Inspectierapport
Kinderopvang Klarenbeek (KDV) Klarenbeekseweg 129
7381 BE Klarenbeek
Registratienummer 100768519
Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Apeldoorn
Datum inspectie: 26-10-2017
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 01-03-2018
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ... 2
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Overzicht getoetste inspectie-items ... 9
Gegevens voorziening ... 11
Gegevens toezicht ... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Kinderdagverblijf (KDV) Kinderopvang Klarenbeek is in opdracht van de gemeente Apeldoorn bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.
De volgende voorwaarden zijn onderzocht:
Pedagogische praktijk;
Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma’s;
Groepsgrootte;
Beroepskracht-kind-ratio.
Beschouwing
Kinderdagverblijf (KDV) Kinderopvang Klarenbeek is gevestigd in het dorp Klarenbeek onderdeel van De Leeuwenkuil B.V. Het kinderdagverblijf bevindt zich achter basisschool De Dalk.
De houder van het kinderdagverblijf exploiteert tevens een voorziening buitenschoolse opvang in de naastgelegen basisschool.
De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie.
Het kinderdagverblijf vangt 2 stamgroepen op waarin opvang wordt geboden aan kinderen van 0 tot 4 jaar.
Inspectiegeschiedenis
Bij de inspectie in 2014 zijn overtredingen geconstateerd op het onderdeel Personeel en groepen.
De gemeente heeft hierop herstelafspraken met de houder gemaakt.
Bij het nader onderzoek in 2015 is gebleken dat de houder zich heeft ingespannen en de overtredingen heeft hersteld.
Bij de inspectie in 2015 zijn geen tekortkomingen geconstateerd.
In 2016 heeft een wijziging houder plaatsgevonden. Bij de inspectie in 2016 is een tekortkoming vastgesteld op het onderdeel Pedagogisch klimaat, het pedagogisch beleid. Hierop zijn
herstelafspraken gemaakt met de houder.
Op 19-01-2017 heeft de houder het aantal kindplaatsen gewijzigd van 20 naar 25 kindplaatsen.
Bevindingen
De houder heeft herstel doorgevoerd op het onderdeel Pedagogisch klimaat, het pedagogisch beleid.
Tijdens het bezoek aan de locatie is geconstateerd dat wordt voldaan aan de onderzochte voorwaarden.
In onderstaand inspectierapport is verder toelichting te lezen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
waarborging emotionele veiligheid
ontwikkeling van persoonlijke competentie
ontwikkeling van sociale competentie
overdracht van normen en waarden
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid en getoetst aan de hand van de praktijkobservatie.
Tevens wordt een aspect van het pedagogisch beleidsplan beoordeeld.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar.
Pedagogisch beleid
De houder heeft het pedagogisch beleidsplan aangepast en geactualiseerd naar het aantal op te vangen kinderen, de werkwijze en de leeftijdsopbouw van de op te vangen stamgroepen.
Tevens staat beschreven wat de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep is indien er sprake is van een gecombineerde stamgroep met de BSO.
Conclusie
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.
Pedagogische praktijk Situatie praktijkobservatie
De observatie vond in de ochtend plaats in beide groepen.
Tijdens de observatie vonden de volgende momenten plaats:
- Vrij spelen
- Eet- en drinkmoment - Verschoonmoment - Slaapritueel
Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk):
Waarborging van emotionele veiligheid
De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen
Observatie
De beroepskrachten communiceren op kindhoogte met de kinderen. Ze gaan bijvoorbeeld door de hurken, hebben oogcontact en knuffelen. De beroepskrachten zijn vrolijk en positief aanwezig.
Er wordt sensitief en passend gereageerd op signalen die kinderen aangeven. De kinderen zijn vertrouwd met de beroepskrachten. Het welbevinden van de kinderen is tijdens de observatie geborgd. Tijdens verschoonmomenten houdt de beroepskracht oogcontact en fysiek contact met de baby's.
Tijdens het eetmoment neemt de beroepskracht een kind op schoot, om deze te betrekken bij het groepsproces. Er wordt veel met de kinderen gecommuniceerd, kinderen vertellen graag iets aan de beroepskrachten en de beroepskrachten reageren hierop responsief waarop een gesprek ontstaat. Er wordt op een prettige toon met de kinderen gepraat, passend bij de leeftijd van de kinderen.
De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven
complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft.
Conclusie
De emotionele veiligheid wordt bij KDV Klarenbeek voldoende gewaarborgd.
Ontwikkeling van persoonlijke competentie Passend aanbod
Observatie
Tijdens de observatie is er aandacht voor verschillende ontwikkelingsgebieden. De kinderen doen gedurende de observatie ervaringen op waarmee de fijne en grove motoriek, de cognitieve ontwikkeling, de sociale ontwikkeling en de vrije fantasie wordt gestimuleerd. De beroepskrachten houden rekening met het ontwikkelingsniveau van kinderen bij de activiteiten die worden
aangeboden.
De inrichting van de groepsruimtes is afgestemd op de leeftijden. Voor de allerkleinsten zijn hoge boxen of op de grond kleden aanwezig zodat zij in alle rust hun omgeving kunnen ontdekken.
Voor de oudere kinderen is divers materiaal aanwezig voor de stimulering van de fijne motoriek, de cognitieve ontwikkeling en de creatieve ontwikkeling. In de speelhoeken kunnen kinderen in hun vrije spel fantasiespel ontwikkelen.
Er wordt dagelijks buiten gespeeld met de kinderen. De beroepskrachten maken tevens regelmatig uitstapjes met de kinderen.
De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen.
Conclusie
De persoonlijke competentie wordt bij KDV Klarenbeek voldoende gewaarborgd.
Ontwikkeling van sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie
Observatie
Op het moment van observatie vinden diverse groepsmomenten plaats waarbij kinderen leren in groepsverband contact te hebben met elkaar en basisvaardigheden in hun sociale ontwikkeling gestimuleerd worden. Dit gebeurt tijdens het eet- en drinkmoment maar ook de momenten waarop in kleinere groepen activiteiten plaatsvinden. De kinderen leren met verschillende kinderen samen te spelen en te werken.
De beroepskrachten begeleiden de sociale interacties tussen kinderen onderling op een positief stimulerende manier.
Begeleiden en feedback
De beroepskrachten helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en of groepsgenootjes te ontwikkelen.
Conclusie
De sociale competentie wordt bij KDV Klarenbeek voldoende gewaarborgd.
Overdracht van normen en waarden
Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn
Observatie
De beroepskrachten benutten het programma van de ochtend om kinderen spelenderwijs te laten wennen aan het samenzijn in een groep. Dit gebeurt tijdens vrije spelen en de groepsmomenten.
Daarbij zijn er vaste rituelen, bijvoorbeeld het opruimen en het toiletmoment.
In de vrije situatie krijgen de kinderen de gelegenheid elkaar op te zoeken. De beroepskrachten bieden steun wanneer kinderen het nog moeilijk vinden om de eigen grenzen aan te geven in het spelen met elkaar.
Kindcontact
De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaar. Zij organiseren groepsactiviteiten om kennismaken en groepsvorming te stimuleren.
Conclusie
De overdracht van normen en waarden wordt bij KDV Klarenbeek voldoende gewaarborgd.
Gebruikte bronnen:
Pedagogisch beleidsplan (versie 2017)
Personeel en groepen
Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen".
Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan.
Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan.
De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld.
Verklaring omtrent het gedrag
Uit een steekproef op de locatie is gebleken dat de vaste beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Conclusie
De verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de wettelijke eisen.
Passende beroepskwalificatie
Uit een beoordeling van de diploma’s en getuigschriften blijkt dat beroepskrachten, waaronder tevens de houder, op dit KDV in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO.
Opvang in groepen
Opvang vindt op dit KDV plaats in de volgende 2 stamgroepen:
groep blauw (0-4 jr.): maximaal 13 kinderen
groep groen (0-4 jr.): maximaal 12 kinderen
Opvang vindt plaats in een vaste groep kinderen met vast beroepskrachten in een vaste groepsruimte.
De toezichthouder heeft op locatie de plannings- en presentieoverzichten ingezien van de organisatie.
Kinderen worden opgevangen in een vaste stamgroep en maken gebruik van maximaal twee stamgroepruimtes gedurende de week.
Conclusie
De opvang in groepen voldoet aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio
Tijdens de inspectie worden de groepen met de volgende samenstellingen opgevangen:
- Blauw: 11 kinderen van 0 tot en met 3 jaar met 2 beroepskrachten;
- Groen: 8 kinderen van 0 tot en met 3 jaar aar met 2 beroepskrachten.
Uit het gesprek met de beroepskrachten, de presentielijsten en het rooster blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet per groep.
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
De inzet van beroepskrachten gebeurt op het moment van inspectie volgens de rekenregels zoals is vastgelegd in de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
Gebruikte bronnen:
Interview (beroepskrachten)
Observaties
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Plaatsingslijsten
Presentielijsten
Personeelsrooster
Overzicht getoetste inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Kinderopvang Klarenbeek
Vestigingsnummer KvK : 000019517750
Aantal kindplaatsen : 25
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : De Leeuwenkuil B.V.
Adres houder : Baron van Wassenaerlaan 52
Postcode en plaats : 6717 LK Ede
KvK nummer : 66785871
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland
Adres : Postbus 3
Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen
Telefoonnummer : 088-4433000
Onderzoek uitgevoerd door : Mw. M. Poortinga Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Apeldoorn
Adres : Postbus 9033
Postcode en plaats : 7300 ES APELDOORN
Planning
Datum inspectie : 26-10-2017
Opstellen concept inspectierapport : 28-02-2018
Zienswijze houder : 28-02-2018
Vaststelling inspectierapport : 01-03-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 01-03-2018 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 01-03-2018 Openbaar maken inspectierapport : 06-03-2018
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Kinderopvang Klarenbeek is blij met het positieve inspectie rapport.