• No results found

Notulen Zitting van 4 september 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Notulen Zitting van 4 september 2019"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeenteraad

Notulen Zitting van 4 september 2019

Samenstelling:

Aanwezig

:

de heer Wouter Beke; de heer Erwin Van Pée; mevrouw Sara Verbeeck; mevrouw Marleen

Kauffmann; de heer Joseph Wouters; de heer Eric Coenen; de heer Uzeyir Karaca; mevrouw Katrien Ozeel; de heer Franky Geypen; de heer Ronald Peeters; de heer Danny Bloemen; de heer Toni Fonteyn; mevrouw Diane De Volder; de heer Jos Berghmans; de heer Tim Theunis; mevrouw

Godelieve Pernet; mevrouw Katrien Debruyne; mevrouw An Caerts; de heer Nick Peeters; de heer Eric Conard; mevrouw Paula Cebo; de heer Johan Vandenhoudt; de heer Dany Punie

Verontschuldigd:

de heer Gilbert Hulsmans; mevrouw Sonja Surkyn; de heer Benny Maes

4 september 2019 19:50 -De voorzitter opent de openbare zitting

OPENBARE VERGADERING

Beleidssecretariaat Secretariaat

1 2019_GR_00136 Notulen vorige vergadering - Goedkeuring GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

De ontwerp-notulen van 03 juli 2019 worden aan de gemeenteraad voorgelegd.

Argumentatie

De notulen van de openbare zittingen van de gemeente- en OCMW-raad vermelden, in chronologische volgorde:

alle besproken onderwerpen, alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen, het lot van de punten waarover de gemeenteraad of de OCMW-raad geen beslissing nam en de stem van elk lid, behalve bij unanieme beslissingen en bij een geheime stemming.

De notulen van een besloten zitting vermelden enkel de beslissingen. Er is geen zittingsverslag.

Het zittingsverslag werd conform het huishoudelijk reglement vervangen door een audio-opname.

De gemeenteraad past de notulen van een vorige vergadering eventueel aan en keurt ze goed.

Raadslid Toni Fonteyn zegt dat de N-VA fractie het verslag niet zal goedkeuren omdat er een foutief stemgedrag vermeld werd en omdat zij nog wachten op een antwoord inzake de rechtpositieregeling

(2)

van het personeel van de Interlokale vereniging Academie Beringen.

De voorzitter vraagt het gecorrigeerde stemgedrag te vermelden en zal tegen volgende gemeenteraad een antwoord geven omtrent de gestelde vraag.

Correctie aan het verslag van de vergadering van 3 juli 2019.

Wat betreft punt twee “Politieverordening betreffende de veiligheid tijdens het HD-treffen” heeft de N- VA fractie zich onthouden.

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 16 stem(men) voor: Wouter Beke; Danny Bloemen; An Caerts; Paula Cebo; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 4 stem(men) tegen: Jos Berghmans; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Johan Vandenhoudt - 2 onthouding(en): Eric Conard; Ronald Peeters

Besluit

Artikel 1

De notulen van de vergadering van 03 juli 2019 worden goedgekeurd.

2 2019_GR_00133 Samenwerkingsovereenkomst 2020-2025 Kind in Nood - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Leopoldsburg heeft, binnen het zorgcircuit kinderen/jongeren West Limburg (naast Heusden-Zolder, Tessenderlo, Ham, Beringen en Houthalen-Helchteren) , al jaren een samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project Kind in Nood.

Deze regionale structuur heeft als doel de gezamelijke werking en organisatie omtrent welzijn en gezondheidszorg voor kinderen en jongeren uit te bouwen en op mekaar af te stemmen.

Het doel van dit project is de geestelijke gezondeheidszorg meer toegankelijk te maken voor de meest kwetsbaren.

Argumentatie

De eerste focus van 'Kind in Nood ' is de psychosociale en kinderpsychiatirische problematiek van kinderen en jongeren (0 tot 21 jaar) die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Dit past volledig in de strijd tegen kinderarmoede.

De medewerkers van het project werken outreachend, tegemoetkomend en aanklampend, kracht-en netwerkgericht.

De hulpverlening is gratis.

(3)

Elke gemeente heeft een ankerpersoon voor het project.

De opdracht moet leiden tot het versterken van de identiteit en sociale redzaamheid van riscogroepen, kinderen en jongeren met langdurig probleemgedrag op verschllende terreinen.

De inbreng (basisbedrag) blijft ongewijzigd (enkel indexaanpassing) en bedraagt 23 123 euro Hiermee 'kopen' we een aantal gegarandeerde zorgtrajecten.

De intensiteit van de zorgtrajecten kan flexibel ingezet worden.

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met unanimiteit

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord om de samenwerking met CGG/LITPvzw (Centrum geestelijke

gezondheidszorg, Limburgs Initiatief voor Therapie en integrale Personenzorg.) verder te zetten in het project Kind in Nood voor de periode van 2020-2025.

Artikel 2

Leopoldsburg wil dit project nauwgezet opvolgen en bij een grotere vraag de huidige inbreng evalueren.

3 2019_GR_00134 Gemeentelijke administratieve sancties -

Samenwerkingsovereenkomst met Lommel, Peer en Hechtel-Eksel - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

De bestaande overeenkomst inzake gemeentelijke administratieve sancties met de steden Lommel en Peer werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 5 juli 2017.

Argumentatie

De gemeente Hechtel-Eksel wenst eveneens een beroep te doen op het GAS-team van Lommel.

Om redenen van efficiëntie en schaalgrootte kan de samenwerking met de gemeente Hechtel-Eksel, net als Leopoldsburg behorende tot de politiezone Kempenland, worden aanvaard.

Inhoudelijk worden geen wijzigingen aangebracht aan de samenwerkingsovereenkomst, die ingaat op 1 januari 2020.

Juridische grond

Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid artikel 2.

(4)

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Financiële informatie

Financiële informatie

In de huidige samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat de stad Lommel jaarlijks 12.500 euro ontvangt van Peer en Leopoldsburg. Ook Hechtel-Eksel zal 12.500 euro bijdragen.

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 16 stem(men) voor: Wouter Beke; Danny Bloemen; An Caerts; Paula Cebo; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 6 onthouding(en): Jos Berghmans; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters;

Johan Vandenhoudt

Besluit

Artikel 1

De samenwerkingsovereenkomst met Lommel, Hechtel-Eksel en Peer betreffende gemeentelijke administratieve sancties wordt ter goedgekeuring aan de volgende gemeenteraad voorgelegd.

4 2019_GR_00148 Intergemeentelijke samenwerking - IGL -buitengewone vergadering 25 september 2019 - agenda en

statutenwijziging - mandaat - Goedkeuring GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

De brief van 20 juni 2019 voor de buitengewone vergadering van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op 25 september 2019 om 18.00 uur die de volgende agendapunten bevat:

1. Toelichting van de wijzigingen aan de statuten

2. Vaststelling van de verzoeken tot verlenging (artikel 423 §2 DLB)

3. Goedkeuring van de verlenging met impliciet de wijziging van artikel 5 van de statuten, waarbij de bestaansduur wordt verlengd met 18 jaar tot en met 9 november 2037 4. Vaststelling van de deelname aan de verlenging

5. Goedkeuring van de andere wijzigingen aan de statuten (artikelsgewijs)

6. Machtiging aan de secretaris om de statuten te coördineren en neer te leggen bij de bevoegde Ondernemingsrechtbank.

Argumentatie

Er worden geen opmerkingen gemaakt bij de agenda.

Om de continuïteit van de dienstverlening van IGL door haar activiteitencentra aan de personen met een beperking te garanderen, formuleert de gemeente een verzoek tot verlenging en bevestigt zijn deelname aan de nieuwe termijn.

(5)

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 16 stem(men) voor: Wouter Beke; Danny Bloemen; An Caerts; Paula Cebo; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 6 onthouding(en): Jos Berghmans; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters;

Johan Vandenhoudt

Besluit

Artikel 1

De gemeente formuleert een verzoek tot verlenging van IGL.

Artikel 2

De gemeente is akkoord met een verlenging van IGL met een nieuwe termijn van achttien (18) jaar tot en met 9 november 2037, wat zich vertaald in een wijziging van artikel 5 van de statuten van IGL.

Artikel 3

De gemeente bevestigt haar deelname aan IGL tijdens deze nieuwe termijn.

Artikel 4

De gemeente gaat akkoord met de wijziging van de artikelen 3 §2, 40 §3 en 47 3de alinea en de schrapping van artikel 50 in de statuten van IGL.

Artikel 5

De aanstelling van de heer Joseph Wouters,raadslid, als effectief afgevaardigd lid van de gemeente Leopoldsburg in de buitengewone vergadering van woensdag 25 september 2019, met als

plaatsvervanger mevrouw Katrien Ozeel, raadslid, wordt herbevestigd.

Artikel 6

Bovengenoemde vertegenwoordiger ( of bij belet bovengenoemde plaatsvervanger(st)er) wordt gemandateerd om op de algemene vergadering , gewone vergadering van IGL van woensdag 25 september 2019 (of op iedere andere datum wanneer deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen zoals vermeld conform de beslissing van deze

gemeenteraad.

Artikel 7

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht onderhavige beslissing uit te

voeren en een afschrift ervan te bezorgen aan de aangestelde vertegenwoordiger en aan het

intergemeentelijk samenwerkingsverband.

(6)

5 2019_GR_00149 Kennisname schrijven van het Agentschap Binnenlands Bestuur. - Kennisneming

KENNIS GENOMEN

Beschrijving

Aanleiding en context

Bij schrijven van 23 augustus 2019 brengt het Agentschap Binnenlands Bestuur het college van burgemeester en schepenen op de hoogte van het resultaat van de klacht tegen de

gemeenteraadsbeslissing van 5 juni 2019 inzake de procedure voor de aanstelling van de algemeen directeur.

Argumentatie

Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder) Artikel 332 van het decreet lokaal bestuur.

Notulen

Raadslid Toni Fonteyn geeft een opsomming van de elementen die opgenomen werd in de brief van de gouverneur aan zijn fractie. Tevens dient hij een amendement in tot wijziging van het besluit en vraagt de brief integraal toe te voegen aan de notulen.

De voorzitter geeft lezing van de als bijlage toegevoegde brief die aan het college gericht is.

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van 23 augustus 2019 van het Agentschap Binnenlands Bestuur van het resultaat van de klacht tegen de gemeenteraadsbeslissing van 5 juni 2019 inzake de procedure voor de aanstelling van de algemeen directeur.

Artikel 2

Het besluit van 5 juni 2019 wordt niet vernietigd.

Het college van burgemeester en schepenen wordt verzocht de Gouverneur de timing te bezorgen die het bestuur zal volgen om over te gaan tot de aanstelling van de algemeen directeur en de

beslissingen daaromtrent over te maken.

Bijlagen

 20190823_brief_aan_bestuur.pdf

(7)
(8)
(9)

Personeel en Organisatie Personeel

6 2019_GR_00142 Personeel - vaststellen van het begrip dagelijks

personeelsbeheer en delegatie aanstellingsbevoegdheid van het personeel van gemeente en OCMW -

Goedkeuring GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Het decreet lokaal bestuur heeft de mogelijkheid om het dagelijks personeelsbeheer vast te stellen, toegewezen aan de de raad van gemeente of OCMW. Deze bevoegdheid is delegeerbaar aan het college of het vast bureau.

Het decreet biedt verder de mogeljkheid om de aanstellingsbevoegdheid te delegeren vanuit het college en/of vast bureau aan de algemeen directeur.

In beide gevallen is dit tot op heden niet gebeurd, uitgezonderd een eerdere delegatie door de OCMW raad van 2013 aan de toenmalige OCMW secretaris.

Het wordt sterk afgeraden en zelfs afgewezen om de vaststelling van het begrip dagelijks personeelsbeheer en de delegatie van de aanstellingsbevoegdheid afzonderlijk te regelen. Een geintegreerde aanpak en kader is nodig. Maw de raad legt het kader vast en het uitvoerend politiek orgaan concretiseert en delegeert aanvullend.

Argumentatie

We kiezen voor een geïntegreerde aanpak:

1. De raad legt vast wat onder dagelijks personeelsbeheer wordt verstaan.

2. Het college kan zelf besluiten tot een delegatie van de aanstellingsbevoegdheid (én andere punten van dagelijks personeelsbeheer) aan de algemeen directeur.

Op basis van de vaststelling door de raden wordt er tegemoet gekomen aan de behoefte om op het ambtelijk niveau het personeelsbeleid en de personeelsbeheer verder te professionaliseren.

Voorstellen tot beslissingen en de effectieve besluitvorming komen op deze wijze dichter bij het strategisch en operationeel niveau.

De nota dagelijks personeelsbeheer van de VVSG dd. 23112018, waar in een overzicht staat wat tot het dagelijks personeelsbeheer mag worden gerekend, heeft gediend als vertrekbasis en wordt als bijlage toegevoegd aan het besluit.

Juridische grond Decreet lokaal bestuur

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder) Decreet lokaal bestuur

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 18 stem(men) voor: Wouter Beke; Jos Berghmans; An Caerts; Eric Coenen; Diane De Volder; Katrien Debruyne; Toni Fonteyn; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick

(10)

Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Johan Vandenhoudt; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 4 onthouding(en): Danny Bloemen; Paula Cebo; Eric Conard; Ronald Peeters

Besluit

Artikel 1

Dagelijks personeelsbeheer omvat:

1. Individueel personeelsbeheer (niet-limitatieve opsomming):

 Opmaak functiebeschrijvingen (zie toelichting bij artikel 7 laatste lid van het verslag aan de Vlaamse regering bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007);

 Opdrachthouderschap (artikel 93 van dat Rechtspositiebesluit);

 Opdracht tot permanentieplicht (art. 14 van dat Besluit);

 Toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel (art. 154 van het Besluit);

 Allerlei individuele verlofaanvragen;

 Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen;

 Verlof voor opdracht onder voorbehoud van de nadere regels van de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, voor het indienen van verlofaanvragen en het toekennen van verlof (artikel 207 van het Besluit);

 De individuele weddevaststelling(artikel 112 laatste lid van het Rechtspositiebesluit).

 Uitlenen van personeel aan een gebruiker (zonder overdracht werkgeversgezag);

 Individuele toewijzing van de bevoegdheid van een personeelslid om elektrische toestellen te bedienen;

2. Individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke

 Individuele opvolging van de evaluatie (artikel 49 van het Besluit);

 Vormingsaanvragen;

 Concrete invulling van het recht en de plicht op vorming;

3. Toepassing van de lokale rechtspositieregeling

 De evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, bepaalde termijnen (artikel 46 van het Besluit);

 Onkostenvergoedingen, binnen de grenzen vastgelegd door de raad (artikel 155 van het Besluit);

 Andere zaken, bepaald en toegewezen in de lokale rechtspositieregeling.

4. Collectief personeelsbeheer

 Dienstroosters opmaken en prestaties noteren;

 Vastleggen van vakantieperiodes, maar onder voorbehoud van de nadere regels die de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, hierover kan uitwerken (artikel 176 van het

Rechtspositiebesluit).

5. Beslissingen die te maken hebben met de uitoefening van werkgeversgezag:

 Maatregelen van inwendige orde. Dit zijn maatregelen om de goede werking van de dienst te verbeteren of te verzekeren, bijv. een reorganisatie of de uitoefening van hiërarchisch gezag.

(11)

Als hoofd van het personeel en belast met de algemene leiding van de diensten is de algemeen directeur bevoegd om maatregelen van inwendige orde te nemen.

Artikel 2

De beslissingen die in het kader van het dagelijks personeelsbeheer worden genomen en die een financiële verbintenis met een uitgaande netokasstroom inhouden zijn onderworpen aan een visumplicht.

Artikel 3

De raad heeft in een besluit van 4 september 2019 beslist dat bepaalde aanstellingen van personeel vrijgesteld zijn van deze visumplicht. Volgende bepaalde categorieën van verrichtingen zijn hiervan echter niet vrijgesteld:

 de aanstelling van statutaire personeelsleden;

 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer.

 de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 50.000 euro;

 de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 25.000 euro;

 de investeringssubsidies waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro.

Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

Financiën Financiën

7 2019_GR_00132 Budget 2019 OCMW - Budgetwijziging per 3 juli 2019 - Aanpassing n.a.v. opmerkingen ABB - Goedkeuring GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Deze wijziging werd reeds eerder aan de ocmw-raad voorgelegd, m.n. op 03-07-2019, maar n.a.v. de opmerkingen van het administratief toezicht dient deze te worden aangepast en opnieuw te worden voorgelegd. Bovendien dient de gemeenteraad deze goed te keuren nadat de ocmw-raad deze heeft vastgesteld.

Het is noodzakelijk om bepaalde budgetten van de exploitatie en investeringen te wijzigen;

Argumentatie

Gelet op het besluit vd. Vlaamse Regering (BVR) van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus, en latere wijzigingen (o.m. besluit van 23 november 2012);

Gelet op artikel 28 van het BVR van 23 november 2012 dat het budget in volgende gevallen niet door middel van een interne kredietaanpassing kan gewijzigd worden:

- Wijzigingen waardoor het budget niet meer past in het meerjarenplan

(12)

- Wijzigingen van het exploitatiebudget die per beleidsdomein een daling van het saldo tussen de ontvangsten en uitgaven tot gevolg hebben

- Wijziging van een verbinteniskrediet van een investeringsenveloppe

- Wijzigingen per beleidsdomein van het totaal van de transactiekredieten van een budgettaire entiteit

- Wijzigingen van het liquiditeitenbudget voor wat betreft de transactiekredieten Gelet op artikel 28 van het BVR van 23 november 2012 dat de verklarende nota bij een budgetwijziging minstens het volgende bevat:

- Een motivering van de wijzigingen van het budget - De herziening van de onderdelen van de beleidsnota - Doelstellingenbudget B1

- Financiële toestand (wijziging schema M2-staat financieel evenwicht en document

“Financiële toestand”)

En in voorkomend geval, de wijziging van de onderdelen van de beleidsnota - Doelstellingennota, exploitatie-, investerings- en liquiditeitenbudget - De lijst met opdrachten voor werken, levering en diensten

- De lijst met daden van beschikking

- De lijst met nominatief toegekende subsidies

Gelet dat de OCMW-raad in zitting van 4 september 2019 het ontwerp van wijziging per 3 juli 2019 heeft vastgesteld;

Het schema M2 - Staat financieel evenwicht bevat het meerjarenplan t.e.m. 2021. Net zoals

meegedeeld bij de goedkeuring van het budget 2019 wordt dit maar ter kennisgeving bijgevoegd. Het laatst goedgekeurde meerjarenplan is dit van de raad van 11-12-2018.

Juridische grond

Artikel 596, 4de lid van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) bepaalt dat artikel 249, §3 van het DLB reeds vanaf 01-07-2019 van toepassing is op de budgetwijziging van het OCMW. De OCMW-raad stelt de budgetwijziging vast en vervolgens dient de gemeenteraad de budgetwijziging goed te keuren.

Door de goedkeuring van de gemeenteraad is het beleidsrapport pas definitief vastgesteld. Na de definitieve vaststelling kan de budgetwijziging pas in digitale vorm worden overgemaakt aan de Vlaamse Regering, waarna de budgetwijziging pas uitvoerbaar is.

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

(13)

- 14 stem(men) voor: Wouter Beke; An Caerts; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 8 onthouding(en): Jos Berghmans; Danny Bloemen; Paula Cebo; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters; Johan Vandenhoudt

Besluit

Artikel 1

De wijziging van het budget per 3 juli 2019 zoals vastgesteld door de OCMW-raad in zitting van 4 september 2019 wordt goedgekeurd.

Het oorspronkelijk resultaat op kasbasis voor het budget 2019, zoals eerder goedgekeurd door de raad, bedroeg 179.391 euro en stijgt naar 791.386 euro. De oorspronkelijke autofinancieringsmarge voor het budget 2019 bedroeg -269.106 euro en vermindert tot -354.004 euro.

8 2019_GR_00141 Definiëring van het begrip dagelijks bestuur - Aanpassing - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Met het gemeenteraadbesluit van 6 september 2017, werd de definitie van het begrip dagelijks bestuur vastgelegd. Als gevolg van de nauwere samenwerking tussen gemeente en ocmw werden de procedures en bedragen voor beiden besturen op mekaar afgestemd. Intussen is de integratie een feit. Bovendien was vanaf 1 juli 2017 de nieuwe wetgeving overheidsopdrachten van kracht.

De drempel voor verrichtingen van dagelijks bestuur van het investeringsbudget voor gemeente en ocmw werd in september 2017 opgetrokken van 7.500 euro naar 30.000 euro excl. btw.

Als gevolg van de inwerkingtreding van het decreet over het lokaal bestuur, is het aangewezen om het begrip ‘dagelijks bestuur’ te herdefiniëren.

Een soepel beheer en het snel kunnen inspelen op opportuniteiten vereist dat het college van burgemeester en schepenen maximaal van de mogelijkheid gebruik kan maken om zelf de wijze van gunning en de voorwaarden van opdrachten te bepalen. De huidige formulering geeft onduidelijkheid voor de meerjarige opdrachten.

Argumentatie

Een soepel beheer en het snel kunnen inspelen op opportuniteiten vereist dat het college van burgemeester en schepenen maximaal van de mogelijkheid gebruik kan maken om zelf de wijze van gunning en de voorwaarden van opdrachten te bepalen. Daarnaast is het noodzakelijk duidelijkheid te scheppen voor de meerjarige contracten.

Artikel 56, §3, 1° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de daden van beheer over de

gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels. Het is dan ook aangewezen om een aantal algemene regels vast te stellen voor de daden van beheer.

(14)

Artikel 41, §3, 10° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van

overheidsopdrachten een bevoegdheid is van de gemeenteraad, tenzij :

a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;

b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd;

Het manegementteam heeft een positief advies uitgebracht.

Juridische grond

Decreet lokaal bestuur, artikel 41, 8°, bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om vast te stellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan;

Artikel 41, §3, 10° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van

overheidsopdrachten een bevoegdheid is van de gemeenteraad, tenzij :

a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;

b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd;

Artikel 56, §3, 1° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de daden van beheer over de

gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels; en artikel 56 §3, 4° bepaalt dat het college bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten;

De wetgeving inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016, in werking getreden op 1 juli 2017.

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 14 stem(men) voor: Wouter Beke; An Caerts; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 8 onthouding(en): Jos Berghmans; Danny Bloemen; Paula Cebo; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters; Johan Vandenhoudt

Besluit

Artikel 1

Het gemeenteraadbesluit van 6 september 2017 wordt met ingang van heden integraal vervangen door de voorliggende beslissing.

Artikel 2

Behoren tot het dagelijks bestuur :

- Alle beheersdaden zonder financiële impact, die niet tot de expliciete bevoegdheid van de gemeenteraad behoren;

- De opdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget, ongeacht het bedrag, die het bestuur niet verbinden voor meer dan één jaar;

(15)

- De opdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget van het meerjarenplan voor meerjarige opdrachten voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder

voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in artikel 42, §1, 1° van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden. Deze drempels liggen momenteel (augustus 2019) op 144.000 euro excl. btw voor leveringen, werken en de meeste diensten, en op 750.000 euro excl.

btw voor sociale en specifieke diensten bepaald in de wet.

Om te bepalen of een opdracht binnen de drempelbedragen valt, wordt rekening gehouden met de volledige looptijd van de opdracht. Voor opdrachten van onbepaalde duur wordt rekening gehouden met een looptijd van 48 maanden;

- De opdrachten voor uitgaven binnen het investeringsbudget voor zover het bedrag van 30.000 euro excl. btw. niet wordt overschreden;

Artikel 3

Ingevolge artikel 56 §3, 4° wordt het college gemachtigd aan de overeenkomst iedere wijziging aan te brengen die het bij de uitvoering nodig acht, voor zover deze wijzigingen geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten, voor zover hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 20% voortvloeien en voor zover het voorziene budget toereikend is.

Artikel 4

Omschrijving van het begrip dagelijks bestuur in het kader van daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen :

§1. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor alle daden van beheer over

onroerende goederen. Hieronder worden begrepen alle daden en handelingen die nuttig en nodig zijn voor het behoud, de goede werking, de opbrengst, … van het goed. Deze daden worden beschouwd als dagelijks bestuur.

§2. Worden eveneens beschouwd als daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen door het college van burgemeester en schepenen, en dus dagelijks bestuur, de vestiging van onroerende zakelijke rechten en contracten betreffende onroerende goederen met een maximale duur van 9 jaar.

§3. In afwijking van paragraaf 2 van onderhavig artikel behoort het verlenen van begraafplaatsconcessies onverminderd de looptijd tot het dagelijks bestuur.

§4. De algemene regels met betrekking tot de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is, worden door de raad vastgelegd als volgt :

- alle toewijzingen gebeuren volgens de beginselen van behoorlijk bestuur, - na schatting, en plaatsbeschrijving

- en aan marktconforme prijzen.

9 2019_GR_00144 Visum - De vaststelling van de categorieën van

verrichtingen van dagelijks bestuur die vrijgesteld zijn van het voorafgaandelijk visum - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

(16)

Beschrijving

Aanleiding en context

De vaststelling van de categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur die vrijgesteld zijn van het voorafgaandelijk visum werden eerder door de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd.

Als gevolg van de inwerkingtreding van het decreet lokaal bestuur en het besluit van 30-03-2018 van de Vlaamse regering over de Beleids- en beheerscyclus (BBC) van de lokale besturen, is een update van het besluit dat de voorwaarden voor het voorafgaand visum vastlegt, noodzakelijk. De

verwijzingen naar het gemeente en ocmw-decreet en BBC-decreet moeten worden aangepast.

Het is aangewezen om in het kader van interne controle, dit bedrag niet te hoog te plafonneren enerzijds en de werking van de administratie niet te zeer te vertragen anderzijds.

Argumentatie

Als gevolg van de inwerkingtreding van het decreet lokaal bestuur en het besluit van 30-03-2018 van de Vlaamse regering over de BBC van de lokale besturen, is een update van het besluit dat de voorwaarden voor het voorafgaand visum vastlegt, noodzakelijk. De verwijzingen naar het gemeente, ocmw-decreet en BBC-decreet moeten worden aangepast.

In principe zijn alle voorgenomen financiële verbintenissen van de gemeente en het

OCMW onderworpen aan een voorafgaande visering door de financieel directeur. Het gaat daarbij niet alleen om overheidsopdrachten, maar ook om aanstellingen van personeel, huurcontracten, aankopen van onroerende goederen, enz.

Het is wenselijk bepaalde categorieën van verrichtingen uit te sluiten van visumverplichting om de goede werking van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet in het gedrang te brengen. Het is immers organisatorisch niet haalbaar om alle uitgaven te viseren voordat de verbintenis ontstaat.

Voor de goede administratieve organisatie is het wenselijk dat de raad niet alleen de financiële grens aangeeft voor de verrichtingen die moeten geviseerd worden, maar tevens vaststelt binnen welke voorwaarden de financieel directeur de bevoegdheid uitoefent.

Juridische grond

Artikel 177, eerste lid, 1° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor onder andere de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de

voorwaarden vermeld in artikel 266 en 267.

Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat enkel de voorgenomen financiële

verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt.

Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.

De raad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle uitoefent. De raad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de

(17)

Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.

Artikel 220 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur bevoegdheden kan toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Dit gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en

rapporteringsverplichtingen.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald artikel 121, stelt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting (vanaf 01-01-2020 wordt dit vervangen door artikel 99 van het BBC-besluit van 30-03-2018):

1° de aanstelling van statutaire personeelsleden;

2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur;

3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer;

4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister (momenteel 50.000 euro);

5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister (momenteel 25.000 euro);

6° de investeringssubsidies (vanaf 01-01-2020 aangevuld met "waarvan het bedrag hoger is dan 10.000 euro").

Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor

dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

Het ministerieel besluit van 1 januari 2014 tot vaststelling van de modellen en de nadere

voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald hoofdstuk 4 diverse bepalingen, artikel 19 bepaalt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting (wordt opgeheven vanaf 01-01-2020) : 1° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 50.000 euro incl. btw;

2° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 25.000 euro.

Advies

Financieel beheerder Gunstig advies

Managementteam van 20-08-2019 Gunstig advies

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 14 stem(men) voor: Wouter Beke; An Caerts; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 8 onthouding(en): Jos Berghmans; Danny Bloemen; Paula Cebo; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters; Johan Vandenhoudt

Besluit

(18)

Artikel 1

De eerdere raadsbesluiten houdende de vaststelling van de categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur die vrijgesteld zijn van het voorafgaandelijk visum worden ingetrokken met ingang van heden.

Artikel 2

Vanaf heden worden de volgende verrichtingen vrijgesteld van het voorafgaand visum van de

financieel directeur, zoals bedoeld in artikel 266 van het decreet lokaal bestuur (en latere wijzigingen) :

1° De financiële verrichtingen, andere dan de aanstelling van personeel, waarvan het bedrag, exclusief btw, niet hoger is dan 2.500 euro.

Om te bepalen of een voorgenomen financiële verbintenis binnen de perken van de vrijstelling valt, moet het totaal van de uitgaven voor de volledige looptijd van de verbintenis in rekening worden gebracht. Voor verbintenissen van onbepaalde duur wordt rekening gehouden met een forfaitaire looptijd van 4 jaar of 48 maanden;

2° Aanstellingen van personeel waarvan de duur niet meer bedraagt dan 1 jaar en het bedrag niet hoger is dan 25.000 euro. Tenzij het een verlenging of hernieuwing van een arbeidscontract betreft, waardoor de effectieve duur van de tewerkstelling meer dan één jaar wordt. Contracten van

onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar;

3° Verrekeningen. Zij betreffen een uitvoeringshandeling en zijn vaak al uitgevoerd. Verrekeningen worden wel onderworpen aan een verplicht advies van de financieel directeur wanneer de netto uitgave het grensbedrag zoals vermeld in 1° heeft overschreden.

Specifiek voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn:

4° Een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, §7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ongeacht de duurtijd;

5° een tewerkstelling ter uitvoering van andere dan in het 4° vermelde werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor maximum 4 jaar in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in artikel 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;

6° De toekenning van het recht op maatschappelijke integratie, leefloon of equivalenten is geen verbintenis aangegaan door het OCMW en is derhalve nooit aan het visum onderworpen;

7° De toekenning van individuele steunen door het OCMW is niet aan het visum onderworpen, daar de rechtmatige toekenning wordt opgevolgd in het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD).

Artikel 3

Het dossier dat ter visering wordt voorgelegd, bevat alle noodzakelijke stukken om een correcte en volledige beoordeling van het dossier mogelijk te maken. De aanvrager van het visum voegt de nodige bewijsstukken toe. De financieel beheerder viseert het dossier en levert het, in geval van een gunstig visum, digitaal gesigneerd af.

(19)

Artikel 4

Het visum wordt bij overheidsopdrachten principieel gegeven voordat het college van burgemeester en schepenen of vast bureau de opdracht gunt. Het visum wordt in ieder geval uiterlijk gegeven vóór de verbintenis ontstaat. Een visum wordt nooit achteraf gegeven.

Artikel 5

Bij een weigering om een visum te verlenen, geeft de financieel directeur een uitdrukkelijke motivering.

Artikel 6

De financieel directeur moet steeds over een redelijke tijdsspanne beschikken om het dossier te beoordelen, in verhouding tot de complexiteit van het dossier. In deze is het de betrachting om het visum te verlenen binnen de 48 uren. Deze termijn vangt aan op het moment dat het laatste stuk van het betreffende dossier aan de financieel directeur wordt overgemaakt.

Het visum ontslaat de budgethouder niet van zijn verantwoordelijkheid om de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis te controleren.

Raadslid Toni Fonteyn vraagt het woord en komt terug op punt 5 van de dagorde.

Hij stelt vast dat er in dit punt niet gestemd werd over de voorgelegde amendementen. Voorzitter Wouter Beke ziet niet hoe er kan gestemd worden over amendementen op een kennisneming.

Het raadslid vraagt wie de politiek verantwoordelijke is aangaande het opvolgen van deze brief.

Voorzitter Wouter Beke geeft als antwoord dat de brief aan het college gericht werd, en dat bijgevolg het college actie dient te ondernemen om een timing over te maken aan de gouverneur.

10 2019_GR_00145 Toekennen van kasprovisies en inning van geringe dagontvangsten - begripsomschrijving en voorwaarden - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Het gemeentedecreet van 15-07-2005 (en latere wijzigingen) bevatte een regeling voor beide begrippen, m.n. in artikel 162.

Het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB), artikel 272, bepaalt enkel "Als het

organisatiebeheersingssysteem daarvoor een regeling bevat, kunnen provisies ter beschikking gesteld worden van personeelsleden voor het betalen van geringe exploitatie-uitgaven die voor de goede werking van de dienst onmiddellijk moeten worden gedaan"

Dat betekent dat elk bestuur, in het kader van zijn organisatiebeheersingssysteem zelf een regeling moet uitwerken op maat van het bestuur. Daarbij moet uiteraard rekening worden gehouden met de algemene bevoegdheids- en delegatiebepalingen van het DLB.

Het DLB bevat wel een overgangsmaatregel. Totdat het bestuur een eigen regeling heeft uitgewerkt en uiterlijk tot en met 1 juli 2019 blijven de vroegere regelingen van toepassing. Om de goede

(20)

werking van de administratie niet in het gedrang te brengen dient er vanaf 1 juli 2019 een nieuwe regeling te worden uitgewerkt.

Argumentatie

Er wordt geopteerd om de regeling uit het vroegere gemeentedecreet als basis te nemen.

Voor de goede werking van de diverse gemeentelijke en ocmw-diensten is het aangewezen om bepaalde personeelsleden een kasprovisie ter beschikking te stellen en te belasten met de inning van geringe dagontvangsten.

Het is wenselijk om het maximale bedrag te behouden op 5.000 euro om een efficiënte werking van vnl. de diensten cultuur en sport mogelijk te maken.

Aangezien ingevolge artikel 176 van het DLB de financieel directeur bevoegd is voor het thesauriebeheer, wordt voorgesteld om de financieel directeur de bevoegdheid toe te kennen personeelsleden een kasprovisie ter beschikking te stellen of te belasten met de inning van geringe dagontvangsten, na advies van de algemeen directeur en op basis van de in dit besluit geformuleerde algemene voorwaarden.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur (DLB), in het bijzonder artikel 272 (ter beschikking stellen van provisies), en daarnaast :

de gemeenteraad is ingevolge artikel 41 bevoegd voor,

7° het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219;

Voor de raad voor maatschappelijk welzijn is dit artikel 78,

8° het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219;

Ingevolge artikel 176 van het DLB staat de financieel directeur onder de functionele leiding van de algemeen directeur in voor,

4° het thesauriebeheer, met behoud van de toepassing van de bepalingen daarover in het organisatiebeheersingssysteem; De financieel directeur rapporteert aan de algemeen directeur.

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 16 stem(men) voor: Wouter Beke; Danny Bloemen; An Caerts; Paula Cebo; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 6 onthouding(en): Jos Berghmans; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters;

Johan Vandenhoudt

Besluit

Artikel 1

Met ingang van 01 juli 2019 is de financieel directeur bevoegd om, na advies van de algemeen directeur, personeelsleden een kasprovisie ter beschikking te stellen of te belasten met de inning van geringe dagontvangsten, op basis van de in dit besluit geformuleerde algemene voorwaarden.

(21)

Artikel 2

De voorwaarden, waarbij personeelsleden van de gemeente en het ocmw kasprovisies ter beschikking kunnen gesteld worden, worden als volgt goedgekeurd :

- de betaling van de gelden gebeurt uitsluitend binnen de grenzen van de verrichtingen van het dagelijks bestuur van het exploitatiebudget en binnen de beschikbare budgetten;

- het personeelslid kan maximaal een provisie van 5.000 euro toegekend worden (uitgezonderd voor artiestengages welke cash zouden te betalen zijn);

- het personeelslid dient een sluitende afrekeningsstaat bij te houden en alle verrichtingen te registreren;

- voor elke betaling dient een omschrijving van de uitgave, een verantwoordingsstuk (factuur, kasticket, schuldvordering, …) en een betalingsbewijs te worden voorgelegd;

- naast structurele zijn er ook kortstondige kasgeldprovisies in uitzonderlijke aangelegenheden (bv.

bepaalde evenementen), die onder dezelfde bovenvermelde voorschriften ressorteren.

Minstens éénmaal per jaar wordt de afrekeningstaat samen met de bijlagen (o.m. de

verantwoordingsstukken, betaalbewijzen, ...) aan de financieel directeur ter controle voorgelegd (of zijn gemachtigde) die, na goedkeuring, en op basis van hun respectievelijke bevoegdheden overgaan tot de boekhoudkundige verwerking, de aanzuivering en ingeval van een structurele provisie tot de terugbetaling aan het personeelslid.

Artikel 3

De voorwaarden, waaronder personeelsleden van de gemeente of ocmw kunnen belast worden met de inning van geringe dagontvangsten worden als volgt goedgekeurd:

- de inning van de gelden dient uitsluitend te gebeuren op basis van een geldig tariefreglement;

- het personeelslid dient een sluitende afrekeningsstaat bij te houden en alle verrichtingen te registeren;

- telkens het kasbedrag meer dan 2.000 euro bedraagt (uitgezonderd bij evenementen allerhande), dient het bedrag overgedragen te worden naar de kas van gemeente, dan wel ocmw;

- het personeelslid verantwoordt per kwartaal zijn kasverrichtingen aan de financieel directeur.

Artikel 4

De eerdere besluiten in deze van toegekende kasprovisies aan personeelsleden en aanstellingen van personeelsleden voor inning van geringe dagontvangsten worden hierbij herbevestigd.

11 2019_GR_00146 Budgethouderschap - begripsomschrijving - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

(22)

Aanleiding en context

Het gemeentedecreet van 15-07-2005 (en latere wijzigingen) bevatte het begrip budgethouderschap en stelde in artikel 159 § 1 dat het budgethouderschap toe kwam aan het college.

Het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) bevat geen regels over het budgethouderschap, de daaraan verbonden bevoegdheden en de mogelijkheid tot delegatie ervan. Dat betekent dat elk bestuur, in het kader van zijn organisatiebeheersingssysteem zelf een regeling moet uitwerken op maat van het bestuur. Daarbij moet uiteraard rekening worden gehouden met de algemene bevoegdheids- en delegatiebepalingen van het DLB.

Elementen die in die context moeten worden geregeld zijn bijvoorbeeld de bevoegdheden om budgetten te beheren, verbintenissen aan te gaan, te betalen facturen goed te keuren, uitgaande facturen op te maken, het oninvorderbaar stellen van vorderingen, subsidies aan te vragen, ....

Het DLB bevat wel een overgangsmaatregel. Totdat het bestuur een eigen regeling heeft uitgewerkt en uiterlijk tot en met 1 juli 2019 blijven de vroegere regelingen van toepassing. Om de goede werking van de administratie niet in het gedrang te brengen dient er vanaf 1 juli 2019 een nieuwe regeling te worden uitgewerkt.

Argumentatie

In het vroegere gemeentedecreet was de formulering van het begrip budgethouderschap redelijk vaag. Niettemin wordt geopteerd om de regeling uit het vroegere gemeentedecreet als basis te nemen, en dit met ingang van 1 juli 2019.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur (DLB), in het bijzonder : de gemeenteraad is ingevolge artikel 41 bevoegd voor,

7° het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219;

8° het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan;

Voor de raad voor maatschappelijk welzijn is dit artikel 78,

8° het goedkeuren van het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 219;

9° het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks bestuur' moet worden verstaan;

De bevoegdheid voor het college is af te leiden uit artikel 56, 3° : het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Voor vast bureau is dit artikel 84, §3, 3° : het financiële beheer, onder voorbehoud van de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn;

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met

- 16 stem(men) voor: Wouter Beke; Danny Bloemen; An Caerts; Paula Cebo; Eric Coenen; Katrien Debruyne; Franky Geypen; Uzeyir Karaca; Marleen Kauffmann; Katrien Ozeel; Nick Peeters; Godelieve Pernet; Tim Theunis; Erwin Van Pée; Sara Verbeeck; Joseph Wouters

- 6 onthouding(en): Jos Berghmans; Eric Conard; Diane De Volder; Toni Fonteyn; Ronald Peeters;

Johan Vandenhoudt

(23)

Besluit

Artikel 1

Het budgethouderschap is de toegekende bevoegdheid tot beheer van een budget dat taakstellend is (d.w.z. de opdracht om bepaalde taken binnen dat budget te verwezenlijken), in die zin dat het een norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft.

Het budgethouderschap over het budget van de gemeente komt toe aan het college van burgemeester en schepenen, voor het budget van het ocmw is dit het vast bureau, en dit onverminderd de toepassing van de hierna volgende tekst en artikelen.

Worden onder het budgethouderschap onder meer beschouwd: bevoegdheden om budgetten te beheren, verbintenissen aan te gaan (o.m. rekening te houden met begrip "dagelijks bestuur"), te betalen facturen goed te keuren, facturatie van te ontvangen bedragen, het oninvorderbaar stellen van vorderingen, subsidies aan te vragen, het vaststellen van tarieven voor deelname aan activiteiten georganiseerd binnen de dagdagelijkse werking (bedoeld worden : deelnamegelden activiteiten / cursussen / lessen, tickets, ...) door o.a. de diensten cultuur, sport en jeugd, ... .

Onder voorbehoud van die bevoegdheden die door een wet, decreet, ... werden aangeduid als niet delegeerbaar of uitdrukkelijk zijn voorbehouden voor de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, algemeen directeur, financieel directeur of andere organen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen, voor de gemeente, en het vast bureau, voor het ocmw, kunnen het budgethouderschap voor aangelegenheden van dagelijks bestuur, na advies van de algemeen directeur, toekennen aan personeelsleden. Bij de delegatie wordt rekening gehouden met het organogram van de diensten van gemeente en ocmw. Zij kunnen de aan hen gedelegeerde bevoegdheid niet weigeren als hun functieomschrijving erin voorziet. Zij zijn persoonlijk

verantwoordelijk voor de uitvoering van het aan hen gedelegeerde budgethouderschap.

De algemeen directeur brengt het advies uit, vermeld in het eerste lid, binnen dertig dagen na daarom te zijn verzocht ter kennis van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau. Bij gebreke aan kennisgeving van het advies binnen de voormelde termijn, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

De raad bepaalt, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau, wat onder dagelijks bestuur wordt begrepen.

Artikel 3

Onder de voorwaarden die door de raad vastgesteld worden en na advies van de algemeen directeur, kan het college van burgemeester en schepenen (voor de gemeente) of het vast bureau (voor het ocmw) het budgethouderschap met betrekking tot bepaalde budgetten betreffende activiteitencentra of projecten delegeren aan bepaalde personeelsleden van de gemeente / ocmw, ook voor

aangelegenheden die het dagelijks bestuur te boven gaan. Het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau houdt daarbij rekening met het organogram van de gemeentelijke diensten. De betrokken personeelsleden kunnen de aan hen gedelegeerde bevoegdheid niet weigeren als hun functieomschrijving erin voorziet. Zij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het aan hen gedelegeerde budgethouderschap.

De algemeen directeur brengt het advies uit, vermeld in het eerste lid, binnen dertig dagen na daarom te zijn verzocht ter kennis van het college van burgemeester en schepenen / vast bureau. Bij gebreke

(24)

aan kennisgeving van het advies binnen de voormelde termijn, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

Artikel 4

De budgethouder is verantwoordelijk voor de facturatie van de te ontvangen bedragen die betrekking hebben op het aan hem toevertrouwde budget.

Artikel 5

De budgethouder is verantwoordelijk voor de goedkeuring van de te betalen bedragen die betrekking hebben op het aan hem toevertrouwde budget.

Artikel 6

De budgethouder rapporteert minstens jaarlijks.

Voor de rapportering van het college en vast bureau aan respectievelijk de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn wordt verwezen naar de rapporteringsverplichting opgelegd in het decreet lokaal bestuur (DLB) en decreet houdende de beleids- en beheerscyclus (BBC), in het bijzonder artikel 29 van het BBC-decreet en artikel 263 van het DLB.

Openbare Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening Huisvesting

12 2019_GR_00140 Subsidieaanvraag IGS HBTL – expertise cel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 bevat de verplichte activiteiten m.b.t.

woonbeleid voor de lokale overheden. Deze activiteiten zijn een uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten.

Het BVR stelt duidelijke doelstellingen voorop voor iedere lokale overheid. Om de nodige expertise en ondersteuning te kunnen financieren, stelt Wonen Vlaanderen de lokale overheden middelen ter beschikking in de vorm van subsidies voor intergemeentelijke samenwerking lokaal woonbeleid.

Via de deelname aan de intergemeentelijke vereniging en via de goedkeuring van de subsidieaanvraag door de gemeenteraad verbindt elke deelnemende gemeente zich tot het naleven en uitvoeren van de bepalingen van het BVR. In het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op volgende bepalingen:

 In elk van de deelnemende gemeenten van het project wordt minstens tweemaal per jaar een lokaal woonoverleg georganiseerd.

 Het project wordt uitgevoerd met het oog op de realisatie, in elk van de deelnemende gemeenten, van elk van de volgende Vlaamse beleidsprioriteiten:

o 1° De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden;

(25)

o 2° De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;

o 3° De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen;

o Bij de uitvoering van het project wordt, voor elk van de Vlaamse beleidsprioriteiten bijzondere aandacht besteed aan de meest woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden; en aan transversale en bovenlokale thema’s die raakpunten hebben met wonen.

o Het activiteitenpakket van het project bevat minstens de verplichte activiteiten, vermeld in het BVR van 16 november 2018, voor de realisatie van de Vlaamse beleidsprioriteiten.

De verplichte activiteiten worden in elke deelnemende gemeente van het werkingsgebied uitgevoerd. Daarnaast kunnen de gemeenten samen of individueel aanvullende activiteiten toevoegen aan het project.

o Een stuurgroep begeleidt en ondersteunt het project. In de stuurgroep is elke deelnemende gemeente vertegenwoordigd door de schepen van wonen als stemgerechtigd lid en twee leden van de administratie als adviserend lid. De stuurgroep komt minstens twee keer per werkingsjaar samen.

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen gaf de opdracht een intergemeentelijke samenwerking lokaal woonbeleid uit te werken. Daarbij is gestart met de bestaande IGS HaBer – Wonen in Ham en Beringen. Op deze wijze kon de bestaande expertise, ervaring en netwerk ingezet worden om de IGS vorm te geven. In de uitwerking van de IGS is overleg gepleegd met de diensten en bevoegde schepenen in de vier deelnemende gemeenten: Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg.

De IGS kreeg de naam IGS HBTL – expertisecel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg. Het concept van deze IGS is het aanleveren van expertise ter ondersteuning van het lokale woonbeleid in de individuele IGS-gemeenten. Doel is het realiseren van de doelstellingen opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018 en de aanvullende acties zoals opgenomen in deze subsidieaanvraag. Daarbij gaat de IGS HBTL steeds uit van de lokale context waarin woonbeleid vorm moet krijgen en de doelstellingen gerealiseerd zullen worden.

De IGS zorgt voor efficiëntiewinsten door samenwerking en expertise. Zij werkt ter ondersteuning van de gemeentelijk en stedelijke diensten. De praktische en operationele invulling van deze werking wordt uitgewerkt in het najaar 2019. In dit afsprakenkader volgen duidelijke afspraken rond de dienstverlening en de inbedding van de IGS in het lokale woonbeleid van ieder afzonderlijke deelnemende gemeente.

In de aanvraag zijn vijf aanvullende activiteiten voor Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg opgenomen:

 Een verordening vaststellen en toepassen waarbij het conformiteitsattest verplicht wordt gesteld voor kamers;

 Een verordening vaststellen en toepassen met strengere veiligheids- en kwaliteitsnormen voor kamers;

 Een afsprakenkader met de minister en het sociaal verhuurkantoor dat actief is in de gemeente aanvragen en, als het afsprakenkader wordt gesloten, conformiteitsonderzoeken uitvoeren met het oog op de inhuurneming van woningen en kamers door het sociaal verhuurkantoor

 De lokale partners via structurele samenwerking betrekken bij het lokale woningkwaliteitsbeleid;

 De ongeschiktheid en onbewoonbaarheid en de datum van vaststelling aanbrengen op de gevel van private huurwoningen.

Een zesde aanvullende actie wordt uitgevoerd in voor Ham, Beringen en Leopoldsburg:

 Een uniek loket installeren voor alle lokale woonactoren die werkzaam zijn in de gemeente.

(26)

Voor het financiële luik werkt IGS HBTL met de assumptie dat de Vlaamse subsidie IGS lokaal woonbeleid instaat voor een 0,8 VTE IGS coördinator (expert) en minstens 0,6 VTE deskundige. Op te kunnen verder bouwen op de verworven expertise, de ervaring en het netwerk zal de coördinator van IGS HaBer de doorstart maken naar de IGS HBTL.

Deze coördinator en deskundige staan in voor de IGS en ondersteunen de realisatie van de taken lokaal woonbeleid zoals opgenomen in het BVR en het uitvoeren van de aanvullende acties. Verder zet iedere deelnemende gemeenten eigen personeel in voor: woonloket, leegstand en woonkwaliteitscontrole.

Waar nodig met ondersteuning van de IGS HBTL.

Binnen de IGS zullen de IGS-medewerkers en de medewerkers wonen uit de deelnemende gemeenten op regelmatige basis ervaring en expertise uitwisselen.

Wonen Vlaanderen werkt voor de subsidiëring van de IGS lokaal woonbeleid met een puntensysteem.

Daarbij staat elk punt voor 12 000 euro. Dit bedrag wordt vermeerderd met 5% per aanvullende activiteit over het hele werkingsgebied. Als slechts een deel van de gemeenten een activiteit gaan uitvoeren, is dit een gedeelte van deze 5%.

In termen van subsidie kan er, onder voorbehoud van de beslissing van Wonen Vlaanderen uitgegaan worden van volgende punten: 5 basispunten voor een IGS, 1 extra punt voor een kleine gemeente (Ham), 2 basispunten (op basis van het aantal huishoudens). De vijf aanvullende activiteiten zijn goed voor 25%. Dit betekent: 98 000 euro vermeerderd met 25% of 122 500 euro.

Na de goedkeuring van het projectdossier IGS HBTL – expertise cel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg, zijn volgende stappen gepland:

 Voor 31 december 2019 zal het afsprakenkader tussen de IGS HBTL en Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg op de gemeenteraad geagendeerd worden.

 Tevens zal voor 31 december 2019 een akkoord gesloten worden tussen de beherende gemeenten en de drie andere IGS-gemeenten met een concreet financieel kader.

Juridische grond

Het Besluit van de Vlaamse Regering Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018.

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met unanimiteit

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de subsidieaanvraag IGS op basis van het Besluit van de Vlaamse Regering Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018 goed.

Artikel 2

De gemeenteraad vraagt het CBS samen met de colleges Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg een afsprakenkader afsluiten met IGS HBTL – expertise cel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg voor 31 december 2019.

Artikel 3

(27)

De gemeenteraad gaat akkoord met de aanstelling van Elisabeth De Zutter, coördinator IGS HaBer – Wonen in Ham en Beringen als coördinator van de IGS HBTL – expertisecel lokaal woonbeleid in Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg, onder voorbehoud van de subsidie.

13 2019_GR_00147 Statuten interlokale vereniging IGS HBTL – expertisecel Lokaal Woonbeleid Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg - Goedkeuring

GOEDGEKEURD

Beschrijving

Aanleiding en context

De gemeenten Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg dienen een subsidieaanvraag ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid in bij Wonen Vlaanderen conform het BVR Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018. Projectuitvoerder is de interlokale vereniging IGS HBTL, opgericht conform het decreet van 22 december 2017, een intergemeentelijk samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid (hoofdstuk 2).

Argumentatie

Om het project IGS HBTL – expertisecel Lokaal Woonbeleid Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg uit te voeren, richten de deelnemende gemeenten een interlokale vereniging op conform het decreet van 22 december 2017, een intergemeentelijk samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid (hoofdstuk 2) op. De interlokale vereniging wordt opgericht vanaf 1 januari 2020 voor onbepaalde duur. Uittreding kan na 3 jaar of 6 jaar, conform het BVR Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018.

De interlokale vereniging heeft tot doel om een geïntegreerd woonbeleid te voeren in de werkingsregio van de deelnemende gemeenten. De interlokale vereniging is de projectuitvoerder voor de subsidieaanvraag Lokaal Woonbeleid.

De interlokale vereniging wordt aangestuurd door een stuurgroep waarin iedere deelnemende gemeente is vertegenwoordigd door de schepen van huisvesting als stemgerechtigd lid en twee vertegenwoordigers uit de administratie als adviserende leden.

Er wordt een werkgroep HBTL opgericht voor de operationele en praktische sturing van de interlokale vereniging te garanderen. Hierin is iedere gemeente vertegenwoordigd door twee afgevaardigden, aangeduid door het college van burgemeester en schepenen.

De deelnemende gemeenten onderling samen met de interlokale vereniging stellen een afsprakennota op die wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen van iedere deelnemende gemeente. De nota bevat de praktische en operationele afspraken. De afsprakennota zal duidelijk aangegeven welke dienstverlening de IGS HBTL zal verlenen aan de deelnemende gemeenten.

De uitvoering van het project gebeurt door eigen personeel van elke deelnemende gemeenten en door het IGS-personeel. De statuten voorzien dat elke deelnemende gemeente eigen personeel aanduidt voor het uitvoeren van taken en activiteiten in het project lokaal woonbeleid zoals gesubsidieerd door Wonen Vlaanderen. Daarnaast heeft de interlokale vereniging eigen personeel: minstens 0,5 VTE coördinator en een adjunct-coördinator binnen de toegekende subsidie van Wonen Vlaanderen. Welke personen welke taken uitvoeren, wordt vastgelegd in de afsprakennota.

(28)

De interlokale vereniging HBTL wordt gefinancierd door een subsidie van Wonen Vlaanderen. De statuten bevatten een veiligheidsclausule en een waarschuwingsprocedure. De veiligheidsclausule beschermt de gemeenten tegen een korting van de subsidie door Wonen Vlaanderen wanneer één van de gemeenten verplichte taken niet uitvoert. De waarschuwingsprocedure probeert te vermijden dat het komt tot een korting van de subsidie door Wonen Vlaanderen.

Bijkomende financiële middelen kunnen toegekend worden in twee situaties: of Vlaanderen legt bijkomende taken lokaal woonbeleid oplegt of wanneer één of meerdere deelnemende gemeenten bijkomende acties willen laten uitvoeren. In het eerste geval gaat de stuurgroep na welke extra middelen nodig zijn. Alle deelnemende gemeenten moeten dit goedkeuren. In het tweede geval vergoedt de gemeente of vergoeden deelnemende gemeenten die de extra actie laat of laten uitvoeren het bedrag dat door de stuurgroep is vastgelegd en goedgekeurd door de betrokken gemeenten.

Jaarlijks informeert de interlokale vereniging de gemeenteraad met een werkingsverslag en een financieel verslag.

Raadslid Danny Bloemen vraagt de aanpassing van de titulatuur in de overeenkomst.

Juridische grond

Het Besluit van de Vlaamse Regering Lokaal Woonbeleid van 16 november 2018.

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten

Financiële informatie

Visum: Visum verleend mits voorwaarden Motivering

Onder voorwaarde dat er een toereikend budget wordt voorzien

Stemming op het agendapunt

Goedgekeurd door de gemeenteraad met unanimiteit

Naast de stemming over de statuten, was de uitslag van de stemming voor de afgevaardigden als volgt:

Plaatsvervangend afgevaardigde:

Erwin Van Pée, 18 stemmen.

Blanco, 4 stemmen.

Ambtelijke afvaardiging:

Diego Nogales, 17 stemmen.

Blanco, 5 stemmen.

Yves Morris, 18 stemmen.

Blanco, 4 stemmen.

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de statuten van de interlokale vereniging IGS HBTL – expertisecel Lokaal Woonbeleid Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg, goed.

(29)

De gemeenteraad voorziet in het nieuwe financieel meerjarenplan 2020-2025 een toereikend begrotingskrediet.

Artikel 2

De gemeenteraad vaardigt volgende personen af als stemgerechtigd lid naar de stuurgroep van de interlokale vereniging IGS HBTL – expertisecel Lokaal Woonbeleid Ham, Beringen, Tessenderlo en Leopoldsburg:

- de heer Eric Coenen, schepen van huisvesting;

- de heer Erwin Van Pée, schepen, als plaatsvervanger.

De gemeenteraad duidt volgende personen aan als adviserend lid:

- de heer Diego Nogales, hoofd Cluster Infrastructuur & Ruimtelijke Ordening;

- de heer Yves Moris, huisvestingsconsulent.

Bijlagen

 20190904_statuten HBTL_goedgekeurd GR.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Subsidieovereenkomst Stad Gent - pag 9 van 12 In geval de uitvoerder onder curatele wordt geplaatst of ophoudt te bestaan, kan het OCMW overgaan tot gehele

- Het voorliggende ontwerp van de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020- 2025 voor wat betreft het deel van de stad, omvat een gewijzigde strategische nota, een

• optioneel: deskundigen (bestuurders kunnen zich laten bijstaan door deskundigen, voorgedragen door de gemeente waar zetel gevestigd is, ze zijn benoemd door de

In afwijking van het eerste lid kan de gemeente voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een

Het college wordt gevraagd om het bezwaarschrift tegen de gemeentebelasting geheven op de voor de bestemmeling kosteloze huis-aan-huis verspreiding van niet-redactioneel drukwerk

De leden van de Raad van Bestuur keuren unaniem, de bespreking goed in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te

De Vierde zaal, Rechts op Driebeekstraat, rechts af op Dikkopjespad, links af op Braemkasteelstraat, links af op Hazenakker, rechts af op Dikkopjespad, rechtdoor op

Wij stellen voor om in functie van de subsidieovereenkomst tussen het stadsbestuur van Gent en het Vlaams Centrum voor vorming en vervolmaking in de horecasector vzw, te Anspachlaan