• No results found

Vraag nr. 180 van 8 januari 1998 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 180 van 8 januari 1998 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 180 van 8 januari 1998

van de heer MARC OLIVIER

Gillekes Hof Erpe-Mere – Bescherming – Leeg-standsheffing

Het "Gillekes Hof" in Erpe-Mere (kadastraal bekend afdeling 1 sectie B perceelnummer 629, 6 2 1 a ) , een vanuit ruraal-ambachtelijk oogpunt beke-ken waardevolle hofstede gebouwd tussen 1750 en 1 8 5 0 , wordt momenteel bedreigd door de sloopha-m e r. De oorzaak is te zoeken in de leegstands-heffing die wordt opgelegd bij toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (gewijzigd bij decreet van 20 december 1996 houdende bepalin-gen tot begeleiding van de begroting 1997).

Het pand werd in huur genomen door de V Z W "Vrienden van Honegem", die er haar collectie his-torisch landbouwmateriaal in onderbrengt. Het is de bedoeling van vermelde VZW om het ganse Honegemgebied te vrijwaren en er de natuurlijke en historische rijkdom van te ontsluiten. H e t gebied waar het goed gelegen is, is overigens een beschermd landschap. Voor de hoeve zelf werd een procedure tot wettelijke bescherming ingeleid. Door diverse heemkringen, alsmede door de over-koepelende VZW Verbond voor Heemkunde, wordt aangedrongen op het behoud van deze waar-devolle hoeve.

1. Heeft de administratie reeds een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid en opportuni-teit van dit dossier ? Zo ja, wat zijn de resulta-ten van dit onderzoek ?

2. Kan zulk gebouw onder de leegstandsheffing vallen volgens de bepalingen van het decreet ? Zo ja, waarom is er niet voorzien in ruimere vrijstellingsgronden voor het waardevol maar niet beschermd ruraal, ambachtelijk of indus-trieel-archeologische erfgoed ?

3. Welke maatregelen heeft de minister eventueel reeds genomen om vermelde waardevolle hoeve voor afbraak te behoeden ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.

Antwoord

1. Het betrokken onroerend goed werd op 3 juni 1997 opgenomen in de inventaris van leegstaan-de en/of verwaarloosleegstaan-de bedrijfsruimten ; h e t registratierecht werd door de administratie op 9 juni 1997 aan de eigenaar betekend. Op 8 juli 1997 werd beroep aangetekend door de eige-naar van de bedrijfsruimte. Uit een plaatsbe-zoek op 4 september 1997 is gebleken dat het betrokken onroerend goed niet alleen volledig l e e g s t a a t , maar eveneens kenmerken van ver-waarlozing vertoont. Bij ministerieel besluit van 21 oktober 1997 wordt het beroep van de eige-naar van de geregistreerde ruimte tegen de regi-stratie verworpen.

2. Enkel bedrijfsruimten die in het kader van het decreet van 3 maart 1976 zijn beschermd als monument of als stads- of dorpsgezicht, of die bij ministerieel besluit zijn opgenomen in een ontwerp van lijst tot bescherming in het kader van dit decreet, zijn uitgesloten van de toepas-sing van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997. Het betrokken onroerend goed werd niet beschermd als monument en is, i n tegenstelling tot wat de Vlaamse volksvertegen-woordiger meldt, niet gelegen binnen de gren-zen van het bij ministerieel besluit van 24 juni 1992 beschermd landschap "Honegem-Sole-gem-Sint-Appolonia".

Het decreet voorziet niet in vrijstellingsgronden voor waardevol maar niet beschermd ruraal, ambachtelijk of industrieel-archeologisch erf-goed. De strikte en correcte toepassing van een decreet is immers slechts mogelijk wanneer bin-nen dat decreet wordt uitgegaan van duidelijk-heid en welomschreven bepalingen. Wa n n e e r een bedrijfsruimte is beschermd als monument, is die welomschreven bepaling aanwezig en is er eveneens duidelijkheid. Deze gegevens zijn dui-delijk afwezig indien men spreekt van waarde-vol maar niet beschermd ruraal, ambachtelijk of industrieel-archeologisch erfgoed.

3. Indien de eigenaar tot renovatie en ingebruik-name wenst over te gaan, kan hij uiteraard, zodra de werken zijn voltooid en het gebouw effectief voor minstens de helft van de totale vloeroppervlakte in gebruik is genomen, e e n schrapping uit de inventaris aanvragen, gestaafd door een verklaring van de burgemeester die de beëindiging van de leegstand en/of verwaarlo-zing bevestigt.Stellen dat de betrokken bedrijfs-ruimte wordt bedreigd door de slopershamer is

(2)

sterk overdreven ; het is immers geenszins de bedoeling van het decreet om aan te sturen op afbraak van de geregistreerde bedrijfsruimten, doch wel om renovatie en effectieve ingebruik-name te stimuleren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gegevens met betrekking tot het aantal Frans- taligen die in de Zuid-West-Vlaamse grens- streek in de door de Vlaamse overheid erkende rusthuizen verblijven, zijn niet

De bijlage 2 bevat enerzijds voor het schooljaar 1993-1994 en anderzijds voor het schooljaar 1997-1998 een overzicht per betrokken gemeen- te in de provincie West-Vlaanderen én

Het eerste project werd uitgevoerd door NV Ondernemingen Jan De Nul uit Aalst en had tot doel het uitwerken van een systeem voor het reini- gen van baggerspecie waarvan

Concluderend zou ik willen stellen dat een auto- matische autopsie in geval van plotse dood bij zui- gelingen een wijze maatregel is en een aantal pre- ventieve acties mogelijk

De begeleiding van ADHD vergt dus een specifieke opvang waarbij de patiënten worden gescreend en een duidelijke diagnose wordt gesteld voor de gedragsstoornissen1. Daarna

Is er kijk- en luistergeld verschuldigd voor reeds verstreken jaren, of wordt er amnestie verleend tot een bepaalde datum.. Waarom worden caravaneigenaars niet defini- tief

In de omzendbrief BA 98/02 van 31 maart 1998 wij- zen de Vlaamse ministers Martens en Peeters op het probleem dat in de lokale besturen geregeld hoger gediplomeerden deelnemen aan

Welke mogelijkheden bestaan er binnen het Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) om deze schade voor land- en tuinbouwers enigszins te milderen?. Kan er een uitstel worden verleend