• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 21 juni 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 21 juni 2019"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 21 juni 2019

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Piet De Groote, Wd. Burgemeester;

Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd : Graaf Leopold Lippens, Burgemeester

Stedenbouw - Aanvraag tot bekomen van een

omgevingsvergunning op naam van Basjik Sadat tot het verbouwen van een rijwoning gelegen Arcadelaan 16.

Dossiernummer: 2019/287 OMV-nummer: OMV_2019047590

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Basjik Sadat werd per beveiligde zending verzonden op 15 april 2019.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 14 mei 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Arcadelaan 16, 8301 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 8 AFD (HEIST), sectie D, 0008 B 4.

Het betreft een aanvraag tot het verbouwen van een rijwoning.

De aanvraag omvat: stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gelegen binnen het Gewestplan Brugge-Oostkust van 7 april 1977 in woongebied.

2. Historiek

De originele bebouwing dateert van 1933 en wordt geacht vergund te zijn.

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Het perceel is gelegen langs de zuidzijde van de Arcadelaan. Langs de voorzijde van de woning grenst men aan een tramspoor. Aan de noordzijde van de straat is er het Park 58. De zuidzijde van de straat wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing en halfopen bebouwing, bestaande uit eengezinswoningen.

(2)

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen Het betreft een aanvraag tot verbouwen van een rijwoning:

De aanvraag omvat:

 Thv het gelijkvloers:

o Het ontwerp voorziet dat de achteraanbouw wordt afgebroken en dat er een nieuwe aanbouw wordt gebouwd tegenaan de linkerperceelsgrens. De bouwdiepte van deze aanbouw blijft gelijk met de bestaande toestand: 18,31 m. Maar deze wordt 10 cm breder en komt tot op 2,7 m van de rechterperceelsgrens. Er wordt een keuken, berging en tuinberging in voorzien. In het hoofdvolume wordt een nieuw toilet voorzien onder de trap.

 Thv de verdieping:

o Men voorziet een terras tegenaan de rechterperceelsgrens bovenop het gelijkvloers plat dak tot een bouwdiepte van 9,9 m. De bestaande aanbouw wordt afgebroken en er wordt een nieuwe aanbouw gebouwd tot een bouwdiepte van 16,32 m. In deze aanbouw wordt een toilet, badkamer en slaapkamer voorzien.

 Thv het dakvolume:

o Er worden geen wijzigingen voorzien.

 Thv de voorgevel:

o Er worden geen wijzigingen voorzien.

 Thv de achtergevel:

o De bestaande achteraanbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe aanbouw.

Deze bestaat deels uit 2 bouwlagen en een hellend dak met kroonlijsthoogte 5,11 m en 5,16 m; en een nokhoogte van 6,53 m. Het andere deel van de aanbouw bestaat uit 1 bouwlaag en heeft een hellend dak met kroonlijsthoogte 2,47 m. Deze uitbouw wordt voorzien in geel genuanceerde gevelsteen met schrijnwerk in witte pvc en rode gebakken aarde pannen. Er worden 2 ramen voorzien in de achtergevel.

o Thv de verdieping van het hoofdvolume wordt een terras voorzien met een balustrade en een mat glazen scherm van 1,8 m hoogte tot tegen de rechterperceelsgrens. De gemene muur wordt opgetrokken tot een hoogte van 4,63 m met rood genuanceerde gevelsteen.

Om toegang te geven tot dit terras wordt het bestaande raam op de verdieping doorgetrokken tot het vloerpeil.

 Thv de linkerzijgevel:

o De schouw tegenaan de linkergevel verdwijnt.

 Thv de rechterzijgevel:

o De bestaande achteraanbouw wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe aanbouw.

Deze bestaat deels uit 2 bouwlagen en een hellend dak met kroonlijsthoogte van 5,16 m en een nokhoogte van 6,53 m. Het andere deel van de aanbouw bestaat uit 1 bouwlaag en heeft een hellend dak met kroonlijsthoogte 2,47 m. Deze uitbouw wordt voorzien in geel genuanceerde gevelsteen met schrijnwerk in witte pvc en rode gebakken aarde pannen. Op het gelijkvloers worden 2 ramen en 2 deuren voorzien. Op de verdieping wordt 1 raam voorzien.

o De gemene muur wordt opgetrokken tot een hoogte van 4,63 m over een breedte van 1,61 m.

 Thv de tuinzone:

o Er worden geen wijzigingen voorzien.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek scheidsmuur

De aanpalende eigenaars werden op 13-05-2019 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Op 14 mei 2019 werd er advies aangevraagd aan de Lijn en de riooldienst.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

(3)

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met als voornaamste kenmerken:

 De bouwhoogte wordt bepaald vanaf het peil gelijkvloers (zogenaamde nulpeil of referentiepeil) met uitsluiting van het peil van het voorliggend voetpad. Onder dit peil gelijkvloers mogen geen woon- noch slaapvertrekken ingericht worden, eveneens kan het inkomgedeelte zich niet onder het peil gelijkvloers bevinden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw.

 Het ontwerp voorziet geen reliëfwijzigingen.

 Peil:

o Bij gesloten bebouwing:

Het peil gelijkvloers kan zich maximum 0,40 meter boven het voorliggend voetpad bevinden. Teneinde een architecturale meerwaarde te creëren en om contextuele redenen kan een afwijking inzake het bepalen van het peil gelijkvloers worden toegestaan van maximum 1.20 meter. De architecturale meerwaarde dient erin te bestaan dat een sokkelvolume wordt gecreëerd waardoor de woonfuncties op het gelijkvloers maximum 1.20 meter hoger dan het voorliggend voetpad kunnen liggen, zodat de woonkwaliteit van deze gelijkvloerse bewoning wordt verhoogd. Ter hoogte van dit peil gelijkvloers mogen er geen uitkragende constructies boven het maaiveld voorbij de sokkel uitsteken.

 Het peil gelijkvloers ligt 0,15 m boven het voorliggende voetpad.

 Het bouwen van uitsprongen op de verdieping en boven het openbaar domein toegelaten mits:

 tot maximum 0,80 meter buiten de bouwlijn

 voor zover de uitbouwen en alle bijhorende bouwonderdelen niet binnen de 0,75 meter van de stoeprand komen

 indien ze zich op minimum 2,50 meter boven het openbaar domein bevinden.

 Het ontwerp voorziet dit niet.

 Kelders of funderingen, of delen ervan, mogen niet tot onder het openbaar domein geplaatst worden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Regenpijpen of verticale afvoergoten moeten tot een hoogte van 2,50 meter buiten het openbaar domein blijven.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 Het ontwerp voldoet hieraan en voorziet rood genuanceerde gevelsteen.

 Afsluitingen:

o Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn en in de voortuinstroken zijn slechts toegelaten in volgende materialen en hoogten:

 levende haag of groen, ondersteund door palen met draad met een maximale hoogte van 1,50 meter;

 baksteen met een maximale hoogte van 0,60 meter, behoudens penanten, brievenbussen en behoudens in specifieke stedelijke verdichtingsprojecten.

 Het ontwerp voorziet het behoud van het muurtje van 0,5 m hoogte.

o Combinaties van de aangegeven afsluitingsmogelijkheden zijn toegelaten.

 Het is verboden om in de eerste 5 meter van de voortuinstrook, gemeten vanaf het

openbaar domein (rooilijn), een toegang aan te brengen die afhelt ten opzichte van het peil van het voetpad.

 Het ontwerp voorziet dit niet.

 In de zone tussen de rooilijn en bouwlijn mogen enkel ondergrondse constructies,

verhardingen voor toegangen en opritten, toegangstrappen naar gelijkvloerse verdiepingen en voortuinmuurtjes met aanhorigheden (brievenbussen).

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o Het gebruik van KWS of betumen voor te verharding is verboden.

 Het ontwerp voorziet het behoud van de bestaande tegels.

(4)

Het ontwerp wijkt af van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

 De minimum inwendige bouwhoogte gemeten tussen de afgewerkte vloer en de onderkant afgewerkte vloerplaat bedraagt 2,50 meter.

 Het ontwerp voorziet in de nieuwe aanbouw bouwhoogtes van 2,05 m; 2,3 m; 2,5 m en 3,52 m.

 In het hoofdvolume zijn er bouwhoogtes van 2,51 m; 2,52 m; 2,59 m en 2,14 m thv de dakkapel. (bestaande toestand)

 Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

bij gesloten en halfopen bebouwing: baksteen met maximumhoogte van 2,00 meter tussen twee aan elkaar palende woningen;

palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

 Het ontwerp voorziet het behoud van de muur, betonplaten en houten tuinschermen, hoogte onbekend. (bestaande toestand)

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o minimaal 60% van deze zone moet onverhard blijven en moet aangewend worden voor groenaanplanting ter hoogte van de zijdelingse

perceelsgrenzen en/of tegenaan de bouwlijn; binnen deze 60% norm is de plaatsing van grasdallen wel toegelaten.

 Het ontwerp voorziet 100% verharding. (bestaande toestand)

Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie.

b) Planologische toets

De aanvraag beantwoord aan de voorziene bestemming.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Arcadelaan een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

e) Mer-screening Niet van toepassing.

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

(5)

j) Scheidingsmuren

Thv Arcadelaan 14 (rechterbuur):

 De gemene muur wordt opgetrokken tot een hoogte van 4,63 m over een diepte van 1,61 m.

Thv Arcadelaan 18 (linkerbuur):

 De gemene muur wordt niet gewijzigd, de bestaande schouw wordt afgebroken.

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) goede ruimtelijke ordening

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

VCRO:

Hoofdstuk III Beoordelingsgronden Afdeling 1 Algemene bepalingen

 Artikel 4.3.1. (30/12/2018-…)

§ 2. De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op

 de functionele inpasbaarheid:

o De woning heeft de functie van ééngezinswoning in een straat gekenmerkt door ééngezinswoningen. Dit is verenigbaar met de omgeving.

 de mobiliteitsimpact:

o Het ontwerp voorziet geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden en ook geen functiewijziging, waardoor de mobiliteitsimpact niet wijzigt.

 de schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid:

o Het ontwerp voorziet een bebouwde oppervlakte van 96,97 m² op een terrein van 285,68 m² dit is een bezetting van 33,94 %. Er wordt 42,3 m² verharding voorzien op een tuinzone van 188,71 m² dit is 22,42% verhard. De verhoudingen bebouwd en onbebouwd; verhard en onverhard zijn aanvaardbaar. De inplanting van het

hoofdvolume blijft gelijk. Voor de aanbouw wordt een afstand van 2,7 m voorzien tot de rechterperceelsgrens. Er wordt een bouwdiepte voorzien op het gelijkvloers van 18,31 m en op de verdieping van 9,9 m tot 16,32 m. Deze afstand en bouwdieptes zijn in overeenstemming met de gebruikelijke toegelaten waardes en aanvaardbaar in een bebouwde omgeving.

 visueel-vormelijke elementen:

o Het ontwerp voorziet een nieuwe aanbouw van 2 bouwlagen met hellende bedaking.

In de directe omgeving heeft de linkerbuur een aanbouw met platte bedaking van 2 bouwlagen. De aanbouw sluit qua kroonlijsthoogte aan op de buur, nl. 5,11 m.

o De aanbouw wordt uitgevoerd in dezelfde geel genuanceerde gevelsteen als de voorgevel. Het dak wordt afgewerkt met rode gebakken aarde pannen. Het

schrijnwerk wordt uitgevoerd in witte pvc. Deze kwaliteitsvolle materialen sluiten aan op de omgeving.

 cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf:

o Het ontwerp voorziet geen reliëfwijzigingen en de woning is niet opgenomen op de VIOE-lijst.

 hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen:

o De gezondheid en veiligheid komen niet in het gedrang door de aanvraag. Er wordt ook geen bijkomende hinder veroorzaakt.

o Tov de rechterbuur:

 Het ontwerp voorziet een terras tot tegen de rechterperceelsgrens tot een bouwdiepte van 9,9 m. De gemene muur wordt opgetrokken totdat er een muur van 1,8 m hoogte is vanaf het vloerpeil van de verdieping. Op die manier komt het gebruiksgenot van de rechterbuur niet in het gedrang.

o Tov de linkerbuur:

De gemene muur wordt niet gewijzigd, de bestaande schouw wordt afgebroken.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

(6)

n) Bespreking adviezen

De lijn heeft advies uitgebracht op 24 mei 2019. De eindconclusie van het advies luidt als volgt : voorwaardelijk gunstig

De riooldienst heeft geen advies uitgebracht.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Basjik Sadat inzake het verbouwen van een rijwoning gelegen te Arcadelaan 16, 8301 Knokke-Heist te vergunnen onder voorwaarde.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist - de voorwaarden gesteld in het advies van de Lijn van 24 mei 2019 (als bijlage) dient stipt nageleefd

te worden;

Het college van burgemeester en schepenen legt volgende bijzondere voorwaarde op:

In functie van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

 Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_woning_I_N_1_inplanting- nieuw.pdf

N_1_inplanting-nieuw ERN6WhTvafVVqbhoGkSYGQ==

BA_woning_I_B_1_inplanting-

bestaand.pdf B_1_inplanting-

bestaand mKm24QDxFxJYy/hRmway7g==

BA_woning_P_N_4_zolderverdieping- nieuw.pdf

N_4_zolderverdieping- nieuw

aOBUqET2DOIm3+1/1r50lA==

BA_woning_P_N_3_1steverdieping-

nieuw.pdf N_3_1steverdieping-

nieuw 9zt6AHtKwB769P6qqGbdVQ==

BA_woning_P_N_2_grondplan- nieuw.pdf

N_2_grondplan-nieuw nMwDdXu8SHx6ZfIyvoJv5g==

BA_woning_P_N_1_riolering-

nieuw.pdf N_1_riolering-nieuw 3ZcVygb5ykGBAXXhnY8zbA==

BA_woning_P_B_4_zolderverdieping-

bestaand.pdf B_4_zolderverdieping-

bestaand 9l57rZA/x3xIeT+wQQu5ng==

BA_woning_P_B_3_1steverdieping- bestaand.pdf

B_3_1steverdieping- bestaand

JhO88GWr5jrGeH4Dv5aEvw==

BA_woning_P_B_2_grondplan-

bestaand.pdf B_2_grondplan-

bestaand W9C90GJwwwWvOVULNwWWbw==

BA_woning_P_N_5_dakenplan- nieuw.pdf

N_5_dakenplan-nieuw 9v5/15jiEWSSZIxxK9uAqw==

BA_woning_G_N_5_voorgevel-

kleur.pdf N_5_voorgevel-kleur VyIcCQ1XtSIrB+cNpzCPvw==

BA_woning_G_N_4_gemene-muur-

rechts-nieuw.pdf N_4_gemene-muur-

rechts-nieuw uD1A5k+NI9uhdCq6TIK+Pg==

BA_woning_G_N_3_gemene-muur-

links-nieuw.pdf N_3_gemene-muur-

links-nieuw 2IwheiFALwl0ZnUm449Vfg==

BA_woning_G_N_2_achtergevel-

nieuw.pdf N_2_achtergevel-

nieuw atDAOpnPs3OseBznd2+szA==

BA_woning_G_N_1_voorgevel- nieuw.pdf

N_1_voorgevel-nieuw PzvbWkRaBofQYpO1d3ASCw==

(7)

BA_woning_G_B_4_gemene-muur-

rechts-bestaand.pdf B_4_gemene-muur-

rechts-bestaand chYrurWaJpTawHeypS4wYw==

BA_woning_G_B_3_gemene-muur- links-bestaand.pdf

B_3_gemene-muur- links-bestaand

uMK6hG2Dn78y1v1sXm500w==

BA_woning_G_B_2_achtergevel- bestaand.pdf

B_2_achtergevel- bestaand

6KXCfuyvY3+5+BBlHZKB3A==

BA_woning_G_B_1_voorgevel-

bestaand.pdf B_1_voorgevel-

bestaand lFwH0clIEdF4eYWsGkDRiw==

BA_woning_S_N_2_snedeB-nieuw.pdf N_2_snedeB-nieuw /P2b7X24kBjU8jmGi8LjfQ==

BA_woning_S_N_1_snedeA-nieuw.pdf N_1_snedeA-nieuw csGO5lfGmEDtKWbZW5bUdQ==

BA_woning_S_B_2_snedeB- bestaand.pdf

B_2_snedeB-bestaand qp0FUC0DnhbvT9Sn1lClkg==

BA_woning_S_B_1_snedeA- bestaand.pdf

B_1_snedeA-bestaand iGVh5E7ZPeWBh70CeuLLEw==

BA_woning_T_N_1_terreinprofiel-A-B-

nieuw.pdf N_1_terreinprofiel-A-

B-nieuw YKKFVFUzdP3XqmDC6FM4Bg==

BA_woning_T_B_1_terreinprofiel-A-B- bestaand.pdf

B_1_terreinprofiel-A- B-bestaand

OgCfdQHOynAAne3x8sqNeg==

BA_woning_L_N_1_legende-

bestaand-nieuw.pdf N_1_legende-

bestaand-nieuw /0mdh0s3NeCj9c/oELheSw==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

(8)

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de

(9)

bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

(10)

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens

Voor eensluidend uittreksel :

De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

© 24-6-2019 9:30:00 – Knokke-Heist

Jean-Pierre Vantorre (Authentication)

Digitaal ondertekend door Jean-Pierre Vantorre (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=55123134957, G=Jean-Pierre, SN=Vantorre, CN=Jean-Pierre Vantorre (Authentication), C=BE

Datum: 2019.06.27 08:23:22+02'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

o Het ontwerp voorziet dat de bestaande tuinmuur tegenaan de linkerzijgevel wordt gesloopt. In plaats daarvan wordt een gelijkvloerse uitbreiding voorzien met platte bedaking en

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001