Vraag nr. 95
van 25 februari 2000
van de heer FELIX STRACKX Jeugdraad – Hervorming
Uit de verslagen van de vergaderingen van de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap blijkt dat de Jeugdraad zelf van mening is dat hij een nieuwe vorm moet krijgen, op basis van een be-paalde nota die steevast "De ultieme hallucinatie" wordt genoemd.
1. Wat is de inhoud van de nota "De ultieme hal-lucinatie" ?
2. Wa a r, wanneer en door wie is deze nota tot-standgekomen ?
3. Wat is het statuut van deze nota ?
4. Baseert de minister zich op deze nota voor de geplande hervorming van de Jeugdraad ? 5. Welke criteria hanteert de minister om de
ob-jectiviteit van de Jeugdraad (die nu ver te zoe-ken is) in de toekomst te waarborgen ?
Antwoord
1. In de nota "De ultieme hallucinatie" wordt aan-dacht geschonken aan de samenstelling van de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap, d e opdracht en de functies, de legitimiteit, de com-municatie en de ondersteuning.
Een eerste belangrijke wijziging die in de nota wordt voorgesteld, betreft de opdracht : d e Jeugdraad zou met name ook het vertegen-woordigingswerk in de internationale jeugdfora op zich nemen, onder meer in het Europees Je u g d f o r u m . Wat nu nog het Vlaams Platform voor Internationaal Jongerenwerk (VPIJ) is, zou een vaste commissie binnen de Je u g d r a a d worden.
Wellicht de belangrijkste wijziging is de manier waarop de Jeugdraad zal worden samengesteld, namelijk via rechtstreekse verkiezingen door een kiescollege, dat niet meer uitsluitend uit vertegenwoordigers van het landelijk jeugdwerk zal bestaan. Bij de samenstelling wordt gepleit voor een sterk engagement en grote deskundig-heid van de kandidaat-leden. Een aantal criteria blijft dwingend : de man-vrouwverhouding, d e leeftijd (2/3 moet jonger dan 35 zijn) en een
mi-nimale aanwezigheid van ideologische en filoso-fische strekkingen, waarbij ook de organisaties die bij geen enkele koepel of strekking behoren een garantie krijgen.
Er wordt tevens voor gepleit om de voorzitter en de ondervoorzitters van de Jeugdraad hun sturende rol ten volle te laten spelen. D a a r t o e wordt het nodig geacht hen ten minste halftijds vrij te stellen.
De nota "De ultieme hallucinatie" vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger als bijlage. 2. De Jeugdraad heeft in overleg met mijn
voor-ganger aan de heer Bart Van Bouchaute (Socia-le Hogeschool KVMW Gent) gevraagd een voorstel te formuleren met het oog op een nieu-we samenstelling.
De nota was het resultaat van maandenlange g e s p r e k k e n , discussies en vergaderingen. Z i j geeft de stand van zaken weer na een discussie-ronde met de projectgroep "Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap" over een nieuwe sa-m e n s t e l l i n g. Die projectgroep bestond uit een vijftiental diverse, voor het jeugdwerk represen-tatieve partners. Op een bijzondere vergadering van de Jeugdraad op 16 november 1998 werd de nota "De ultieme hallucinatie" unaniem goed-gekeurd.
3. De nota was bedoeld als basis voor overleg – tussen de Jeugdraad en de overheid – over een nieuwe samenstelling.
4. In mijn beleidsnota pas ik de hervorming van de Jeugdraad in, in een positief en geïntegreerd j e u g d b e l e i d . Om dat te kunnen waarmaken, i s een reorganisatie van de Jeugdraad noodzake-l i j k . De bestaande Jeugdraad is uitsnoodzake-luitend een j e u g d w e r k r a a d . De Jeugdraad moet worden verruimd en hervormd, opdat hij met voldoende deskundigheid de opmaak en de implementatie van een Vlaams geïntegreerd jeugdbeleidsplan kan opvolgen. Een onderdeel van de hervormde Jeugdraad blijft uiteraard de thematiek van het jeugdwerk in Vlaanderen opvolgen.
Daarenboven is momenteel binnen de Je u g d r a a d een werkgroep actief die concreet een voorstel aan het uitwerken is, binnen de geest van de lo-pende werkzaamheden van het jeugdwerkbe-l e i d s p jeugdwerkbe-l a n . De afspraak is dat de Jeugdraad naar mij terugkoppelt, vanaf het ogenblik dat zijn denkwerk concrete vorm begint aan te nemen. 5. De objectiviteit en de goede werking van de
Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap wor-den gegarandeerd door het decreet van 24 maart 1982 houdende oprichting van een Je u g d-raad voor de Vlaamse Gemeenschap.
