Vraag nr. 101 van 1 april 1998
van de heer MARC OLIVIER
EU-uitbreiding – Economische gevolgen
De voorzitter van de Europese Commissie, Ja c q u e s S a n t e r, stelde op 16 juli 1997 de mededeling "Agenda 2000" voor aan het Europees Parlement. Zij bevat de gedetailleerde strategie van de Com-missie voor de versterking en de uitbreiding van de Unie in de beginjaren van de 21ste eeuw.
Een van de belangrijke aspecten is de uitbreiding van de Unie in oostelijke richting, tot aan de gren-zen van Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië. Ondertussen zijn de eerste kandidaat-lidstaten van de EU bekend, met name : H o n g a r i j e, Po l e n , E s t-land, Tsjechië, Slovenië en Cyprus.
Deze uitbreiding kan belangrijke gevolgen hebben voor de Vlaamse economie, voornamelijk voor de arbeidsintensieve sectoren die weinig technologi-sche inzet vragen.
1. Werden reeds studies uitgevoerd over de moge-lijke gevolgen van de uitbreiding van de EU in oostelijke richting voor de Vlaamse economie en zo ja, door wie ?
2. Wat zijn de resultaten van die studies ? We l k e sectoren uit onze economie worden bedreigd door de uitbreiding ?
3. Zijn er terzake (Europese) begeleidingsmaatre-gelen noodzakelijk ?
Antwoord
Vanuit de Vlaamse regering werd totnogtoe geen specifieke opdracht tot studies gegeven inzake de mogelijke gevolgen voor de Vlaamse economie van de uitbreiding van de Europese Unie in oostelijke r i c h t i n g. De beoogde integratie van een aantal Oost-Europese staten en de mogelijke consequen-ties daarvan, worden evenwel van nabij opgevolgd door de Europese Commissie en, wat bepaalde aspecten betreft, door de Vlaamse administratie. Dit is onder meer het geval voor de mogelijke weerslag op de volgende vlakken.
– De hervorming en werking van de Europese Structuurfondsen
Voor de periode 2000-2006 zal het Europese Structuurbeleid kunnen beschikken over circa
280 miljard ECU, waarvan een enveloppe van 45 miljard ECU wordt gereserveerd voor de geleidelijke integratie van de toetredende lan-den. Voor het einde van het jaar zal de werking van de structuurfondsen worden hervormd om meer rekening te kunnen houden met de nieu-we situatie. Een overgangsregeling voor de gebieden die niet langer voor steunverlening tij-dens de nieuwe periode in aanmerking komen, moet deze gevolgen gedeeltelijk opvangen.Aan de SERV (Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen) en het Steunpunt WAV (Werkgele-genheid, Arbeid en Vorming) werd de opdracht gegeven na te gaan welke gevolgen dit kan heb-ben voor de Vlaamse regio's die op dit ogenblik Europese steun genieten.
– De herziening van het gemeenschappelijk land-bouwbeleid
Zowel op Europees als op federaal vlak werden de gevolgen van de uitbreiding op de Europese landbouw bestudeerd. Bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal rekening worden gehouden met de gevolgen van de toetreding. Voor een Vlaamse slagkrach-tige landbouw zal een kader moeten worden g e c r e ë e r d , waarbij de verdere technologische ontwikkeling, de voorlichting en de begeleiding van bedrijven een belangrijke plaats zullen innemen.
De toetreding van de Oost-Europese kandidaat-landen tot de Europese Unie zal zorgen voor nieu-we uitdagingen en kansen. Door het uitbreiden van de gemeenschappelijke markt, en eventueel zelfs de economische en monetaire unie, zal de concur-rentie binnen Europa toenemen. Aan de andere kant worden evenzeer een aantal nieuwe markten o p e n g e g o o i d , waar onze ondernemingen kansen kunnen grijpen.