Vraag nr. 129 van 20 februari 2001
van mevrouw HILDE DE LOBEL De Lijn – Zwartrijders
In Antwerpen werden naar aanleiding van over-lastklachten door de politie en De Lijn in een geza-menlijk optreden op een middag controles uitge-voerd in een metrostation en een vlakbijgelegen bus- en tramhalte.
Uit deze controles bleek dat gemiddeld 12 à 13 % van de gebruikers niet over een geldig vervoertic-ket beschikte. Tijdens de avondspits liep dit percen-tage luidens krantenberichten nog op tot boven de 20 %.
1. Werden er in andere steden of centra reeds der-gelijke gecoördineerde controleacties uitge-voerd ?
Zo ja, wat waren daar de bevindingen en in hoe-verre wijken ze af van de Antwerpse cijfers ? 2. Heeft De Lijn in het algemeen een zicht op het
percentage "zwartrijders" op haar voertuigen ; bestaan daarover cijfergegevens ?
3. Welke maatregelen worden er genomen ?
Antwoord
1. In andere steden werden geen dergelijke ge-coördineerde controleacties uitgevoerd.
2. Na de fraudemeting van 1996 herhaalt de Vlaamse Vervoermaatschappij jaarlijks een deelmeting van bepaalde aspecten van de frau-d e. Hierfrau-door beschikt frau-de Vlaamse Ve r v o e r m a a t-schappij over een uitgebreid en objectief beeld van de fraude.
Bij de meting bedroeg de gemiddelde fraude voor geheel Vlaanderen 1,7 %. Het fraudeper-centage varieert echter naargelang het tijdstip (piekperiode of dalperiode), naargelang het type voertuig en naargelang de soort lijnen (stadslijnen of streeklijnen).
3. Op basis van de gedetailleerde gegevens organi-seert de Vlaamse Vervoermaatschappij haar controles.
De meeste controles gebeuren waar de hoogste fraudepercentages worden aangetroffen. D e hoge fraudeperecentages in Antwerpen zijn niet representatief voor het hele stadsnet van A n