibioticum (een

ontstekingsremmend middel). Bent u overgevoelig voor een bepaald soort antibiotica, vertelt u dit dan vóór de operatie, zodat de arts er rekening mee kan houden.

Na de operatie

Na de operatie gaat u terug naar de verpleegafdeling. Nadat een eventueel ingebrachte vaginale tampon is verwijderd en u zelf heeft geplast, controleert een verpleegkundige met een scan of u de blaas voldoende leegt. Na twee à drie keer plassen lukt dit meestal goed.

Soms moet de katheter een of meerdere dagen in de blaas blijven tot u goed kan plassen.

Het wondje in de vagina kan enkele dagen bloedverlies en/of bloederige afscheiding

veroorzaken. U mag nog dezelfde dag naar huis of de volgende ochtend. U krijgt een recept voor antibiotica mee om een blaasontsteking te voorkomen.

Weer thuis

De eerste weken na de operatie hoeft u niet extra te drinken. Wel is het belangrijk om regelmatig te plassen; tenminste vijf keer per dag.

De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over weerstand’ te plassen. Dat gevoel verdwijnt vanzelf. Wat betreft lichamelijke inspanning moet u alleen zwaar tillen gedurende de eerste twee weken vermijden. Direct na de operatie kunt u weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding uit de vagina is gestopt. Gebruik de eerste twee weken na de operatie geen tampons. Wacht vier weken met seksuele gemeenschap. Fietsen mag weer na twee weken.

Complicaties

De kans op complicaties bij een TOT-operatie is klein; soms treedt een blaasontsteking op.

Het lukt niet om te plassen

Bij sommige vrouwen lukt het na de operatie niet om te plassen; een tijdelijke

blaaskatheter is dan noodzakelijk. Meestal lukt het plassen na een paar dagen wel, maar bij enkele vrouwen (minder dan één procent) blijft de klacht bestaan. Zij moeten leren om zelf de blaas met een katheter leeg te maken.

Urinebuis of blaas is beschadigd

Bij deze zeldzame complicatie wordt de beschadigde blaas of urinebuis, waar een gat in is ontstaan, direct hersteld. U krijgt dan een blaaskatheter en moet langer in het ziekenhuis

(3)

3

blijven. Een beschadiging van de blaas of urinebuis geneest meestal na enige tijd goed.

Aandrang-incontinentie

In de eerste dagen en weken na de operatie ontstaat soms een nieuwe klacht:

aandrangincontinentie. Er is dan zeer vaak aandrang om te plassen. Meestal is dit tijdelijk;

een enkele keer niet.

Controle na de operatie

Meestal wordt de eerste controle na één tot twee weken afgesproken; met name om te kijken of de blaas leeg is.

Tot slot

Heeft u na het lezen nog vragen of opmerkingen, dan kunt u, tijdens kantooruren, de polikliniek Gynaecologie of Urologie bellen.

Contact

Gynaecologie en Verloskunde - Polikliniek T 088 753 11 30

klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:30 - 16:30 uur

Verpleegafdeling - Gynaecologie B20 Polinummer B20

T 088 753 51 20

Ma t/m vr 08:00 - 17:00 uur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

adviseren u twee weken na de operatie te starten met deze medicijnen, op voorwaarde dat de urine helder

Vaak wordt een laparoscopie verricht als het nodig is te weten of de eileiders goed doorgankelijk zijn of bijvoorbeeld wanneer sprake is van buikklachten.. Uw arts heeft met u

Zelfkatheterisatie wordt toegepast als u uw blaas niet meer spontaan kunt legen (retentie*) of niet meer volledig kunt legen (residu*).. Hierdoor blijft er teveel urine in uw

● Urineretentie: in de eerste dagen na de operatie heeft u soms moeite uw blaas voldoende leeg te plassen.. Mocht dit het geval zijn, dan wordt u aangeleerd de blaas zelf leeg te

„We wer- ken immers voor diverse projec- ten samen met de Sint-Egidius- beweging, bijvoorbeeld voor de sociale stages.. Bovendien is dia- loog voor ons

“Een individuele arts kan niet verplicht worden om euthanasie uit te voeren, maar elke instelling moet de mogelijkheid.

Zo zijn er nog veel meer pestsituaties te bedenken waarbij een leerling het slachtoffer is van de handelingen van een groep andere leerlingen (pester en meelopers)?. Er kunnen

Onderdelen die niet door of via de (bouw)ondernemer worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld minderwerk), vallen niet onder de Woningborg Garantie en waar- borgregeling. Daarnaast