• No results found

Annotation: Gerechtshof Amsterdam (ondernemingskamer) 2008-12-10

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Gerechtshof Amsterdam (ondernemingskamer) 2008-12-10"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Annotation: Gerechtshof Amsterdam (ondernemingskamer) 2008-12-10

Heerma van Voss, G.J.J.

Citation

Heerma van Voss, G. J. J. (2009). Annotation: Gerechtshof Amsterdam (ondernemingskamer) 2008-12-10. Or Informatie, 7&8, 43. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14587

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/14587

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Enqueterecht voor de pvt

Bij een onderneming zijn de aandelen in handen van drie stichtingen) waarvan stichting A de meerderheid heeft. Er ontstaat onenigheid over het beleid. A dringt aan op een Algemene Vergadering van Aandeelhouders en wil het ontslag van het bestuur agenderen.

Het conflict tussen het besruur en stichting A leidt tot grate onrust bij de werknemers.

Tijdens een personeelsbijeen- komst wordt besloten tot oprichting van een personeels- vertegenwoordiging . De pvt en het besruur sluiten een overeen- komst waarin onder meer aan de pvt het recht wordt toegekend om een verzoek tot een enguete in te dienen. Vervolgens vraagt de pvt aan de Onderne- mingskamer (OK) een enguete in te stellen naar het beleid en de gang van zaken in de onderne- ming en om onmiddellijk voor- zieningen te treffen. Ontslag van het volledige bestuur is volgens de pvt onbegrijpelijk nu niet valt in te zien in well< opzicht de hui-

dige besruurders niet naar beho- ren zouden functioneren. Ook zou hun ontslag grote schade voor de onderneming met zich meebrengen. Stichting A voert aan dat verzoekers niet onrvan- kelijk zijn in hun verzoek, omdat het aangaan van de onderne- mingsovereenkomst waarbij door het bestuur aan de pvt de bevoegdheid is verleend tot het indienen van dat verzoek niet rechtsgeldig is.

Oordeel

pe OK verwerpt dat betoog omdat het verzoek tot het verle- nen van die bevoegdheid is uitge- gaan van de pvt, die daarmee uit- sluitend de belangen van de werknemers dient en er een eigen

belang bij heeft dat aan de con- flicten een einde komt. De stel- ling dat het bestuur met het toe- kennen van het engueterecht de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) buiten- spel heeft willen zetten, gaat niet op omdat die toekenning dat gevolg niet heeft. De OK wijst het verzoek tot het houden van een enquete toe. Daarnaast oor- deelt zij dat het voorgenomen ontslag niet op enige goede grand berust en slechts is inge- geven door opvattingen van het kunnen uitoefenen van aandeel- houdersmacht. De OK verbiedt de AvA de huidige bestuurders te ontslaan en benoemt een com- missaris die mede herstel van goede verhoudingen tot taak krijgt.

Commentaar

De directie van een vennoot- schap kan de OK niet zelf om een enquete verzoeken. Maar het is weI mogelijk dat een or of pvt die bevoegdheid krijgt van de directie. In deze zaal< moest de pvt eerst worden opgericht om dit te kunnen doen. Als een or of

pvt bezorgd is over de gang van zal<en in de onderneming en vooral bij een conflict russen aandeelhouders en directie, kan hij ofzij vragen om op grond van art. 32 die bevoegdheid te krijgen. Dit is de laatste jaren een aantal malen voorgekomen en zou de vraag weer kunnen doen rijzen of de medezeggen- schap niet wettelijk dit recht moet krijgen. Dit wordt versterkt doordat uit onderzoek blijkt dat de vakbonden, die dit recht weI hebben, er sIechts spaarzaam gebruik van mal<en.

GerechtshofAmsterdam

(Ondernemingskamer) 10 december 2008,jAR2009j14

y,twv,i.9dnforl11atie.nl ORinforl11atie 07i081 j~li/augJstUS20091143

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het besluit ap bezwaar is verwezen naar het bij dat besluit gevoegde advies van de Bezwarencammissie Stichting ORET van 5 juli 2007 dat voor betrokkene geen aanspraak op subsidie

Zoals ook de rechtbank onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis bij de totstandkoming van tilel 4.2 van de Awb (Kamerstukken II, 1994-1995,23700, nr. 3662-3663)

Hierbij is in aanmerking genomen dat uit deze besluiten voldoende duidelijk blijkt dat deze betrekking hebben op de door appellant verzochte vaststelling van de aan hem

De dec1aratie voor de advocaat van de or wordt ingediend bij Arriva, die betaalt deze niet en de advocaat vordert betaling via de rechtbank. Die ziet zich gesteld voor de vraag

De Finse Wet op de vrijheid van meningsuiting in de massamedia bevat weliswaar een zodanig beoor- delingskader, maar deze wet was nog niet in werking ten tijde van het incident en

Deze uitspraalc van het Gerechts- hof is van belang voor het kun- nen afdwingen van nakoming van afspralcen die tussen or en ondernemer worden gemaalct, onder meer in het kader van

Als dat niet zo is, moet de ondernemer zwaarwegende gronden aanvoe- reno Bij het systeem van de kan- tonrechter komt de laatste stap niet meer aan de orde, omdat de argumenten van

De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit het feit dat medewer- kers van Suplacon tijdens werktijd naar muziek mogen luisteren, zelfs middels een i-Pod of mobiele telefoon,