Vraag nr. 140 van 28 april 2000
van de heer FELIX STRACKX
Instellingen bijzondere jeugdbijstand – Opvangca-paciteit
In verband met de aanpak van jeugdcriminaliteit en jongeren met onaangepast gedrag doen jeugd-rechters met de regelmaat van een klok in de media hun beklag over de ontoereikende opvang-capaciteit in de bijzondere jeugdbijstand. Dit blijkt dus een oud en zeer hardnekkig probleem te zijn. Nochtans gaf de minister reeds enkele malen te kennen hieraan iets te willen doen.
1. Met hoeveel plaatsen is de opvangcapaciteit in de bijzondere jeugdbijstand tijdens deze legisla-tuur reeds uitgebreid ?
Wat is het huidige aantal beschikbare opvang-plaatsen in de open, halfopen en gesloten instel-lingen (graag aantallen per instelling)
2. Klopt het dat in de gesloten instellingen nogal wat jongeren zitten die eigenlijk in de psychia-trie thuishoren ?
Welke stappen heeft de minister reeds onderno-men om deze jongeren naar een voor hen beter geschikte opvangvorm te heroriënteren ? Antwoord
1. In de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand (private voorzieningen)
De opvangcapaciteit in de bijzondere jeugdbij-stand werd in het najaar 1999 uitgebreid met 10 residentiële plaatsen, specifiek voor moeilijk be-geleidbare minderjarigen.
De begroting 2000, programma "bijzondere j e u g d b i j s t a n d " , bevat een bijkomend krediet van circa 300 miljoen voor een verdere uitbouw en diversificatie van het hulpverleningsaanbod (ambulante en residentiële begeleiding, c r i s i s o p-vang en hulp aan specifieke groepen). In het bij-zonder betreffende de aanpak van de jeugdde-linquentie worden maatregelen die een alterna-tief bieden voor opsluiting, verder geïmplemen-t e e r d , bijvoorbeeld hersgeïmplemen-telbemiddeling, l e e r- en o n t h e e m d i n g s p r o j e c t e n , diensten aan de ge-meenschap.
Op basis van de ontvangen aanvragen om er-kenning en projectvoorstellen werkt de admini-stratie momenteel een allesomvattend voorstel uit voor de concrete besteding van deze midde-len tot uitbreiding van het aanbod.
In de afdeling Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere jeugdbijstand
De Vlaamse regering heeft in haar vergadering van 18 februari 2000 beslist haar goedkeuring te hechten aan de optie om, met het oog op het opvangen van de gevolgen van de afschaffing van artikel 53 van de wet betreffende de jeugd-b e s c h e r m i n g, een jeugd-bijkomende jeugd-buffercapaciteit van 10 plaatsen in te richten in de gesloten afde-ling van de gemeenschapsinstelafde-ling De Ke m p e n in Mol.
Per 1 januari 2000 bedroeg de capaciteit in de private sector bijzondere jeugdbijstand 4.904 plaatsen, waarvan 3.161 residentieel.
In de door de Vlaamse Gemeenschap georgani-seerde gemeenschapsinstellingen voor bijzonde-re jeugdbijstand is volgende capaciteit beschik-baar :
– halfopen (jongens) gemeenschapsinstelling De Markt in Mol : 62 ;
– halfopen (jongens) gemeenschapsinstelling De Zande in Ruiselede : 76 ;
– gesloten (jongens) gemeenschapsinstelling De Hutten in Mol : 30 ;
– gesloten (meisjes) gemeenschapsinstelling De Zande in Beernem : 40.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat wegens verbouwingswerken in Ruiselede, 12 plaatsen tijdelijk onbeschikbaar zijn.
2. De meeste jongeren in de gesloten gemeen-schapsinstellingen vertonen aspecten van on-aangepast en disfunctioneel gedrag en bij een aantal jongeren liggen psychiatrische stoornis-sen aan de basis daarvan.
het oog op een medische begeleiding van deze j o n g e r e n , zodat zij veelal als noodoplossing in de gemeenschapsinstellingen worden opgevan-gen.
In de reeds vermelde vergadering van de Vlaamse regering van 18 februari 2000 werd mij ook een mandaat gegeven om met de federale overheid overleg te plegen met het oog op het formuleren van oplossingen, onder meer voor deze problematiek.