• No results found

Vraag nr. 159 van 25 maart 1997 van de heer FELIX STRACKX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 159 van 25 maart 1997 van de heer FELIX STRACKX"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 159 van 25 maart 1997

van de heer FELIX STRACKX

Neutraliteit gemeenschapsonderwijs – A f f i ch e s Objectief 479.917

In sommige scholen van het gemeenschapsonder-wijs (waaronder onder andere het A t h e n e u m Redingenhof in Leuven) hangen wervingsaffiches van Objectief 479.917. Het zal de minister niet onbekend zijn dat deze vereniging een van de man-telorganisaties is van de maoistische PVDA (Partij van de Arbeid).

1. Wordt het neutraliteitsbeginsel van het gemeen-schapsonderwijs hier niet met voeten getreden ? 2. Wat zijn de mogelijke sancties ?

3. Hoeveel overtredingen van dit neutraliteitsbe-ginsel werden in de laatste drie jaar vastgesteld en welke sancties werden er getroffen ?

Antwoord

1. In uitvoering van het artikel 32 van het bijzon-der decreet van 19 december 1988 op de A R G O, heeft de Centrale Raad een neutrali-teitsverklaring voor het gemeenschapsonderwijs opgesteld, rekening houdend met de grondwet-telijke tekst. De tekst van de neutraliteitsverkla-ring van het gemeenschapsonderwijs stelt onder meer het volgende :

"Het (gemeenschapsonderwijs) stimuleert en begeleidt de leerlingen en studenten trouwens bewust tot persoonlijke oordeelsvorming door het opwekken en het in opbouwende zin ont-wikkelen van kritisch inzicht. Het maakt hun jonge geest ontvankelijk voor de veelzijdighei-den verscheiveelzijdighei-denheid van waarveelzijdighei-den in de samen-leving, zodat zij de mensen in hun eerlijke over-tuiging gaan eerbiedigen en gepaste belangstel-ling voor ieders denk- en gevoelswereld kunnen opbrengen."

En verder : "Indien de opvoedings- of onder-wijssituatie daartoe aanleiding geeft, kunnen zij (dit zijn degenen die betrokken zijn bij de ont-wikkelingsbegeleiding) vrij hun persoonlijk engagement doen kennen, maar op bedachtza-me wijze, wat betekend dat zij zich zeker ont-houden van elke vorm van indoctrinatie en/of proselitisme."

Tot slot kan op de volgende passus worden gewezen : "De bij de ontwikkelingsbegeleiding betrokken personen nemen alvast iedere gele-genheid te baat om de leerlingen en studenten de ideologische, culturele, religieuze, filosofische en ethnische waarden bij te brengen die een pluralistische beschaving in het algemeen ken-merken :

– eerbied voor de rechten van de mens en voor de specifieke rechten van het kind ;

– zin voor beredeneerde verantwoordelijk-h e i d , voor recverantwoordelijk-htvaardigverantwoordelijk-heid en voor eerlijk-heid ;

– inzet voor het algemeen welzijn en voor menselijke solidariteit ;

– verdediging van de democratie en eerbied voor minderheden ;

– respect voor het pluralistisch waardenpa-troon ;

– actieve verdraagzaamheid."

Verder verwijs ik naar het VN-verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, waar artikel 29.1, d stelt :

"De Staten die partij zijn, komen overeen dat het onderwijs aan het kind dient te zijn gericht op de voorbereiding van het kind op het dragen van verantwoordelijkheid in een vrije samenle-v i n g, in de geest samenle-van begrip, samenle-v r e d e, samenle-v e r d r a a g-zaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriend-schap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking".

Het neutraliteitsbeginsel verhindert dus niet dat problemen inzake ideologische overtuigin-gen van de mens aan de orde komen in het g e m e e n s c h a p s o n d e r w i j s. Uiteindelijke grond-slag hiervoor zijn immers internationale verdra-gen en intern-rechtelijke wettelijke bepalinverdra-gen die het onderwijs met een specifieke opdracht bekleden binnen de democratische rechtsstaat en de pluralistische samenleving. Wel dient dit te gebeuren binnen de principes van bovenver-melde neutraliteitsverklaring. Er worden mij door de Vlaamse volksvertegenwoordiger geen gegevens naar voren gebracht waaruit blijkt dat die geschonden zou zijn.

2. Conform artikel 9 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde

(2)

personeelsleden van het gemeenschapsonder-w i j s, moeten de personeelsleden de neutraliteit in acht nemen en aan het pedagogische project van het gemeenschapsonderwijs gestalte geven. Inbreuken hierop kunnen worden gesanctio-neerd met een tuchtstraf uit artikelen 61 van voormeld decreet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de verslagen van de vergaderingen van de Jeugdraad voor de Vlaamse Gemeenschap blijkt dat de Jeugdraad zelf van mening is dat hij een nieuwe vorm moet krijgen,

Zoals vooraf werd overeengekomen met de orga- nisatoren zijn alle extra kosten van inzet van perso- neel en materieel die het optreden met zich mee- bracht voor hun rekening ; ook

Het decreet van 5 april 1995 betreffende de profy- laxe van besmettelijke ziekten voert voor bepaalde door kiemen veroorzaakte ziekten een aangifte- plicht in voor artsen en

besmettelijkheid van de ziekte door de behan- deling gevoelig kan worden verminderd, gebeurt de profylaxe hier nog altijd best door de behandelend arts zelf, die

Verheyen An VVKSM (Vlaams Ver- bond van Katholieke Scouts en Meisjesgidsen) Namens organisaties van het Forum voor Plura- listisch Jeugdwerk.. Feys Jan Pedagogisch Instituut

In 1997 werden door het Bloso twee sportdagen georganiseerd gericht op de integratie van migran- tenmeisjes en migrantenvrouwen : op 27 september 1997 in Lokeren in het stedelijk

Uit gegevens van een door In Petto uitgevoerd onderzoek betreffende Den V r i j e n Courant blijkt dat zeer weinig scholen of PMS- centra het blad helpen verspreiden, en dat

Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) in Leuven werd belast met een onderzoek naar de omvang, de aard, de evolutie, de determinanten en de sociale gevolgen van de studiekosten