• No results found

Vraag nr. 45 van 17 december 1997 van de heer FELIX STRACKX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 45 van 17 december 1997 van de heer FELIX STRACKX"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 45

van 17 december 1997

van de heer FELIX STRACKX

Besmettelijke ziekten – Aangifteplicht (2)

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 23 van 30 oktober 1997 deelde de minister mee welke besmettelijke ziekten artsen en hoofden van klini-sche laboratoria moeten melden aan de V l a a m s e overheid (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 6 van 15 december 1997, blz. 753-754 – red.).

Twee vaststellingen roepen bijkomende vragen op. 1. HIV valt blijkbaar niet onder de meldingsplicht.

Wat is daarvoor de reden ?

2. Hepatitis C valt wel onder de meldingsplicht, maar het aantal meldingen lijkt mij erg laag (106 in 1996) in vergelijking met het aantal besmette personen, dat in België op 100.000 wordt geschat. Er zouden ook jaarlijks 6.000 tot 10.000 nieuwe besmettingen bijkomen.

Heeft de minister een verklaring voor dit toch wel zeer lage aantal meldingen ?

Antwoord

1. De vraag waarom HIV-besmetting niet onder de meldingsplicht valt, lijkt volledig logisch, gezien de ernst en het belang van deze aandoe-ning voor de volksgezondheid. Toch is het een verantwoorde keuze geweest deze ziekte niet aangifteplichtig te maken.

Het decreet op de profylaxe van de besmettelij-ke ziekten beoogt immers de overheid de moge-lijkheid te bieden in een aantal gevallen profy-lactische maatregelen te treffen na aangifte van ziekten die zich hier bijzonder toe lenen. H e t gaat dan in de regel om maatregelen die de praktijk van de behandelend arts overstijgen : b r o n o p s p o r i n g, c o n t a c t t r a c i n g, b e h a n d e l i n g waartoe de gezondheidsinspecteur de patiënt kan verplichten met het oog op het bestrijden van de besmettelijkheid.

Bij aids of bij HIV-besmetting zouden dergelij-ke maatregelen geen effect hebben op de ver-spreiding van de ziekte. Hoewel door de laatste verworvenheden van de geneeskunde de

besmettelijkheid van de ziekte door de behan-deling gevoelig kan worden verminderd, gebeurt de profylaxe hier nog altijd best door de behandelend arts zelf, die binnen de vertrou-wenssfeer van zijn consultatie via counceling de patiënt tot veilig (seksueel) gedrag moet bren-gen om aldus zijn contacten tebren-gen infectie beschermen.

Dit is dan ook de reden om voor deze ziekte geen aangifteplicht in te stellen :de tussenkomst van de gezondheidsinspecteur zou hier slechts een verstorend element zijn in de voor de pre-ventie noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt.

Wel blijf ik erop aandringen dat elk geval van aids of HIV-besmetting wordt aangegeven aan het nationaal A i d s r e f e r e n t i e c e n t r u m , dat zijn zetel heeft op het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV), en dit om de mogelijkheid te bieden de evolutie van de epi-demie te volgen. Deze aangifte gebeurt ano-niem en op vrijwillige basis.

De verplichte aangifte beoogt immers geenszins het verzamelen van epidemiologische gegevens. Het is in het verleden en ook in de ons omrin-gende landen duidelijk gebleken dat zij hiertoe een zeer ongeschikt instrument is.

2. Vooreerst moet ik erkennen dat de aangifte-plicht in België nog steeds op een zeer onvolko-men wijze wordt ingevuld. Bij een onderzoek naar de incidentie van hepatitis die in 1991 en 1992 via de huisartsenpeilpraktijken door het WIV werd uitgevoerd, werd voor deze ziekten de aangifte in Vlaanderen op circa 15 % en in Wallonië op circa 8 % geraamd. Ook al is sinds de invoering van het decreet van 5 april 1995 betreffende de profylaxe van de besmettelijke ziekten een verbetering ingetreden, dan nog blijft onderaangifte waarschijnlijk.

Daarbij moet men rekening houden met het zeer insidieuze karakter van hepatitis C : d e meeste infecties gebeuren asymptomatisch. D e patiënt zal dan ook meestal niet zijn arts consul-teren voor een ziekte die niet onmiddellijk klachten veroorzaakt. Ook zullen eventuele ziektetekens op zich niet toelaten de diagnose te stellen. Dit kan slechts na specifieke labora-t o r i u m o n d e r z o e k e n , die nielabora-t allabora-tijd worden uilabora-t- uit-gevoerd.

Uit het bovenvermeld onderzoek door de huis-artsenpeilpraktijken werd in 1991 de incidentie

(2)

op 3 gevallen per 100.000 inwoners geraamd. Dit zou dus voor België 300 gediagnosticeerde gevallen betekenen.

Ik vermoed dan ook dat het aangehaalde cijfer een raming is die is afgeleid van de prevalentie-cijfers. Bij een prevalentieonderzoek dat in 1994 in Vlaanderen werd uitgevoerd, werd deze voor hepatitis C op 0,87 % geschat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit project wordt daarentegen een rationele aanpak beoogd, door middel van getuigenissen die zijn gesteund op analyse en verantwoording van het eigen handelen vanuit bepaalde

In zijn omzendbrief BA 95/11 van 11 augustus 1995 dringt de minister aan op de uitvoering van zijn omzendbrief van 22 juli 1993 betreffende de schuld- ratio van de steden

Onlangs werd door de Vlaamse regering in opvol- ging van de heer Paul Devlies, de heer Carl Devlies aangesteld als bestuurder van de Vlaamse Maat- schappij voor watervoorziening

De Vlaamse regering is niet op de hoogte van het aantal keren dat het Hof van deze mogelijkheid heeft gebruikgemaakt?. Deze bepaling dient om de rechten van de perso- neelsleden

Zoals vooraf werd overeengekomen met de orga- nisatoren zijn alle extra kosten van inzet van perso- neel en materieel die het optreden met zich mee- bracht voor hun rekening ; ook

Het decreet van 5 april 1995 betreffende de profy- laxe van besmettelijke ziekten voert voor bepaalde door kiemen veroorzaakte ziekten een aangifte- plicht in voor artsen en

Verheyen An VVKSM (Vlaams Ver- bond van Katholieke Scouts en Meisjesgidsen) Namens organisaties van het Forum voor Plura- listisch Jeugdwerk.. Feys Jan Pedagogisch Instituut

Zo ja,onder welke begrotingspost en ten belope van welk bedrag (graag cijfers voor 1995 en 1996) wordt In Petto gesubsidieerd?. Wat zijn de doelstellingen van