Stageverslag masterstage Kunsten Cultuur en Media Welcome to The Village
Naam: Tim Bakker
Stagebedrijf: Welcome to The Village Stagebeleider: Bernou Ozinga
Stagedocent: Drs. L.D.M.E. (Lucia) van Heteren Stageperiode: April t/m juli 2016
Inhoudsopgave
Voorwoord ... 3
De organisatie ... 4
Missie van het festival ... 5
Functie en taakomschrijving... 6
Uitvoering van taken ... 7
Het bijwonen van en meedoen aan productievergaderingen, hiervan notulen maken en naar aanleiding hiervan de planning bijhouden ... 7
Verwerking van programma-ideeën van externen ... 8
DORP ... 8
Tijdens de DORP-week en het festival ... 10
Evaluatie ... 11
Nawoord ... 16
Bibiografie ... 17
Voorwoord
De organisatie
Welcome to The Village is een multidisciplinair festival dat voor het eerst georganiseerd werd in 2013 op recreatieterrein de Groene Ster in Leeuwarden. Het initiatief ervoor ontstond vanuit de organisatie van podium Asteriks dat, net als inmiddels het kantoor van Welcome to The Village, gevestigd is in voormalige gevangenis de Blokhuispoort. Podium Asteriks is “podium dat zich richt op aanstormend talent. Het biedt wekelijks plek aan aanstormende bands en acts uit Nederland en vult deze optredens aan met aansprekende acts uit het buitenland” (Podium Asteriks 2016). Het podium is volledig afhankelijk van een groep van pakweg zestig vrijwilligers (Ibid.). Nadat de Blokhuispoort haar functie als gevangenis verloor naar aanleiding van strengere regelgeving als gevolg op de Schipholbrand in 2005, werd de vrijgekomen ruimte onder andere benut om dit nieuwe poppodium een plek te geven. Zoals in het organogram hieronder duidelijk wordt, werkt de organisatie onder een Raad van Toezicht. Een zevental coördinatoren en programmeurs is verantwoordelijk voor het samenbrengen van alle afzonderlijke organisationele aspecten tot een enkel festival. Zij zijn de eerste groep die met de organisatie van de volgende editie beginnen, kort na de zomer. Dit doen zij in samenwerking met in eerste instantie pakweg tien personen, die het hoofd zijn van onder andere productie, horeca, communicatie en marketing. Rond de jaarwisseling voegen zich langzaam maar zeker steeds meer mensen op regelmatige basis bij deze groep. In totaal zijn er bij het festival omstreeks 150 personen die voor hun diensten in uiteenlopende mate een vastgestelde financiële vergoeding krijgen. Hiervan werkt het gros op basis van een afgesproken bedrag, terwijl enkele personen op offertebasis werken. Deze laatste groep bestaat vooral uit individuen die een concretere taak hebben, als het maken van een aftermovie of het bedienen van licht en geluid. Naast deze totale crew, maken ruim 500 vrijwilligers het festival mogelijk.
Organogram:
(Projectplan WTTV 2016, p.20)
Missie van het festival
Welcome to The Village is een meerdaags kunstfestival, en het neerzetten van een variërend en kwalitatief hoogstaand inhoudelijk programma is dus een van de belangrijkste taken van de organisatie. Toch wil zij méér zijn dan een festival waar de bezoekers na drie dagen plezier weer naar huis gaan. Het festival wil de bezoekers behalve vermaken ook uitdagen om na te denken over de “spelregels voor onze wereld in 2030” (Idem., p.4), en streeft dan ook de Sustainable Development
Goals na zoals deze in 2015 zijn geformuleerd tijdens de VN-top in 2015. Hoewel deze
Om deze verschillende organisatiedoelen te bereiken wordt het festival gevormd langs vier programmalijnen, te weten podiumkunst, waaronder naast muziek ook theater, dans en poëzie vallen; beeldende kunst; social design; en innovatie. Aan deze programmalijnen wordt invulling gegeven vanuit de kernwaarden van het festival kwaliteit, beleving, talentontwikkeling en mienskip, Fries voor gemeenschap(szin), in het achterhoofd (Projectplan WTTV, 2016).
Dit houdt in dat veel wordt samengewerkt met lokale en regionale partners, bedrijven, kennisinstellingen en bewoners. Deze instelling heeft tot gevolg dat Welcome to The Village kan rekenen op een grote en actieve achterban, wat zich bijvoorbeeld uit in het grote aantal (ruim 500) vrijwilligers dat zich jaarlijks opgeeft en zonder wie het festival niet mogelijk zou zijn. Met betrekking tot de levering van goederen en diensten wordt zoveel mogelijk lokaal geregeld, van de huur van groot bouwmateriaal tot de verse melk van de boer die ’s ochtends bij het ontbijt van de medewerkers en vrijwilligers staat de wachten.
Samenhangend met het idee van talentontwikkeling en mienskip in de opzet van het festival zijn de termen co-productie en co-creatie erg belangrijk. Zowel in de totstandkoming van het programma als in de uiteindelijke uitvoering ervan tijdens het festival wordt de input van mensen buiten de organisatie gewaardeerd. Hiertoe werden zowel lokale als internationale community’s actief benaderd, om zo de uitwisseling van waarden tussen deze groepen en de organisatie, maar ook tussen de groepen onderling te stimuleren. Zo werd niet alleen de omgeving betrokken bij het festival, maar werd ook het dialoog aangegaan over wat er in de betreffende community’s speelt, en kregen deze (lokale en globale) kwesties dus ook een plekje binnen het festival. Voorbeelden van lokale verbanden zijn de projecten die gedaan werden met het COA, buurtvereniging Heegterp Schieringen, bejaardentehuizen en een hiphopcollectief in de Vrijheidswijk, dat onder begeleiding van rappers Fresku en Rico een week lang de kans kreeg in een mobiele studio muziek op te nemen. Tegelijk werd er ook over de grens samengewerkt met verschillende culturele organisaties in Duitsland, België, Engeland, Denemarken en was een Europees artiestenuitwisselingsproject via TANDEM.
Functie en taakomschrijving
Mijn taken, zoals beschreven in het stageplan, waren als volgt: - Het schrijven en bijhouden van de festivalplanning; - Het notuleren bij vergaderingen;
- Het bijwonen van en meedoen aan productievergaderingen;
- Het meedenken over invulling van en schrijven van een projectplan voor DORP; - Ondersteuning bij productie DORP en het festival in het algemeen;
- Assistentie op het festival bij begeleiding artiesten en bewaking van de ontwikkeling binnen DORP.
Gedurende de stageperiode kwam daar de verwerking van inkomende programmaideeën per mail bij. Nadat er interne verschuivingen plaatsvonden, verschoof ook mijn focus meer naar de productie van DORP. Hierover wijd ik later verder uit.
Uitvoering van taken
Het bijwonen van en meedoen aan productievergaderingen, hiervan notulen maken en
naar aanleiding hiervan de planning bijhouden
Verwerking van programma-ideeën van externen
Naast de vergaderingen stond het begin van de stageperiode vooral in het teken van het meeschrijven aan het projectplan voor het festival, en het verwerken van inkomende projectideeën van externen die via de mail binnenkwamen. Wekelijks kwamen er een handvol mails binnen met ideeën en suggesties van kunstenaars, evenementenbureaus, theaterproducenten en andere cultureel ondernemers. Deze mails varieerden van ongeadresseerde reclame voor vuurwerkshows met acrobaten tot henna-artiesten, en van kindertreintjes tot een persoonlijk aangeschreven mail waarin een theaterproducent kort beschreef wat haar voorstelling inhield, hoe de vorm en thematiek zich verhielden tot het festival, en vroeg om een nader verkenningsgesprek. Ik maakte hierin onderscheid tussen projecten die qua vorm en inhoud bij het karakter van het festival pasten, en de projecten die praktisch of inhoudelijk minder geschikt waren. De missie en kernwaarden van het festival waren de leidraad voor inhoudelijke beoordeling, de omvang en de kostenberaming van het project waren praktische beperkingen. Een vuurwerkshow die geschikt is voor grote evenementen en feestelijke openingen strookt minder met de doelstelling van inhoudelijke kwaliteit dan een kleinschalige theatervoorstelling over de Nederlandse integratieproblematiek, rijmt niet met het streven naar duurzaamheid, en is bovendien in praktische en financiële zin een stuk belastender. In beide gevallen voorzag ik na deze overwegingen de verzender op gepaste wijze in het kort van mijn overweging, waarbij ik in het eerste geval deze projecten tijdens de vergadering inbracht, of doorstuurde naar de betrokken programmeur.
Mijn taken, zoals hierboven beschreven, waren in het begin van de stageperiode dus vooral algemeen ondersteunend van aard, dat wil zeggen binnen de organisatie als geheel, en dus niet voor slechts één of enkele programmalijnen. Dit veranderde geleidelijk, zeker nadat halverwege mei intern kleine verschuivingen plaatsvonden. Wegens persoonlijke omstandigheden zag de programmacoördinator zich genoodzaakt deze functie over te dragen aan programmeur beeldende kunst Eva van Netten, en zich uitsluitend te richten op de productie van DORP. Met deze overdracht veranderde ook mijn functie van assistent programmacoördinator naar assistent productie DORP.
DORP
naar aanleiding van een studieproject een mobiele slaapcabine (de Beehive) wilde ontwikkelen uit duurzame materialen, en een andere start-up dat probeerde met papierafval en huis-, tuin- en keukenproducten een soort cement te creëren dat te gebruiken was door een aangepaste 3D-printer om stevige bouwstenen te printen. Groninger lichtkunstenaarscollectief WERC ging verder met de software-ontwikkeling van hun Pixie, een smart light die in verbinding staat met de andere Pixies. Vorig jaar vervingen die Pixies de lampen op dieselaggregaten die route van het festivalterrein naar de camping verlichtten, dit jaar werden de lichten gebruikt als kunstwerk op het water op het terrein. De projecten varieerden dus van een concept tot een reeds in gebruik genomen product, en het was de bedoeling dat tijdens de DORP-week deze projecten verder ontwikkeld zouden worden.
Om deze ontwikkeling te stimuleren werkten er naast de ongeveer 20 ‘projecteigenaren’ nog 50 personen mee aan de projecten. Hieronder bevonden zich zo’n 15 studenten van verschillende opleidingen die meededen aan een summerschool van het Leiden-Delft-Erasmus (LDE) Centre for Sustainability, 15 studenten van onder andere NHL en Stenden University die zich naar aanleiding van onze oproep voor deelnemers hadden aangemeld, en nog ongeveer 20 kunstenaars die zich óf zelf gemeld hadden, óf op aanspraak van een van de bij DORP en het festival betrokken personen was aangemeld. Gedurende de dagen voorafgaand aan het festival werkte er dus een zeer diverse groep van ongeveer 70 personen, met elk een andere theoretische of praktische expertise, in groepjes aan de verschillende projecten. Zo’n dag werd begonnen met een verplichte workshop voor deze deelnemers die bedoeld was om innovatie als concept te bespreken (dit deed Pek van Andel op de eerste dag) of om een praktische probleem toe te lichten dat verband had met een van de projecten (dit deed Yede van der Kooij van Waterschap Friesland). Naast deze sprekers kwamen er in de loop van de week verschillende gasten langs die kwamen voor het testen van hun product (zoals maaltijdshake Joylent of Hydrowashr, de zuinige handenwasmachine), of een brainstormsessie met de deelnemers (zoals de gemeente Leeuwarden en het Waterschap Friesland). Vanuit de stelling dat de oplossing voor veel problemen in het ene vakgebied al zijn verzonnen in een ander vakgebied, moest deze verscheidenheid aan individuen, hun achtergronden, de workshops en projecten een ideaal innovatieklimaat creëren. Dit DORP-concept was in 2015 een succes gebleken, en het was de bedoeling deze dit jaar verder te ontwikkelen. Daartoe werden ook de handen ineengeslagen met zeven andere noordelijke festivals, Into the Great Wide Open, Eurosonic, het TT Festival Assen, Noorderzon, Paradigm, Festival Der Aa en Oerol. Onder de vlag van Innofest moet vanaf dit jaar festival-driven innovation in Noord-Nederland gestimuleerd worden.
de groep studenten die in het kader van een summerschool meededen aan DORP, areamanager Chris McCampbell, die ook namens Innofest verantwoordelijk was voor de technische aspecten van de productie, gastheer Aryan Oosterbroek, die sprekers ontving en als moderator optrad tijdens workshops en presentaties, en assistent hospitality Melanie Grijpstra, een studente van de NHL die zich twee maanden voor het festival als vrijwilliger aanmeldde en graag al in de voorbereidingsfase van het festival bij de organisatie betrokken wilde worden. In dit team dacht ik mee over de conceptuele invulling van DORP, en schreef ik mee aan het DORP-projectplan. In dit plan, dat in conceptversie in de bijlage te vinden is, worden de missie en waarden van het festival beschreven (zie hiervoor ook het hoofdstuk Missie); de overeenkomsten tussen een festival en de maatschappij en de mogelijkheden die dit biedt; het belang van duurzame innovatie; en de relatie tussen kunst, wetenschap en de maatschappij. Deze theorie wordt vervolgens vertaalt in projecten en partners voor DORP 2016.
Na dit voortraject kreeg ik, naast een algemeen ondersteunende taak, ook de rol van artiestenproducent. Dit hield in dat ik verantwoordelijk was voor een groot deel van de communicatie met de aanwezigen, voorafgaand aan en tijdens het festival, en de verwerking van alle benodigde informatie in onze overzichten en plannen. Dit bevatte onder andere het schrijven van of meedenken over de oproep voor deelname aan de DORP-week, het sturen van ontvangstbevestigingen aan de aanmelders, en het meeschrijven aan de deelnamebevestiging, de vragenlijst voor en de informatiebrief aan de deelnemers. Ook was ik eerste aanspreekpunt voor de deelnemers en andere aanwezigen wanneer zij vragen of problemen hadden. Daarnaast zorgde ik dat er overlegd was met de camping over het ontvangstmoment, de overnachtingen en de eerste maaltijd, stond ik in contact met de catering in de periode dat deze werd opgezet, en verrichte ik algemene hand- en spandiensten om te zorgen dat het programma tijdens de DORP-week gestroomlijnd verliep.
Hierin kreeg ik hulp van de assistent hospitality. Zij had zich in mei aangemeld als vrijwilliger, en wilde al in de voorbereidingsfase betrokken worden. Zij had contact opgenomen met het hoofd productie DORP, die in haar een toevoeging zag aan het DORP-team. Aangezien ze mij zou bijstaan in de artiestenproductie, gaf het hoofd productie mij de taak om met de assistent hospitality het werk onderling te verdelen, en met haar contact te onderhouden.
Tijdens de DORP-week en het festival
aanwezigen die die dag of in de loop van de week zouden arriveren, dat met de camping was overlegd over hun aankomst, verblijf en avondeten in de campingkantine die eerste avond, dat er boodschappen gedaan waren voor het welkomstmoment en het ontbijt van de volgende dag (de festivalcatering werd pas maandagmiddag opgezet) en dat wij paraat stonden om de deelnemers bij aankomst in persoon of telefonisch op te vangen. De totaallijst met deelnemers en gasten is te vinden in de bijlage. Gedurende de rest van de week zorgden wij getweeën dat de deelnemers geholpen werden als zij een vraag hadden, en zorgden wij dat gasten werden ontvangen, programmaonderdelen werden voorbereid, en onze lijst met deelnemers en hun gegevens in overeenstemming bleef met de nogal eens veranderende realiteit. Hier bleek eens te meer het belang van een gedegen voorbereiding en geordende administratie. Onverwachte situaties doen zich immers desondanks alsnog regelmatig voor, en een goede voorbereiding verschaft de ruimte om deze situaties ter plekke goed af te handelen.
Evaluatie
De taken zoals deze waren vastgesteld in mijn stagecontract waren als volgt: - Het schrijven en bijhouden van de festivalplanning;
- Het notuleren bij vergaderingen;
- Het bijwonen van en meedoen aan productievergaderingen;
- Het meedenken over invulling van en schrijven van een projectplan voor DORP; - Ondersteuning bij productie DORP en het festival in het algemeen;
- Assistentie op het festival bij begeleiding artiesten en bewaking van de ontwikkeling binnen DORP.
Door het uitvoeren hiervan zou ik de volgende leerdoelen moeten bereiken:
- Het verkrijgen van inzicht over het functioneren van kunst in de maatschappij; - Het leren plannen van grote culturele evenementen;
- Het verkrijgen van inzicht over de verschillende stakeholders en hun onderlinge relaties die relevant zijn bij het organiseren van een multidisciplinair cultureel festival;
- Het leren werken zowel zelfstandig als in teamverband; - Het ontwikkelen van een professionele werkwijze.
In dit hoofdstuk zal ik nog kort ingaan op mijn taken en bezigheden en hierbij aangeven wat daar goed of minder goed ging, en hoe dat heeft bijgedragen aan mijn leerproces.
praktijk tot op zekere hoogte één op één was, bleek dat er bij een veel groter evenement meer tussenstappen gezet moeten worden, en er meer sprake is van een proces.
Mijn bijdrage aan dat proces begon aan de vergadertafel. Hier deed ik mee aan vergaderingen waarvan ik notulen maakte en op basis waarvan ik samen met de programmacoördinator werkte aan de festivalplanning. Tijdens deze vergaderingen werd al gauw duidelijk dat het organiseren van een festival niet alleen veel meer facetten behelst, maar dat de onderlinge verhoudingen hiertussen ook nog lang niet altijd vaststaan. Hoewel dit voor de hand lijkt te liggen, werd het verschil tussen Welcome to The Village en de kleinere organisaties waar ik tot dan toe bij betrokken was geweest me tijdens deze vergaderingen pas echt duidelijk. De notulen van de vergadering maakte ik samen met de assistent artistiek leider, en doordat wij dit samen deden konden we allebei ook actief een nuttige bijdrage leveren aan de vergadering. Het bijwonen van deze vergaderingen verschafte mij bovendien meer inzicht in de besluitvorming en de beweegredenen daarachter van de programmeurs, producenten en externe partijen die aan de vergaderingen deelnamen. Dit kon ik later weer gebruiken bij het verwerken van inkomende programmaideeën en het schrijven van een projectplan voor de artiestenproductie van DORP. Bovendien leerde ik zo met welke externe partijen samengewerkt werd om het festival te organiseren, en hoe verschillende belangen en waarden werden afgewogen om tot een besluit te komen. Dit was een van mijn leerdoelen. Naar mate ik vaker bij de vergaderingen zat, merkte ik dat ik steeds meer informatie een plekje kon geven, en ook beter kon gebruiken bij het uitvoeren van mijn andere taken. Beter theoretisch begrip van de besluitvorming en de waarden van het festival leverde een voordeel bij het uitvoeren van mijn taken in het team. Ook dit was een van mijn leerdoelen.
Dit begrip uitte zich bijvoorbeeld bij de bespreking van de ingekomen programmaideeën in de vergaderingen. De eerste paar vergaderingen dat ik deze besprak, noemde ik alle ingekomen ideeën van die week op, en lichtte ik kort toe welke mij een tweede opinie van de verantwoordelijke programmeur waard leken. Na de constatering dat de programmeurs zich in mijn oordeel konden vinden, nam ik vaker direct contact met hen op teneinde de efficiënt van de vergaderingen te bewaren. Dit ging dus steeds beter.
inhoudelijker commentaar leveren. Ditzelfde proces doorliep ik ook toen ik gevraagd werd zelf een plan op te stellen voor de artiestenproductie van DORP. De eerste opzet bestond uit een pagina met daarop de taken waarvan ik meende dat die bij de rol van artiestenproducent hoorden, en verder enkele data en deadlines. In de laatste versie staat een verder uitgewerkt plan, dat voor een niet-ingewijde (zoals ik ook was in het begin) concreter maakt wat artiestenproductie voor dit onderdeel van het festival inhoudt.
Tijdens dit proces werd ik redelijk vrij gelaten door de hoofdproducent DORP, zeker nadat zij haar taak als programmacoördinator had overgedragen. Hoewel we elkaar nog regelmatig zagen op het kantoor, had zij vaak haar eigen afspraken (al dan niet voor Welcome to The Village) en taken. Hierdoor spraken wij elkaar minder frequent dan in de eerste twee maanden. Nog steeds spraken wij elkaar elke twee à drie weken, en gezien het feit dat ik in die periode slechts één à twee dagen per week in Leeuwarden was, meende ik dat wij elkaar voldoende spraken. Om toch een vinger aan de pols te houden, had zij mij gevraagd regelmatig een mail te sturen waarin ik kort beschreef waar ik op dat moment mee bezig was, wat ik al had afgerond en wat mijn verdere plannen en taken waren. Naar aanleiding daarvan zou zij dan eventueel feedback kunnen geven, en dan werd vast opgesomd waar we het in onze gesprekken over konden hebben. Aangezien ik nu een grotere taak had, die met name in het begin (zeker in mijn hoofd) nog vrij conceptueel was, was ik minder trouw met het versturen van een update dan achteraf ideaal geweest zou zijn. Dit kwam uiteindelijk naar voren in een periode dat zij voor twee weken op Terschelling was tijdens Oerol, waar zij ook werkte. In de week daarvoor was zij al erg druk geweest, en met het idee dat ik goed op weg was en nog genoeg te doen had, heb ik op dat moment gedacht dat ik prima een paar weken zelfstandig zou kunnen functioneren, om een behoorlijke vooruitgang te laten zien wanneer zij daar klaar was. Ik heb die weken dus geen voortgangsverslag gestuurd in de veronderstelling dat ik haar daarmee zou ontzien, zodat zij haar hoofd bij haar werkzaamheden op Oeral kon houden. Bovendien bleef ik gewoon bereikbaar, dus ik meende dat wanneer zij nog vragen of opdrachten had, zij zelf wel contact met me op zou nemen.
het dus goed, en vroeg ik me zelfs af of ik niet nog ergens anders kon bijspringen. Hierop kreeg ik te horen dat zij zich juist ernstig zorgen had gemaakt over de voortgang omdat ze niets van me gehoord had. Sterker nog, ze vroeg zich af of het wel goed ging komen. Dit was een behoorlijke schok, aangezien haar beeld van de voortgang bijna recht tegenover het mijne stond. Bovendien bleek dat ik te optimistisch was geweest over mijn voortgang. Er moesten namelijk nog veel meer dingen gebeuren dan ik op voorhand had gedacht, dus het idee dat ik tijd over had of al erg goed op weg was klopte dus ook niet. Het gesprek was aanleiding voor een wat diepere evaluatie van ons contact. Hierin stelde ze dat het meedelen van mijn voortgang nooit een belasting was, maar juist onmisbare informatie, aangezien zij de eindverantwoordelijke was. Mijn idee dat het wachten tot ik groter nieuws of belangrijke vragen had een effectievere manier van communiceren was en een blijk van zelfstandigheid, kwam totaal niet overeen met wat zij van me verlangde, en ook niet met wat we afgesproken hadden. Ook kleine succesjes en korte vragen en updates waren de moeite waard. Daarnaast vertelde ze dat de assistent hospitality met haar contact had opgenomen, omdat ze zich niet betrokken voelde bij de organisatie en zich afvroeg of ze wel nodig was.
Dit gesprek was een belangrijk leermoment in de stage, ook met het oog op mijn leerdoelen. Het leidde er namelijk toe dat ik anders ben gaan denken over het werken in teamverband en over het doel van communicatie in een grote organisatie. Ik merkte op dat moment dat ik me eerder wel eens bezwaard had gevoeld wanneer ik contact met iemand moest opnemen, omdat ik het gevoel had dat ik hen dat wellicht had kunnen besparen als ik zelf beter mijn werk had gedaan. Die onzekerheid kwam onder ander voort uit het feit dat ik nog niet eerder op een groot meerdaags festival was geweest, laat staan dat ik in de organisatie had gewerkt. Een gebrek aan ervaring speelde me dus parten. Bovendien wist ik van mezelf dat ik af en toe wat chaotisch ben en dan dingen over het hoofd zie. In dit gesprek kwamen deze constateringen ter sprake, en werd ik er nogmaals op gewezen dat ik als stagiair wel mijn verantwoordelijkheden had, maar zelfstandigheid betekende niet dat ik alles zelf maar moest oplossen. Fouten maken mocht, en zij was als hoofd productie en stagebegeleider uiteindelijk eindverantwoordelijke, stelde ze.
schuilt dus nog een leerpunt voor mij. In de aanloop naar het festival verschafte dit mij wel de ruimte om mij meer als allround assistent productie op te treden. Deze rol bood mij door de mogelijkheid verschillende kleine succesjes te behalen meer voldoening dan het continue werken aan één project. Hoewel een grote taak natuurlijk ook geformuleerd kan worden als een verzameling kleine taken, merkte ik dat ik daar moeite mee had, en me beter voelde in mijn nieuwe rol. In zowel het DORP-team als de gehele festivalcrew begon het naderende festival ook meer te leven, waardoor er op het kantoor een soort positief gespannen atmosfeer heerste tussen de talloze mensen die bij het festival betrokken waren en die ik nu ook steeds beter leerde kennen. Ik merkte dat ik hierdoor ook minder moeite had iemand aan te spreken of schrijven, zowel persoonlijk als voor organisationele zaken. Een periode van sluimerende twijfel ging zo over in een hectische maar enthousiasmerende laatste maand.
In deze maand vielen veel puzzelstukjes op hun plaats, en kreeg het festival steeds concreter vorm. Wat me opviel ten opzichte van mijn eerste maand bij de organisatie, was dat deze uiteindelijke vorm soms totaal anders was dan op verschillende momenten in de voorbereiding voorgenomen was. Zo merkte ik dat het neerzetten van een festival, en in het bijzonder een betrekkelijk nieuw onderdeel als DORP, een iteratief proces is, waarin de uitkomst (zowel qua inhoud als qua vorm) vooraf nog niet vaststaat. Dit vergt een andere mentale insteek van het werkproces, en laat ook wel zien dat het niet erg in om in een proces van eerder gemaakte keuzes af te zien, omdat iets anders blijkbaar beter werkt, of omdat een eerdere optie gezien nieuwe (externe) ontwikkelingen nu eenmaal niet meer mogelijk is. Dat kan frustrerend zijn, maar soms is dat niet anders. Het belang van een tijdige voorbereiding en een flexibele werkhouding zijn me hierdoor wel duidelijk geworden.
Terugkijkend op mijn stage bij Welcome to The Village, kan ik wel stellen dat het werken bij een groot festival me andere dingen heeft geleerd die moeilijk in een collegezaal uit te leggen zijn. Met de ervaring die ik in de afgelopen maanden heb opgedaan, denk ik dat me in de toekomst op een vergelijkbare positie veel beter zou kunnen redden. Maar deze stage leerde me niet alleen inhoudelijke en professionele vaardigheden, ook heb ik erg veel over mijzelf, mijn sterkte punten en mijn zwaktes geleerd. Het formuleren van mijn ervaringen en gedachten tijdens de stage in dit verslag hebben ook bijgedragen aan een bewustwordingsproces, dat mij in staat zou moeten stellen in de toekomst ook op onbekende posities beter te functioneren.
Nawoord
Bibiografie
Podium Asteriks, 2016. OVER ASTERIKS [online]. Beschikbaar op http://www.podiumasteriks.nl
[Geraadpleegd op 10 september 2016].
Welcome to The Village, 2016. Projectplan 2017-2020.
Bijlagen
Bijlage 1: Welcome to The Village Projectplan 2017-2020 Bijlage 2: Totaallijst DORP
Bijlage 3: Conceptprojectplan DORP
