Vraag nr. 41
van 26 november 1996
van de heer DOMINIEK LOOTENS-STAEL BRTN exit-poll 1995 – Brussel
Op vraag van de BRTN werd door het Interuniver-sitair Steunpunt Politiek-Opinieonderzoek (ISPO) op 21 mei 1995 een exit-poll georganiseerd. D i e was beperkt tot Vlaanderen en Halle-Vilvoorde. Kan de minister mij meedelen waarom de Brus-sels-Vlaamse kiezers, die toch ook volwaardige kie-zers zijn en een segment uitmaken van het V l a a m-se kiespubliek, niet bij deze exit-poll werden betrokken ?
Antwoord
De BRTN deelt mij mee dat de exit-poll bij de ver-kiezingen van 21 mei 1995 werd uitgevoerd door het Interuniversitair Steunpunt Po l i t i e k - O p i n i e o n-derzoek op vraag en op kosten van de BRTN. Na de berekening van de globale kostprijs van het project bleek een wetenschappelijk verantwoorde studie die zowel op Vlaanderen als op Brussel s l o e g, geen haalbare kaart te zijn. Gezien het aantal Brusselse Vlamingen en de grote keuze tussen het aantal partijen (zowel Nederlands- als Fr a n s t a l i g ) was er enkel en alleen voor Brussel een erg grote steekproef noodzakelijk van ongeveer 20.000 per-s o n e n . Een kleinere per-steekproef in Bruper-sper-sel zou de wetenschappelijke waarde van de exit-poll zwaar hebben aangetast. Maar de kosten voor een derge-lijke steekproef waren zo gigantisch dat de BRT N indertijd besliste om de exit-poll te beperken tot het Vlaams Gewest. Enkel en alleen de kostprijs is doorslaggevend geweest om de Vlaamse kiezers in Brussel niet bij het onderzoek te betrekken.
Bij de bekendmaking van de resultaten is telkens aangegeven dat de exit-poll niet in Brussel werd g e h o u d e n . Ondanks deze ontegensprekelijke lacu-ne in het onderzoek meent de BRTN toch dat de resultaten ervan voldoende interessant en geloof-waardig zijn.