Vraag nr. 63 van 22 maart 1999
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL VRT-berichtgeving – Wetsontwerp seksuele be-scherming minderjarigen
De berichtgeving van de nieuwsdiensten van VRT-radio en VRT-televisie over de behandeling in de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het "wetsontwerp over de seksuele bescherming van de minderjarigen" liet heel wat te wensen over. Op woensdagavond 17 maart en donderdagmorgen 18 maart jongstleden werd bij de berichtgeving zowel op radio als televisie, wat de oppositiepartij-en betreft, alleoppositiepartij-en aandacht besteed aan de VU oppositiepartij-en de VLD. Nochtans weet iedereen dat vooral het Vlaams Blok aan de basis lag van het verzet tegen het wetsontwerp. In diverse krantenartikels wordt trouwens duidelijk verwezen naar de rol van het Vlaams Blok in deze.
Op donderdag 18 maart, wanneer bekend was dat het wetsontwerp opnieuw naar de commissie was verwezen en er dus eigenlijk een kleine regerings-crisis was uitgebroken, waardoor dit item nog meer nieuwswaarde kreeg, werd er in het televisiejour-naal van 20.00 uur en in het laatavondjourtelevisiejour-naal niet de minste aandacht meer aan besteed. In de meeste kranten van 19 maart is deze politieke gebeurtenis van betekenis nochtans het onderwerp voor de be-langrijkste artikels.
Ook tijdens de uitzending van "De zevende dag" op 21 maart werd het Vlaams Blok geweerd uit het debat.
Kan de minister meedelen of manipulatie, dan wel onbekwaamheid aan de basis ligt van deze gebrek-kige berichtgeving ?
Antwoord
In antwoord op de gestelde vraag deelt de VRT het volgende mee.
Radio
De radionieuwsdienst heeft wel degelijk melding gemaakt van het verzet van het Vlaams Blok tegen het wetsontwerp over de seksuele bescherming van minderjarigen.
Op woensdagavond 17 maart werd melding ge-maakt van de tegenstem van het Blok. Hét nieuws
die dag was dat twee andere oppositiepartijen zich kantten tegen het voorstel. Op donderdag 18 maart werd bericht dat ook een meerderheidspartij zich tegen het voorstel verzette. Tijdens de "Actueel"-uitzending van 24 maart werd uitdrukkelijk gewe-zen op de rol van het Vlaams Blok in de parlemen-taire discussie.
Televisie
1. De berichtgeving over het wetsontwerp inzake de seksuele bescherming van de minderjarigen op 17 en 18 maart was evenwichtig en correct. Niet het Vlaams Blok, maar wel de Franstalige regeringspartij PS lag aan de basis van de nieuwswaarde die dag. Er was overigens geen sprake van een "kleine regeringscrisis", wel van onenigheid tussen de fracties van de meerder-heid in de Kamer, waarna het ontwerp opnieuw naar de commissie werd verwezen.
2. Het standpunt van het Vlaams Blok over het wetsontwerp was al heel wat langer bekend. Overigens heeft het Vlaams Blok bij monde van Alexandra Colen ruimschoots de tijd gehad om dit standpunt kenbaar te maken in het program-ma "De zevende dag" op zondag 3 program-maart 1999. Het Vlaams Blok werd dan ook niet meer opge-nomen in het panel voor het debat in "De ze-vende dag" van 21 maart.
3. Ten slotte wijst de VRT-redactie op haar decre-taal vastgelegde autonomie.
Het is aan de redactie om te bepalen wie wel en niet aan bod komt. Onpartijdigheid en nieuws-waarde zijn de criteria. Maar onpartijdigheid betekent niet dat alle partijen over elk onder-werp in alle uitzendingen aan bod moeten komen.