Vraag nr. 135 van 16 juni 1998
van de heer MARC OLIVIER
Noodweerschade land- en tuinbouw – Landbouw-investeringsfonds
In het weekend van 6 en 7 juni 1998 werd de regio Zuid-West-Vlaanderen getroffen door ongekend noodweer. Ook op donderdag 11 juni 1998 kreeg de streek zware stortregens te verduren.
Dit heeft enorme schade veroorzaakt in de land-en tuinbouwsector. Vooral serres land-en de jonge akkervruchten werden definitief vernietigd.
Op federaal vlak werd ondertussen een tegemoet-koming gevraagd van het Rampenfonds.
1. Welke mogelijkheden bestaan er binnen het Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) om deze schade voor land- en tuinbouwers enigszins te milderen ? Kan er een uitstel worden verleend voor terugbetaling van leningen ?
2. Heeft de Vlaamse regering initiatieven geno-men om dit voor een bepaald geografisch omschreven gebied toe te staan ? Indien ja, aan welke gemeenten wordt daarbij concreet gedacht ?
Antwoord
Met betrekking tot faciliteiten van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds ben ik bereid voor de verantwoorde gevallen onmiddellijk een vrijstel-ling van aflossing op de lopende investeringskre-dieten met VLIF-tegemoetkoming toe te staan, in eerste instantie zonder extra kosten voor het VLIF. Na een grondige evaluatie van de toestand en rekening houdende met de mogelijkheden binnen het concurrentiebeleid van de Europese Unie, kan vervolgens worden nagegaan of bijkomende maat-regelen noodzakelijk zijn.