Annotation: Rechtbank Amsterdam 2004-12-24
Heerma van Voss, G.J.J.
Citation
Heerma van Voss, G. J. J. (2004). Annotation: Rechtbank Amsterdam 2004-12-24. Or
Informatie, 5, 47-47. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14798
Version:
Not Applicable (or Unknown)
License:
Leiden University Non-exclusive license
Downloaded from:
https://hdl.handle.net/1887/14798
ran oude
OR...
leden en de dingen die voorbijgaan
::t:
I;september 2004 schreef deOR
~nsumer& Commercial Clients
1.&cC)
van ABN Amraverkie-~pgenuit voor een nieuwe
zit-~~gsperiode.Volgens het regle-tent van deORdiende bij elke !li.ndidatenlijst van iedere daarop
~orkomendekandidaat een
~riftelijkeverklaring te worden
~ergelegdinhoudende dar hij de
~didatuuraanvaardt. Voorts fende een kandidaat 'te
verkla-~nonvoorziene omstandigheden
~orbehoudenbeschikbaar te zijn bor de volledige zittingstermijn.' oor de FNV stelden zich twee ersonen kandidaat die binnen de teUwe zittingstermijn met
pensi-~nzouden gaan. Zij konden niet
Guus Heerma van Voss
ishoogleraar sociaal rechtaan de Universiteit Leiden
de gevraagde verklaring afgeven. De FNV en de beide kandidaten verzochten deORde bepaling te schrappen of verzachten. DeOR
yond dar niet nodig.
Op verzoek van de FNV sprak de bedrijfscommissie uit dar de bepaling in strijd was met de wet. DeORweigerde dit standpunt re volgen, omdat deORniet was gehoord. Hierop vorderden FNV plus kandidaten bij de rechter om deORte dwingen de betrokkenen op de kandidatenlijst te plaatsen en een eventuele gehouden stem-ming ongeldig te verklaren.
De
reenter
FNV en kandidaten beroogden dat de reglemenrsbepaling bepaalde personen uitsloot van de oz-verkiezingen, die de wet niet uitsluit. DeORstelde dar het artikel in zijn reglement is opge-nomen om de continuireir te bevorderen. De bepaling is una-niem aangenomen, met de stem-men van de FNV-Ieden. Een van de eisers was daarbij betrokken. Bovendien zou er geen sprake zijn
van strijd met de wet, orndar er geen sanctie op srond aIs een
OR-lid later toch russenrijds vertrok. De rechrer stelde vast dat de WOR geen eisen aan kandidaten stelt, behalve dar zij lang genoeg in dienst zijn. De vraag is dus of een
ORin zijn reglement nadere eisen mag stellen. De reglementsbepa-ling brengt mee dat bepaalde grae-pen het passiefkiesrecht wordt ontzegd. Bovendien wordt aan
OR-leden de mogelijkheid ontnomen om tijdens de zittingsperiode ont-slag te nemen. Voor het verminde-ren van vrijblijvendheid zijn ande-re middelen voorhanden, zoals het verkorten van de zittingstermijn of een intentieverklaring. Boven-dien kan aan kandidaten die by voorbaat al weten niet de volledige zittingstermijn te zullen uitdie-nen, worden gevraagd dit aan de kiezers kenbaar te maken. Zo kun-nen die zelf uitmaken of de kandi-daat ze mag vertegenwoordigen. De vorderingen werden derhalve toegewezen, waarmee de verkie-zingen drie weken rnoesten wor-den uitgesteld.
Commentaar
Deze uitspraak herinnertOR'en er nog eens aan dat men in het reglement geen belemmeringen mag opwerpen voor de kandida-tuur voor deOR.De wet bepaalt in principe wie er passiefkiesrecht heeft. Dit is van belang, orndar anders het gevaar ontstaat dar de
ORprobeert de verkiezingsuitslag te beinvloeden via voorwaarden in her reglement.
Oat doer nietsafaan de begrijpe-lijkheid van de achtergrand van de bepaling om iets te doen aan vrijblijvendheid onder ou-leden. Dit kan dus slechts op basis van vrijwillige medewerking. In elk gevaI is het uit den boze om per-sonen uit te sluiten van de kandi-daruur vlak voor hun pensioen of orndat zij een tijdelijk dienstver-band hebben.