Vraag nr. 198 van 23 mei 2001
van mevrouw HILDE DE LOBEL OCMW's – Toepassing privacywet
Sinds 1 maart 1995 is de wet "tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens", kortweg de p r i v a cy w e t , met al de uitvoeringsbesluiten van toe-passing.
Deze wet is vrijwel geruisloos op het werkterrein van het OCMW neergedaald. Bij de inwerkingtre-ding was het voor de OCMW's onduidelijk in hoe-verre deze wet een weerslag zou hebben op hun werking met betrekking tot het bijhouden van per-soonsgegevens en bestanden.
Zijn er intussen omzendbrieven verschenen waarin een interpretatie aan deze wet wordt gegeven met betrekking tot de verwerking van gegevens door het OCMW ?
Hebben de OCMW's duidelijke richtlijnen ontvan-gen met betrekking tot het bijhouden van dossiers en bestanden ?
Antwoord
Er zijn geen omzendbrieven vanuit de V l a a m s e Gemeenschap met betrekking tot dit onderwerp naar de OCMW's verzonden.
De Vlaamse regering mag zich immers niet op het terrein van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer begeven.
In hoofdstuk 7 van de (federale) wet van 8 decem-ber 1992 "ter bescherming van de persoonlijke le-venssfeer ten opzichte van de verwerking van per-soonsgegevens" wordt deze commissie opgericht. De bevoegdheden van deze commissie behelzen onder meer het adviseren, het formuleren van aan-bevelingen en het onderzoeken van klachten. Tot op heden zijn er vanwege de OCMW's geen moeilijkheden gesignaleerd.