Vraag nr. 82
van 18 november 1997
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL Taalgebruik in bestuurszaken – Disciplinaire straf-fen
Artikel 57 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuursza-ken bepaalt het volgende :
"De gezagsdragers en ambtenaren die door beve-len of handelingen de bepalingen van deze gecoördineerde wetten omzeilen of pogen onge-daan te maken worden disciplinair gestraft. Wa n-neer de overtreder behoort tot het personeel van een provincie, een gemeente of een andere gede-centraliseerde dienst en de overheid aan wie de disciplinaire macht is opgedragen geen sanctie toe-p a s t , die in verhouding is tot de ernst van het ver-g r i j p, kan de Koninver-g in de plaats de tuchtstraf uit-spreken ; dezelfde macht wordt toegekend aan de gouverneur ten opzichte van het personeel van gemeenten met minder dan tienduizend inwoners en van de gedecentraliseerde of zelfstandige open-bare diensten die er in gemeentelijk verband hun taak vervullen."
Kan de minister mij meedelen of dit artikel door enige Vlaamse instantie reeds werd toegepast ? Zo ja, om welk soort gezagsdragers of ambtenaren gaat het ?
Welke waren de straffen die werden uitgesproken ? Door wie werd de straf uitgesproken ?
Hebben de minister of zijn voorganger reeds een tuchtstraf uitgesproken in de plaats van een gemeentebestuur of een gedecentraliseerde dienst om de sanctie in verhouding tot het vergrijp te brengen ? Zo ja, in welke gevallen ?
Aanvullend antwoord
Zoals aangekondigd in het antwoord verschenen in het Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 8 van 30 januari 1998, b l z .1 1 2 9 , heb ik bijkomende infor-matie ingewonnen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en bij de verschillende Provinciale Gouvernementen bij de administratie Binnenland-se Aangelegenheden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.